I 1 E- F BINNENHOF OP EN ON "kroniek i Het „sprookje", - Manifestatie? - Ver keerde methoden. - Crisis-opcenten op de gemeentefondsbelasting? - Wanneer wij zullen weten. Huishoudelijke wenken. gen spreken kan. Die voor de geheele stad van belang zijn en die de geheele stad dan ook wenscht te behouden. Zulk een ding is de Rijkskweekschool voor vroedvrouwen in de Camperstraat die onlangs van uit Den Haag weg-bezuinigd werd. Tegen dat besluit is dan ook die geheele stad bij monde van een overgroote Raadsmeerderheid in opstand gekomen. Het was een van de eerste dingen door dien Raad deze week voor het eerst na de vacantie weer bijeen, in deze nieuwe zitting gedaan. Hij ging direct grif mee met het voorstel van den heer Sajet, strekkende tot een verzoek aan het college van B. en W. om bij de Regeering op spoed aan te dringen tot het nemen van een beslissing inzake den steun en medewerking aan de noodige voor zieningen ten behoeve der kraamvrouwen- verpleging. Met een kleine verhooging der verpleegprijzen, eenige Rijks- en Provinciale subsidie ziet de gemeente best kans de School, die èn voor de bevolking èn voor het onderwijs (de a.s. artsen komen er prac- tische kennis opdoen) van zoo groote waarde is, met een sluitende begrooting verder te exploiteeren. Daarheen tracht men het nu te sturen. En het zou te verwonderen vallen, waar die koers door de geheele stad unaniem wordt goedgekeurd, als we dan tenslotte toch nog niet met deze School in behouden haven aanlandde. Unaniem goedkeuren daar is zeker geen sprake van inzake de.... melk-koers die de Amsterdamsche melk-commissie in haar on langs verschenen rapport aangeeft. Die koers gaat in de richting van het stichten van een gemonopoliseerd centraal gemengd melkbe- drijf, waarin de gemeentelijke overheid flinke zeggenschap zou krijgen. Over die koers zal nog wel, ook al schijnt de praktijk uit te wijzen dat elke andere koers tot teleurstel lingen leidt, heel wat gedebatteerd en ge streden zal worden in de komende dagen. Nieuwe melk-debatten staan voor de deur.... ffl WE EK- g H De week van het „sprookje" komt aanlich1- ten! A.s. Dinsdag zal het oogenblik weer aan breken, waarop door de Haagsche lucht zullen weerklinken de vele saluutschoten, op het Ma lieveld gelost, alwaar een batterij veldgeschut om de paar minuten de atmosfeer verscheurt door een losbranding. Dit is een oud gebruik. Als het Hoofd van Staat zich van het paleis aan het Noordeinde naar het Binnenhof be geven heeft, de „gouden koets" zich in bewe ging heeft gezet, bulderen de losbranders over de stad en dat duurt net zoo lang tot het „sprookje" weer tot het verleden behoort, de Koninklijke familie weer veilig en wel in het oude huis aan het Noordeinde is verdwenen. Telken jare gaven de Septembersche plechtig heden een echt-feestelijk karakter aan de Resi dentie. Van heinde en verre kwamen de luidjes aangezet om zich te verlustigen aan het schouw spel, het kleurige tooneel. Dit jaar bestaat er reden om te vermoeden, dat de. plechtighed een minder opgewekte „at mosfeer" zal ontmoetenVooral van Com munistische zijde schijnen er plannen te bestaan van den traditioneelen Dinsdag een „rooden Dinsdag" te maken. De Haagsche burgemees ter was zoo verstandig, het houden van op tochten op dien dag te verbieden. Maar of daarmee elk gevaar voor relletjes vermeden is, staat zeer te bezien. De vuurroode heeren heb ben voor den 20sten een aantal zalen in de stad gehuurd, waar de noodige opruiende taal zal worden uitgebruld. De politie zal natuurlijk hare maatregelen nemen. Reeds is bekend gemaakt, dat tijdens de openingsplechtigheden op het Binnenhof geen publiek zal worden toegelaten. Alweer: zeer verstandig! Want indien in deze nauwe ruimte zich lawaaischoppers zouden hebben opgesteld en op een gegeven oogenblik den boel aan den gang maakten, kon het wel eens niet zonder ongelukken afloopen! Hoewel het zeer begrijpelijk is, dat in deze benarde tijden vele lieden de vertwijfeling nabij zijn, moeten toch met kracht onordelijkheden worden tegengegaan. Ieder, die beseft wat het zeggen wil, de ongebreidelde volkshartstochten te ontketenen, weet ook welke mate van ver antwoordelijkheid men draagt indien men voet geeft aan die sluimerende krachten. Vooral in den laatsten tijd is gebleken, dat door ver schillende volksleiders een weg wordt inge slagen, die niet anders dan de grootste gevaren met zich brengt. Politieke sfrijd kan zeer zeker leiden tot groote heftigheid, doch indien die met eerlijke middelen wordt gevoerd, is er een waarborg, dat ieders rechten worden gewaar borgd. Wat men echter op de socialistische vredesdemonstratie te Arnhem heeft zien, maar vooral heeft hooren gebeuren, mag ten zeerste worden betreurd. Spreekkoren hebben zich op de meest-ontoelaatbare wijze uitgelaten over onze huidige ministers. Zoo werd de strijd grof persoonlijk en wee dan de gevolgen! „Rijmpjes" als: „Wie is de grootste vloek? Ruys de Bee- renbrouck" werden uitgegalmd. Alsook: „Wie is de grootste pestilentie? De minister van De fensie!" Zeer juist was hetgeen de „Vrijheid" hieromtrent schreef: „Wie kaatst moet den bal verwachten. Wat zouden onze sociaal-democraten wel zeggen, als straks in roomsche optochten gedeclameerd werd: „Het allergrootst gespuis Volgt Albarda en Duys." of wel: „Wie kunnen erger liegen Dan Oudegeest en Vliegen?" Dat zou zeer onbehoorlijk en een onwaardige aantasting van de eer van bekende sociaal democratische leiders zijn, maar de beschim ping van den premier is op zijn minst even onbehoorlijk en even onwaardig en nog veel gevaarlijker, wijl hier de opruiing zich tegen den woordvoerder der regeering richt." Men voelt dat op deze wijze de strijd wordt gebracht op een terrein, waarop hij niet be hoort. Men moet nu eenmaal op het politieke erf personen van zaken gescheiden houden, wil men er geen ordinaire scheldpartij van maken, waarmee niets wordt bereikt. Over het algemeen hebben de leden van ons Parlement in het nabije en verdere verleden zich niet vaak bezondigd aan grievende „parti culariteiten". De komende parlementaire periode zal heel wat vergen van de zenuwen dergenen, die deelnemen aan het politieke steekspel. Doch van harte mag worden gehoopt, dat men alleen van eerlijke strijdmiddelen gebruik zal maken en men de landgenooten tooneelen, die slechts het prestige van de democratie kunnen scha den, besparen zal. Dezer dagen wist de (a.-r.) „Rotterdammer" het volgende te melden: „Diegenen, die in deze dagen pleiten voor belastingverhooging, zullen door de Regeering niet worden teleurgesteld. Naar verluidt, zal voor ongeveer 50 millioen gulden aan nieuwe belastingen noodig zijn, ten einde een sluitende begrooting te verkrijgen. Een der middelen, waaraan door de Regeering schijnt te zijn ge dacht, is het heffen van crisis-opcenten op de gemeentefondsbelasting ten bate van het Rijk." De „Haagsche Courant" zegt naar aanlei ding van de geruchten omtrent de crisis-opcen ten o. a.: „Dit beteekent dus, dat de Rijksbelasting hooger wordt naarmate de Gemeentebelasting lager is. Of met andere woorden: dat een goed en zuinig gemeentelijk financieel beheer door het Rijk beloond wordt met extra-hooge be lasting. Hierdoor wordt aan de Gemeentebesturen de prikkel tot zuinigheid ontnomen. Want hoe zui niger de gemeente en hoe lager haar opcenten, hoe meer er voor het Rijk te halen is! Als de burgerij dan tóch zooveel betalen moet, zal het gemeentebestuur geneigd zijn, daarvan zélf zooveel mogelijk te profiteeren door het op- centenpeil flink op te voeren, temeer omdat het totaal der opcenten slechts stijgt met de helft van de stijging der opcenten." Intusschen vergete men niet, dat men nog slechts te maken heeft met „on dits". De Mil- lioenennota zal ook en deze de noodige zeker heid verschaffen. Dat 't in de bedoeling van minister De Geer zou liggen om een premie te gaan heffen op de spilzucht der gemeenten, is zoo zonder meer toch moeilijk aan te nemen! Voor een gemeente als Den Haag b.v. betee kent het plan wezenlijk een groot gevaar, waar op de „Res.bode" als volgt wees: „Vergeleken met de 6 pet. opcenten die we nu betalen, beteekent dit dus wel een zeer zware aderlating voor onze gemeente en komen we plotseling op een belastingniveau van Rot terdam en Amsterdam. Daar kan een element van billijkheid in zitten, maar voor onze stad is een dergelijke hooge belasting toch een ramp. De vergelijking is al meer gemaakt, maar ze is volkomen juist, n.1. dat wat een haven is voor Rotterdam, dat is de lage belasting voor Den Haag. Den Haag is een luxe woonstad, welke de menschen moet lokken met groote vermogens. En bij de keuze van vestiging speelt de lage belasting een groote rol. Verliest Den Haag dit voordeel, dan ziet de toekomst voor onze stad er somber uit. Niet alleen dat menschen met groote vermogens zich dan gaan vestigen in het buitenland, waar nog genoeg mooie plekjes zijn met lage belastingen, maar ook loopen we het gevaar dat menschen met groote vermogens van hier, naar het bui tenland vertrekken. Dat dit geen ongemotiveerd angstgevoel is, hebben de hooge belastingen in de jaren 1920 bewezen, toen ook het verhoudingscijfer van Haagsche belastingen plotseling steeg van 1.2 tot 2.5 en verschillende groote inkomsten onze stad verlieten. Wij vreezen, dat de z.g. nivelleeringsmaat- regelen van Minister De Geer, welke boven dien een straf is voor een zuinig gemeentelijk beheer, voor onze sad, afgezien van de ver zwaring van den belastingdruk voor de bur gerij, een zeer gevaarlijke en ongewenschte maatregel is!" De Septembersche „derde Dinsdag" van dit jaar zal gelukkig een einde maken aan de vele geruchten, die in de achter ons liggende zomer maanden zoo in profusie uit de lucht kwamen vallen, 't Zal een ware opluchting zijn, dat ein- lijk weten! PARLEMENTARIËR. Om het glimmen b.v. van rokken of heerenpantalons te verwijderen, make men een doek flink nat, legt deze op de glimmende plek en strijkt er met een heet ijzer overheen. Door de warme stoom zal het glimmen geheel verdwij nen. Eikenhouten meubelen, die door de zon en het zonlicht verkleurd zijn, wor den weer als nieuw, indien men was beits op de meubels aanbrengt met een zachte lap en daarna uitwrijft. Gedeukt hout. Om putten of deuken uit het boven blad van tafels te verwijderen, moet men de volgende manier eens toepas sen: Neem een vel flink stevig bruin pa pier, maak het door en door nat en vouw het verscheidene malen op, zoo dat een reep verkregen wordt, die iets breeder is dan uw strijkijzer. Maak het laatste flink heet en pers ermede op het papier, waardoor de gedeukte plek ken in den regel zullen verdwijnen. Het hout wordt, als het droog is, flink in de was of wasbeits gezet en nagewreven. Gebruik van zoutzuur. Citroensap en zout worden heel vaak gebruikt om roest- en inktvlekken uit waschgoed te verwijderen. In vele ge vallen zal zoutzuur in poedervorm ech ter intensiever werken en de vlekken, vooral als zij al oud zijn, geheel doen verdwijnen. Neemt een steenen pud dingvorm of kom, houdt het waschgoed hier gespannen overheen, met de vlek in het midden, strooi de droge poeder erover en schenk onmiddellijk daarna heet water over de vlek. Indien noodig herhale men deze bewerking nog een maal, daarna wordt het stuk goed on der de flink stroomende kraan nage spoeld. Het laatste mag vooral niet ver geten worden, terwijl men deze behan deling het beste kan doen alvorens men het stuk goed wascht. Bewaren van radijs. Indien wij radijs eenige dagen willen bewaren, moeten wij ze met het groen in water leggen, zóó, dat dit niet bij de radijs zelve komt. De radijs blijft zoo doende frisch en verliest noch kleur noch aroma. Postzegels kan men gemakkelijk van den omslag losmaken, indien men er met een niet te heet strijkijzer overheen strijkt. Schoonmaken van sieraden. Sieraden zooals briljanten ringen, gouden armbanden, kettingen enz. kan men het beste schoonmaken door ze in een kommetje met benzine te leggen, daarna niet afdrogen, maar tussehen twee laagjes watten wegleggen. Wan neer men dan na een uur of drie de watten van alkander neemt, zien steenen en goud er prachtig blinkend uit. Het beste is om het bakje met ben- De Britschc leeuw na de conferentie van Ottawa. Nu nog een protectie-lavement, dan kan hij het nogmaals twintig jaar uit houden. zine zoolang de sieraden erin liggen, voor een open raam te zetten. Tomaten. Wanneer wij slechts 2 of 3 tomaten schillen, is het niet de moeite waard, daarvoor water aan de kook te bren gen. Men kan ze dan één voor één aan een vork geprikt boven een gasvlam houden en om en om draaien, totdat de schil barst. Dan kan ze gemakke lijk verwijderd worden. En nou begint de zomer alweer. Eerst heb ben we de storm gehad Zondag en dat was wel fijn want die golven die gingen toen heel hoog en der was heelemaal geen strand meer en toen die storm dan weer weg was toen hebben we het mooie weer gekregen. Als dat nou maar zoo blijft duren dan hebbe we der nog wat aan en die juffrouw die heelemaal met der kano naar Engeland wil die is der nou nog niet en wel in Egmond. Maar dat is niks geen kuns. Dat ken ik ook wel. Eerst zeggen dat ze naar Engeland gaat en dan blijf ze hier net zoo lang langs de kust scharrelen tot datte het winter geworden is en dan gaat het niet meer door door het leelijke weer en dan zeg ze datte ze het dan wel het volgend jaar zal doen, maar dan hebben d^ menschen die heeie juffrouw al weer vergeeten en dan heb die juffrouw Enge land heelemaal vergeete. Maar enfin, nou hebbe de kranten dan ook weer wat gehad om over te schrijven en der heb ook een plaatje van der in de krant gestaan. En aan de overkant van China zijn ze nou ook aan het vechten. Dat zijn nou geen chineeze maar ook van die mensche met gekke naame en ze zijn nou ook weer aan de gang. Die hebbe nou ook weer oorlog. Dat zijn van die mensche die ook maar altijd aan het vechte zijn net zoo as in Duitschland zeg m'n vader maar daar doen ze het niet zoo erg. Daar hebben ze de heeie boel willen opdoeken. En de meneer die de baas is van het zaakje die heb het zaakje opgedoek en toen zij der een andere meneer dat der niks van aan was en toen zij de eene weer van wel en nou weten ze het heelemaal niet meer. Het is toch een gekke boel. En de ambachtsschool is der nou ook vijf en twinig jaren en ook een paar van die meneeren en de jongens die daar op die school zijn die hebben nou allemaal taartjes gehad. Maar dat vind ik niks niet mooi. Daar kenne die jongens toch niks aan doen dat die ambachtsschool der vijf en twintig jaren is. Ze hadden al die jon gens die nou groote manne zijn geworden en die der toen op gezete hebben die hadden ze der nou allemaal naar toe moeten haaien en die hadden ze allemaal taartjes moeten geven. Maar der waren der maar twee van die jongens die der vroeger op gezete hebben en die hebben wel taartjes gehad. Net zoo as Wimpie want die heb ook taartjes gehad toen er een meneer van de krant jarig is geweest en die meneer zat ze zelf ook te eten en die vond ze ook wel lekker. En we hebben nou ook weer een maansver duistering gehad en die was goed te zien en ik heb der ook naar gekeeken. En m'n zuster en Jaap ook maar die zijn nog naar buiten mogen gaan. Nou wil m'n vader dat niet hebben dat ze 's avons op straat loo pen maar nou schijnt die maan een goed smoesje voor hen gewees te zijn, om naar bul ten te komen want zullie woue dgt alleen maar buiten gaan zien en dat kon je in de tuin ook wel. En toen Wimpie dat vroeg om ook naar buiten te mogen om naar de maan te gaan kijke toen mog dat niet en toen ik vroeg om dan met m'n zuster en Jaap mee te gaan toen wouen die dat weer niet hebben. En ze zijn hier de boel ook een beetje aan het beduvele. Want ze hebbe gezeg dat er non een nieuwe brug komen zou en die is der nou nog niet. Ik geloof der heelemaal niets van dat die komp. Het kan best zijn datte ze daar in de raad daar nou maar zoo maar wat van gezeg hebbe en datte ze dat dan gedaan hebbe om de men sche maar zoet te houwe net zoo as die juf frouw doet die naar Londen wil met die kano en waar ik toen straks al wat van geschreve heb. Zouwe we nou nog ijs krijge van de winter? Dan kenne we weer eens gaan schaatse want daar is het vorige jaar hier ook niks van ge- koome en as dat nou weer niet is dan komp der weer niets van. Nou we zulle maar hoopen dat het wel zoo is he. Ik heb al eens op de zolder gekeeke naar m'n schaatse en nou ga ik die schoon maake dus as der dan van de winter ijs komp, dan kenne we direct beginne. Nou, nou hou ik dan maar weer op, want het brieffie is al weer vol he. Tot de volgende weed dan maar weer. t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 17