X
Wat kikker Karei en Tuimeltje beleefden.
x
Een kunststuk met een
oude flesch.
Nieuwe Vliegermodeüen.
RAADSELS.
voelde zich eigenlijk niet op haar ge
mak, ze voelde iets om haar heen, dat
zoo anders was als anders, zooals je
dat wel eens hebt, als men bezig is om
te verhuizen en alle meubels en schil
derijen door elkaar stonden. Natuur
lijk was dit niet zoo, alles stond nog
op zijn oude olaatsje. en toch was alles
zoo anders, zoo vreemd. En verbeeldde
zij 't zich, ol was 't werkelijk zoo, dat
Mammie's oogen telkens ongemerkt
naar haar keken, als zij even niet
keek? Neen, Nel voelde zich niets op
haar gemak en at zwijgend haar boter
hammen.
Toen Bob, die op één na het laatste
naar bed ging, dien avond om half
negen naar boven was gegaan en Nel
met Mammie alleen was in de huis
kamer, was 't eenige geluid, dat men
hooren kon het „tik-tak-tik-tak" van
de hangklok.
Daarom schrikte Nel hevig, toen
Mammie opeens zei: „Nel, moet je eens
hooren!" Ja, waarom moest ze opeens
zoo schrikken eigenlijk; had ze dit
soms al den heelen dag, den heelen
avond voelen aankomen? „Ja, Mams.
wat is er dan?" zei ze.
„Weet je wat Bob's hartewensch is,
als hij door het examen komt? Hii
heeft er vanaf zijn negende jaar naar
verlangd, dat weet ik." „Nou,' wat dan
Mams?" „Een echt zilveren Anker
polshorloge met onbreekbaar glas en
radium cijfers en wijzers. Hij heeft er
een bij v. d. Riet zien liggen en dat
kost vijf-entwintig gulden." „Oh, maar
dat zult u wel niet kunnen betalen,
Mams".
„Neen, dat zal ik niet kunnen be
talen, omdat jou kamp ook al vijf-en
twintig gulden kosten zal," zei Mam
mie. Nel kreeg ineens een gevoel,
alsof zij slap in haar beenen werd.
Waar wilde Mams nu heen? Maar het
kamp is het eenige heerlijke van alles, j
„U zei, dat ik er dit jaar ook heen
mocht als er niets tusschenbeide
kwam!"
„Ja. zei Mams peinzend, maar
toen bedacht ik niet, dat Bob dit jaar
toelatingsexamen zou toen, en toen
wist ik ook niet hoe het zou gaan als
Pappie pensioen zou krijgen."
„Maar dat kamp van mij kunt u
toch, hoop ik, wel betalen?" vroeg Nel,
en haar stem klonk schor van angst.
Jawelmaar dan krijgt Bob niet
zijn horloge natuurlijk. Bob heeft
hard gewerkt om zijn cijfers op te ha
len, dat weet je, nietwaar, en de jon
gen heeft het eigenlijk wel verdiend.
Maar aan jou beloofde ik het 't eerste,
dus als jij zoo vreeselijk graag naar
het kamp gaat. dan moet Bob zich
maar tevreden stellen met een boek of
zoo...." Mammie keek niet op van
haar stopwerk, en dat was maar go<ïd
ook. Want Nel's gezicht wrong zich in
akelige plooien en ze beet zich hard
op de lippen.
„Bobbie, die anders zoo speelsch is,
heeft heusch erg zijn best gedaan,"
ging Mammie voort. „En nu pas weet
ik, hoe zielsgraag hij dat horloge heb
ben wil. Wat zal de arme jongen te
leurgesteld zijn als ik hem zeggen
moet, dat hij het niet krijgen kan."
Nels gezicht verwrong zich nog
meer, ze beet zoo hard op haar lippen,
dat het bloed er bijna uitsprong. Onder
haar boek verborg zjj .haar handen,
die ze hard ineenkneep, tot ze pijn
deden. Geen mensch kan weten wat
er toen in Nels hoofd voor gedachten
door elkaar flitsten! Langen tijd hoor
de men niets dan „tik-tak-tik-tak".
Toen, als een luiden knal, barstten
de woorden uit Nels mond: „Bob hééft
't verdiend, en ik hoef niet naar het
kamp!" Maar toen ineens sloeg Nels
stem over. Ze sprong op en holde naar
boven, naar haar kamertje.
Den volgenden dag zaten ze alle
maal, behalve Nel, aan het ontbijt, en
blijkbaar had Bob het heerlijke nieuws
al gehoord, dat zijn hartewensch zou
worden vervuld, want hij kon haast
niet kauwen van het grijzen, en hij
danste op zijn stoel op en neer. Moe
der had niets gezegd over Nei en het
Padvindsterskamp. Dat zou Bob's ple
zier bedorven hebben. Eindelijk kwam
Nel beneden. Ze zag erg bleek, maar
toen Bob haar met een daverend:
„Hallo, Nel, ik krijg een horloge!" be
groette, straalde Nel's oogen, en ze
zei hartelijk: „Fijn, jö, wat knal, wat
ti T> q6,„ d"armee. opscheppen op de
de Bob Reken maar!" kraai-
Nel zette zich aan tafel naast Moe
der en ving Moeders blik op, die vol
onbeschrijfelijke trots en warmte od
haar rustte.
Moeder legde haar hand op de hare
die op tafel lag en z.ei met nadruk, als
tets plechtigs: Padvindster".
Dat was Nel's gróótste belooning.
Moeder heeft natuurlijk ergens op
een verborgen plekje wel een oude
flesch staan, die niet meer gebruikt
wordt. Nu daar gaan we eens een aar
dig kunststukje mee uithalen. Eerst
maken wij de flesch goed schoon, zoo
dat er geen vuiltje meer in overblijft.
Vervolgens vullen wij het onderste ge
deelte met olie, pas op geen petro
leum hoor, maar raap- of slaolie, tot
op die hoogte, die we willen afgesne
den hebben. Ja, we gaan de flesch
onthalzen. Nu plaatsen we de flesch
op een absoluut rechte tafel en steken
plotseling een gloeiend gemaakte ijze
ren staaf, ongeveer zoo dik als een
kachelhaak, in de flesch en de olie.
Een knisterend geluid en de flesch is
juist op de hoogte van de vloeistof,
kaarsrecht afgebroken ,en een heel
bruikbare bloemenvaas is hierdoor
ontstaan.
Verminderen we de vloeistof in het
overgebleven gedeelte, zoodat er dus
een rand glas boven uitsteekt en her
halen wij het experiment met den
gloeiend gemaakte staaf, dan krijgen
wij een keurigen glazen ring. Door
steeds de vloeistof te verminderen
kunnen we een heele serie van deze
blazen ringen vervaardigen. Het is
alleen raadzaam deze proef niet op de
beste tafel uit te voeren en er voor
alle zekerheid een dik stuk carton on
der te leggen.
Nu is het weer de tijd voor vliegers.
Op alle weilanden en vrije open ge
deelten staan de jongens en dikwijls
ook de meisjes met het vliegertouw in
de hand, en bewonderen hun papieren
vogels in de lucht. Hier in Holland
treffen we het traditioneele model, dat
De drakenvlieger.
reeds in de vorige eeuw dienst deed
en weinig van vorm is veranderd. Dan
bestaan er nog die vierkante, met
doek bespannen vliegers, die zelfs zon
der staart in de lucht kunnen „staan",
maar waarvoor we nu jullie aandacht
vragen, dat zijn vliegers van wel zeer
bijzondere soort.
Een van onze vrienden, die voor de
krant naar Mandsjoerije was geweest
had er naast velerlei ervaringen op
alle mogelijke gebied ook het recept
voor een nieuw soort vlieger gekregen.
In het klassieke land van den vlie-
gersport, in China, maken de kleine
vliegers. Wanneer hij hoog in de lucht
jongens geheel zelfstandig hun vogel-
zweeft kan hij nauwelijks van een
echten vogel worden onderscheiden.
Wjj hebben op het plaatje (No. 1) het
uit lichte bladen hout vervaardigde
geraamte van zulk een vogelvlieger
afgebeeld.
Het in zijn vorm aan onze vliegers
herinenrende vlakke deel A van het
geraamte is naast den vogelstaart, die
dakvormig is gebogen aan een over-
langsche houten staafje EF bevestigd.
Rechts en links van het vlak A zijn
de beide gebogen deelen C en D aan
gebracht, die als vleugelgeraamte die
nen. Bij E wordt nu een uit papier of
kurk gemaakte, kopachtig uitsteken
de punt, die een geopende snavel
moet voorstellen, aangebracht. Langs
de vleugels en de staart worden, zoo
als je ook op het plaatje kunt zien,
kleine veertjes aangeplakt. Het touw,
dat den vlieger moet vasthouden wordt
door a, b en c aan het vleugeldek en
naast het vlak A en vervolgens aan
den stang EF op ongeveer het eerste
derde gedeelte daarvan aangebracht.
Wanneer je dezen vlieger oplaat, dan
wiegt hij door de lucht net als som
mige vogels dit kunnen doen.
Een van de origineelste en van den
bekenden vorm geheel afwijkende
vlieger is de „drakenvlieger". Deze
bestaat, zooals je op plaatje 2 kunt
zien, uit zeven ovalen, uit dunne
plankjes gemaakte schijven van onge
veer 1/2 meter doorsnede, welke door
middel van drie sterke touwtjes op
ongever 25 centimeter afstand van el
kaar bevestigd zijn. Elk van deze schij
ven, met uitzondering van de bovenste,
bezit loodrecht op de lengterichting
van het geheele apparaat rechts en
links een haneveer. Op het laatste en
onderste van de ovalen plankjes zijn
meerdere veeren, die als staart dienst
doen, bevestigd. Het vliegertouw is
aan de bovenste ovaal in het midden
vastgemaakt, zoodat de overige ovalen
bewegingsvrijheid bezitten. Deze dra
kenvlieger beweegt zich als een slang
door de lucht en is een van de meest
geliefkoosde Chineesche modellen.
In China zijn reeds zevenjarige jon
getjes zeer handig in het maken van dit
soort vliegers. En nu geloof ik, dat de
echte Hollandsche jongen in het vlie
germaken niet voor die in China be
hoeft onder te doen en dat ook zij het
klaar zullen spelen zulk een fantastisch
gedrocht in de lucht te laten klimmen.
En nu maar aan den arbeid.
(Nadruk verboden).
Strandwandeling.
Oplossingen der vorige raadsels.
I
V
t O n
b e N d e
z a a D b a k
rommEltje
NederLanden
II
Sul - Lus.
III
Dag - dief - dagdief.
Goede oplossingen ontvangen van:
H. A.; S. A.; B. B.; M. B.; J. B.; P. B.;
A. v. d. B.; G. D-; G. F.; J. F.; N. G.;
M. G.; N. v. d. H.; L. de J.; M. J.; A. J.;
N. K.; K. en J. K., Texel; N. K.; T. K.;
A. K.; C. O.; T. S.; A. v. S.; M. en A. T.;
T. T.; T. V.; J. v. d- W.; A. W.
Nieuwe raadsels.
I
Mijn geheel bestaat uit 15 letters en
geeft een prettige gebeurtenis aan,
die juist in dezen tijd dikwijls gehou
den en waar dikwijls mooie prijzen aan
zijn verbonden.
6, 7, 8. 12 is een peulvrucht.
5, 4, 3, 12 is een tweehoevig, hoorn-
dragend kooletend dier.
8, 14, 15 niet nauw.
2, 9, 11 iets wat geleerd moet worden.
13, 9, 10, 6 een toespraak.
1, 4, 6, 7 zit in elk horloge.
II
X
X
/*C
X
Op de le rij een medeklinker.
Op de 2e rij wat je leeren moet om
knap te worden.
Op de 3e rij een vogel.
Op de 4e rij een kleedingstuk dat
in stoffige kamers wordt gedragen.
Op de 5e rij gebruikt een smid.
Op de 6e rij materiaal waar wegen
mee gemaakt worden.
Op de middelste rij van boven naar
onderen verschijnt bij juiste invulling
de naam van een jaargetijde.
281. Toen alles aan de waschdraad hing te drogen
kwam er storm opzetten. Enkele kikkers hadden vol
plezier zitten kijken, hoe leuk Tuimeltjes broek, muts
en jasje bol gingen staan en hoe hoog het telkens op
waaide. Plotseling ging de draad stuk en alles vloog
de hoogte in. De kikkers renden er achter aan en als
ze de kleeren bijna te pakken hadden, lieten zij ze
weer wegvliegen.
282. Tuimeltje, die in een dikke badmantel bij de
kachel zat, vertrouwde het niet met dien zwaren storm.
Ik ga zelf eens kijken of mijn kleeren nog niet droog
zijn zei ie tegen Kikker Karei, maar jawel: de heele
draad was verdwenen. In de verte zag ie de ondeugende
kikkers met zijn spullen spelen en bedroefd ging hij
het aan Kikker Karei vertellen.