n Merkwaardige gebruiken bij de Karoek-lndiane'1 SCHAKEN. DAMMEN. door Dr. JOHN P. HARRINGTON, Ethnoloog v. h. Smithsonian Institution te Washington. Een van de merkwaardigste primi tieve godsdiensten vindt men bij de Karoek-Indianen, die in het Noorden van den staat Californië wonen. In de gedachten van deze Indianen nemen ge heimzinnige wezens, die zij iksareyav en kitaksrihar noemen, 'n groote plaats in, want zij beschouwen ze als werkelijk bestaande wezen, die altijd om hen heen zijn en bij de jaarlijksche feesten ver eend moeten worden, omdat zij anders kwaad zouden doen. De gewone iksareyavs zijn het minst gevreesd. De Karoek-Indianen beschou wen hen als de vroegere bewoners van het land, die, toen de Karoeks kwamen, veranderden in dieren, planten, rots blokken, bergen, stukken grond, onder- deelen van huizen, dansen en allerlei andere abstracte dingen. Ze bleven slechts lang genoeg als menschen met de Karoeks samenwonen, om hen alle volksgebruiken en levensgewoonten te leeren. De meeste iksareyavs hebben geen aparten naam, doch worden aange duid met den naam van het dier of de rots, waarin zij veranderd zijn. De tijd, waarin zij de aarde beheerschten, ligt volgens de Karoeks slechts enkele men- schengeslachtén terug. Een gewone iksareyav is onschadelijk genoeg, doch een speciale groep ervan, de kitakrihars (dit woord beteekent gevleugeld), is zeer bloeddorstig. Ze zijn veranderd in ver schillende rotsen; een bepaalde groep rotsen in het Karoek-gebied b.v. als zeer gevaarlijk beschouwd, doch geluk kig bestaat er een formule om de slacht offers te genezen. Deze mythische figuren nemen een bijzondere plaats in bli het nieuwjaars feest, dat in Augustus wordt gevierd' en uit twee gedeelten bestaat. Het eerste gedeelte omvat tien dagen en wordt af gesloten op de in September vallende nieuwe maan. In die tien dagen houden de Kaoeks zich bezig met schietwedstrij den en vuurtjes maken, terwijl de medi cijnman dagelijks in het gebergte op een andere plaats een vuur ontsteekt. Het tweede gedeelte van het feest, de irahiv, bestaat uit het eenzaam waken van den medicijnman bij een zandhoop gedurende den tienden nacht, waarna op den elfden dag verschillende feeste lijkheden plaats vinden, die worden be sloten met een dans bij zonsondergang. Er zijn onder de Karoek-Indianen voorts eenige merkwaardige huwelijks- en begrafenisgebruiken, welke verschil len van die der andere primitieve stam men op het Amerikaansche continent. Er zijn drie manderen om een huwelijk te sluiten. De meest gebruikelijke is, dat de man een vriend naar den vader Van Paul Scouppe, Parijs. Zwart: 5, 7/10, 12, 13, 16,18, 21, 22,26. Wit: 23, 27, 29/31, 33/35, 37, 38, 41, 42. Wit speelt en wint. Van Paul Scouppe, Parijs. van het meisje zendt om een bepaalde koopsom voor haar aan te bieden. Als de vader op het aanbod ingaat, vertrekt het meisje enkele dagen later naar het huis van den man- Als zij dit betreedt, is zij getrouwd. Minder gebruikelijk is de tweede manier, waarbij de vader van het meisje of een andere bloedverwant, die het recht heeft, haar te verkoopen, haar in gezelschap van twee vrienden naar het huis laat gaan om zich aan te bieden. Van tevoren wordt echter ge ïnformeerd of het aanbod zal worden aangenomen. Het meisje draagt een reismand vol eten bij zich en begint na aankomst dadelijk soep te koken. Wan neer de man do gevraagde koopsom be taalt, beschouwt men het huwelijk als gesloten. De derde manier is, dat de man in het huis van het meisje komt wonen en daarvoor een klein bedrag betaalt. Dit gebeurt als de ouders van het meisje zeer rijk zijn of haar noodig hebben voor het huiswerk, of als de man arm of gebrekkig is. De dochters, die uit zoo'n huwelijk geboren worden, behooren gedeeltelijk tot de familie van de vrouw. Kort na iemands dood wordt zijn lijk op een plank gebonden, terwijl al het voedsel in huis, ook het nog onge kookte, wordt weggeworpen. De doode mag niet uit het huis worden weggge- dragen voordat terzijde van de deur opening eenige planken uit den wand zijn weggenomen om een ruimen uit gang te verkrijgen. Hij wordt begraven met het hoofd naar den bovenstroom der rivier gericht, waarna een mand en een krans van leliebladeren op een stok bü zijn huisdeur worden geplaatst om zijn geest te verjagen. Zijn bloedver wanten en de man, die het graf heeft gedolven, moeten vier dagen lang af zonderlijk eten en ook hun voedsel ko ken op een afzonderlijk vuur, terwijl eiken avond na zonsondergang voedsel op het graf wordt verbrand. De Karoek-Indianen zijn typische rivierbewoners. Hun huizen staan alle op de hellende oevers van een rivier met het front naar het water. Ze zijn gemaakt van primitieve planken en vormen een goede beschutting tegen de wintersche koude. Ze staan in groepen bü elkaar en bestaan uit afzonderlijke mannen- en vrouwenhuizen. In de vrou wenhuizen wordt het voedsel bewaard, gekookt en gezamenlijk gebruikt. Zij doen zeer lang over de maaltijden, om dat zij meer praten dan eten- De man nenhuizen worden minstens tweemaal per dag zoo sterk verwarmd, dat de in zittenden het zweet uitbreekt. Men zou denken, dat zoo'n groep hui zen een soort stamhoofd had, doch dat is niet het geval. Van een bestuur is weinig te merken; het gezag berust bij de eigenaars der huizen, die dikwijls aan het hoofd staan van een groep van families. Een bepaald huis behoort ook wel eens aan een groep van families inplaats van aan één. De kostbare visch- plaatsen langs de rivier en de graan velden boven aan de rivierhelling be hooren óf aan afzonderlijke personen, Zwart: 2, 3, 5, 8, 10, 12/15, 17, 19, 21, 22, 26, 27. Wit: 24, 25, 28/30, 33, 34, 37,38, 41/44, 47, 50. Wit speelt en wint. Bovenstaande problemen ter oplossing. Deze standen behooren tot een studie vanPaulScouppe over de „gesloten bril" (lunette fermée). Hieronder nog twee standen dezer serie met de oplossing Zw. 8, 10/14, 17/22, 24, 26, 27. Wit 28/30, 33, 35/39, 41/43, 47. 29—23 18X29 39—34 29X40 35X44 24X35 37—31 26X39 38—32 27X29 44X 4 22X33 4 X 3 Zw. 2, 4, 8/10, 12, 13, 15/20, 22, 25, 26. Wit 27/29, 31, 33/39, 41, 43, 44, 46, 49. 29-23 18X40 27X 7 2 Xll 39—34 40X29 33X24 19X30 35X24 20X29 37—32 26X37 38—33 29X27 41X 5 Alles betreffende deze rubriek te adresseeren aan: G. L. GORTMANS Roerstraat 101 ii Amsterdam ,(Z.) öf aan families toe. Kort na den avondmaaltijd gaan de mannen en jongens terug naar het mannenhuis, waar zij met elkaar blij ven praten, totdat zii gaan slapen. De verhalen van den stam worden verteld op de winteravonden, zoowel in de man nen- als in de vrouwenhuizen. Tijdens de vertellingen liggen de meesten om beter uit te rusten. Men kan dikwijls een mar en een jongen of een oude vrouw en een meisje tegenover elkaar zien liggen, waarbij de jongen of het meisje passage voor passage de legende navertelt. Zoo worden deze verhalen van geslacht tot geslacht overgeleverd met vrij groote nauwkeurigheid. NATTE NATTIGHEID. Het volgende geestige stukje van Wouter Loeb knippen wij uit de „Revue der Sporten". FrMuIein Ruth Litzig uit Herne (D.) heeft 74 uur in het water gelegen, wes halve ik thans overal haar foto aantref. Ongetwijfeld zal het wel zijn nut heb ben wanneer een jonge dame 74 uur in het water ligt; sommige linnengoede ren, voorts een nieuwe tandenborstel en een bloemkool zet men ook langen tijd in het water alvorens zij populair worden Maar wdarom dit meisje 74 uur in het water gelegen heeft, is mü niet duidelijk. Bij linnengoederen doet men het, om ze krimpvrij te maken dat zal bü dit meisje wel niet noodig zijn bü een tandenborstel om hem zachter te maken misschien krijgt dit meisje na dit langdurige bad ook een zachter karakter en bij een bloemkool doet men het, om mogelijke wormen eruit te verwijderen bü deze zwemster (geschrapt, Redactie). Hoe het zii, Mejuffrouw Litzig u na 74 uur bewezen, dat zjj watern is. Zii had een mooie reclame voor soort regenjas er aan kunnen v/rv® den, die na 74 uur eveneens van bin droog uit 't water kwam. Dan had ,r lieve dame tenminste van haar prest/* financieele voordeelen gehad. Misschien, dat ook t h a ns die cieele zijde niet verwaarloosd wordt v/ zal wellicht aanbiedingen krij«w, de Metro Goldwyn voor een ,„vVan film: „The Non-stop Waternvirmi,^5 „Hoe de Diefde verwatert...," °f Misschien komt zii in de éta/ag#. een groote aquariumfirma,1 zwenin 'T tusschen stekelbaarsjes en ka^.'61/ pende dat iemand ook naar W» hengelen. Of de Waterman-vul^ maakt reclame met haar. l In elk geval: de man, die haar krifet kan zich gelukkig prijzen. Want als hK een paar dagen,aan 't zwabberen gaa zal hij tegen zijn vrouw kunnen zeggm! „Ja, maar jij bent ook in geen drie da' gen boven water gekomen". Het zaU leen in huis een beetje lastig woijS met de badkamer. Als meneer drie i gen voor de deur moet staan wacht® omdat hü zich ook wel eens wasschei wil. Graag echter zou ik willen weten of die juffrouw na het experiment, met zwemvliezen aan wal stapte. Hoe het zij: de wereld' is weer een stap verder. Piccard zocht het hooger op, Mej. Litzig dook kopje onder en beiden hebben zich verdienstelijk ge maakt voor de Vooruitgang. Quoi erat demonstrandum. Het probleem van Niemeyer is een interferentiestudie van paard en looper De oplossing is 1 f6. Er dreigt f7 en Lf6f. Na Lh5 volgt f7, na Lg4 of f3 ka: La5. De oplossing van het probleem van Grunfeld is Kf2; er kan dan drif maal schaak gegeven worden aan den witten koning. H. H. Kamstra. Tüdschrift N. S. B. 1931. Wit begint en geeft mat in drie zetten. Wit: Kb3, Da4, Td4, pi b6 en e3. Zwart: Kc5, Pc8, pi e4. De partq, die op 10 September op het openluchtschaakbord op het IJsclub terrein te Amsterdam met levende stukken werd gespeeld, had het volgendf verloop G. Kroone. Dr. M. Euwe. 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 a6 Alzoo op z'n Spaansch 4. La4 Pf6 5. De2 b5 Gewoonüjk speelt wit 0-0. Deze zet is van Alapin. De partq werd aldus ge speeld door Thomas-Rubinstein te Hastings 1922. 6. Lb3 Lc5 0-0 d6 Lg4 7. c3 Aggressiever is a4. 8. 0-0 9. d3 Volgens ThomasSpielmann Karlsbad 1923. 10. Pbd2 Ph5 Beter is Le3. Wit brengt nu het paard naar f4. 11. Tel 12. Dfl 13. a4 Misschien was nu Ph3f. Pf4 Df6 Dg6 Ldl beter. Er dreigt 14. Khl Dh5 15. ab5: ab5 16. Ta8: Ta8: 17. d4 ed4: Om lucht te krijgen. 18. cd4 Pd4: 19. Pd4 Ld4 20. Ld5 Tb8 21. Pb 3 Le2 Wit moest f3 spelen. 22. Te2: De2: Na Dgl kan Ph3f en Lf3f. 23. Kgl Dflt 24. KflLeö 26. Lf4L14: 26. Pd4 c5 Zwart staat op winst. 27. Pe2 Le5 28. b3 gö 29. h4 gh4: Wanhoop. 30. f4 Lf6 31. g4 bg3: e.p. 32. Pg3Tc8 33. Pf5 c4 34. bc4: bc4: 35. Pd6c3 Wit streeft naar een nieuwe 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. Lf7 :f Lb3 Lc2: e5 f5 Pe4 Kgl Pg5 Pf3 Ph4 Pg2 Kh2 f6 Kgl Pel Kfl Kgl Khl Kf8 c2 Tc2 Lb4 Lg3 Le5 hö Kg7 Kf6 Kgö Ld4t Kg4 Lf6: Kg3 Ld4t Tf2t Tf3t Tflt mat. Dr. P. FEENSTRA

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 20