Rijk en geen geld. 30 CENT per 1/2 PONDS PAKJE IS ALTIJD NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA BiiitenEandsch overzicht. OOK VOOR DAMES No. 7180. EERSTE BLAD DONDERDAG 6 OCTOBER 1932 SOsie JAARGANG Duitschland beperkt zijn invoer opnieuw. - Groot na deel voor Nederland. - Engeland en Ierland. - Behan deling van de Duitsche gelijkheidseischen in een vijf mogendheden conferentie; Hindenburg's dank. 75 °/o Blue Band uit de allerbeste grond stoffen - met 25 °/o allerfijnste Roomboter onder Rijks controle - bereid volgens een karnproces, waarvan de Blue Band fabrieken het geheim bezitten. Gebruik daarom uitsluitend Holland s beste standaardmerk verscht gekarnd' met. 25% allerfijnste Roomboter,, onder Rijkscontrole De verlaging van de spoorwegtarieven. Stervend IJmuiden. De nieuwe Duitsche contingenteeringsmaatregelen. F E U ILLETON COURAN Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Losse nos. 4ct.;fr.p.p. 6ct. Zondagsblad f 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1.—. Modeblad resp. f 1.20, f 1.30, f 1.30, fl.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIÊN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40ctj|elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4ct. Duitschland beperkt opnieuw zijn in voer, waardoor opnieuw aan Nederland groot nadeel wordt toegebracht. Sedert eenige dagen is een commissie voor Duit sche onderhandelaars op een rondreis door West-Europa, om te onderzoeken hoe groot de mate van contingenteering is, welke de door hen bezochte landen bereid zullen zijn, te verdragen. Maan dag zijn ze in Den Haag geweest en daar door weten we nu dat „verkenning" zoo zeer het enkele doel van hun reis is, dat de naam „onderhandelaars" die zij droe gen, niet van hen op toepassing kan zijn. De „Nw. Rott. Crt." schrijft: Zij brachten de mededeeling mede, dat de Duitsche regeering van plan was een contingenteering af te kondigen, waarbij het contingent in het algemeen, zij het met uitzonderingen, zou worden bepaald op 40 pet. van den invoer in het reeds ongunstige jaar 1931. De verdeeling van dit contingent over de verschillende lan den zou op dezelfde wijze plaats vinden als nu de verdeeling van voor betaling van invoer beschikbare deviezen plaats vindt. Verlof tot invoer zou worden ver leend al naar de aanvragen binnen kwa men. Met de bijzondere belangen van be paalde landen voor bepaalde producten zou geen rekening gehouden worden. Onze onderhandelaars hebben deze plannen volkomen indiscutabel genoemd. Daarover heerschte onder hen onderling niet de minste afwijking van meening. Wij zien met belangstelling tegemoet, hoe de Duitsche nijverheid, die vooral in den komenden winter vrijwel het eenige wapen van Duitschland vormt om het toenemen van de werkloosheid te be strijden, het volkomen negatief resultaat van de besprekingen in Den Haag zal op nemen. Zal zij haar voordeel doen met het triest rapport der verkenners over de opvatting van den besten klant, dien Duitschland heeft? Deze verkenners zelf hebben hun weinig opwekkende reis voortgezet naar Rome, welks antwoord voor zij Den Haag verlieten reeds be kend was en bestaat in tegenmaatregelen tegen de Duitsche besluiten. Uit Rome zullen zij dan naar Kopenhagen tijgen, dat bezig is zich los te maken van zijn Duitsche leveranciers. Zij zullen daar al leen nog naar den bekenden weg vragen. Ongevraagd hebben zij nu ook reeds een antwoord van Letland ontvangen. Zal men te Berlijn ongevoelig blijven voor al deze lessen en doorgaan op een weg, die voor allen noodlottig, maar voor Duitschland in het bijzonder een weg des verderfs moet zijn? De verhouding tusschen Engeland en Ierland is opnieuw in een „crisis-stadium" gekomen en wel door het feit dat de Ier- sche Vrijstaat den Engelschen koning heeft laten weten, dat zijn gouverneur- generaal te Dublin, James Mc. Neill wel óp kan doeken, men heeft het wel met wat andere woorden gezegd, doch het kwam daarop practisch neer. De „Nw. Rott. Crt." schrijft over deze houding van den Ierschen Vrijstaat De Koning heeft zich constitutioneel te richten naar een dergelijk „advies" van zijn eersten minister in een van de vele staten die onder den Britschen troon ge rangschikt zijn. McNeill is daarom naar Londen ontboden tot een onderhoud met den Koning. En het resultaat daarvan is j geweest, dat hij, twee maanden voor het natuurlijk einde van zijn „termijn" als I gouverneur-generaal zijn waardigheid zal neerleggen. Men moet aannemen dat deze loop van zaken nog op meer berust dan op een persoonlijk geschil, ofschoon persoonlijke wrijving er niet weinig toe zal hebben bijgedragen dat de Iersche regeering het natuurlijk einde van de waardigheid van McNeill niet heeft willen afwachten. Om persoonlijke conflicten had McNeill reeds vroeger van aftreden gesproken. Ook die persoonlijke kwesties hadden een poli tieke basis, maar de groote, principieele achtergrond van den strijd tegen den ver tegenwoordiger des Konings was toen niet zoo scherp in het licht gesteld als thans bij deze officieele gebeurtenissen. niet reeds vooraf een eensgezind front tegen Duitschland zal zijn gevormd. Dit zou door de noodige diplomatieke voor bereidingen moeten worden verhinderd. Eventueele nieuwe besprekingen kunnen niet eenvoudig als voortzetting van de besprekingen van verleden zomer wor- den beschouwd; immers daartusschen ligt het Engelsche memorandum van 29 i Augustus, dat door Duitschland niet kan 1 worden aanvaard. Wat nu gebeurt kan men echter niet meer alleen als een rechtstreeksche voort zetting van al die persoonlijke wrijving beschouwen, al bestaat er natuurlijk een ruim verband. De crisis, die begonnen is, heeft ook diepere, principieele wortelen. Men wist reeds lang, dat de Valera den wensch koesterde het ambt van gouver neur-generaal te vereenigen met dat van minister-president van den Vrijstaat. Dat hij den Koning heeft laten verzoeken McNeill terug te roepen, lijkt de eerste groote stap in die richting. Intusschen zegt het blad aan het slot van zijn beschouwing weet men nog niet precies wat de Valera gaat doen. Wil hij hèt heele gouverneurschap af schaffen, wil hij het, zooals hij van plan was, met zijn eigen ambt vereenigen, of is van deze heele, politiek zoo groot scheeps op touw gezette actie, toch ten slotte persoonlijke wrijving de hoofdoor zaak. Een vijfmogendheden conferentie over den Duitsehen gelijkheidseisch? Een Dinsdagnacht gepubliceerd communiqué van het Engelsche departement van bui tenlandsche zaken zegt: De Engelsche regeering heeft zich in verbinding gesteld met de regeeringen van Frankrijk, Duitschland en Italië ten einde zich te vergewissen, of de moeilijk heden, die ontstaan zijn door het zich terugtrekken van Duitschland van de ontwapeningsconferentie een onderwerp van gedachtenwisseling tusschen hen kun nen uitmaken. De kwestie is nog in on derzoek, maar de Engelsche regeering heeft doen weten, dat indien deze proce dure uitvoerbaar zou zijn en algemeen goedgekeurd mocht worden, zij bereid zou zijn voor dit doel een bijeenkomst te Londen te organiseeren. Het ligt niet in de bedoeling aan deze conferentie een officieel karakter te ge ven, doch meer dat van een directe ver trouwelijke bespreking tusschen de lei dende staatslieden dezer mogendheden. Aan de „Nw. Rott. Crt." werd Dinsdag avond nog uit Berlijn gemeld: In verband met de alhier uit Genève en uit Londen ontvangen berichten over een conferentie van vier of vijf mogend heden ter bespreking van de Duitsche eischen in de kwestie der ontwapening, wordt van bevoegde zijde verzekerd, dat de aanwezigheid van Duitschland op een dergelijke conferentie slechts mogelijk zal zijn, indien het zekerheid heeft, dat Door middel v»n de Duitsche zenders. Rijkspresident von Hindenburg heeft Dinsdagavond te 6 uur 50 voor alle Duit sche zenders een woord van dank gespro ken „Bij de voltooiing van mijn 85ste le vensjaar", zei de von Hindenburg met dui delijke krachtige stem, „heb ik uit alle deelen van het rijk en ook van ver over de grenzen zooveel bewijzen van verknocht heid ontvangen, dat ik er, diep ontroerd, mijn allerhartelüksten dank voor wil uit spreken. Uit alle groepen der bevolking, hoog en laag, rijk of arm, zijn mij gaven en gelukwenschen gezonden. Mijn oudé kameraden hebben mijn trouwe vaderland- sohe gezindheid willen eer.en en in dien- zelfden geest wil ik allen danken, die in mij den rechtvaardigen hoeder van het gansche volk willen zien, die boven alle partijtwist en verdeeldheid staat. Van alle kanten bedreigt ons nog nood en gevaar, en het moet de wil en wensch van ieder Duitscher zijn om in dezen tijd, met een terugblik op vroegere tijden, offers te wil len brengen voor het welzijn van het va derland. Na mij van mijn plicht van dank baarheid gekweten te hebben, roep ik u allen dus het eene woord toe: Voorwaarts voor Duitschland." 22,000 felicitaties. De rijkspresident heeft op zijn 85sten verjaardag ongeveer 22.000 brieven, brief kaarten, telegrammen en geschenken ont vangen. Het aantal telegrammen bedroeg 1700. Men is op het bureau van den rijks- president nog steeds druk bezig met het openen, lezen en registreeren van al deze gelukwenschen. Het verzenden van de dankbrieven, waarvan de rükspresident er een groot aantal zelf wenscht te ondertee kenen, zal zeker 8 a 10 dagen duren. DE PAUSELIJKE LEGAAT UIT MEXICO GEWEZEN. President Rodriguez heeft de uitzet ting uit Mexico gelast van den pause lijken legaat, aartsbisschop Ruis y Flores. HET èECRETARIAAT-GENERAAL VAN DEN VOLKENBOND. Tituleseo candidaat? Te Londen verluidde Dinsdag, dat Titu leseo, de Roemeensche gezant aldaar, en voormalige minister van buitenlandsche zaken, zichzelf als candidaat heeft aange boden voor den door het ontslag van Sir Eric Drummond openkomenden post van secretaris-generaal van den Volkenbond. Tituleseo heeft reeds vorige maand zijn ontslag als gezant aangeboden, maar ko ning Karei heeft dat nog niet aanvaard. DE JAPANNERS DOODEN 1500 BANDIETEN IN MANTSJOERIJE. Volgens de Japansehe militaire autori teiten te Moekden is een offensief op groote schaal langs de rivier de Nonni uit- geloopen op de slachting van ongeveer 1500 bandieten. Japansehe vliegtuigen achtervolgden de overblijfselen van de ban dieten, die de overstroomde streek inge vlucht zijn. De militaire autoriteiten beweren even eens, dat de heele streek van Tsangtsjoen thans vrij van bandieten is. Eerstdaags volgt een groot offensief in Kirin. BLUE BAND B 8.70-020" HET BEZOEK VAN DEN PRINS VAN WALES. Op 13 October te Rotterdam- Waalhaven. Reuter meldt uit Londen: Naar verluidt zal de Prins van Wales van Malmö naar Rotterdam-Waalhaven vliegen, waar hü op 13 October in den middag zal aankomen. Hij zal verblijven in het gebouw van de Engelsche legatie te 's-Gravenhage. Het bezoek zal slechts een dag of twee duren. Daarna zal de Prins naar Londen terugkeeren. De verlaging zal de 26 pet. niet overschrijden. De chef van den dienst der exploitatie bij de Nederlandsche Spoorwegen, de heer J. D. Evers, heeft met betrekking tot de hangende tariefsverlagingen aan het Hand. medegedeeld, dat allereerst in voorbereiding is een verlaging van het abonnementstarief, die men in Januari van het volgend jaar hoopt in te voeren. Omtrent het percentage kon nog niets worden bericht. Dan zijn er de verlagingen, die zoowel de reizigers- als de goederentarieven omvatten, de algemeene tariefsverlaging dus, waarmede men in Mei 1933 gereed denkt te zijn. Hoewel details nog ontbre ken, kan worden gezegd, dat het gemid delde de 20 pet. niet mag overschrijden en wel op uitdrukkelijk verlangen van Den Haag. De berekeningen zijn ingewik keld en zullen voor talrijke trajecten verschillen. Men heeft tot dusverre een bepaalde nortn vastgesteld, maar over lange afstanden zal ook in dezen norm verandering worden gebracht. De behandeling van de voorstellen in den Spoorwegraad, die het recht heeft met tegenvoorstellen te komen, zou oor zaak kunnen worden, dat de invoering later geschiedt, dan zoo juist werd ge noemd. Nieuwe vreemde aanvoer. Dinsdag is te IJmuiden aangekomen het Noorsche stoomschip „Korsvik", met niet minder dan 100.000 kg bevroren heil* bot. Deze visch is in ons land niet gewild; en kan dus weer op ons contingent naar Frankrijk worden uitgevoerd. Bovendien wordt de lading niet afge*: slagen aan de rijksvischhallen, doch ge^ lost in de koelhuizen. Hierdoor wordt niets betaald aan het Staatsvisschers- havenbedrijf, terwijl het schip ook vrij is van havengeld. In de kringen der reederijen te IJmui den, heeft dit feit de stemming nog mee? gedrukt. („Nw.Rott. Crt.") i Negatief resultaat der onder handelingen in Den Haag. Maandag en Dinsdag hebben op het de partement van buitenlandsche zaken be sprekingen plaats gehad tusschen een Duitsche commissie onder leiding van Mi- nisterialrat Walter en Nederlandsche ver tegenwoordigers van de ministère van bui tenlandsche zaken, van oeconomisohe za ken en arbeid, en van financiën, over de oontingenteeringsplannen der Duitsche regeering. De Duitsche gezant in Den Haag en de Nederlandsche gezant te Berlijn waren eveneens tegenwoordig. De besprekingen werden geleid door dr, Nederbragt. Nadat de regeerjng van den inhoud der Duitsche voorstellen kennis heeft geno men, is zij tot de conclusie gekomen, dat deze geen grondslag konden bieden voor een vruchtdragende discussie. Het is derhalve tot onderhandelingen niet gekomen. De Duitsche commissie heeft van dit standpunt kennis genomen en heeft medegedeeld, het aan haar regee ring te zullen rapporteeren. Verwondering te Berlijn. Het bericht, dat de Nederlandsche regee ring in de Duitsche contingenteerings- piannen geen grondslag voor een vrucht bare discussie zag, heeft te Berlijn, naar Wolff meldt, verwondering gewekt. „Want Nederland heeft, zooals hekend is, sedert eenigen tijd talrijke contingenten vastge steld, o. a. voor schoenen, enz., tricot- en textielgoederen, confectie en keramische artikelen, die den Duitsehen uitvoer naai) Nederland met ongeveer 50 miljoen rijks- marken beperken. Nederland heeft-deze maatregelen genomen zonder de Duitsche regeering daarvan tevoren in kennis te stellen of met haai- een gedachtenwisse ling over de gevolgen te openen. Bij dezen stand van zaken is het onbegrijpelijk, dat de Nederlandsche regeering zich aan de door Duitschland aangeboden besprekin gen over de van Duitsche zijde voorgeno men contingenteeringsmaatregelen wil onttrekken." door E, PHILLIPS OPPEN HEIM. B6. Een paar avonden echter na dat ge sprek, toen Bliss naar gewoonte om een uur of zes het kleine hokje, dat voor kan toor dienst deed, binnen wilde stappen, bleef hij van schrik plotseling stokstijf op den drempel staan. Aan den verveloo- zen lessenaar in den hoek zat zijn patroon, zooals gewoonlijk zonder vest of boord, voorover geleund, met zijn hoofd op zijn armen. Naast hem, met haar hand op zijn schouder, stond een heel armoedig geklee- de vrouw van een jaar of vijftig, met dien eigenaardigen, scherpen trek om den mond, dien Bliss in de laatste maanden maar al te goed had leeren kennen. Toen Bliss binnenkwam, keek ze om. „Hallo", vroeg Bliss. „Is er wat ge beurd?" Mr. Morgan keek op. Hij had een goe dig, vollemaansgezicht, dat gewoonlijk voor meer dan de helft met een stoppel baard bedekt was, welke op zulke onge regelde tijden plotseling afgeschoren werd, dat Bliss er dikwijls op speculeerde oJE hü vandaag verdwenen zou zijn of niet. Maar nu vertoonde dat gezicht alle ge wone kenteekenen van een groot verdriet. Zijn mondhoeken waren mistroostig naar omlaag getrokken. Zijn schouders gaven den indruk, alsof een zware last er op drukte. Hij zag er moe en oud uit, zijn robust, wilskrachtig type had in dien eenen dag een groote verandering onder gaan. Met oogen zonder eenige uitdruk king keek hij Bliss gedurende eenige oogenblikken aan. „Dit is de jonge man, die de hakken verkoopt", zeide lijj toen tegen de vrouw. „Ik heb je wel eens over hem gesproken. Dit is mijn vrouw, Bliss". Werktuigelijk stak Bliss haar zijn hand toe. „Er is toch niets vervelends gebeurd?" vroeg hij toen. „Er is heel wat erger dan iets ver velends gebeurd", antwoordde de vrouw, terwijl ze haar man aanmoedigend op den schouder klopte, „maar we zullen ons er niet door laten lompen, Amos. We zullen samen naar de menschen toegaan". Bliss hing zijn hoed op en zette zijn tflopli nppr „Zoudt u het mij willen vertellen?" vroeg hij. „Ja, ik zou niet weten waarom niet ant woordde mr. Morgan, terwijl hij een toe gevouwen vel papier naar Bliss schoof. ,,'t Is geen geheim. Je weet, dat de groote pers nog niet heelemaal afbetaald is. Ik heb in den laatsten tijd niets anders kun nen doen, dan het leer contant betalen, of schoon we heusch heel aardig op de hak ken verdienen. Maar lees dat briefje even, dan kan jij zelf zien wat ze zeggen. Ze zijn van plan morgen de machine weg te halen. Ik ben maar veertien dagen ten achter en ik heb er al veertig pond op afbetaald, maar dat is nu ook naar de haaien?" „En zouden ze dat nu heusch kunnen doen?" vroeg Bliss. Mr. Morgan knikte. „Ja, dat kunnen ze", antwoordde hij. „Ik wist vooraf, dat zooiets gebeuren kon alt ik niet precies op tijd betaalde, 't Ging nog om zeven en negentig pond. En nu is alle kans verkeken, 't Spijt me voor jou ook, Bliss, want we konden verduiveld goed met elkaar opschieten. En dan spijt het me voor de oude vrouw hier", voegde hij er zuchtend aan toe, terwijl hij haar op de hand klopte. „We hebben altijd pech gehad, in Amerika even goed als hier, maar nu dacht ik toch, dat we boven Jan waren. Als we nog zes maanden hadden kunnen volhouden, dan was deze machine niet alleen afbetaald geweest, maar dan had ik een tweede erbij kunnen koopen. Ik ken dit vak door en door en er is heusch wel geld mee te verdienen". „Zou het niets geven om naar de men schen toe te gaan?" vroeg Bliss. „Geen steek", was het mistroostige ant woord, „dat briefje is door den bedrijfs- ohef zelf gebracht". „Een echt mispunt van een vent", viel de vrouw in. „Hij heeft ons eerst allebei laten uitpraten en toen begon hij te lachen. En weet u wat zijn antwoord was? Morgen voor twaalven heLgeld of anders wordt de machine weggehaald. Maar wat er ook gebeurt, trek je er maar niets van aan Amos", ging ze gewild opgewekt door, „je begint maar weer opnieuw en verder spreken we niet eens erover". Maar haar man bleef moedeloos voor zich uit staren. „Neen", zeide hij eindelijk, „daarvoor ben ik te oud. Ik zal het nu wel op moeten geven, Harriet". Bij die woorden kreeg Bliss een heel eigenaardige sensatie. Gedurende de laat ste paar maanden had hij al meer zulk een gevoel gehad, maar nog nooit in zulk een hooge mate als nu. Zijn leven was nu niet langer een vervelende, eentonige aaneen schakeling van dagen, met denkbeeldig verdriet, denkbeeldige misère. Hij stond nu midden in de werkelijkheid waar ge leefd en geleden werd door echte mannen en vrouwen. Met een prop in de keel en een brandend gevoel achter zijn oogen, schoot hem door het hoofd, dat hij God dank helpen kon. „Luister eens", zeide hij. „Ik heb een plannetje, mr. Morgan. Als u nu even mee wilt gaan, zooals we eiken avond doen, dan zult u zien, dat ik er wel wat op vin den zal". Mr. Morgan sohudde het hoofd. „Neen", zeide hij, „ik zou vanavond geen bier door mijn keel kunnen krij gen". „Kom, 't is veel beter als je maar even meegaat", drong zijn vrouw levendig aan. „En als ik jullie niet hinder, ik heb juist trek in een flink glas stout. En dan kun nen we meteen hooren wat het jongmensch hier te zeggen heeft, Amos". Mr. Morgan stond vermoeid op. Met Bliss in de voorhoede en het echtpaar Morgan achter hem aan, wandelde het drietal het dichtst bijzijnde cafétje binnen. Even daarna zaten ze aan een van de kleine, marmeren tafeltjes in een smoor- heete atmosfeer, welke nog ondragelijker was door de vele etensluchtjes. Bliss bracht zelf de drie glazen bier naar hun tafeltje. „Prosit", zeide hij. Mr. Morgan zette zijn ongelukkigste ge zicht. Mrs. Morgan sloeg haar voile half op, zoodat een breede, zwarte strook vlak over haar neus liep en dronk haar stout met kleine teugjes. En al dien tijd zat ze Bliss angstig aan te kijken. Waarschijn lijk had zijn groot zelfvertrouwen de hoop op een mogelijke aflossing weer wakker gemaakt. „Luister nu eens", begon Bliss vertrou welijk, „ik heb het oog op een van mijn kennissen, of liever gezegd een van mijn bloedverwanten, een allergeksten jongen kerel. Voor mij zelf doet hij niets om de waarheid te zeggen heeft hij me in mijn leven heel wat kwaad berokkend, maar hij vindt het heel prettig om zoo nu en dan eens bij andere menschen voorzienigheidje te spelen en hij kan het ook doen, want hij is schatrijk. En nu geloof ik wel, of eigen lijk ben ik er zeker van, dat hij u dat overschot wel zal willen leenen". Mr. Morgan zuchtte. „Wat u daar zegt, klinkt niet erg waar schijnlijk", zeide hij openhartig. „Ik zou het, op zijn zachtst uitgedrukt, heel eigen aardig vinden, dat u reiziger met een salaris van dertig shilling in de week was, terwijl u zoo'n schatrijk iemand in uw familie had". „Nu slaat u toch werkelijk de plank mis", verzekerde Bliss hem. „Laat u dat zaakje nu maar aan mij over en maak u maar niet bezorgd. U heeft me tot dusver toch nog nooit op een leugen betrapt, is het wel?" „Neen, dat is zoo", moest mr. Morgaif toegeven. „Goed, en u begrijpt toch wel, dat ik tt in een geval als dit heusch niet voor dei^ gek zal houden. U heeft me gezegd, daj morgen voor twaalven het geld er zijn moet. Goed, om elf uur, misschien ietfc later, heeft u het. Dat beloof ik op mijh eerewoord". De beide menschen keken hem met heel wat vroolijker oogen dan een half uur ge* leden, aan, maar toch waren ze nog niet volkomen overtuigd. Bliss liet er zich ecfy ter niet door terneer slaan, opgewekt stond hij op, om een tweede glas bier te halen. „Eiken avond gaan uw man en ik Ine® naar toe om een glas bier te drinken"^ vertelde hij aan mrs. Morgan. „Vandaag springen we eens uit den band en drin* ken we er ieder twee. Natuurlijk gelooft it beiden me nu nog niet, maar omdat ik; stellig van plan ben m'n woord te houden, zijn lange gezichten niet meer toege* staan. Morgenochtend om elf uur preeiesl heeft u het geld". „Als u dat lukt", zeide mrs. Morgarn terwijl ze hem de hand toestak en allq mogelijke moeite deed om haar tranen i$ te houden, „dan weet ik werkelijk niefy hoe we u dan bedanken moeten." Den volgenden morgen om tien minS ten over elf duwde Bliss de deur van hè? kleine kantoortje open en stapte naar biq>> nen. Mrs. Morgan stond voor het r; naar buiten te kijken. In een en al wachting keek ze hem aan. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1