Rijk en geen geld.
30 CENT per
1/2 PONDS
PAKJE
IS ALTIJD
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
BiiitenEandsch overzicht.
OOK VOOR DAMES
No. 7180. EERSTE BLAD
DONDERDAG 6 OCTOBER 1932
SOsie JAARGANG
Duitschland beperkt zijn invoer opnieuw. - Groot na
deel voor Nederland. - Engeland en Ierland. - Behan
deling van de Duitsche gelijkheidseischen in een vijf
mogendheden conferentie;
Hindenburg's dank.
75 °/o Blue Band uit de allerbeste grond
stoffen - met
25 °/o allerfijnste Roomboter onder Rijks
controle - bereid volgens een karnproces,
waarvan de Blue Band fabrieken het
geheim bezitten.
Gebruik daarom uitsluitend Holland s beste
standaardmerk
verscht gekarnd' met. 25% allerfijnste Roomboter,, onder Rijkscontrole
De verlaging van de
spoorwegtarieven.
Stervend IJmuiden.
De nieuwe Duitsche
contingenteeringsmaatregelen.
F E U ILLETON
COURAN
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen
land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Losse nos. 4ct.;fr.p.p. 6ct. Zondagsblad
f 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1.—. Modeblad resp. f 1.20, f 1.30, f 1.30, fl.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIÊN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40ctj|elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4ct.
Duitschland beperkt opnieuw zijn in
voer, waardoor opnieuw aan Nederland
groot nadeel wordt toegebracht. Sedert
eenige dagen is een commissie voor Duit
sche onderhandelaars op een rondreis
door West-Europa, om te onderzoeken
hoe groot de mate van contingenteering
is, welke de door hen bezochte landen
bereid zullen zijn, te verdragen. Maan
dag zijn ze in Den Haag geweest en daar
door weten we nu dat „verkenning" zoo
zeer het enkele doel van hun reis is, dat
de naam „onderhandelaars" die zij droe
gen, niet van hen op toepassing kan zijn.
De „Nw. Rott. Crt." schrijft:
Zij brachten de mededeeling mede, dat
de Duitsche regeering van plan was een
contingenteering af te kondigen, waarbij
het contingent in het algemeen, zij het
met uitzonderingen, zou worden bepaald
op 40 pet. van den invoer in het reeds
ongunstige jaar 1931. De verdeeling van
dit contingent over de verschillende lan
den zou op dezelfde wijze plaats vinden
als nu de verdeeling van voor betaling
van invoer beschikbare deviezen plaats
vindt. Verlof tot invoer zou worden ver
leend al naar de aanvragen binnen kwa
men. Met de bijzondere belangen van be
paalde landen voor bepaalde producten
zou geen rekening gehouden worden.
Onze onderhandelaars hebben deze
plannen volkomen indiscutabel genoemd.
Daarover heerschte onder hen onderling
niet de minste afwijking van meening.
Wij zien met belangstelling tegemoet,
hoe de Duitsche nijverheid, die vooral
in den komenden winter vrijwel het
eenige wapen van Duitschland vormt om
het toenemen van de werkloosheid te be
strijden, het volkomen negatief resultaat
van de besprekingen in Den Haag zal op
nemen. Zal zij haar voordeel doen met
het triest rapport der verkenners over de
opvatting van den besten klant, dien
Duitschland heeft? Deze verkenners zelf
hebben hun weinig opwekkende reis
voortgezet naar Rome, welks antwoord
voor zij Den Haag verlieten reeds be
kend was en bestaat in tegenmaatregelen
tegen de Duitsche besluiten. Uit Rome
zullen zij dan naar Kopenhagen tijgen,
dat bezig is zich los te maken van zijn
Duitsche leveranciers. Zij zullen daar al
leen nog naar den bekenden weg vragen.
Ongevraagd hebben zij nu ook reeds een
antwoord van Letland ontvangen.
Zal men te Berlijn ongevoelig blijven
voor al deze lessen en doorgaan op een
weg, die voor allen noodlottig, maar voor
Duitschland in het bijzonder een weg des
verderfs moet zijn?
De verhouding tusschen Engeland en
Ierland is opnieuw in een „crisis-stadium"
gekomen en wel door het feit dat de Ier-
sche Vrijstaat den Engelschen koning
heeft laten weten, dat zijn gouverneur-
generaal te Dublin, James Mc. Neill wel
óp kan doeken, men heeft het wel met
wat andere woorden gezegd, doch het
kwam daarop practisch neer.
De „Nw. Rott. Crt." schrijft over deze
houding van den Ierschen Vrijstaat
De Koning heeft zich constitutioneel te
richten naar een dergelijk „advies" van
zijn eersten minister in een van de vele
staten die onder den Britschen troon ge
rangschikt zijn. McNeill is daarom naar
Londen ontboden tot een onderhoud met
den Koning. En het resultaat daarvan is
j geweest, dat hij, twee maanden voor het
natuurlijk einde van zijn „termijn" als
I gouverneur-generaal zijn waardigheid zal
neerleggen.
Men moet aannemen dat deze loop van
zaken nog op meer berust dan op een
persoonlijk geschil, ofschoon persoonlijke
wrijving er niet weinig toe zal hebben
bijgedragen dat de Iersche regeering het
natuurlijk einde van de waardigheid van
McNeill niet heeft willen afwachten. Om
persoonlijke conflicten had McNeill reeds
vroeger van aftreden gesproken. Ook die
persoonlijke kwesties hadden een poli
tieke basis, maar de groote, principieele
achtergrond van den strijd tegen den ver
tegenwoordiger des Konings was toen
niet zoo scherp in het licht gesteld als
thans bij deze officieele gebeurtenissen.
niet reeds vooraf een eensgezind front
tegen Duitschland zal zijn gevormd. Dit
zou door de noodige diplomatieke voor
bereidingen moeten worden verhinderd.
Eventueele nieuwe besprekingen kunnen
niet eenvoudig als voortzetting van de
besprekingen van verleden zomer wor-
den beschouwd; immers daartusschen
ligt het Engelsche memorandum van 29
i Augustus, dat door Duitschland niet kan
1 worden aanvaard.
Wat nu gebeurt kan men echter niet
meer alleen als een rechtstreeksche voort
zetting van al die persoonlijke wrijving
beschouwen, al bestaat er natuurlijk een
ruim verband. De crisis, die begonnen is,
heeft ook diepere, principieele wortelen.
Men wist reeds lang, dat de Valera den
wensch koesterde het ambt van gouver
neur-generaal te vereenigen met dat van
minister-president van den Vrijstaat. Dat
hij den Koning heeft laten verzoeken
McNeill terug te roepen, lijkt de eerste
groote stap in die richting.
Intusschen zegt het blad aan het
slot van zijn beschouwing weet men
nog niet precies wat de Valera gaat doen.
Wil hij hèt heele gouverneurschap af
schaffen, wil hij het, zooals hij van plan
was, met zijn eigen ambt vereenigen, of
is van deze heele, politiek zoo groot
scheeps op touw gezette actie, toch ten
slotte persoonlijke wrijving de hoofdoor
zaak.
Een vijfmogendheden conferentie over
den Duitsehen gelijkheidseisch? Een
Dinsdagnacht gepubliceerd communiqué
van het Engelsche departement van bui
tenlandsche zaken zegt:
De Engelsche regeering heeft zich in
verbinding gesteld met de regeeringen
van Frankrijk, Duitschland en Italië ten
einde zich te vergewissen, of de moeilijk
heden, die ontstaan zijn door het zich
terugtrekken van Duitschland van de
ontwapeningsconferentie een onderwerp
van gedachtenwisseling tusschen hen kun
nen uitmaken. De kwestie is nog in on
derzoek, maar de Engelsche regeering
heeft doen weten, dat indien deze proce
dure uitvoerbaar zou zijn en algemeen
goedgekeurd mocht worden, zij bereid
zou zijn voor dit doel een bijeenkomst te
Londen te organiseeren.
Het ligt niet in de bedoeling aan deze
conferentie een officieel karakter te ge
ven, doch meer dat van een directe ver
trouwelijke bespreking tusschen de lei
dende staatslieden dezer mogendheden.
Aan de „Nw. Rott. Crt." werd Dinsdag
avond nog uit Berlijn gemeld:
In verband met de alhier uit Genève
en uit Londen ontvangen berichten over
een conferentie van vier of vijf mogend
heden ter bespreking van de Duitsche
eischen in de kwestie der ontwapening,
wordt van bevoegde zijde verzekerd, dat
de aanwezigheid van Duitschland op een
dergelijke conferentie slechts mogelijk
zal zijn, indien het zekerheid heeft, dat
Door middel v»n de Duitsche
zenders.
Rijkspresident von Hindenburg heeft
Dinsdagavond te 6 uur 50 voor alle Duit
sche zenders een woord van dank gespro
ken „Bij de voltooiing van mijn 85ste le
vensjaar", zei de von Hindenburg met dui
delijke krachtige stem, „heb ik uit alle
deelen van het rijk en ook van ver over de
grenzen zooveel bewijzen van verknocht
heid ontvangen, dat ik er, diep ontroerd,
mijn allerhartelüksten dank voor wil uit
spreken. Uit alle groepen der bevolking,
hoog en laag, rijk of arm, zijn mij gaven
en gelukwenschen gezonden. Mijn oudé
kameraden hebben mijn trouwe vaderland-
sohe gezindheid willen eer.en en in dien-
zelfden geest wil ik allen danken, die in
mij den rechtvaardigen hoeder van het
gansche volk willen zien, die boven alle
partijtwist en verdeeldheid staat. Van alle
kanten bedreigt ons nog nood en gevaar,
en het moet de wil en wensch van ieder
Duitscher zijn om in dezen tijd, met een
terugblik op vroegere tijden, offers te wil
len brengen voor het welzijn van het va
derland. Na mij van mijn plicht van dank
baarheid gekweten te hebben, roep ik u
allen dus het eene woord toe: Voorwaarts
voor Duitschland."
22,000 felicitaties.
De rijkspresident heeft op zijn 85sten
verjaardag ongeveer 22.000 brieven, brief
kaarten, telegrammen en geschenken ont
vangen. Het aantal telegrammen bedroeg
1700. Men is op het bureau van den rijks-
president nog steeds druk bezig met het
openen, lezen en registreeren van al deze
gelukwenschen. Het verzenden van de
dankbrieven, waarvan de rükspresident er
een groot aantal zelf wenscht te ondertee
kenen, zal zeker 8 a 10 dagen duren.
DE PAUSELIJKE LEGAAT UIT
MEXICO GEWEZEN.
President Rodriguez heeft de uitzet
ting uit Mexico gelast van den pause
lijken legaat, aartsbisschop Ruis y Flores.
HET èECRETARIAAT-GENERAAL
VAN DEN VOLKENBOND.
Tituleseo candidaat?
Te Londen verluidde Dinsdag, dat Titu
leseo, de Roemeensche gezant aldaar, en
voormalige minister van buitenlandsche
zaken, zichzelf als candidaat heeft aange
boden voor den door het ontslag van Sir
Eric Drummond openkomenden post van
secretaris-generaal van den Volkenbond.
Tituleseo heeft reeds vorige maand zijn
ontslag als gezant aangeboden, maar ko
ning Karei heeft dat nog niet aanvaard.
DE JAPANNERS DOODEN 1500
BANDIETEN IN MANTSJOERIJE.
Volgens de Japansehe militaire autori
teiten te Moekden is een offensief op
groote schaal langs de rivier de Nonni uit-
geloopen op de slachting van ongeveer
1500 bandieten. Japansehe vliegtuigen
achtervolgden de overblijfselen van de ban
dieten, die de overstroomde streek inge
vlucht zijn.
De militaire autoriteiten beweren even
eens, dat de heele streek van Tsangtsjoen
thans vrij van bandieten is. Eerstdaags
volgt een groot offensief in Kirin.
BLUE BAND
B 8.70-020"
HET BEZOEK VAN DEN PRINS
VAN WALES.
Op 13 October te Rotterdam-
Waalhaven.
Reuter meldt uit Londen:
Naar verluidt zal de Prins van Wales
van Malmö naar Rotterdam-Waalhaven
vliegen, waar hü op 13 October in den
middag zal aankomen. Hij zal verblijven
in het gebouw van de Engelsche legatie te
's-Gravenhage. Het bezoek zal slechts een
dag of twee duren. Daarna zal de Prins
naar Londen terugkeeren.
De verlaging zal de 26 pet.
niet overschrijden.
De chef van den dienst der exploitatie
bij de Nederlandsche Spoorwegen, de
heer J. D. Evers, heeft met betrekking
tot de hangende tariefsverlagingen aan
het Hand. medegedeeld, dat allereerst in
voorbereiding is een verlaging van het
abonnementstarief, die men in Januari
van het volgend jaar hoopt in te voeren.
Omtrent het percentage kon nog niets
worden bericht.
Dan zijn er de verlagingen, die zoowel
de reizigers- als de goederentarieven
omvatten, de algemeene tariefsverlaging
dus, waarmede men in Mei 1933 gereed
denkt te zijn. Hoewel details nog ontbre
ken, kan worden gezegd, dat het gemid
delde de 20 pet. niet mag overschrijden
en wel op uitdrukkelijk verlangen van
Den Haag. De berekeningen zijn ingewik
keld en zullen voor talrijke trajecten
verschillen. Men heeft tot dusverre een
bepaalde nortn vastgesteld, maar over
lange afstanden zal ook in dezen norm
verandering worden gebracht.
De behandeling van de voorstellen in
den Spoorwegraad, die het recht heeft
met tegenvoorstellen te komen, zou oor
zaak kunnen worden, dat de invoering
later geschiedt, dan zoo juist werd ge
noemd.
Nieuwe vreemde aanvoer.
Dinsdag is te IJmuiden aangekomen
het Noorsche stoomschip „Korsvik", met
niet minder dan 100.000 kg bevroren heil*
bot.
Deze visch is in ons land niet gewild;
en kan dus weer op ons contingent naar
Frankrijk worden uitgevoerd.
Bovendien wordt de lading niet afge*:
slagen aan de rijksvischhallen, doch ge^
lost in de koelhuizen. Hierdoor wordt
niets betaald aan het Staatsvisschers-
havenbedrijf, terwijl het schip ook vrij
is van havengeld.
In de kringen der reederijen te IJmui
den, heeft dit feit de stemming nog mee?
gedrukt. („Nw.Rott. Crt.")
i
Negatief resultaat der onder
handelingen in Den Haag.
Maandag en Dinsdag hebben op het de
partement van buitenlandsche zaken be
sprekingen plaats gehad tusschen een
Duitsche commissie onder leiding van Mi-
nisterialrat Walter en Nederlandsche ver
tegenwoordigers van de ministère van bui
tenlandsche zaken, van oeconomisohe za
ken en arbeid, en van financiën, over de
oontingenteeringsplannen der Duitsche
regeering.
De Duitsche gezant in Den Haag en de
Nederlandsche gezant te Berlijn waren
eveneens tegenwoordig.
De besprekingen werden geleid door dr,
Nederbragt.
Nadat de regeerjng van den inhoud der
Duitsche voorstellen kennis heeft geno
men, is zij tot de conclusie gekomen, dat
deze geen grondslag konden bieden voor
een vruchtdragende discussie.
Het is derhalve tot onderhandelingen
niet gekomen. De Duitsche commissie
heeft van dit standpunt kennis genomen
en heeft medegedeeld, het aan haar regee
ring te zullen rapporteeren.
Verwondering te Berlijn.
Het bericht, dat de Nederlandsche regee
ring in de Duitsche contingenteerings-
piannen geen grondslag voor een vrucht
bare discussie zag, heeft te Berlijn, naar
Wolff meldt, verwondering gewekt. „Want
Nederland heeft, zooals hekend is, sedert
eenigen tijd talrijke contingenten vastge
steld, o. a. voor schoenen, enz., tricot- en
textielgoederen, confectie en keramische
artikelen, die den Duitsehen uitvoer naai)
Nederland met ongeveer 50 miljoen rijks-
marken beperken. Nederland heeft-deze
maatregelen genomen zonder de Duitsche
regeering daarvan tevoren in kennis te
stellen of met haai- een gedachtenwisse
ling over de gevolgen te openen. Bij dezen
stand van zaken is het onbegrijpelijk, dat
de Nederlandsche regeering zich aan de
door Duitschland aangeboden besprekin
gen over de van Duitsche zijde voorgeno
men contingenteeringsmaatregelen wil
onttrekken."
door
E, PHILLIPS OPPEN HEIM.
B6.
Een paar avonden echter na dat ge
sprek, toen Bliss naar gewoonte om een
uur of zes het kleine hokje, dat voor kan
toor dienst deed, binnen wilde stappen,
bleef hij van schrik plotseling stokstijf
op den drempel staan. Aan den verveloo-
zen lessenaar in den hoek zat zijn patroon,
zooals gewoonlijk zonder vest of boord,
voorover geleund, met zijn hoofd op zijn
armen. Naast hem, met haar hand op zijn
schouder, stond een heel armoedig geklee-
de vrouw van een jaar of vijftig, met dien
eigenaardigen, scherpen trek om den
mond, dien Bliss in de laatste maanden
maar al te goed had leeren kennen. Toen
Bliss binnenkwam, keek ze om.
„Hallo", vroeg Bliss. „Is er wat ge
beurd?"
Mr. Morgan keek op. Hij had een goe
dig, vollemaansgezicht, dat gewoonlijk
voor meer dan de helft met een stoppel
baard bedekt was, welke op zulke onge
regelde tijden plotseling afgeschoren
werd, dat Bliss er dikwijls op speculeerde
oJE hü vandaag verdwenen zou zijn of niet.
Maar nu vertoonde dat gezicht alle ge
wone kenteekenen van een groot verdriet.
Zijn mondhoeken waren mistroostig naar
omlaag getrokken. Zijn schouders gaven
den indruk, alsof een zware last er op
drukte. Hij zag er moe en oud uit, zijn
robust, wilskrachtig type had in dien
eenen dag een groote verandering onder
gaan. Met oogen zonder eenige uitdruk
king keek hij Bliss gedurende eenige
oogenblikken aan.
„Dit is de jonge man, die de hakken
verkoopt", zeide lijj toen tegen de vrouw.
„Ik heb je wel eens over hem gesproken.
Dit is mijn vrouw, Bliss".
Werktuigelijk stak Bliss haar zijn hand
toe.
„Er is toch niets vervelends gebeurd?"
vroeg hij toen.
„Er is heel wat erger dan iets ver
velends gebeurd", antwoordde de vrouw,
terwijl ze haar man aanmoedigend op den
schouder klopte, „maar we zullen ons er
niet door laten lompen, Amos. We zullen
samen naar de menschen toegaan".
Bliss hing zijn hoed op en zette zijn
tflopli nppr
„Zoudt u het mij willen vertellen?"
vroeg hij.
„Ja, ik zou niet weten waarom niet ant
woordde mr. Morgan, terwijl hij een toe
gevouwen vel papier naar Bliss schoof.
,,'t Is geen geheim. Je weet, dat de groote
pers nog niet heelemaal afbetaald is. Ik
heb in den laatsten tijd niets anders kun
nen doen, dan het leer contant betalen, of
schoon we heusch heel aardig op de hak
ken verdienen. Maar lees dat briefje even,
dan kan jij zelf zien wat ze zeggen. Ze zijn
van plan morgen de machine weg te halen.
Ik ben maar veertien dagen ten achter
en ik heb er al veertig pond op afbetaald,
maar dat is nu ook naar de haaien?"
„En zouden ze dat nu heusch kunnen
doen?" vroeg Bliss.
Mr. Morgan knikte.
„Ja, dat kunnen ze", antwoordde hij. „Ik
wist vooraf, dat zooiets gebeuren kon alt
ik niet precies op tijd betaalde, 't Ging
nog om zeven en negentig pond. En nu is
alle kans verkeken, 't Spijt me voor jou
ook, Bliss, want we konden verduiveld
goed met elkaar opschieten. En dan spijt
het me voor de oude vrouw hier", voegde
hij er zuchtend aan toe, terwijl hij haar op
de hand klopte. „We hebben altijd pech
gehad, in Amerika even goed als hier,
maar nu dacht ik toch, dat we boven Jan
waren. Als we nog zes maanden hadden
kunnen volhouden, dan was deze machine
niet alleen afbetaald geweest, maar dan
had ik een tweede erbij kunnen koopen.
Ik ken dit vak door en door en er is
heusch wel geld mee te verdienen".
„Zou het niets geven om naar de men
schen toe te gaan?" vroeg Bliss.
„Geen steek", was het mistroostige ant
woord, „dat briefje is door den bedrijfs-
ohef zelf gebracht".
„Een echt mispunt van een vent", viel
de vrouw in. „Hij heeft ons eerst allebei
laten uitpraten en toen begon hij te
lachen. En weet u wat zijn antwoord was?
Morgen voor twaalven heLgeld of anders
wordt de machine weggehaald. Maar wat
er ook gebeurt, trek je er maar niets van
aan Amos", ging ze gewild opgewekt
door, „je begint maar weer opnieuw en
verder spreken we niet eens erover".
Maar haar man bleef moedeloos voor
zich uit staren.
„Neen", zeide hij eindelijk, „daarvoor
ben ik te oud. Ik zal het nu wel op moeten
geven, Harriet".
Bij die woorden kreeg Bliss een heel
eigenaardige sensatie. Gedurende de laat
ste paar maanden had hij al meer zulk een
gevoel gehad, maar nog nooit in zulk een
hooge mate als nu. Zijn leven was nu niet
langer een vervelende, eentonige aaneen
schakeling van dagen, met denkbeeldig
verdriet, denkbeeldige misère. Hij stond
nu midden in de werkelijkheid waar ge
leefd en geleden werd door echte mannen
en vrouwen. Met een prop in de keel en
een brandend gevoel achter zijn oogen,
schoot hem door het hoofd, dat hij God
dank helpen kon.
„Luister eens", zeide hij. „Ik heb een
plannetje, mr. Morgan. Als u nu even mee
wilt gaan, zooals we eiken avond doen,
dan zult u zien, dat ik er wel wat op vin
den zal".
Mr. Morgan sohudde het hoofd.
„Neen", zeide hij, „ik zou vanavond
geen bier door mijn keel kunnen krij
gen".
„Kom, 't is veel beter als je maar even
meegaat", drong zijn vrouw levendig aan.
„En als ik jullie niet hinder, ik heb juist
trek in een flink glas stout. En dan kun
nen we meteen hooren wat het jongmensch
hier te zeggen heeft, Amos".
Mr. Morgan stond vermoeid op. Met
Bliss in de voorhoede en het echtpaar
Morgan achter hem aan, wandelde het
drietal het dichtst bijzijnde cafétje binnen.
Even daarna zaten ze aan een van de
kleine, marmeren tafeltjes in een smoor-
heete atmosfeer, welke nog ondragelijker
was door de vele etensluchtjes. Bliss
bracht zelf de drie glazen bier naar hun
tafeltje.
„Prosit", zeide hij.
Mr. Morgan zette zijn ongelukkigste ge
zicht. Mrs. Morgan sloeg haar voile half
op, zoodat een breede, zwarte strook vlak
over haar neus liep en dronk haar stout
met kleine teugjes. En al dien tijd zat ze
Bliss angstig aan te kijken. Waarschijn
lijk had zijn groot zelfvertrouwen de hoop
op een mogelijke aflossing weer wakker
gemaakt.
„Luister nu eens", begon Bliss vertrou
welijk, „ik heb het oog op een van mijn
kennissen, of liever gezegd een van mijn
bloedverwanten, een allergeksten jongen
kerel. Voor mij zelf doet hij niets om
de waarheid te zeggen heeft hij me in mijn
leven heel wat kwaad berokkend, maar hij
vindt het heel prettig om zoo nu en dan
eens bij andere menschen voorzienigheidje
te spelen en hij kan het ook doen, want hij
is schatrijk. En nu geloof ik wel, of eigen
lijk ben ik er zeker van, dat hij u dat
overschot wel zal willen leenen".
Mr. Morgan zuchtte.
„Wat u daar zegt, klinkt niet erg waar
schijnlijk", zeide hij openhartig. „Ik zou
het, op zijn zachtst uitgedrukt, heel eigen
aardig vinden, dat u reiziger met een
salaris van dertig shilling in de week was,
terwijl u zoo'n schatrijk iemand in uw
familie had".
„Nu slaat u toch werkelijk de plank
mis", verzekerde Bliss hem. „Laat u dat
zaakje nu maar aan mij over en maak u
maar niet bezorgd. U heeft me tot dusver
toch nog nooit op een leugen betrapt, is
het wel?"
„Neen, dat is zoo", moest mr. Morgaif
toegeven.
„Goed, en u begrijpt toch wel, dat ik tt
in een geval als dit heusch niet voor dei^
gek zal houden. U heeft me gezegd, daj
morgen voor twaalven het geld er zijn
moet. Goed, om elf uur, misschien ietfc
later, heeft u het. Dat beloof ik op mijh
eerewoord".
De beide menschen keken hem met heel
wat vroolijker oogen dan een half uur ge*
leden, aan, maar toch waren ze nog niet
volkomen overtuigd. Bliss liet er zich ecfy
ter niet door terneer slaan, opgewekt
stond hij op, om een tweede glas bier te
halen.
„Eiken avond gaan uw man en ik Ine®
naar toe om een glas bier te drinken"^
vertelde hij aan mrs. Morgan. „Vandaag
springen we eens uit den band en drin*
ken we er ieder twee. Natuurlijk gelooft it
beiden me nu nog niet, maar omdat ik;
stellig van plan ben m'n woord te houden,
zijn lange gezichten niet meer toege*
staan. Morgenochtend om elf uur preeiesl
heeft u het geld".
„Als u dat lukt", zeide mrs. Morgarn
terwijl ze hem de hand toestak en allq
mogelijke moeite deed om haar tranen i$
te houden, „dan weet ik werkelijk niefy
hoe we u dan bedanken moeten."
Den volgenden morgen om tien minS
ten over elf duwde Bliss de deur van hè?
kleine kantoortje open en stapte naar biq>>
nen. Mrs. Morgan stond voor het r;
naar buiten te kijken. In een en al
wachting keek ze hem aan.
(Wordt vervolgd).