NIEUWE AVONTUREN VAN PIEPNEUS EN BIBBERSNOET Wij openen een poppen- boekhandel Verlies niet je geduld RAADSELS. andere watervogels het Mannarameer. Maai- het gaat niet altijd ..ven goed hii de trek der vogels! Tal van vogels ireiken nooit het doel van hun reis! De zee is het gevaarlijkst; als zij moe worden, kunnen zij nergens neerstrij ken! Leeuwerikken, vinken, kwartels, „reeuwen, roodborstjeszü kunnen alleen bii mooi weer vliegen. Zü hebben een gunstigen wind noodig en een rust pauze op Bornholm, om met inspanning van alle krachten de terugreis Zweden- Kügen af te leggen. Geregeld zien de visschers, hoe doodelijk vermoeide vo gels op de zeeoppervlakte neerstrijken en in de golven hun dood vinden. Slechts zelden treffen zü bijtijds een schip, dat hen meeneemt. Verleden jaar kwamen in Weenen huizende zwaluwen half verhongerd, doodmoe en verkleumd aan. Men laadde de dieren in een vlieg tuig en bracht hen zoo over de Alpen. Anders waren zij beslist allemaal van de koude gestorven. Het is eigenaardig, die vogeltrek! De jongste ooievaars, die nog nooit op reis waren, willen het eerste weg; zij worden gedreven door een instinct, waar wij niets van weten. Op de groote reis heersoht algemeene vrede. Arenden vlie gen tezamen met ooievaars en kleinere vogels, zonder dat zij elkaar aanvallen. Er is maar één vogel, die alleen op trek gaat. Dat is de gier, die roofvogel met die kale hals. Alle anderen vliegen teza men. Midden September beginnen de ooievaars en andere groote vogels, roof vogels dus meestal. Zij verzamelen op een bepaald Zuidelijk punt en vliegen vandaar gemeenschappelijk verder. Be gin November besluiten de sperwers den trek. Iedere groep vliegt in zwijgende ver eering enkele malen om den Tsjam- lidsja, een berg bij Constantinopel. Waarom?Dat weet niemand! Nie mand heeft ook nog kunnen nagaan, wanneer de dieren weer uit elkaar gaan en de wapenstilstand wordt opgeheven. Den geheelen zomer door werden de vo gels 's avonds vermoeid, steken het kopje onder de vleugels en slap en Plotseling kennen zij geen vermoeid heid meer: zij vliegen en vliegen, hoofd zakelijk 's nachts. Op een avond, bij op komende maan, sluiten zij zich aaneen en den volgenden morgen zijn zü weg, zonder afscheid van ons te hebben ge nomen. Dan zijn zij op weg naar de warmte, volgen zij hun instinct, dat hen drijft naar het Zuiden, het Zonnige Zui den, waar zij zonder angst voor bevrie zen of honger, den winter kunnen over blijven. door LI LI. Ik heb nog 20 cent van mijn zakgeld over, Jij hebt er nog 30,Willy; en Ciska, laat eens kijken40 cent. Geweldig! Dan kunnen we beginnen. Eerst naai den papierwinkel hiernaast Wij stormen naar beneden. Een potje lijm, een paar bladen wit en gekleurd glanspapier, een klein blok, dun schrijf papier. Tenslotte nog drie tubes water verf, bruin, wit, groen, kleurpotloo- den, alles tezamen voor niet meer dan 50 cent. Heerlijk! Dan daarnaast een paar kleine rolletjes gekleurd en wit garen, een paar naalden, een paar draadjes zij en bonte garenresten en. het materiaal is voorradig. Nu aan het werk „Willy, jij zorgt voor de boeken, ik maak eerst een album en een kalender". Voor de omslagen der boeken neem ik bruin, geperst kunstpapier en snijd het in langwerpige, vierhoekige stukken. Uit het schriftblok vouw ik verschil lende blaadjes tezamen enna eenige hechtsteken, staat het eerste „boek" al in onzen nieuwen „winkel"Dat is een oud poppentooneel, dat ik opnieuw met glanspapier heb beplakt. Intusschen heeft Oiska een alleraar digst boekje gemaakt van dik, geel, ge bloemd zijdepapier, vierdubbel samen- gelegd en met blauwe draadjes versierd. Ik schilder witte, dikke sneeuwklokjes er op, die op een groen grasveld staan te dansen. Intusschen is mijn kalender klaar.... van geel glanspapier, waarin de namen der dagen en de datums met zwarte inkt zijn aangegeven. Dan maak ik nog een soort doos, waarin de pop pen-knippatronen geborgen worden, die wij verkoopen willen. Nu kunnen wii met onze 6 poppen- kinderen naar den nieuwen boekwinkel gaan. Zü knippen van verbazing ijverig met hun „echte" kunstoogen en wie bromt daar in den hoek? Och, dat is Teddy, de beer! Toby en Peter, de beer tjes van Ciska en Willy, willen ook mee. Snel halen we ze. Maar ze blijven maar doorknorren. Wat zou er aan de hand zij®? „Niet één dierenhoekje is er bü", hoor ik in mijn verbeelding Teddy al knorren. „Je hebt gelijk, oude brombeer!" „Vlug, kinderen, aan het werk!!"..,. En zoo spelen wij wekenlang voort, een kleine krant voor onze twee- en viervoetige lievelingen kwam er ook bü en iederen dag verschijnt er een nieuw „poppenboek" in onze étalage. Een „haast" onoplosbaar vraagstuk. Een „haast" onoplosbaar vraag stuk?. Jawel. haast! E haast is nog niet heelemaal! Want oplossen zullen we het, al moeten we er bij neervallen. Maar stel je gerust.... neervallen doe je er beslist niet bij. De vijf witte stippen zijn ontstaan doordat een stoute, kleine jongen een mooie witte „T" verknipt heeft. Wij hebben alle moeite gedaan om ae „T" weer samen te stellen, maar het is ons nog niet gelukt. Misschien heb ben jullie meer geluk? Maar alles goed en nauwkeurig uitknipen, hoor en niets verliezen anders kom je er heele maal niet meer uit! MET VACANTIE. Kindervriend, hier ben ik weer, 't Is niet voor de eerste keer, Dat 'n gedichtje van mijn hand, Werd vermeld in de ,Jutter"-krant. Ik laat u eerst dan even weten, Waar ik dien tijd steeds heb gezeten, In Hoek van Holland, ver van hier, Bracht ik den tijd door, met plezier. Hoek van Holland bestaat uit deelen, De oude en de nieuwe Hoek, Als men daar eens wat wil koopen, Zijn de winkels meestal zoek. Maar 't strand dat is daar prachtig, Alleen het zand, dat lijkt wel slik. Liever speel ik op Huisduinen, Daar is 't zand zoo helder wit. Je moet de gasten aan zien komen Met de boot, bus. spoor of tram, Duizend kind'ren met geleiders, Allemaal uit Rotterdam. Dan de mooie Hoeksche boschjes. Met hun laantje? keurig net, Als wij daar in gingen spelen, Hadden wij de grootste pret. Een kampeerterrein met veel tenten, Dat mist men hier, dat is geen ramp, Want 't stormde op 'n natten Zondag. Wat waren de menschen in den brand. Daarbij ook de mooie vijver, Met veel zwanen en veel visch, De donkere duinen zijn ook practisch. Maar de Hoek, die wint 't daar gewis. Toch blijf ik zeggen leve Helder, Men hoeft hier niet vandaan te gaan, Want met zee en strand en duinen, Staat Helder toch nog bovenaan. Jo Burger. Oplossingen der vorige raadsels. II Jong geleerd, oud gedaan, jong - geleerd - Lena - Gré I Koren groet poort droom Klaas Goede oplossingen van beide raad sels ontvangen van: H. A.; L. A.; M. B.; I. B.; P. B.; A. v. d. B.; G. B.; N. C.; G. F.; N. G.; A. J.; N. K.; K. en J. K.; N. K.; T. K.; A. K.; C. K.; C. L.; H. L.; M. M.; T. S.; A. v. S.; T. T.; T. V.; J. v. d. W. en A. W. Nieuwe raadsels. Ik ben een woord van 5 letters en men verkoopt kranten en boeken bij m;j. 4-3-1 is een voetbekleeding. 4-5-2 is een toestel voor wintervermaak in de bergen. 1-3-5 is een man die voor de maag zorgt. 4-3-4 is een noodsein. n Ik ben niet vast en als gü mü om draait, ben ik een muzieknoot. 3. Ja, goeie morgen! Frits klom zoo j-aar brutaalweg in den apeplboom, 'hi de schutting stond en beet jagend jn een grooten appel. Ij cht maau» schreeuwde ik, en stak a^ dreigend m;jn vuist op. In m'n e„de dacht ik er niet aan, dat ik den v„i. ot nog in mijn hand had, en alles in m'n mouw!! 4. Nou, je begrijpt, Frits had z'n draai en lachte zich een kriek 1 Ja, hü schudde zóó van het lachen, dat hü uit den boom omlaag tuimelde en op het pasgeverfde hek neerkwam. En daar dit schuin lag, rolde hü rrrr! langs het heele heek naar omlaag. 5. Nu was het m ;j n beurt om te lachen! Want doordat hü langs het natte hek omlaaggerold was, waren alle spülen op zün jasje afgedrukt, zoodat hü het mooiste gestreepte jasje had, dat je je voor kunt stellen! „Hola. Fritsje, vraag je moeder, of ze er 'n broek bü koopt!" riep ik hem na. 6. Frits werd woedend, kwam terug en wou vechten. Nou, daar houd ik niet erg van, maar als ze tegen me beginnen, dan ben ik niet van giste ren! Ik pakte hem dus bü z'n jas en duwde hem achterover weer op 't hek. Stompend en spartel-»ud rolde hü heen en weer. door G. Th. ROTMAN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 19