Rijk en geen geld.
IS ALTIJD GOEDKOOPER
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
BEDENKT DUITSCHLAND ZICH?
No. 7186. EERSTE BLAD
DONDERDAG 20 OCTOBER 1932
60ste JAARGANG
Buitenlandsch overzicht.
Het einde van de 13e vergadering van den Volkenbond.
Het Belgische kabinet afgetreden. - De mislukte onder
handelingen tusschen Engeland en Ierland. - Het
conflict in Lancashire in een kritiek stadium. - Engeland
zegt het handelsverdrag met Rusland op.
OOK VOOR DAMES-CONFECTIE
De tariefsverlaging bij de
spoorwegen.
FEUILLETON
LDERSCHE COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen
land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 1 2.10, idem per
:1 en overige landen f 3.20. Losse nos. 4ct.;fr.p.p. 6 et. Zondagsblad
f 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1.—Modeblad resp. f 1.20, fl.30, fl.30, fl.70.
mail
resp
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 4-12
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewjjsno. 4 ct.
De 13e zitting van den Volkenbond is
Maandag gesloten, zooals men in ons num
mer van Dinsdag heeft kunnen lezen, met
een optimistische redevoering van Poli-
tis. Het was een van de meest onbelang
rijke zittingen van de Assemblée, omdat
de twee groote vraagstukken: beperking
van bewapening en het einde van den
eeonomischen oorlog, ter behandeling
naar bizondere conferenties zijn ver
wezen.
De „Nw. Rott. Crt." schrijft:
Het is goed voor den Volkenbond, dat
hij deze twee uitermate critieke kwesties
heeft kunnen overdragen aan een ver
gadering, die door deelneming van Ame
rika en Rusland nog veel meer dan de
Bond zelf de heele wereld vertegenwoor
digt. Want op beide conferenties zijn con
flicten mogelijk, wier spanning de Vol
kenbond ternauwernood zou kunnen
weerstaan. In hoever de oeconomische
conferentie in dit opzicht gevaren zal op
leveren moet de tijd leeren, maar in ieder
geval brengt zij reeds het huiveringwek
kende risico mee. van een mislukking.
Van de ontwapeningsconferentie weten
wij door de houding van Duitschland
reeds, dat de kans van uiteen te spatten
voor haar niet gering is. Door de dele
gatie van het onderwerp naar een confe
rentie, welke ook hen omvat die een mis
lukking gaarne tegen Genève zouden
hebben uitgespeeld, moge de Volkenbond
zich aan den inmiddellijken luchtdruk van
een dergelijke ontploffing onttrokken
hebben, als zij nog mocht plaats vinden
zal de Bond er toch weinig minder ge
ducht door gehavend worden. De ontwa
peningsconferentie is een uiterste kracht-
troef voor Genève, die niet mag misluk
ken, al lijkt het ons voorbarig van een
nnslukking doodelijke resultaten te voor-
fpellen. Er is veel vallen en opstaan in
e wereld, en -levensgeesten kunnen heel
taai zijn!
Het Belgische kabinet is afgetreden.
pit bericht komt niet als een donderslag
;bij helderen hemel. De laatste weken hing
er steeds de dreiging van de komende
prisis en nu Dinsdagavond heeft het ge-
heele kabinet ontslag genomen. Om vijf
Uur begaf de minister-president, Renkin,
Zich naar het Koninklijk Paleis te Laeken
en deelde aan koning Albert mede, dat
het geheele kabinet van plan was af te
te-eden. De koning moet Renkin gevraagd
nebben tot daags voor de nieuwe verkie
zing aan het bewind te blijven, doch de
minister-president, die zich tot het eind
ioe met hardnekkigheid tegen een even-|
tueele ontbinding van het parlement is.
iplijven verzetten, meent niet de rechte
flian te zijn om de nieuwe verkiezingen i
yoor te bereiden.
De Nw. Rott. Crt. veronderstelt dat
een overgangskabinet zal worden samen- J
gesteld en dat tegelijkertijd het ontbin^
öingsbesluit in de Staatscourant zal ver-
pohijnen. I
De mislukte onderhandelingen tus-
Bcfilen Engeland en Ierland zijn Dinsdag
Ijl 't Engelsche Lagerhuis ter sprake ge-
jbmen. Minister Thomas heeft daar een
^uiteenzetting gegeven van de dezer da
gen gevoerde onderhandelingen met de
lersche ministers en de reden van hun
mislukking.
In een lang exposé had de Valera de
geldigheid van de verdragen van 1923 en
'26 ontkend, waaruit volgens hem volgde
dat Ierland de landrenten juridisch niet
schuldig was. Het lersche standpunt was
verder, dat nooit een definitieve afreke
ning tusschen Engeland en Ierland had
plaats gehad en de Valera wilde wel nu
een nieuwe financieele overeenkomst
aangaan. Hij kwam daarbij tot fantasti
sche cijfers van wat Engeland aan Ier
land schuldig zou zijn, doordat de Ieren
in de eerste_ plaats sinds de Act of Union
van 1801, die beide landen aan elkaar
verbond, veel te veel belasting hadden be
taald, en verder had hij in algemeene
termen gesproken van een verlies van
honderden miljoenen ponden voor Ier
land door het plotseling loslaten van den
gouden standaard door Engeland.
Na deze uiteenzetting, die de Valera
blijkbaar als ernstig bedoeld had, bestond
er voor de Engelsche ministers geen re
den de besprekingen voort te zetten.
De Valera had ten slotte gezegd, dat
de eenige afdoende oplossing voor de toe
komstige betrekkingen van Engeland tot
Ierland z.i. bestond in de stichting van
een vereenigde lersche Republiek met
een of ander verband met het Britsche
rijk.
De Ontwapeningsconferentie wordt
voortgezet.
MacDonal: Hier breng ik uw dochter
terug".
Mevrouw Volkenbond: „In zoo'n treuri-
gen toestand?"
(„Riire").
Het conflict in de katoenspinnerijen in
Lancashire schijnt in een kritiek stadium
te zijn gekomen. De officieele mededee-
lingen omtrent den loop van de bespre
kingen spreken althans van zeer ernstige
moeilijkheden, die nog uit den weg moe
ten worden geruimd.
Naar de Manchester Guardian meldt,
vreest men voor een mislukking van de
pogingen tot bemiddeling, zoodat een
sluiting van de bedrijven dreigt, zoodra
aan het einde dezer week de termijn voor
de huidige loonschalen ten einde is. Er
is wel overeenstemming bereikt omtrent
bepaalde looncategoriën, zoomede om
trent bepaalde arbeidsvoorwaarden. Ove
rigens heerscht aan beide kanten achter
docht en wantrouwen, wat de pogingen
tot bemiddeling van Loggett, den regee-
ringsvertegenwoordiger, bijzonder ver-
Voor het vertrek naar de Ontwapenins-
conferentie.
(„Isvestia").
zwaard. De arbeiders schijnen van mee
ning te zijn, dat de ondernemers hun
eischen in verband met het mogelijke
herstel van de 48-urige arbeidsweek niet
duidelijk genoeg omschreven. De groot
ste moeilijkheid schijnt echter de loon-
korting te vormen. De ondernemers
staan op een verlaging van 81/2 pet., over
eenkomstig de verlaging bij de katoen
weverijen. Als de partijen zich vandaag
niet verzoenlijker toonen, moet het tot
een afbreken van de onderhandelingen
en een definitief conflict komen.
Engeland zegt het handelsverdrag met
Rusland op. Behalve de mededeelin-
gen, die minister Thomas deed over de
mislukte onderhandelingen met Ierland,
waarover we hierboven schreven, heeft
hij ook nog meegedeeld, dat de Engelsche
regeering het voorloopige handelsver
drag met Rusland, van 16 April 1930, had
opgezegd.
Thomas verklaarde, dat de Engelsche
regeering het belang inzag van het hand
haven van de uitwerking der preferenties
van Ottawa tegen stappen van een vreemd
land, die de bedoeling van de preferen
ties zouden kunnen te niet doen. Dit be
ginsel was vastgesteld in art. 21 van de
overeenkomst met Canada. Dit noodzaak
te de Engelsche regeering het zichzelf
mogelijk te maken om invoer van goede
ren uit een vreemd land te verbieden. En
daarom moet de tijdelijke handelsovereen
komst met Rusland opgezegd worden, die
den Sowjethandel de meestbegunstigings-
clausule toestond.
In een nota aan den Russischen zaak
gelastigde is Maandag de opzegging met
zes maanden, overeenkomstig de bepalin
gen van het verdrag, bekend gemaakt,
waaraan werd toegevoegd, dat de Engel
sche regeering er zeer op gesteld blijft,
om den handel met Rusland te bevorde
ren, waartoe zij zoo spoedig mogelijk be
sprekingen wenscht te houden.
HET VEILIGHEIDSVRAAGSTUK.
De voorgestelde internationale
wapendepots in Spanje.
De Parijsche correspondent van de
„Daily Mail" schrijft in een arrest over
het door Frankrijk voorgestelde inter
nationale wapendepot in Spanje ten be
hoeve van den Volkenbond, dat achter
dit plan meer schuilt dan men op het
eerste gezicht merkt. De schrijver wijst
o.a. op de Fransche plannen om de uit
breiding der Spaansche spoorwegen, die
niet al te best gingen, met Fransch geld
te steunen, welke volgens den schrijver
geen andere strekking hadden dan de
mogelijkheid te scheppen om Afrikaan-
sche troepen in een Spaansche haven te
ontscheppen en per trein naar Frankrijk
te vervoeren, waardoor de gevaren en het
tijdverlies van een zeereis aanzienlijk
verminderd worden. Wanneer Spanje de
bondgenoot van Frankrijk wordt, staan
Frankrijk ook de havens van de Balearen
ter beschikking, zoodat de Fransche
koopvaardijschepen in het westen van de
Middellandsche Zee zoover als mogelijk
is tegen aanvallen uit het oosten zijn be
schermd.
HENDERSON LEGT HET
LEIDERSCHAP VAN DE ENGELSCHE
ARBEIDERSPARTIJ NEER.
Naar Reuter meldt, heeft Henderson
aan de parlementaire arbeiderspartij
meegedeeld, dat hij zijn functie als leider
van de partij neerlegt, doch seretaris blij
ven zal. Hij zet in zijn brief uiteen, dat
de functies van voorzitter van de ontwa
peningsconferentie, leider en secretaris
van de partij een te zwaren last voor een
mensch vormen en verzoekt daarom
terug te keeren tot het oude gebruik om
den voorzitter van de parlementaire ar
beiderspartij tevens als leider van de
partij te beschouwen. Dat wil dus zeggen,
dat Lansbury voortaan tevens partijlei
der zou zijn.
TARIEFONDERHANDELINGEN MET
DE SCANDINAVISCHE
LANDEN.
De Engelsche regeering wenscht
zoo spoedig mogelijk besprekin
gen.
Reuter's diplomatieke medewerker ver
nam Dinsdag op het departement van
buitenlandsche zaken, dat de Britsche re
geering uitnoodigingen heeft doen toe
komen aan de Deensche, de Noorsche en
de Zweedsche regeering om te Londen
besprekingen te openen inzake de tarie
ven. De Britsche regeering zal de gele
genheid voor dergelijke besprekingen
gaarne aangrijpen op het vroegste oogen-
blik dat deze regeeringen schikt.
Met de Argentijnsche regeering wor
den de besprekingen over hetzelfde on
derwerp voortgezet.
De besprekingen, welke afzonderlijk
zullen worden gehouden, zullen naar ver
wacht wordt, binnen enkele weken be
ginnen. Naar men gelooft, zal de quaestie
van een'herziening der verdragen niet
aan de orde worden gesteld, maar zal
men eenvoudig trachten tot overeenstem
ming te komen binnen het kader der te
genwoordige handelsverdragen.
DE VIERMOGENDHEBEN-
CONFERENTIE.
Duitschland weigert nogmaals
Genève.
Von Neurath, minister van buitenland
sche zaken, heeft een nieuwe uitnoodiging
van Newton, den Engleschen zaakgelas
tigde te Berlijn, om de viermogendheden-
conferentie te Genève te houden, van de
hand gewezen.
DE OVEREENKOMSTEN VAN
OTTAWA IN HET CANABEESCHE
PARLEMENT.
Mackenzie Kin", de aanvoerder van de
oppositie in het Canadeesche Lagerhuis,
heeft een amendement aangekondigd op
het ontwerp wet voor de ratificatie voor de
overeenkomsten van Ottawa. Dit amende
ment veroordeelt de overeenkomsten, die
de beschermende tarieven zouden vermeer
deren, welke toch al zoo hoog zijn, en het
gispt de maatregelen, die Canada beletten
voor een tijd van vijf jaar handelsverdra
gen te sluiten met vreemde mogendheden.
Duitschland heeft bjj monde van den
minister van Landbouw, Braun, een
nieuw stelsel van contingenteeringen op
geworpen, dat als uitgangspunt zou kun
nen hebben gediend om afzonderlijke
overeenkomsten met de verschillende
Staten te sluiten. Het denkbeeld van de
voor-crisisperiode om door meestbegun-
stiging den wereldhandel te verlevendi
gen, zou dan worden vervangen door pre-
ferentieele overeenkomsten tusschen Staat
en Staat, welke preferentie vanzelfspre
kend zou steunen op compensatie. Dit
principe begint algemeen veld te winnen
en gezien de huidige economische ver
starring, zou het een practisch begin
kunnen vormen om den wagen weer in
het gareel te brengen. Duitschland heeft
o.i. op zeer onhandige wijze dit tusschen-
doel trachten te bereiken. Binnenland-
sche en buitenlandsche politiek werden
aan de economische plannen gekoppeld en
daarmede heeft het land zijn voorstellen
tegelijkertijd getorpilleerd. Want van
alle zijden kwam felle oppositie. De goede
klanten van Duitschland, waaronder wij,
Italië, Spanje en Nederland rekenen om
niet van Denemarken, de Skandinavische
landen en de Oostzee-Staten te spreken,
hebben duidelijk doen uitkomen, dat zij
niet op den import van Duitsche goede
ren gesteld waren, wanneer omgekeerd
hun producten zouden worden geweerd.
Wij hebben een officieuzen boycot steeds
onverstandig gevonden en wij vinden het
gelukkig, dat ons land de kat de bel niet
heeft aangebonden. Want ook zonder boy
cot-beweging, die kwaad bloed zou heb
ben gezet en later tot revanche aanlei
ding had kunnen geven, bestaat er een
niet onaardige kans, dat van al die plan
nen niets zal kunnen komen. Immers, de
Duitsche industrie verzet er zich met
hand en tand "tegen en dit is volkomen te
begrijpen. Aan de eene zijde steunt de
Duitsche regeering, tenminste, wanneer
de economische politiek zou worden uit
gevoerd, den landbouw, maar aan de an
dere zijde breekt zij haar basis om een
bedrijfsherstel teweeg te brengen, even
hard weer af. Een kwijnende industrie
doet de werkloosheid vergrooten met alle
consequenties daaraan verbonden en
maakt de betalingsbalans op een gegeven
moment passief, wat de positie van den
Mark in het internationale verkeer af
breuk doet. De Mark is toch al op een
wankel fundament opgebouwd en er is
weinig noodig om een nieuwe financieele
debacle in Duitschland te ontketenen. Dat
Rijksdag-president Luther met kracht
gewaarschuwd heeft tegen gevaarlijke
experimenten, is begrijpelijk.
De Mark steunt meer op het alge
meene bedrijfsleven dan op den landbouw
en het argument, dat contingenteering de
betalingsbalans doet verbeteren, omdat er
minder ingevoerd wordt en er dus ook
minder te betalen valt, kan worden ont
zenuwd door de bewering, dat dezelfde
betalingsbalans weer slechter zal wor
den, zoodra de export verder gaat hokken.
De practijk zal hebben uit te maken,
waarheen de balans zal overslaan; weegt
het voordeel van landbouwbeschermlng
op tegen het nadeel van industrie export
vermindering? Men weet dit niet, want
eerst de ervaring zal hier een beslissing
kunnen brengen. Industrie en bankwezen
willen geen contingenteeringde land
bouw eischt die. Deze krachten zullen
elkander gaan bestrijden en het blijft een
open vraag, wie het zal winnen. Von
Braun? Of de vertegenwoordigers en de
aanhangers van industrieele bedrijvige
heid?
Het is deze strijd, die op het moment in
Duitschland moet worden uitgevochten;:
de regeering overweegt uitstel der beslist
sing tot na de verkiezingen. Naar buiten
zijn nog geen definitieve maatregelen ge*
nomen en de Regeering spreekt de ge*
ruchten tegen, die hieromtrent de ronde:
doen. Zekerheid bestaat dus te dezen op*
zichte niet en daarom doet Nederland!
goed, wanneer zij zich instelt op het door
Duitschland in practijk brengen van haar
economische dreiging. Geschiedt het niet,
welnu dan mag men het een meevallef,
noemen; zet Von Braun zijn denkbeelden
door, dan heeft men zich er op geprepa*
reerd en de teleurstelling is er minder
om.
Wij moeten onzen export zien te ver*
grooten. Vermoedelijk ligt een weg open
via Engeland, misschien niet. Het bezoek
van den Engelschen kroonprins heeft)
uiterlijk slechts de kennismaking mei
Nederland gegolden; de Prins golfde in
den regen, hij deed inkoopen in winkels,
die hem toelachten, hij heeft musea ge*
zien en hij heeft zich op de hem bekende
wijze geamuseerd. Dit neemt niet weg, dat
er voldoende tijd is geweest om ook an*
dere aangelegenheden te bespreken en
daaromtrent is niets uitgelekt. De Prins
van Wales heeft zich de laatste jaren te
veel ingesteld op het denkbeeld het En
gelsche afzetgebied te vergrooten, dat hij
ongetwijfeld daaraan gedacht heeft toen
hij den Nederlandschen bodem betrad.
Laten wij hopen, dat zich in die richting
iets goeds gaat ontwikkelen, al stemt het'r
geen omtrent Ottowa bekend is, nog niet
erg hoopvol.
Verder moeten wij onderhandelingen
met „geld-arme" Staten beginnen om doo®
compensatie een afzetgebied te scheppen.
In een onzer vorige artikelen hebben wij
in dit verband op onze onderhandelingen'
met Polen gewezen. Dit is eveneens een
stap in de goede richting!
Ongeveer 15 pet.
Naar het „Leklsch Dbl." verneemt, zal
de verlaging van de tarieyen der algemeene
Noorder-, Zuidergroep- en traject-abonne
mentskaarten, w.o. ook de schoMerkaarten,
ree-d's met Januari ingaan. De verlaging zal
ongeveer 15 pet. bedragen.
De verlaging der andere plaatsbewijzen,
w.o. ook de eendaagsche retourkaarten, zal
ongeveer in Maart plaats hebben.
DE STEUN AAN DEN TUINBOUW.
Alleen aan voor export geschikte
producten.
Naar de „Stand." verneemt, kan het wets
ontwerp tot steun aan den tuinbouw zeer
spoedig worden verwacht. Het moet in de
door
E. PHILLIPS OPPENHEIM.
„Neen, u behoeft me niet te wantrou
wen," zeide hij, „mijn doel is niet om u
fan de zoogenaamde liefdadigheid over
te leveren. Ik veronderstel dat u buiten
betrekking bent. Wat bent u van uw be-
f'oep?"
|.i Eerst aarzelde Bliss nog even.
|j „Chauffeur," antwoordde hij toen.
r „Hoe komt het, dat u buiten betrekking
I bent?" ging het jongmensch door. „Heeft
te een getuigschrift? Of heeft u misschien
in den laatsten tijd in moeilijkheden ver
leerd?"
„Neen, ik heb nooit in moeilijkheden
[verkeerd," zeide" Bliss, „als u met die uit
drukking tenminste bedoelt of ik wel
eens in de gevangenis gezeten heb. Maar
Jk heb zonder voorbereiding plotseling
moeten aanpakken. Ik heb een baantje bij
Be Sun Motor Company gehad, maar die
fe geliquideerd. Daarna is het me alleen
gelukt, zoo nu en dan eens werk te krij
gen."
„Misschien kan ik u wel helpen," zeide
bet jongmensch op een bemoedigenden
.loon. „U heeft blijkbaar wel ondervinding
opgedaan, dat een baantje vinden hier
niet erg gemakkelijk is. Maar hoe denkt
u over 't buitenland?"
„Wat, 't buitenland?"
„Ja, luister eens. 't Is duidelijk genoeg
te zien, dat U een man van opvoeding
bent, wien het in de wereld tegengeloo-
pen is. Het hoe en waarom, gaat me niet
aandat kan ons trouwens ook niets
schelen. Mijn naam is Miles. En ik ben
lid van een vereeniging, die we genoemd
hebben: Vereeniging tot bevordering van
emigratie naar Canada. Doe me een ge
noegen en beschouw het niet als een
liefdadige instelling. Wij zijn begonnen
met een flink kapitaal en ons doel is, om
menschen, die het werkelijk verdienen,
uit te zenden naar Canada. Ze krijgen
een uitrusting van ons en we betalen den
owertocht; bij hun aankomst worden ze
dan opgewacht door onzen agent, wiens
werk het is om te zorgen, dat ze zoo gauw
mogelijk een passende betrekking krij
gen. Zoudt u er niets voor voelen?"
„Laat ik beginnen met te zeggen," ant
woordde Bliss, „dat ik heel graag wat
meer van uw vereeniging zou willen
weten".
De jonge man haalde een brochure uit
zijn zak en overhandigde haar aan Bliss,
die het kleine boekje zorgvuldig in zijn
binnenzak stak.
„En nu mijn opinie," zeide hij, terwijl
hjj iets rechterop ging zitten. „Voor mij
is het niets, maar het lijkt me een heel
sympathieke instelling. Ik moet hier blij
ven en over niet al te langen tijd weet ik
positief, dat mijn omstandigheden ver
anderen zullen. Zelf heb ik uw hulp dan
ook niet noodig. Maar naderhand zal ik
heel graag eens op dit gesprek terug
komen. Vindt u goed, dat ik u eens kom
opzoeken? Waarschijnlijk kan ik het
adres van het kantoor wel in de brochure
vinden?"
De jonge man knikte.
„U bent een eigenaardig type," zeide
hij nieuwsgierig. ,-,Hoe kunt u nu zoo po
sitief zeggen, dat uw omstandigheden
juist ten goede veranderen zullen?"
„Omdat ik het heel zeker weet."
,,'t Is toch niet maar een verkleedpartij
van u? Voor een krant of zoo iets?"
Bliss schudde het hoofd.
„Neen," zeide hij, „mijn armelijk uit
zien is geen pose, maar het is gelukkig
niet voor lang. Ik zou er een eind aan
kunnen maken, als ik dat wilde, maar ik
wil het niet. Ziezoo! Het lijkt wel of het
langzamerhand dag begint te worden.
Dan ga ik eens opstappen."
De jonge man kuchte even verlegen.
„Als we de vereeniging nu eens uit
schakelen," begon hij,, „zoudt u dan een
kleinigheid.
„In den vorm van een kop koffie,
graag," viel Bliss hem in de rede.
„Ja, dat is een goed idee," zeide 3e
ander. „Laten we dan samen gaan."
Ze gingen naar een stalletje op den
hoek van de straat en dronken ieder
twee koppen van den heeten, smakelijken
drank leeg. Daarna stek Bliss zijn nieu
wen vriend de hand toe.
„Ik vind het heel prettig, dat ik kennis
met u gemaakt heb," zeide hij hartelijk.
„En nog wel bedankt voor de koffie.
Binnenkort zal ik nog wel eens wat van
me laten hooren."
Met een vertoon van opgewektheid wan
delde Bliss weg. Automatisch ging hij den
kant uit van het meest bekende bureau
van werkverschaffing en ging voor de
zooveelste maal in de rij staan. Maar hij
had nog geen vijf minuten staan rond
kijken, toen een van de bedienden naar
buiten kwam en een nieuwe aankondi
ging op het houten bord vaststek. Tege
lijk met alle aanwezigen las Bliss het
nieuwe bericht, maar nauwelijks drongen
de eerste woorden tot hem door, of hij
kreeg een schok van vreugde. Zeven om-
nibusohauffeurs werden gevraagd per
soonlijke aanmelding aan het hoofdkan
toor. Door een beweging achter hem, be
merkte Bliss, dat de eerste sollicitant al
op weg naar het genoemde hoofdkantoor
was. Hij haalde even diep adem en ren
de zoo hard hq kon achter hem aan. Toen
hij buiten adem op de plaats van bestem
ming aankwam, merkte hjj, dat er al vijf
mannen voor hem waren, die door den
chef-bestuurder ondervraagd werden.
Toen de beurt aan hem kwam, monsterde
de man hem van top tot teen, keek ver
volgens vluchtig zijn getuigschriften
door en bleef toen gedurende eenige
oogenblikken besluiteloos zoor zich uit
i kijken.
„Wel eens met een bus gereden?" vroeg
i hij toen plotseling kortaf.
„Nooit," moest Bliss toegeven, terwijl
hji een gevoel kreeg alsof hij met dat
eene woord alle kans op succes afsneed.
„Maar wel met bijna alle andere soorten
wagens. U kunt dus wel begrijpen, dat
ik dit best aandurf."
De chef-bestuurder schreef iets op een
stukje papier.
„Dat is voor den proefrit," zeide hj^i
„Gaat u hiermee maar naar de binnen
plaats hierachter, daar staat omnibus no.
4, rijd daarmee naar Golder's Green en
terug en breng me het rapport."
Bliss deed wat hem gezegd was. Op de
binnenplaats vond hij de „bus" met een
joviaal uitzienden instructeur. Zijn vin
gers trilden, toen hij op de plaats van den
bestuurder ging zitten.
„Laat je maar niet van de wijs bren
gen, jongmensch," zeide de man naast
hem. „Het lijkt moeilijker dan het is. Als
je hem maar goed in de hand houdt."
Bliss keek hem even dankbaar aan.
Gelukkig waren de straten nog leeg, zoo
dat de eerste proefrit, waartegen hij heel
erg had opgezien, buiten verwachting
goed afliep. Aan het einde van den rit
vulde de instructeur zijn kaart in en
overhandigde haar aan Bliss, die ermee
naar den chef-bestuurder ging. Om negen
uur was zijn rijbewijs in orde en zat hij
op een omnibus met de route Golder's
GreenWaterloo. Zesmaal moest hij in
den loop van den dag dien afstand afleg
gen en alle zes de keeren bracht hij het
zonder ongeluk eraf. Toen hij na zijn
laatsten rit van zijn hoogen zitplaats
afklom, voelde hij zich zoo opgewonden
als het maar zjjn kon, ofsohoon zijn hoofd
hem pijn deed en zijn vingers zonder
eenig gevoel waren. Regelrecht stapte
hij op den chef-bestuurder af.
„Ik heb u nog vergeten te vragen, wat
h?t loon was." zeide hij.
De man fc.gon te lachen.
..Nu dat m?a t gc'ukkv» geen verschil",
antwoord'! hji ..''0 shilling.
En daar h. ngt het boeteniqst >e.
^7-ou het misschien mogelijk zijn, dat
ik een klein voorschot kreeg?"
Een paar oogenblikken lang keek de
chef-bestuurder hem oplettend aan. Toen1
stak hij zijn hand in zijn broekzak.
„Hier heb je vijf shilling, jongmensch",
zeide hij. „Maar denk er om, dat ik ze
je uit mijn eigen zak geleend heb. 't Is
tegen de voorschriften van de maatschap
pij om voorschotten te geven."
„Dank u wel," zeide Bliss opgelucht.
Na eenig zoeken vond Bliss een klein ka
mertje op de bovenste verdieping van een
groot blok huizen in Oxford Street. Dien
nacht sliep hij zoo goed, dat hij den vol
genden morgen den afstand van Oxford
Street naar de garage hard hollend moest
afleggen om op tijd op 't appèl te zijn.
Weer reed hij met zijn bus weg, gezeten
op zijn hooge zitplaats, v an waaraf ge
zien Londen zulk een geheel anderen
indruk op hem maakte. Tegen den mid
dag begon het te regenen en het duurde
niet lang of de asphaltbestrating begon
glibberig te worden. Eén of tweemaal
voelde hij den grooten auto onder zich
slippen, zonder dat hij het verhinderen
kon. Tegen het einde van zijn werktijd
begon hij te merken hoeveel inspanning
deze dag hem gekost had. En toen hij
te zamen met den conducteur het kantoor
afkwam keek deze hem onderzoekend
aan.
„Je ziet een beetje pips, Ernie, kerel
tje." zeide hij vaderlijk. „Maar je be
hoeft je heusch niet zoo druk te maken.
Je hebt het er vandaaag netjes afge
bracht."
(Wordt vervolgd.)