Rijk en geen geld. IS ALTIJD GOEDKOOPER NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA BEDENKT DUITSCHLAND ZICH? No. 7186. EERSTE BLAD DONDERDAG 20 OCTOBER 1932 60ste JAARGANG Buitenlandsch overzicht. Het einde van de 13e vergadering van den Volkenbond. Het Belgische kabinet afgetreden. - De mislukte onder handelingen tusschen Engeland en Ierland. - Het conflict in Lancashire in een kritiek stadium. - Engeland zegt het handelsverdrag met Rusland op. OOK VOOR DAMES-CONFECTIE De tariefsverlaging bij de spoorwegen. FEUILLETON LDERSCHE COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 1 2.10, idem per :1 en overige landen f 3.20. Losse nos. 4ct.;fr.p.p. 6 et. Zondagsblad f 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1.—Modeblad resp. f 1.20, fl.30, fl.30, fl.70. mail resp Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 4-12 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewjjsno. 4 ct. De 13e zitting van den Volkenbond is Maandag gesloten, zooals men in ons num mer van Dinsdag heeft kunnen lezen, met een optimistische redevoering van Poli- tis. Het was een van de meest onbelang rijke zittingen van de Assemblée, omdat de twee groote vraagstukken: beperking van bewapening en het einde van den eeonomischen oorlog, ter behandeling naar bizondere conferenties zijn ver wezen. De „Nw. Rott. Crt." schrijft: Het is goed voor den Volkenbond, dat hij deze twee uitermate critieke kwesties heeft kunnen overdragen aan een ver gadering, die door deelneming van Ame rika en Rusland nog veel meer dan de Bond zelf de heele wereld vertegenwoor digt. Want op beide conferenties zijn con flicten mogelijk, wier spanning de Vol kenbond ternauwernood zou kunnen weerstaan. In hoever de oeconomische conferentie in dit opzicht gevaren zal op leveren moet de tijd leeren, maar in ieder geval brengt zij reeds het huiveringwek kende risico mee. van een mislukking. Van de ontwapeningsconferentie weten wij door de houding van Duitschland reeds, dat de kans van uiteen te spatten voor haar niet gering is. Door de dele gatie van het onderwerp naar een confe rentie, welke ook hen omvat die een mis lukking gaarne tegen Genève zouden hebben uitgespeeld, moge de Volkenbond zich aan den inmiddellijken luchtdruk van een dergelijke ontploffing onttrokken hebben, als zij nog mocht plaats vinden zal de Bond er toch weinig minder ge ducht door gehavend worden. De ontwa peningsconferentie is een uiterste kracht- troef voor Genève, die niet mag misluk ken, al lijkt het ons voorbarig van een nnslukking doodelijke resultaten te voor- fpellen. Er is veel vallen en opstaan in e wereld, en -levensgeesten kunnen heel taai zijn! Het Belgische kabinet is afgetreden. pit bericht komt niet als een donderslag ;bij helderen hemel. De laatste weken hing er steeds de dreiging van de komende prisis en nu Dinsdagavond heeft het ge- heele kabinet ontslag genomen. Om vijf Uur begaf de minister-president, Renkin, Zich naar het Koninklijk Paleis te Laeken en deelde aan koning Albert mede, dat het geheele kabinet van plan was af te te-eden. De koning moet Renkin gevraagd nebben tot daags voor de nieuwe verkie zing aan het bewind te blijven, doch de minister-president, die zich tot het eind ioe met hardnekkigheid tegen een even-| tueele ontbinding van het parlement is. iplijven verzetten, meent niet de rechte flian te zijn om de nieuwe verkiezingen i yoor te bereiden. De Nw. Rott. Crt. veronderstelt dat een overgangskabinet zal worden samen- J gesteld en dat tegelijkertijd het ontbin^ öingsbesluit in de Staatscourant zal ver- pohijnen. I De mislukte onderhandelingen tus- Bcfilen Engeland en Ierland zijn Dinsdag Ijl 't Engelsche Lagerhuis ter sprake ge- jbmen. Minister Thomas heeft daar een ^uiteenzetting gegeven van de dezer da gen gevoerde onderhandelingen met de lersche ministers en de reden van hun mislukking. In een lang exposé had de Valera de geldigheid van de verdragen van 1923 en '26 ontkend, waaruit volgens hem volgde dat Ierland de landrenten juridisch niet schuldig was. Het lersche standpunt was verder, dat nooit een definitieve afreke ning tusschen Engeland en Ierland had plaats gehad en de Valera wilde wel nu een nieuwe financieele overeenkomst aangaan. Hij kwam daarbij tot fantasti sche cijfers van wat Engeland aan Ier land schuldig zou zijn, doordat de Ieren in de eerste_ plaats sinds de Act of Union van 1801, die beide landen aan elkaar verbond, veel te veel belasting hadden be taald, en verder had hij in algemeene termen gesproken van een verlies van honderden miljoenen ponden voor Ier land door het plotseling loslaten van den gouden standaard door Engeland. Na deze uiteenzetting, die de Valera blijkbaar als ernstig bedoeld had, bestond er voor de Engelsche ministers geen re den de besprekingen voort te zetten. De Valera had ten slotte gezegd, dat de eenige afdoende oplossing voor de toe komstige betrekkingen van Engeland tot Ierland z.i. bestond in de stichting van een vereenigde lersche Republiek met een of ander verband met het Britsche rijk. De Ontwapeningsconferentie wordt voortgezet. MacDonal: Hier breng ik uw dochter terug". Mevrouw Volkenbond: „In zoo'n treuri- gen toestand?" („Riire"). Het conflict in de katoenspinnerijen in Lancashire schijnt in een kritiek stadium te zijn gekomen. De officieele mededee- lingen omtrent den loop van de bespre kingen spreken althans van zeer ernstige moeilijkheden, die nog uit den weg moe ten worden geruimd. Naar de Manchester Guardian meldt, vreest men voor een mislukking van de pogingen tot bemiddeling, zoodat een sluiting van de bedrijven dreigt, zoodra aan het einde dezer week de termijn voor de huidige loonschalen ten einde is. Er is wel overeenstemming bereikt omtrent bepaalde looncategoriën, zoomede om trent bepaalde arbeidsvoorwaarden. Ove rigens heerscht aan beide kanten achter docht en wantrouwen, wat de pogingen tot bemiddeling van Loggett, den regee- ringsvertegenwoordiger, bijzonder ver- Voor het vertrek naar de Ontwapenins- conferentie. („Isvestia"). zwaard. De arbeiders schijnen van mee ning te zijn, dat de ondernemers hun eischen in verband met het mogelijke herstel van de 48-urige arbeidsweek niet duidelijk genoeg omschreven. De groot ste moeilijkheid schijnt echter de loon- korting te vormen. De ondernemers staan op een verlaging van 81/2 pet., over eenkomstig de verlaging bij de katoen weverijen. Als de partijen zich vandaag niet verzoenlijker toonen, moet het tot een afbreken van de onderhandelingen en een definitief conflict komen. Engeland zegt het handelsverdrag met Rusland op. Behalve de mededeelin- gen, die minister Thomas deed over de mislukte onderhandelingen met Ierland, waarover we hierboven schreven, heeft hij ook nog meegedeeld, dat de Engelsche regeering het voorloopige handelsver drag met Rusland, van 16 April 1930, had opgezegd. Thomas verklaarde, dat de Engelsche regeering het belang inzag van het hand haven van de uitwerking der preferenties van Ottawa tegen stappen van een vreemd land, die de bedoeling van de preferen ties zouden kunnen te niet doen. Dit be ginsel was vastgesteld in art. 21 van de overeenkomst met Canada. Dit noodzaak te de Engelsche regeering het zichzelf mogelijk te maken om invoer van goede ren uit een vreemd land te verbieden. En daarom moet de tijdelijke handelsovereen komst met Rusland opgezegd worden, die den Sowjethandel de meestbegunstigings- clausule toestond. In een nota aan den Russischen zaak gelastigde is Maandag de opzegging met zes maanden, overeenkomstig de bepalin gen van het verdrag, bekend gemaakt, waaraan werd toegevoegd, dat de Engel sche regeering er zeer op gesteld blijft, om den handel met Rusland te bevorde ren, waartoe zij zoo spoedig mogelijk be sprekingen wenscht te houden. HET VEILIGHEIDSVRAAGSTUK. De voorgestelde internationale wapendepots in Spanje. De Parijsche correspondent van de „Daily Mail" schrijft in een arrest over het door Frankrijk voorgestelde inter nationale wapendepot in Spanje ten be hoeve van den Volkenbond, dat achter dit plan meer schuilt dan men op het eerste gezicht merkt. De schrijver wijst o.a. op de Fransche plannen om de uit breiding der Spaansche spoorwegen, die niet al te best gingen, met Fransch geld te steunen, welke volgens den schrijver geen andere strekking hadden dan de mogelijkheid te scheppen om Afrikaan- sche troepen in een Spaansche haven te ontscheppen en per trein naar Frankrijk te vervoeren, waardoor de gevaren en het tijdverlies van een zeereis aanzienlijk verminderd worden. Wanneer Spanje de bondgenoot van Frankrijk wordt, staan Frankrijk ook de havens van de Balearen ter beschikking, zoodat de Fransche koopvaardijschepen in het westen van de Middellandsche Zee zoover als mogelijk is tegen aanvallen uit het oosten zijn be schermd. HENDERSON LEGT HET LEIDERSCHAP VAN DE ENGELSCHE ARBEIDERSPARTIJ NEER. Naar Reuter meldt, heeft Henderson aan de parlementaire arbeiderspartij meegedeeld, dat hij zijn functie als leider van de partij neerlegt, doch seretaris blij ven zal. Hij zet in zijn brief uiteen, dat de functies van voorzitter van de ontwa peningsconferentie, leider en secretaris van de partij een te zwaren last voor een mensch vormen en verzoekt daarom terug te keeren tot het oude gebruik om den voorzitter van de parlementaire ar beiderspartij tevens als leider van de partij te beschouwen. Dat wil dus zeggen, dat Lansbury voortaan tevens partijlei der zou zijn. TARIEFONDERHANDELINGEN MET DE SCANDINAVISCHE LANDEN. De Engelsche regeering wenscht zoo spoedig mogelijk besprekin gen. Reuter's diplomatieke medewerker ver nam Dinsdag op het departement van buitenlandsche zaken, dat de Britsche re geering uitnoodigingen heeft doen toe komen aan de Deensche, de Noorsche en de Zweedsche regeering om te Londen besprekingen te openen inzake de tarie ven. De Britsche regeering zal de gele genheid voor dergelijke besprekingen gaarne aangrijpen op het vroegste oogen- blik dat deze regeeringen schikt. Met de Argentijnsche regeering wor den de besprekingen over hetzelfde on derwerp voortgezet. De besprekingen, welke afzonderlijk zullen worden gehouden, zullen naar ver wacht wordt, binnen enkele weken be ginnen. Naar men gelooft, zal de quaestie van een'herziening der verdragen niet aan de orde worden gesteld, maar zal men eenvoudig trachten tot overeenstem ming te komen binnen het kader der te genwoordige handelsverdragen. DE VIERMOGENDHEBEN- CONFERENTIE. Duitschland weigert nogmaals Genève. Von Neurath, minister van buitenland sche zaken, heeft een nieuwe uitnoodiging van Newton, den Engleschen zaakgelas tigde te Berlijn, om de viermogendheden- conferentie te Genève te houden, van de hand gewezen. DE OVEREENKOMSTEN VAN OTTAWA IN HET CANABEESCHE PARLEMENT. Mackenzie Kin", de aanvoerder van de oppositie in het Canadeesche Lagerhuis, heeft een amendement aangekondigd op het ontwerp wet voor de ratificatie voor de overeenkomsten van Ottawa. Dit amende ment veroordeelt de overeenkomsten, die de beschermende tarieven zouden vermeer deren, welke toch al zoo hoog zijn, en het gispt de maatregelen, die Canada beletten voor een tijd van vijf jaar handelsverdra gen te sluiten met vreemde mogendheden. Duitschland heeft bjj monde van den minister van Landbouw, Braun, een nieuw stelsel van contingenteeringen op geworpen, dat als uitgangspunt zou kun nen hebben gediend om afzonderlijke overeenkomsten met de verschillende Staten te sluiten. Het denkbeeld van de voor-crisisperiode om door meestbegun- stiging den wereldhandel te verlevendi gen, zou dan worden vervangen door pre- ferentieele overeenkomsten tusschen Staat en Staat, welke preferentie vanzelfspre kend zou steunen op compensatie. Dit principe begint algemeen veld te winnen en gezien de huidige economische ver starring, zou het een practisch begin kunnen vormen om den wagen weer in het gareel te brengen. Duitschland heeft o.i. op zeer onhandige wijze dit tusschen- doel trachten te bereiken. Binnenland- sche en buitenlandsche politiek werden aan de economische plannen gekoppeld en daarmede heeft het land zijn voorstellen tegelijkertijd getorpilleerd. Want van alle zijden kwam felle oppositie. De goede klanten van Duitschland, waaronder wij, Italië, Spanje en Nederland rekenen om niet van Denemarken, de Skandinavische landen en de Oostzee-Staten te spreken, hebben duidelijk doen uitkomen, dat zij niet op den import van Duitsche goede ren gesteld waren, wanneer omgekeerd hun producten zouden worden geweerd. Wij hebben een officieuzen boycot steeds onverstandig gevonden en wij vinden het gelukkig, dat ons land de kat de bel niet heeft aangebonden. Want ook zonder boy cot-beweging, die kwaad bloed zou heb ben gezet en later tot revanche aanlei ding had kunnen geven, bestaat er een niet onaardige kans, dat van al die plan nen niets zal kunnen komen. Immers, de Duitsche industrie verzet er zich met hand en tand "tegen en dit is volkomen te begrijpen. Aan de eene zijde steunt de Duitsche regeering, tenminste, wanneer de economische politiek zou worden uit gevoerd, den landbouw, maar aan de an dere zijde breekt zij haar basis om een bedrijfsherstel teweeg te brengen, even hard weer af. Een kwijnende industrie doet de werkloosheid vergrooten met alle consequenties daaraan verbonden en maakt de betalingsbalans op een gegeven moment passief, wat de positie van den Mark in het internationale verkeer af breuk doet. De Mark is toch al op een wankel fundament opgebouwd en er is weinig noodig om een nieuwe financieele debacle in Duitschland te ontketenen. Dat Rijksdag-president Luther met kracht gewaarschuwd heeft tegen gevaarlijke experimenten, is begrijpelijk. De Mark steunt meer op het alge meene bedrijfsleven dan op den landbouw en het argument, dat contingenteering de betalingsbalans doet verbeteren, omdat er minder ingevoerd wordt en er dus ook minder te betalen valt, kan worden ont zenuwd door de bewering, dat dezelfde betalingsbalans weer slechter zal wor den, zoodra de export verder gaat hokken. De practijk zal hebben uit te maken, waarheen de balans zal overslaan; weegt het voordeel van landbouwbeschermlng op tegen het nadeel van industrie export vermindering? Men weet dit niet, want eerst de ervaring zal hier een beslissing kunnen brengen. Industrie en bankwezen willen geen contingenteeringde land bouw eischt die. Deze krachten zullen elkander gaan bestrijden en het blijft een open vraag, wie het zal winnen. Von Braun? Of de vertegenwoordigers en de aanhangers van industrieele bedrijvige heid? Het is deze strijd, die op het moment in Duitschland moet worden uitgevochten;: de regeering overweegt uitstel der beslist sing tot na de verkiezingen. Naar buiten zijn nog geen definitieve maatregelen ge* nomen en de Regeering spreekt de ge* ruchten tegen, die hieromtrent de ronde: doen. Zekerheid bestaat dus te dezen op* zichte niet en daarom doet Nederland! goed, wanneer zij zich instelt op het door Duitschland in practijk brengen van haar economische dreiging. Geschiedt het niet, welnu dan mag men het een meevallef, noemen; zet Von Braun zijn denkbeelden door, dan heeft men zich er op geprepa* reerd en de teleurstelling is er minder om. Wij moeten onzen export zien te ver* grooten. Vermoedelijk ligt een weg open via Engeland, misschien niet. Het bezoek van den Engelschen kroonprins heeft) uiterlijk slechts de kennismaking mei Nederland gegolden; de Prins golfde in den regen, hij deed inkoopen in winkels, die hem toelachten, hij heeft musea ge* zien en hij heeft zich op de hem bekende wijze geamuseerd. Dit neemt niet weg, dat er voldoende tijd is geweest om ook an* dere aangelegenheden te bespreken en daaromtrent is niets uitgelekt. De Prins van Wales heeft zich de laatste jaren te veel ingesteld op het denkbeeld het En gelsche afzetgebied te vergrooten, dat hij ongetwijfeld daaraan gedacht heeft toen hij den Nederlandschen bodem betrad. Laten wij hopen, dat zich in die richting iets goeds gaat ontwikkelen, al stemt het'r geen omtrent Ottowa bekend is, nog niet erg hoopvol. Verder moeten wij onderhandelingen met „geld-arme" Staten beginnen om doo® compensatie een afzetgebied te scheppen. In een onzer vorige artikelen hebben wij in dit verband op onze onderhandelingen' met Polen gewezen. Dit is eveneens een stap in de goede richting! Ongeveer 15 pet. Naar het „Leklsch Dbl." verneemt, zal de verlaging van de tarieyen der algemeene Noorder-, Zuidergroep- en traject-abonne mentskaarten, w.o. ook de schoMerkaarten, ree-d's met Januari ingaan. De verlaging zal ongeveer 15 pet. bedragen. De verlaging der andere plaatsbewijzen, w.o. ook de eendaagsche retourkaarten, zal ongeveer in Maart plaats hebben. DE STEUN AAN DEN TUINBOUW. Alleen aan voor export geschikte producten. Naar de „Stand." verneemt, kan het wets ontwerp tot steun aan den tuinbouw zeer spoedig worden verwacht. Het moet in de door E. PHILLIPS OPPENHEIM. „Neen, u behoeft me niet te wantrou wen," zeide hij, „mijn doel is niet om u fan de zoogenaamde liefdadigheid over te leveren. Ik veronderstel dat u buiten betrekking bent. Wat bent u van uw be- f'oep?" |.i Eerst aarzelde Bliss nog even. |j „Chauffeur," antwoordde hij toen. r „Hoe komt het, dat u buiten betrekking I bent?" ging het jongmensch door. „Heeft te een getuigschrift? Of heeft u misschien in den laatsten tijd in moeilijkheden ver leerd?" „Neen, ik heb nooit in moeilijkheden [verkeerd," zeide" Bliss, „als u met die uit drukking tenminste bedoelt of ik wel eens in de gevangenis gezeten heb. Maar Jk heb zonder voorbereiding plotseling moeten aanpakken. Ik heb een baantje bij Be Sun Motor Company gehad, maar die fe geliquideerd. Daarna is het me alleen gelukt, zoo nu en dan eens werk te krij gen." „Misschien kan ik u wel helpen," zeide bet jongmensch op een bemoedigenden .loon. „U heeft blijkbaar wel ondervinding opgedaan, dat een baantje vinden hier niet erg gemakkelijk is. Maar hoe denkt u over 't buitenland?" „Wat, 't buitenland?" „Ja, luister eens. 't Is duidelijk genoeg te zien, dat U een man van opvoeding bent, wien het in de wereld tegengeloo- pen is. Het hoe en waarom, gaat me niet aandat kan ons trouwens ook niets schelen. Mijn naam is Miles. En ik ben lid van een vereeniging, die we genoemd hebben: Vereeniging tot bevordering van emigratie naar Canada. Doe me een ge noegen en beschouw het niet als een liefdadige instelling. Wij zijn begonnen met een flink kapitaal en ons doel is, om menschen, die het werkelijk verdienen, uit te zenden naar Canada. Ze krijgen een uitrusting van ons en we betalen den owertocht; bij hun aankomst worden ze dan opgewacht door onzen agent, wiens werk het is om te zorgen, dat ze zoo gauw mogelijk een passende betrekking krij gen. Zoudt u er niets voor voelen?" „Laat ik beginnen met te zeggen," ant woordde Bliss, „dat ik heel graag wat meer van uw vereeniging zou willen weten". De jonge man haalde een brochure uit zijn zak en overhandigde haar aan Bliss, die het kleine boekje zorgvuldig in zijn binnenzak stak. „En nu mijn opinie," zeide hij, terwijl hjj iets rechterop ging zitten. „Voor mij is het niets, maar het lijkt me een heel sympathieke instelling. Ik moet hier blij ven en over niet al te langen tijd weet ik positief, dat mijn omstandigheden ver anderen zullen. Zelf heb ik uw hulp dan ook niet noodig. Maar naderhand zal ik heel graag eens op dit gesprek terug komen. Vindt u goed, dat ik u eens kom opzoeken? Waarschijnlijk kan ik het adres van het kantoor wel in de brochure vinden?" De jonge man knikte. „U bent een eigenaardig type," zeide hij nieuwsgierig. ,-,Hoe kunt u nu zoo po sitief zeggen, dat uw omstandigheden juist ten goede veranderen zullen?" „Omdat ik het heel zeker weet." ,,'t Is toch niet maar een verkleedpartij van u? Voor een krant of zoo iets?" Bliss schudde het hoofd. „Neen," zeide hij, „mijn armelijk uit zien is geen pose, maar het is gelukkig niet voor lang. Ik zou er een eind aan kunnen maken, als ik dat wilde, maar ik wil het niet. Ziezoo! Het lijkt wel of het langzamerhand dag begint te worden. Dan ga ik eens opstappen." De jonge man kuchte even verlegen. „Als we de vereeniging nu eens uit schakelen," begon hij,, „zoudt u dan een kleinigheid. „In den vorm van een kop koffie, graag," viel Bliss hem in de rede. „Ja, dat is een goed idee," zeide 3e ander. „Laten we dan samen gaan." Ze gingen naar een stalletje op den hoek van de straat en dronken ieder twee koppen van den heeten, smakelijken drank leeg. Daarna stek Bliss zijn nieu wen vriend de hand toe. „Ik vind het heel prettig, dat ik kennis met u gemaakt heb," zeide hij hartelijk. „En nog wel bedankt voor de koffie. Binnenkort zal ik nog wel eens wat van me laten hooren." Met een vertoon van opgewektheid wan delde Bliss weg. Automatisch ging hij den kant uit van het meest bekende bureau van werkverschaffing en ging voor de zooveelste maal in de rij staan. Maar hij had nog geen vijf minuten staan rond kijken, toen een van de bedienden naar buiten kwam en een nieuwe aankondi ging op het houten bord vaststek. Tege lijk met alle aanwezigen las Bliss het nieuwe bericht, maar nauwelijks drongen de eerste woorden tot hem door, of hij kreeg een schok van vreugde. Zeven om- nibusohauffeurs werden gevraagd per soonlijke aanmelding aan het hoofdkan toor. Door een beweging achter hem, be merkte Bliss, dat de eerste sollicitant al op weg naar het genoemde hoofdkantoor was. Hij haalde even diep adem en ren de zoo hard hq kon achter hem aan. Toen hij buiten adem op de plaats van bestem ming aankwam, merkte hjj, dat er al vijf mannen voor hem waren, die door den chef-bestuurder ondervraagd werden. Toen de beurt aan hem kwam, monsterde de man hem van top tot teen, keek ver volgens vluchtig zijn getuigschriften door en bleef toen gedurende eenige oogenblikken besluiteloos zoor zich uit i kijken. „Wel eens met een bus gereden?" vroeg i hij toen plotseling kortaf. „Nooit," moest Bliss toegeven, terwijl hji een gevoel kreeg alsof hij met dat eene woord alle kans op succes afsneed. „Maar wel met bijna alle andere soorten wagens. U kunt dus wel begrijpen, dat ik dit best aandurf." De chef-bestuurder schreef iets op een stukje papier. „Dat is voor den proefrit," zeide hj^i „Gaat u hiermee maar naar de binnen plaats hierachter, daar staat omnibus no. 4, rijd daarmee naar Golder's Green en terug en breng me het rapport." Bliss deed wat hem gezegd was. Op de binnenplaats vond hij de „bus" met een joviaal uitzienden instructeur. Zijn vin gers trilden, toen hij op de plaats van den bestuurder ging zitten. „Laat je maar niet van de wijs bren gen, jongmensch," zeide de man naast hem. „Het lijkt moeilijker dan het is. Als je hem maar goed in de hand houdt." Bliss keek hem even dankbaar aan. Gelukkig waren de straten nog leeg, zoo dat de eerste proefrit, waartegen hij heel erg had opgezien, buiten verwachting goed afliep. Aan het einde van den rit vulde de instructeur zijn kaart in en overhandigde haar aan Bliss, die ermee naar den chef-bestuurder ging. Om negen uur was zijn rijbewijs in orde en zat hij op een omnibus met de route Golder's GreenWaterloo. Zesmaal moest hij in den loop van den dag dien afstand afleg gen en alle zes de keeren bracht hij het zonder ongeluk eraf. Toen hij na zijn laatsten rit van zijn hoogen zitplaats afklom, voelde hij zich zoo opgewonden als het maar zjjn kon, ofsohoon zijn hoofd hem pijn deed en zijn vingers zonder eenig gevoel waren. Regelrecht stapte hij op den chef-bestuurder af. „Ik heb u nog vergeten te vragen, wat h?t loon was." zeide hij. De man fc.gon te lachen. ..Nu dat m?a t gc'ukkv» geen verschil", antwoord'! hji ..''0 shilling. En daar h. ngt het boeteniqst >e. ^7-ou het misschien mogelijk zijn, dat ik een klein voorschot kreeg?" Een paar oogenblikken lang keek de chef-bestuurder hem oplettend aan. Toen1 stak hij zijn hand in zijn broekzak. „Hier heb je vijf shilling, jongmensch", zeide hij. „Maar denk er om, dat ik ze je uit mijn eigen zak geleend heb. 't Is tegen de voorschriften van de maatschap pij om voorschotten te geven." „Dank u wel," zeide Bliss opgelucht. Na eenig zoeken vond Bliss een klein ka mertje op de bovenste verdieping van een groot blok huizen in Oxford Street. Dien nacht sliep hij zoo goed, dat hij den vol genden morgen den afstand van Oxford Street naar de garage hard hollend moest afleggen om op tijd op 't appèl te zijn. Weer reed hij met zijn bus weg, gezeten op zijn hooge zitplaats, v an waaraf ge zien Londen zulk een geheel anderen indruk op hem maakte. Tegen den mid dag begon het te regenen en het duurde niet lang of de asphaltbestrating begon glibberig te worden. Eén of tweemaal voelde hij den grooten auto onder zich slippen, zonder dat hij het verhinderen kon. Tegen het einde van zijn werktijd begon hij te merken hoeveel inspanning deze dag hem gekost had. En toen hij te zamen met den conducteur het kantoor afkwam keek deze hem onderzoekend aan. „Je ziet een beetje pips, Ernie, kerel tje." zeide hij vaderlijk. „Maar je be hoeft je heusch niet zoo druk te maken. Je hebt het er vandaaag netjes afge bracht." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1