«JOH. MOS tweede blad *Ü)at witt XX HELDERSCHE COURANT VAN DONDERDAG 27 OCTOBER 1932. Stadsnieuws. Visscher ij. Stoomwasscherij „Snsui§nd( S¥le4 d@ „Utrecht" erop uit. y ws Licht op voor alle voertuigen: Wintertijd. Donderdag 27 Oct17.11 uur Vrijdag 28 17.09 Onze vroegere stadgenoote, mej. A. G. Bruijn, is te Amsterdam geslaagd voor het' le gedeelte apothekersexamen. -t— Bij het te 's-Gravenhage gehou den examen, slaagde voor radio-telegra fist ?i klasse, de heer C. M. de Jager, leerling van den radio-cursus, verbonden aan de Zeevaartschool te Den Helder. CRISIS-VARKENSWET. Wjj verwijzen belanghebbenden naar de advertentie in dit nummer, betreffen de huissiachting. MARINE-CONCERTEN. Da marine-concerten zullen, behoudens bijzondere omstandigheden, dezen winter gegeven worden in Casino op 2 Novem ber, 23 November, 21 December '32 en 18 Januari, 15 Februari en 22 Maart '33. Voor aanvragen betreffende abonne menten, toegang tot de concerten (bal- conplaatsen) a f 3, rechten inbegrepen, wende men zich tot den heer Delgorge, Hoofdgracht No. 27. EEN COLLECTE VOOR KINDEREN. Het is niet onze gewoonte de Kerst- collectes, uitgaande van de verschillende Zondagsscholen, in de stad onzer inwo ning, aan te bevelen. Dat wij hierbij een uitzondering maken voor de Zondags school in het Evangelisatiegebouw, Vijzel straat, vindt zijn oorzaak hierin dat deze Zondagsschool arbeidt onder veel kinde ren van min- of onvermogenden. De op brengst van de collecte is bestemd om de kinderen met Kerstfeest niet alleen ver snaperingen te bezorgen in den vorm van een boek en eenige lekkernijen, doch ook aan de armen kleeding uit te deelen en daarvoor is geld noodig, omdat er veel kinderen zijn, die daarvoor in aanmerking komen. Wanneer dus dezer dagen een van de damescollectrices bij u komt, stel haar dan niet teleur met een afwijzend „daar doe ik niet aan", of „o, ik geef aan mijn eigen Zondagsschool", doch verblijdt haar door in te teekenen op de lijst, of een gave te deponeeren in de gesloten bus. Het is voor een goed doel en uw geld zal wel worden besteed. „TOONKUNST". Afd. Den Helder. Dir. A. J. Leewens. Naar wij vernemen zal bovengenoemde afdeeling ter gelegenheid van de herden king van het 200-jarig geboortefeest van joseph Haydn, diens oratorium „Die Jahreszeiten" uitvoeren. Dit beroemde werk, door Haydn op 65- jarigen leeftijd gecomponeerd, heeft door de geheele wereld tal van triomphen be leefd en boeit van begin tot eind door de tintelende blijheid, die het geheele werk doorstraalt. Als solisten zullen optreden mevrouw .Ankie v. Wickevoort Crommelin, sopraan, Den Haag, mejuffrouw Tilia Heeroma, sopraan, den Helder, de heer Kees Smul ders, tenor, Baarn en de heer Joh. Nelis- sen, bariton, Bloemendaal, die respectie velijk de Hanna-, Lucas- en Simon-partij zullen vertolken. De begeleiding zai ge schieden met medewerking van een strijk- orchest, terwijl mevr. VelthuisHuchs- horn de piano-partij en de heer Veenstra de orgelpartij zal verzorgen, (Het Man- borg-orgel uit het magazijn van den heer Tielrooy is welwillend ter beschikking ge steld,) Bijzonder opmerkelijk is wel 't feit, dat de gewone uitvoering op 16 Novem ber zal voorafgegaan worden door een Volksuitvoering op Dinsdag 15 November met volledige bezetting van solisten, koor en orchest. Voor dit Volksconcert zijn de toegangsprijzen uiterst laag gesteld, na melijk 0.30 (inbegrip rechten), terwijl een 50-tal kaarten gratis ter beschikking van de werkeloozen worden gesteld. Tekstboekjes met Duitschen en Holland- schen tekst zijn aan de zaal verkrijgbaar. Kaarten bij den boekhandel en aan de zaai. Het behoeft geen nader betoog, dat de veeleischende koren met groote animo worden gestudeerd. Wij willen hieraan gaarne een opwek king toevoegen om van de geboden gele genheid tot bijwoning dezer volksuitvoe ring een ruim gebruik te maken. De Toon kunstconcerten zijn uit den aard der zaak uitsluitend voor leden en donateurs der Vereeniging bestemd en worden dus voor een beperkt publiek gegeven; dat zij thans tegen een zoo lagen lagen entreeprijs (voor werkeloozen zelfs gratis!) worden beschikbaar gesteld voor iedereen, toone het Heldersche publiek te waardeeren door in grooten getale hiervan gebruik te maken! Erg gunstig is het weor tot dusverre voor de visscherij nog niet geweest, al thans niet voor de Noordzeevisscherij. De garnalenvloot kon nog geregeld op Texelstroom het bedrijf uitoefenen, be halve op Dinsdagavond, toen het weer zich zeer ongunstig liet aanzien, maar dat, tegen aller verwachting in, toch nog tamelijk afliep, althans zich niet tot een completen storm ontwikkelde. Maandag werden er enkele tallen haring aangevoerd, die op Onrust met de zegen werden gevangen. Deze najaarsharing- visscherij, die wel niet zooveel om het lijf had, komt echter, nu deze vangsten op de Zuiderzee niet meer zullen voor komen, in een andere beteekenis te staan. Mochten toch de vangsten wat belangrijk gaan toenemen, dan zal er zeer zeker belangstelling voorontstaan uit de plaatsen rond de Zuiderzee, die eertijds ook deze haring nog als een belangrijk bokking artikel beschouwden en die dus gaarne nog de vroegere klanten met dit heerlijk zceproduct zullen tevreden willenstellen. Het lijdt dan geen twijfel of de prijzen zullen zich dan wel op een flink peil weten te handhaven. Er was ook een weinig sardienvangst, maar nog te weinig dan dat de vloot zich op die visscherij zal werpen. ERNSTIG ONGELUK OP 'S RIJKSWERF. Twee matrozen ernstig gewond. Gisterenmiddag waren een tweetal jongelui van de opleiding bezig mei werkzaamheden buiten boord van Hr. Ms. Heemskerck, welke voor herstellingen in het Nieuwe Dok ligt. Langszijde van de zen bodem was een stelling aangebracht, waarop zij hun werkzaamheden verricht ten. Of deze niet goed bevestigd is ge weest, is niet bekend, noch hoe het onge luk eigenlijk geschiedde, maar plotseling geraakte de plank los en de heide jonge menschen vielen van de vrij aanzienlijke hoogte in het dok. Zwaar gewond werden zij opgenomen en naar het hospitaal ver voerd. Het waren de matroos le kl. J. H. W. Wiedeler en matroos 3e kl. K. H. Surig. Hoewel de toestand ernstig was, was er geen direct levensgevaar. Naar wij nader vernemen, is de matroos Wiedeler aan de bekomen ver wondingen bezweken. De toestand van het tweede slachtoffer den matroos Surig, is nog onzeker. TOONEELVEREENIGING „T.A.V.E.N.U." Wat ook vall', Tavenu staat pal! Nu al meer dan dertig jaren lang geeft de Too- neelvereeniging eiken winter weer voor haar leden en donateurs voorstellingen, die tot even zoovele gezellige avondjes worden. En terecht mocht de heer Kott- mann in zijn welkomstwoord voor dezen eersten seizoenavond van Dinsdag j.1. met trots constateeren, dat geen malaise noch crisis het ledental der vereeniging had be- invloed, en dit niet was achteruitgeloopen. Er waren er velen gekomen dezen avond, en, waar in de eerste levensjaren der ver eeniging het vaders en grootvaders wa ren, die de zaal vulden, daar waren nu de kleinkinderen tegenwoordig. Maar tevens waren er toch ook weer de oudjes: al de vertrouwde, bekende Heldersche gezich ten zag je er, die op zoo'n gemoedeliiken en gezeliigen avond thuis hooren. Jonge meisjes waren d'r op haar Paasch- best: dochters en kleinkinderen van de vorige generatie, voor wie een avond als deze vaak de groote levenskans biedt, la chance de la vie. En het orkest was er, extra aangedaan: had me niet de violist een snoes van een jasbeschermer, blauw met witte moesjes, en was niet alle La- waaierigheid van een jazzband voor dezen avond1 afgeschaft en in plaats daarvan smeltende en melodieuse walsen in de plaats gekomen? Wel, en daar was de regie, druk als steeds om alles zoo tiptop mogelijk te heb ben; ieder wist zijn vrijwillige taak en ver vulde die met waren heldenmeed, sjouw de met coulissen, met tot banken omgetoo- vercl© pakkisten, liep met lange lijstjes van benoodigdheden, zorgvuldig uit het tekst boek bloemgelezen. Anderen weer waren belast met de contröle of zorgden voor de goede plaatsing in de zaal. En de aspirant- spelers, die weliswaar niet voor de eerste maal op de planken stonden, maar toch niet voor geroutineerde tooneelspelers kunnen doorgaan, keken voor het laatst hun rol nog eens door en prentten zich het wachtwoord goed in hun hoofd. En toen het scherm opging, kregen we daar een prachtig interieur te zien, zooals we daar aan schildersatelier te zien kregen, waren de meubels, ieder had er wat voor afgestaan, zoodat het beste van het beste bijeengebracht was. Tavenu zelf had een trap op den kop weten te tikken; geen nagemaakte sehijntrap, maar een heusche, waarlangs je „af" kon gaan en_ „op" kon komen. Deze trap bood prachtige moge lijkheden voor de aankleeding van het tooneel en de regie heeft er dankbaar ge bruik van gemaakt. Nu we toch met de regie bezig zijn: in het tweede bedrijf had deze zichzelf nog overtroffen, want wat we daar aan schilderatelier te zien kregen, met louter antieke meubelen, mocht er zijn. Geen beroepsgezelschap verbetert het in dit opzicht. Er was een venster met een rozenhaag, waarvan heusche rozen werden afgeplukt, er was een oude staande klok, er waren echte schilderijen langs den wand, een mooie oude tafel.... in één woord, 't was af. En om nu maar meteen alles hiervan te vertellen: 't waren de da mes WesthoeveVisser en L. Hoek, die die zorg voor de tooneelinrichting op zich hadden genomen. Laatstgenoemde had daarenboven nog te zorgen voor Mijntje, de Zeeuwsche, die een meloen wilde sto ven en overigens met Van Gend en Loos ging kermishouden. En zoo komen we dan op het stuk zelf en de vertolkers. Het eerste bedrijf gaf ons levendige actie en een geestigen dia loog, het tweede bedrijf was wat zwakker en het derde gaf de klap op de vuurpijl. Daar kwamen namelijk de verlovingen by bosjes opzetten, die in de beide vorige be drijven waren voorbereid en klaarge maakt. En vanwege de beperkte plaats ruimte (er was nog maar één bedrijf over) rolden we van de eene in de andere. Gonne, de schoonzuster, beweerde, dat het er drie waren, maar ik houd vol, cat het er vier zijn geweest. De vierde was van Mijntje, de Zeeuwsche met Piet van Van Gend en Loos, en die twee hadden maar één enkele scène noodig. Maar die was dan ook alleraardigst en bovendien, u weet: Die Liebe die kommt wie der Wind. De dames SchellinkerPasman, Kreu- ger, Sohuyer en Van Hoek vertolkten de diverse rollen; eerstgenoemde als de schoonzuster van Herman van Dalsum en j de moeder van Ohristiaan, den kunst- 1 schilder. Onze eenige opmerking is, dat zij De wasch uit iiuis istoch voordeeliger Aangezien wasschen een erkend wetenschappe lijk vak is, moetUvakkundig laten wasschen, bij Den Helder Telefoon 456. Wij wasschen met prachtig water terwijl al onze chemica liën en waschproducten onder scheikundige contröle staan Laat ons Uw wasch afhalen, wij voldoen aan de hoogste eischen voor een zoo bedaagde weduwe nog wat jong was. Tonny. Kreuger als Locs was schitterend; wij hebben het al eens meer gezegd, dat zij zoo uitstekend kan actee- ren; vrij, ongedwongen, natuurlijk, was haar spel en wie haar persoonlijk niet kende, zou in dezen zwartkop de blondine niet teruggekend hebben, die door Moe der Natuur indertijd werd afgeleverd. Dan krijgen we Trixy (mej. Tine Sohuyer), die een grappig mondje Engelsch sprak en die er als de flirtende, nochtans h^vig ver liefde jonge dame om te stelen uitzag. En tenslotte dan Mijntje, door mejuffouw L. van Hoek vlot vertolkt. Mijntje was een oer-üomme, maar flink uit de kluiten ge wassen Zeeuwsche en maakte als zoodanig ook furore. De heeren: G. J. Mol Jr. als Herman van Dalsum, de verliefde weduwnaar, die vlot spel gaf, J. J. Landman, die als Ohris tiaan wel wat meer temperament had mo gen toonen, maar tenslotte nog vrij aardig uit zfln slof schoot, J. Westenberg, die als dokter Laporte te druk en te zenuwachtig deed en niet altijd weg wist met zijn han den, en tenslotte Piet, de kruier, een exemplaar, zooals Van Gend en Loos ze in werkelijkheid wel niet zal hebben, maar die als bliispelfiguur een aardige scène gaf met mejuffrouw Van Hoek. Vermelden wij tenslotte nog, dat de regie berustte bü den heer Kottmann en dat de bekende firma Mickels, ouderge woonte wederom gezorgd had, dat ieder een grime naar ziin aard kreeg, en dat, ondanks een laten aanvang (half negen) en een lange pauze, het stuk om half 12 was geëindigd, zoodat het tradition-eele bal tijdig kon beginnen, dan zijn we hiermede aan het eind onzer mededeelingen. In den loop van het tweede bedrijf werd een bezoekster in de zaal onwel, waardoor de toen op het tooneel aanwezige spelers even een benauwd oogenblikje hadden. Maar ononderbroken werd. de voorstelling voortgezet, al hebben, door de storing, die dit incident gaf, een aantal bezoekers ook een deel van dit bedrijf niet kunnen volgen, EEN GEZELLIGE VERGADERING. En achtendertig lachende ge zichten. Dit laatste is niet geheel juist: er warehi er veelmeer, op den keper beschouwd. Maar dat is erg ingewikkeld om allemaal uit te leggen. Toen de eigenaressen en eigenaars van die achtendertig gezichten en het is gek, maar daar waren er Vit met twee aangezichten allemaal binnen waren gekomen, was er van het bestuur niet al te veel overgebleven. Dat begrijpt u. Voor den verslaggever bad men een plaatsje opengehouden, waar hij vlak hij de sigaren en midden tusschen de bloe men zat. Dus dat was nog niét zoo ver keerd. De zaak zit zóó in elkaar: het Bestuur vari „Woningstichting" organiseert de laatste jaren onder de bewoners een tuin- wedstrijd. De bedoeling is ieder, die daar toe in de gelegenheid is, te doen mede werken aan de inrichting van vóór- of ach tertuin om daardoor het aspect der huizen te verhoogen. Voor dien wedstrijd werden dan prijzen beschikbaar gesteld, en nu waren wij gisterenavond uitgenoodigd te genwoordig te zijn bij de prijsuitreiking aan 38 bekroonden. Die prijsuitreiking geschiedde ten kantore van de Woning bouwvereniging zelf aan de De Wet straat. Het was daar, dat te half negen de Voorzitter, de heer P. van Dalen, allen een hartelijk welkom toeriep. De Woning stichting, aldus de heer Van Dalen, heeft de laatste jaren een belangrijke plaats in onze samenleving ingenomen; op het oogen'blik zijn 687 woningen liaar eigen dom en het is haar ernstig streven het onderhoud daarvan zoo goed mogelijk te doen zijn. In onze plaats met haar vlotten de bevolking is dat niet altijd even ge makkelijk, te mindej-, omdat het Rijk slechts een beperkt bedrag toemeet voor het onderhoud der huizen. Niettemin mo gen zü gezien worden. Om dit onderhoud ook ten opzichte van tuinbeplanting aan te moedigen, heeft het bestuur een wed strijd onder de bewoners uitgeschreven voor tuinversiering en aanleg, enz. en het had daarbij het geluk in den heer Groen een deskundige te vinden, die met groote toewijding ons daarbij ter zijde stond. Uit het bestuur werd telkenmale een Com missie van Beoordeeling gekozen, waarin ditmaal zitting namen de heeren Plas- meijer, Groen en Van Dalen, welke oom missie ditmaal is afgeweken van den tot dusver gevolgden weg en in plaats van de behaalde prijzen bij de winnaars thuis te bezorgen, ze allen hier tezamenriep en ze zelf een keus laat doen uit de beschikbaar gestelde prijzen. Het was de heer P1 a s m e ii e r, die thans mededeelingen betreffende dezen wedstrijd deed. Genoemde Beoordeelings- Commissie heeft de tuinen in den loop van den zomer twee- of driemaal bezocht. De tuinen zouden worden ingedeeld in: a. kleine voortuinen, b. groote voortuinen, c. ziituinen, voor zoover als siertuinen in gebruik, d. achtertuinen, en werden be oordeeld naar aanleg, beplanting of on derhoud. Hierbii werd tevens rekening ge houden met ligging van den tuin. Het doel der Commissie werd volkomen bereikt; het is thans de derde wedstrijd, en duide lijk kwam dé toenemende belangstelling naar voren. Gaven zich in 1930 33 deelne mers op, in 1931 bedroeg dit aantal 43 en in 1932 reeds 65. De taak dezer beoordee ling was voor voor spr. en den heer Van Dalen buitengewoon moeilijk, maar de heer Groen maakte haar zeer gemakkelijk; niet alleen dat wij konden profiteeren van zijn buitengewone vakkennis, maar tevens gaf hü meermalen aan de bewoners voor lichting en goede wenken. De Commissie is den heer Groen daarvoor dank ver schuldigd; ook aan den heer Van Dalen is zü dat, die zijn auto ter beschikking stelde, waardoor wij snel de verschillende tuinen konden bezoeken. De uitslag is als volgt: le prijs d (achtertuinen) met speciale vermelding van uitmuntendheid: C. Sturk, Lupinestraat 14. le prijs c (zytuin), eveneens met eer volle vermelding: J. van Willigen, Brak- keveldweg 168. le prqs b (groote voortuin): D. Timmer man, Tuinstraat 21. le prijs (kleine voortuin): P. J. ter Burg, Anemonenstraat 19. Deze vier hebben de eerste keus; beide laatstgenoemden loten om de volgorde. 2e prys met eervolle vermelding: J. van Willigen; H. Krabbendam, de Wetstraat 9; S. v. d. Heide, de Wetstraat 3; J. H. Eden, Dahliastraat 8; C. J. Guyken, Tulp straat 18; J. v. d. Jagt, Javastraat 58; C. Leliveld, Brakkeveldweg 89; D. Verkerk, Asterstraat 10. 3e prijs: L. Troost, v. Hogendorpstraat 6; J. Denekamp, v. Hogendorpstraat 4; J. G. Rubé, Asterstraat 44; A. Jongman, As terstraat 1; Wed. Burgmeyer, Brakke veldweg 186; C. van Es, de Wetstraat 25; P. P. Ritico, Javastraat 70; J. G. Rubé; P. Klaver, v. Galenstraat 109; C. H. Ryn- ders, de Wetstraat 8. 4e prqs: G. Th. v. Steenis, Anemonen- straat 20; A. Hendrikse, Asterstraat 2; H. A. v. d. Meij, Dahliastraat 36; C. Leliveld; L. Troost; P. J. Farenhorst, de Wetstr. 7. 5e prys: J. v. d. Sloot, Rozenstraat 10; jC. Nicolai, v. Hogendorpstraat 1; C. de Wijn, Asterstraat 33; A. H. Noors, Aster straat 35; R. Smit, Asterstraat 32; H. Wes tenberg, Polderweg 50; J. van der Sloot, Wed. Hopman, J. Denekamp, D. Timmer man. Winnaars van meer dan één prijs waren de families van Willigen, Timmer man, Rubé, v. d. Sloot, Troost, Denekamp en Leliveld. Naar volgorde der pryzen konden de gelukkige winnaars nu hun keus doen uit de op de bestuurstafel uitgestalde, dikwijls fraaie prijzen. Hieronder waren sierlyke bloempotten, schilderijen, vazen, 'n aantal bloemen in pot. varens en tal van andere dingen. Verschillende winnaars moesten voor de volgorde loten. Behalve de prij zen krijgt ieder nog een diploma, met uit zondering van hen, die nu wellicht (door verhuizing of anderszins) een lageren prys ontvingen dan een vorig maal. De eerste-prys-winnaar had alzoo de eerste keus. Na afloop het bestuur, dat achter de uitgestalde pryzen en tusschen de vele bloemen geheel was weggescholen ge weest, was geleidelyk weer tevoorschyn gekomen nam de heer Van Dalen nog maals het woord, ditmaal om namens allen de commissie hartelijk dank te zeg gen voor het velé door haar verrichtte werk, en den wensch uit te drukken, dat we het volgend jaar wederom op aller medewerking mogen rekenen. Ook bracht spr. dank aan den wethou der der Volkshuisvesting, den lieer Smits, die de trekking bijwoonde, en aan de Hel dersche Courant, die door haar tegenwoor digheid blijk gaf van haar belangstelling in dit werk, en drukte tenslotte den wensch uit, dat deze prijsuitreiking een aanspo ring voor de bewoners moge zijn een vol gend jaar wederom mede te doen. Hiermede zyn wii aan het eind van onze taak gekomen. De woorden van dank van den heer Van Dalen aanvaarden wij gaarne, en wij willen onzerzijds er den wensch aan toevoegen, dat het Bestuur nu eindelijk in staat moge worden gesteld nog meerdere woningen te bouwen, waar aan hier zoo bitter en bitter behoefte is. Zeshonderd gezinnen staan nog op de lijst, die niet kunnen worden geholpen aan een woning! Buitenlandsch Overzicht pag. 1 Feuilleton Radio-programma„2 De voorgestelde korting van de rijkssalarissen. Hel tegenvoorstel der organisaties. 2 Pensionneering van al het spoor wegpersoneel boven de 60 jaar 2 Verlaging van de vlootsterkte in ]apan De eerste autobusdienst in den Wieringermeerpolder „2 De afsluitdijk Noord-Hollland Friesland de eerste maanden nog niet opengesteld1 Oude man te Putten doodge stoken 2 Verslag Tweede Kamer7 Geen V.A.R.A.-uitzending op 8 November7 Twee matrozen ernstig gewond bij een val in het dok op de Marinewerf„5 De H.D. 108 Dinsdagavond op de Texelsche kust gestrand. De ..Dorus Rijkers" heeft de vier opvarenden gered. De kotter is gisteren vlotgebracht „5 Bijzonderheden over het Fran- sche ontwapeningsplan „7 Stoomvaartlijnen„8 Sportnieuws8 Omtrek nieuws6 Marineberichten8 Marktberichten„8 De kotter „H. D. 108" gestrand, kapitein op de brug wordt herhaald. Het De „Dorus Rijkers" redt de vier j valt niet mee om op een sleepboot be- opvarenden. hoorlijke notities te maken. Een gereser veerde persplaats is er niet. Half over Het Havenkantoor, waarvan de wach-1 k°ord hangend, by het licht van den ters ons steeds trouw op de hoogte hou-stuurboordlantaarn moet ik het een en den van alle gebeurtenissen die op zee I an(ler opschrijven, en in de haven plaats vinden, stelde ons Dinsdagavond met het feit in kennis, dat "e strandingplaats. in het Molengat, op de kust van Texel, ter hoogte van strandpaal 8, een stoom- scheepje was gestrand, dat door stakel- vuren en vuurpylen om hulp vroeg. Een stoombootje bleek het later niet te zyn, het was de vischkotter „H. D. 108", die het juiste vaarwater was kwyt ge raakt, doch dit kwamen wy pas later aan de weet. Evenals den vorigen keer was de chef van bureau Wysmüller, de heer De Bos, zoo vriendelyk ons toe te staan met de „Utrecht" mee te varen en om ongeveer 7.30 u. stapten wy aan boord, of liever vielen wy aan boord. Er brandde geen lichtje. Eén misstap en de verslaggever lag op dek. „Ho, wat is dat", kwam een zware stem, die later aan kapitein Kuiper bleek te be lmoren, üit de donkerte. „Dat is de ver slaggever, die aan boord tuimelt", ant woordde de landrot. Het zeegat uit. Het bleek, dat alleen kapitein Kuiper nog maar aan boord was. De bemanning werd in allerijl opgepord. Achter de „Utrecht" ronkt een motor, het is de „Dorus Rijkers", die klaar gemaakt wordt en dan ook weldra uitvaart. Achtereenvolgens komen de leden van de bemanning aan boord. Daar is de stuurman, daar komt de groote figuur van den meester, die ervoor zal zorgen, dat de „Utrecht" straks zyn plicht zal kunnen doen. De marconist, de heer Hoebe, is van oordeel, dat het wel geen groot schip zal zijn dat gestrand is, hy hoort tenminste niets door de radio. Aan den kant staat een aantal vletterlui. „Kan ik mee, kapitein", vraagt één hunner aan den heer Kuiper. „Jawel", zegt deze, „je kan in de motor- vlet, maar, op avontuur". „De vletterlui zyn niet erg wild", wordt er gezegd. De meester heeft zyn machine stoom- klaar gemaakt. De trossen worden inge haald en de plank wordt aan wal gebracht. Langzaam varen wij van den kant. De roode lantaarn van het Havenkantoor steekt boven alles uit en doet verwachten, dat er aanstonds op de ruimte nog wel iets valt te beleven. Het is geen storm weer, de windkracht is ongeveer zes en daardoor staan er, althans voor niet-zee- lui toch nog vry behoorlyke golven. Het is pikdonker. De lichten van de „Utrecht" schijnen op het schuimende water, dat door den boeg wordt opgeworpen. Het is een prachtig gezicht, doch ik ben waar schijnlijk wel de eenigste aan boord die het uit dat oogpunt beschouwt. Aan alle kanten zyn lichten en licht jes. Wanneer niet de vuurtoren van Huis duinen zijn regelmatige stralen over ons heenzond, zou oriëntatie voor mij wel wat moeilijk vallen. Niet echter voor kapitein Kuiper, die hier bekend is als in zyn eigen huis. Onfeilbaar geeft hy ziin com mando's aan den roerganger. Zonder ook maar één keer op het kompas te kijken weet hij nauwkeurig welken koers wij voorliggen. Achter ons danst de motorvlet, die wij op sleeptouw hebben. Daarin bevinden zich de stuurman en nog een paar men schen. Van de vlet zelf is niet veel te zien. Slechts door het opwerpen van het water is t, bemerken, dat- wij wat op sleeptouw hebben. Wij varen het Molengat in. Hier zyn zoo goed als geen bakens om ons den weg te wijzen, waarom het lood er aan te pas komt. Regelmatig wordt de diepte af geroepen, welke even regelmatig door den In de vlet beginnen ze te schreeuwen. Sjonge, wat kunnen die een keel opzetten. Kapitein Kuiper brult terug. Door den wind verwaait het geluid echter. Het eenig verstaanbare woord is „lekko". De „Utrecht" stopt. Het blijkt, dat de vlet er op zijn eigen houtje vandoor wil gaan. Vooruit aan stuurboord is een licht te bemerken, dat is het gestrande vaar tuig. Eenige lichtjes bewegen zich er om heen. De „Dorus Rijkers" is al bezig met de reddingpogingen. Met de Morselamp roept dé marconist de reddingboot aan, welke echter geen antwoord geeft. Aan den stand van de lichten is te zien, dat de „Dorus" een zware slagzij maakt, waar van wij de reden later vernemen. „Dat wordt niks", zegt de kapitein, „maar we zullen probeeren wat dichterbij te komen. Het lood wordt nog steeds ge bruikt. Vier vaam, drie en een half, schraal drie en een half en zoo gaat het door. Volgens mijn meening zijn wij nu vry dicht by het strand. De blink van den vuurtoren van Eierland doet de duinenrij van Texel zwart uitkomen. De „Dorus Rijkers" komt op ons toe varen. De lichten van de reddingboot schijnen over het schuim van de golven, wat een fantastisch en prachtig gezicht oplevert, vooral als het buiswater over het vaartuig spat. De volgende oogenblikken is er een ge schreeuw van je welste tusschen de „Utrecht" en de „Dorus Rijkers". Het blijkt, dat de vier opvarenden al gered zijn, zoodat wy wel weer kunnen terug- keeren. Beiden zetten wy koers naar Den Helder, de „Dorus" kon ons niet byhou- den en wij komen even voor. Dezen voor sprong geven wij echter buiten het Mo lengat weer prys, daar wy op de motorvlet moeten wachten. Niets is echter te zien, waarop van de morselamp gebruik wordt gemaakt om te weten te komen waar deze zich bevindt. V-l-e-t, schittert het van den top van den voormast en al spoedig komt ergens uit het donker het sein „begre pen". Naar huis. Gezamenlyk gaan wy nu huis-toe. Een groot aantal lichtjes bevinden zich langs de kust by Den Helder en nu is het maai de kunst om die twee uit te zoeken waar wy tusschendoor moeten varen. Al waren er echter nog honderd by, dan zou de kapitein echter nog geen oogenblik aarze len om de twee goede er uit te pikken. Stuurboord van ons begint een lichtje te knipoogen. Het is de toren die ons oproept om inlichtingen te vragen. De heer Hoebe stelt deze nieuwsgierige menschen gerust met zyn morselamp. Om ongeveer tien uur liggen wij weer gemeerd voor het Havenkantoor. Uit een verslaggeversoogpunt bekeken heb ik weer een fijnen tocht achter- den rug. De stranding en het werk van de reddingboot. Wy hadden nog een onderhoud met schipper M. Slot, van de „H. D. 108" en met den heer Bot. Eerstgenoemde ver telde ons, dat hy Maandagavond naar zee was vertrokken. Met het oog op het op komende slechte weer waren zy weer op weg naar Den Helder, toen de stranding plaats vond. De schipper bevond zich met twee zoons en een matroos aan boord. De heer Bot vertelde ons, dat de red ding onder zeer moeilijke omstandigheden gepaard ging. Het was laag water toen de „H. D. 108" op de bank liep, zoodat het voor de „Dorus Rykers" oppassen was om zelf niet aan den grond te komen. Daarom werd een werpanker uitgebracht en hier aan heeft men de reddingboot tot by het gestrande vaartuig laten vieren. Dit was noodig om de „Dorus" weer naar zee te kunnen hieuwen als de schipbreukelingen waren overgenomen, daar het onmogelijk was om van die plaats op eigen kracht 1 weg te varen. Dit verklaart de slagzij van 1 de reddingboot die aan boord van de „Utrecht" was opgemerkt. I Door deze manoeuvre kon de „Dorus l Rijkers" de „H. D. 108" slechts met zijn achtersteven benaderen. De positie van dit schip was voor de redding ook niet zeer gunstig, daar het vaartuig met den spiegel naar de reddingboot toelag. On- danks deze omstandigheden is men er in i geslaagd de vier opvarenden aan boord te krijgen. Aanvankelyk wilde schipper Slot zyn vaartuig niet verlaten. Hij wilde gedurende den nacht de wacht houden. Eén zijner zoons wilde toen weer terug om by zyn vader te blijven.. Schipper Bot 1 maakte hem echter op het gevaarlijke van zyn positie opmerkzaam. Reeds met het lage water sloegen af en toe golven over het schip heen, hetgeen met hoog water dus wel erger zou worden. Hij wees Slot er op, dat hij gedurende den nacht dan wel een toevlucht in de mast zou moeten zoeken. Slot is daarop ook aan boord van de reddingboot gegaan. De „Dorus Rijkers" stiet herhaaldelyk op den grond, wel een bewys, dat het ge bruiken van het werpanker absoluut niet overbodig was. De ketting van dit anker is bij het binnenhalen iets beschadigd, terwijl het hekwerk aan den spiegel ook eenige avery heeft opgeloopen. De bemanning van de reddingboot be stond uit: schipper C. Bot, den machinist Eelman en de verdere leden der beman ning Oostendorp, K. Bijl, C. Bijl, W. de Boer en den jongsten zoon van den heer Bot, Piet, die volgens zijn zeggen als jongste bediende meevoer. Schipper Bot en de zynen kunnen dus j weer een nieuwe pluim naast de vele an dere op hun hoed steken. Vlot gebracht. Was het aanvankelyk twyfelachtig of i het schip zou worden voltgebracht, veel i hing toch immers af, hoe wind en golven het in den nacht van de stranding zou- jden toetakelen, de eleriienten zy goed- gunstig voor de H.D. 108 geweest en be stond er kans op vlotbrengen. Bureau Wijsmuller heeft van deze kans voor honderd procent gebruik gemaakt met het resultaat dat het bergingswerk met succes bekroond is geworden. Gisterenochtend om ongeveer half ze ven voer de „Utrecht" uit en met behulp van de motorvlet was tegen twaalf uur de verbinding tot stand gebracht, waarna het trekken kon beginnen, welke pogin gen tegen drie uur slaagden. Het schip was vlot. Er werd koers gezet naar Den Helder, waar men onder groote belangstelling arriveerde. Het bleek, dat het schip weinig averij heeft opgeloopen. De schroef is verloren gegaan, doch verder zijn er uiterlijk geen teekenen van beschadiging. Het vaartuig zal gedokt worden, waarna een nauwkeu rig onderzoek kan worden ingesteld. KANTONGERECHT DEN HELDER. Zitting van Dinsdag 25 October. Een lange file van auto's voor het huis met de blauwe stoep, een ry fietsen drie- dik in de gang er naast en een uitpuilen de wachtkamer, voorspelden niet veel goeds. Daarbij kwam de afwezigheid van den Kantonrechter, die honderd zaken in een uur behandeld, zoodat we ons konden voorbereiden op een urenlange zitting, tenzij het kruitschip, vlak voor het Kan- gerecht, door een vroegtijdige explosie een einde aan de zitting zou maken. De beste zijde van de Helderlingen werd in deze zitting niet belicht. Er waren veel gevallen van baldadigheid, die den Kan- tonrechter-plaatsvervanger, burgemeester Driessen, en den ambtenaar van het O.M., af en toe uit hun vel deden springen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 5