y SCHAKE I DAÜÜEN. Bridge-rubriek. Waarom vallen de blaadjes af De oplossing van het probleem van Marble is 1 Lal. Er volgt Kg2:, h8 D Kf2 en Db2f. Aardig is de ruiming van den looper voor de komende dame! De oplossing van het probleem van Cristoffanini is 1 La6. Na Lc6 kan Da7f' na Tc6 komt Ld6f. De andere varianten zijn eenvoudig. O. Dehler. Deutsche Schachzeitung 1930. enz. Wit begint en geeft mat in drie zetten. Wit: Kh6, Th5, Lbl. Zwart: Kh8, Pe3. Wij vernamen het overlijden van den Nederlandschen schaakveteraan R. J. Loman, een man, die eens in het Nederlandsche schaakleven een vooraan staande plaats bekleedde en die tot op hoogen leeftijd zich vol liefde aan het edele spel gaf. De volgende partij is uit het tournooi te Scheveningen 1913, waar Loman meespeelde. R. J. Loman. A. Speyer. 1. e4 eö 2. Pc3 Lc5 Naast deze voortzetting komen voo-r: Pc6 en Pf6. 3. Pf3 d6 4. Lc4 Pc6 5. d3 Le6 6. Lb3 Pf6 7. Le3 Lb4 Beter Lb6 met symmetrische stelling. 8. 0-0 Lc3 Beter was 0-0 voor zwart. 9. bc3Lb3 Wederom niet goed. 10. ab3d5 11. ed5Pdö: 12. Lc5f6 Na Pc3: zou Del volgen. Zwart pro beert nu langs een omweg te rochee- ren. 13. Tel Kf7 Nu kon b6 en Pc3voor zwart. Beter voor wit was Dd2. 14. d4 e4 Na Pc3 was Dd3 gevolgd. 15. Pd2 Pc3 Een pionoffer voor aanval. 16. Dh5f g6 17. Dh3 b6 18. La3 Pb5 Sneller was Dc3bc5 Dc5 19. Lb2 Pd6 20. d5 Pb4 21. De6+ Kg7 22. Pt4 Pe4: Anders komt Pg5. 23. De4 a5 Anders gaat het paard verloi 24. Df3 Tf8 25. Tadl Tf7 26. Te6 Df8 27. d6 c6 Zwart is reddeloos. 28. d7 Pd5 29. d4 Tad8 30. cd5opgegeven. Dr. P. FEENSTRA KUIPER. Wij zy'n onze beschouwingen over verzaken nu genaderd tot een voor beeld uit de praktijk, waarmee wij ze zullen besluiten. Onlangs deed zich aan een bridgepartijtje een eigenaardig ge val voor en ons werd gevraagd hoe hier gehandeld had moeten worden. Het was een van die lastige gevallen, een zg. „grensgeval" aangaande verzaken. Zooiets kan zich gemakkelijk herhalen, waarom wij het hier dan ook zullen bespreken. Schoppen was troef en Z speelde een kleintje, waarop W renonceerde, in den Blinde (N) werd de 10 gespeeld, waarop O de Heer legde. Vóórdat echter de slag dicht was, ontdekte W, dat hij nog de Vrouw had, zoodat OW nog tijdig aan een boete voor verzaken ontkwa men. W speelde dus de Vrouw bij en logischerwijs nam O de Heer toen te rug. Z meende echter erop te kunnen staan dat O op de Vrouw van W nu tóch de Heer moest spelen, omdat hij die eenmaal had bijgespeeld. O merkte op, dat hem dat niets kon schelen, aan gezien hij nog de Boer van troef over had (de hoogste kaart, want het Aas was er al uit), maar dat volgens hem Z ongelijk had. Slaan wij nu de regels op, dan heeft Z absoluut gelijk. Zij luiden n.1.: Wanneer een verzaken tijdig her steld wordt; mogen de n a den verzaker spelenden hun kaarten terugnemen. Hieruit blijkt dus, dat zoowel N (blinde) als O hun kaarten terug mogen nemen als de verzaker de door hem verkeerd gespeelde kaart terugneemt. Z kan echter wel eischen, dat die verkeerde lijk gespeelde kaart, die getoond werd toen dat niet mocht, open op tafel blijft liggen (dus die kaart van W, welke deze terugnam). Daarop is van toepas sing de regel voor een blootgelegde kaart, luidend: Een blootgelegde kaart kan door Z opgeëischt worden als de speler van die kaart aan de beurt van uitkomen is; Z kan ook eischen, dat de betrokken kaart door W wordt bijgespeeld, als de kleur van die kaart aan de orde is. Hiermee zullen wü dus het verzaken voorloopig laten rusten en om bij de praktijk te blijven een aardig biedpro- bleem aan de orde stellen, dat unlgngs bij een bridgeavondje voorkwam. Het illustreert bijzonder goed het z.g. „Loop- Bidding" (bieden langs een omweg), het ging echter alleen op omdat de bei de spelers, die deze methode toeoasten, goed op elkaar ingespeeld waren. Het is een uitmuntend voorbeeld van lo gisch denken en van brutalen durf! W opende het bieden met 3 Ruiten, waar op N paste. O bood vervolgens Klein Slem Ruiten en Z, die een kei van een spel had in Harten en Schoppen, welke beide bijna even sterk waren, doch in den blinde tastte welke kleur zijn part ner wel het best zou schikken, kwam nu in een leelijk dilemma. Hii had in zijn hand: Harten Aas, Heer, Boer, 7, 3 2 en van Schoppen, Aas, Heer, Vrouw, Boer, 9, 7, 3. Een minder goede speler zou nu met de vier honneurs in de hand klein slem Schoppen hebben gedeclareerd. Aangezien hij geen Kla veren en geen Ruiten had, kon hij vrij zeker op een groot slem in een van die kleuren rekenen, mits zijn partner er maar iets in had, dus dat b.v. in Har ten niet 'Vrouw derde of vierde bij O of W zat. Z deed daarom een „fancy schot" en bood: Groot Slem Ruiten, daardoor aan zijn partner, die hem goed begreep, de keuze tmsschen Harten of Schoppen latend (deze kon immers met Groot Slem Klaveren niet over het Groot Slem Ruiten). N bood prompt Groot Slem Harten, aangezien dit ziin beste kleur was van de twee en dat werd door NZ dan ook gemaakt, een schoon voorbeeld van schrander bieden! „Waarmee in vredesnaam?" Mijn vrouw heeft een nieuwen hoed gekocht en nu wil ze de jouwe een visite gaan maken!" fc3w®iyfood8''s Weetóy"). door ELL Y. Eerst zijn de bladeren van de boo- men in den herfst zoo mooi bruin en bont.... en dón, dan vallen zij plot seling- af, verdroogd tot in alle vezels. Waarom eigenlijk? Ieder blad verricht voor een boom een belangrijke taak, heeft zijn eigen functie. De boom neemt met de wortels het vocht uit den bodem op vele kleine „adertjes" voeren dit vocht door de stam heen naar boven, tot in den bladerkroon en als de bladeren er niet waren, zou zoo'n boom zich in vochtige dagen eenvoudig bedrinken! De blade ren echter hebben hun grootere opper vlakte, waarop zich zonder .dat wij die met het bloote oog kunnen zien, tal van uiterst fijne openingetjes bevin den, de uitmondingen van de uiterste „adertjes". Hierdoor komen de opge nomen vloeistoffen aan de oppervlak ken en verdampen dan, blootgesteld aan de lucht; deze verdamping wordt dan nog bevorderd door het heen en weer bewegen van de bladeren, tenge volge van den wind. Ja het is alles mooi en doelmatig ingericht bij de Natuur!. En het is overigens maar goed, dat juist tegen dezen tijd deze kleine che mische fabriek, die „boom" heet, haar bedrijf veranderd heeft! Zij begint dan de sappen te verwerken, die zü in den loop van den zomer verzameld heeft. En om zooveel mogelijk tegen andere in vloeden beschermd te zijn, bouwt de boom in iedere bladsteel, dicht bij de plaats van aanhechting aan het hout, een weefsellaag, die ondoordringbaar is. De sappen dringen nu niet meer in het blad door, worden door de weefsel- laag tegengehouden, en het biad krijgt geen vocht meer toegevoerd om te verdampen! Het „werklooze" blad wordt droog, schrompelt ineen, versmacht. En daar de weefsellaag stevig is en de rest door de droogte bros wordt, is een middel matig krachtige windstoot genoeg om de stee] te breken en het blad te doen vallen. Als je zoo'n afgevallen blad eens bekijkt, zal je zien, dat de steel niet af gescheurd is, maar pijnloos en op een bepaalde plaats van den boom geschei den is. Hoeveel wonden zou een boom anders wel hebben als er geen voor zorgsmaatregelen genomen waren? Je kunt die weefsellaag het besté verge lijken met een nieuw stukje huid, dat op een opengeschaafd plekje aan onze hand b.- groeit. Het oude vel (die blad steel) laat niet los, voordat het nieuwe vel de wonde heeft afgesloten en be schermt. UITSLAG WEDSTRIJD HELDERSCHE DAMCLUB. Groep 1. gesp. gew. rem. verl. pnt. J. Stoll 4 3 1 0 7 D. Dissel 3 3 0 0 6 A. J. José 2 2 0 0 4 S. Slort 4 1 1 2 3 L. Simonse 5 1 1 3 3 D. C. W. Rab 1 1 0 0 2 A. A. Bremer 3 1 0 2 2 Joh. Bremer 4 0 2 2 2 J. C. Kossen 5 0 2 3 2 P. H. C. Groene- mejjer 1 0 1 0 1 Groep II. Jn. Bremer 4 3 1 0 7 P. J.Smolenaars 4 3 0 1 6 P. J. Arends 4 2 1 1 5 W. Wieren 2 1 1 0 3 J. Jagel 3 1 1 1 3 P. Slort 3 1 1 1 3 A. J. Bezemer 4 1 1 2 3 A. Bosman 4 1 1 2 3 B. de Best 3 1 0 2 2 H. G. Fonteijn 3 1 0 2 2 O. Ottervanger 4 0 1 3 1 Groep III. J. Elzas 3 3 0 6 6 W. v. Brederode 4 2 2 0 6 G. v. Roekei 4 3 0 - 1 6 C. Thomas 4 3 0 1 6 J. A. v. Vliet 5 2 2 1 6 R. Dol 4 2 1 1 5 C. G. Lokkers 3 1 2 0 4 F. Leijtenaar 3 1 0 2 2 W. Dienaar 4 1 0 3 2 W. Slort 4 1 0 3 2 H. Thijssen 4 1 0 3 2 M. v. Kalken 5 1 0 4 2 W. Volkers 2 0 1. 1 1 W. Groof 1 0 0 1 0 De wedstrijd wordt gehouden iederen Donderdagavond van half 8 tot 11 uur, in de bovenzaal van het Evangelisatie gebouw, Palmstraat. De wedstrijden zijn ook toega: k lijk voor nlet-teden. Lokzet van Paul Scouppe, Parijs. '/err///V//77///. Zw.: 8/10, 12,13,15/18,20,22,24,25,30. Wit26/28, 31, 33/35, 38, 39. 44/48. De laatste zet van wit was 32—27, den foutzet van zwart 17—21 uitlok kend Probleem van Paul Scouppe te Parijs. Zw.: 8/10, 15, 18, 20/22, 24/26, 30. Wit: 29, 32/36, 39, 40, 43, 45, 47, 48. - - Wit speeK en wart. Beide nevenstaande standen ter oplossing. Oplossingen der problemen van vorige week. Zw.: 12, 13, 15/18, 20, 21, 24, 25, 29,30. Wit: 26, 31/33, 35, 36, 41, 42, 44, 45. 31—27 29X47 36-31 47X36 27-22 36X40 22XH 16X7 26X19 24X13 35X24 20X29 45X1 Zw.12, 13, 15/18, 20/1, 24/5, 29, 30. Wit26, 27, 31/3, 35, 41/5. 27—22 29X40 22X11 16X7 26X19 24X13 35X24 20X29 45X1 Alles betreffende deze rubriek 4® adresseeren aan: G. L. GORTMAtfS Roerstraat 101 Amsterdam W Dus u maakt geen schulden, baron? Dan is u verstandiger gewor den. Ik niet, Freule, maar i»'n seteuid* eischeas.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 28