SINTER MMSAVOND
i
PP
P
P
P
EF=H
I
Vergeten
Sinterklaasavond
Beste jongens en meisjes!
Vorige week Zaterdag zijn we met
z'n vieren naar Sinterklaas geweest en
vanmiddag gaan we misschien weer.
M'n vrouw, m'n twee kindertjes en ik.
Hij was bij Vroom Dreesmann op
bezoek en wij zijn door de winkel-
drukte naar boven geklauterd, waar
hij kindertjes ontving en een praatje
met hen maakte. Je werd er wel een
klein beetje stil van, toen je zoo dicht
bij hem stond en broertje pakte m'n
hand wat steviger en toen St. Nicolaas
aan hem vroeg of hij het versje eens
zingen wilde, dat hij 's avonds voor
den schoorsteen zingt, toen durfde hij
niet en heeft beloofd het 's avonds
thuis te doen. Nu, dat vond de Sint ook
goed, want die houdt natuurlijk zoo
veel van kinderen dat hij wel direct
zag dat dat kleine jongetje het niet
durfde. Toen zijn we naar Zwarte Piet
gegaan. Die zat midden tusschen de
manden speelgoed en broertje zag
niets anders dan al dat speelgoed. Ik
geloof niet eens dat hij gezien heeft
dat Piet zwart was en toch zag hij er
uit als een potkacheltje. Uit een van
de groote manden kreeg hij een har-
monica'tje, met een dansend boeren
jongetje en -meisje er op. Ze hadden
geen mooier cadeau aan hem kunnen
geven. De heele stad door heeft hij er
op gespeeld. Als-ie honderd meter ver
was konden we precies hooren waar
hij zat, aan de muziek. En nu nog gaat
er geen dag voorbij of we krijgen een
concert.
Hebben jullie Sint Nicolaas ook al
gezien? en heeft hij al wat bij jullie
gebracht of komt op 6 December alles
tegelijk? Ik hoop maar dat jullie alle
maal echt fijne verrassingen krijgen.
Jacobus Pieter Nieuwdorp. Dat is een
vreeselijk deftige naam en ik denk niet dat
ze je thuis zoo noemen en ik doe het in het
vervolg ook niet meer; je moet me dus vol
gende week schrijven hoe je in de wan
deling heet, Koos, Jack, of Piet of mis
schien nog anders. Ik geef je gelijk dat je
voor je zusje in het raadseloplossen niet
wilt onderdoen en ik zie wel dat je het even
netjes kan en de kans dat je een prijs wint
is net zoo groot als voor je zusje.
Ina Boels. Als je naar Amsterdam gaat
om de „P. C. Hooft" te zien rooken,- Ina, dan
kan je beter aan je vader of aan je buurman
vragen of-ie z'n pijp opsteekt, want die rookt
nog zwaarder. De „Hooft" is uitgebrand en
de oliebrand is gebluscht, je ziet dus geen
kringetje rook meer. O, maar ik lees dat je
grootmoeder ook jarig is en dat zal dus wel
het doel van je tocht zijn. Nu, ik wensch je
een paar prettige dagen, hoor. Ik weet nog
best dat jij vorig jaar door het ijs gezakt
bent. Dat heb je me toen geschreven. Ga dus
van het jaar maar niet eerder op het ijs
voordat de kalveren er op dansen.
Ab Mulder. Nu staat er vandaag, be
halve dit briefje voor jou, ook een versje
van jou in, Ab. Je zal dus dubbel blij zijn,
want dit is nog wel het St. Nicolaas-num-
mer.
Dedi de Vroome. Dat wist ik vorige
week al, hoor Dedi, dat jij natuurlijk veel
blijer was met je vijf broertjes dan met je
ringetje, ik heb je alleen maar een beetje
willen plagen. Ik begrijp ook best dat je je
ringetje niet graag zou verliezen, maar je
verliest natuurlijk liever tien ringetjes dan
één zoo'n klein broertje, want daar kan je
heerlijk mee rollen en spelen en dat is zoo'n
fijn levend kindje.
Francina Nieuwdorp. Van je broertje
weet ik alvast dat ze jou thuis Sientje noe
men en dat schrijf ik dus ook aan je. Jullie
gaan nu samen meedoen en samen probeeren
de raadsels goed op te lossen en een boek te
winnen. Vandaag kan je ook nog aan de
leg-puzzle meedoen, daarmee kan je ook een
boek winnen. Er worden dus volgende week
acht boeken verloot. Vier voor de raadsels
en vier voor de puzzle.
Annie v. d. Brink. Natuurlijk is dat
goed, Annie, dat je van het raadsel, dat je
zelf hebt ingezonden, alleen maar de oplos
sing zendt, ik geloof heusch wel dat je het
andere ook wel weet.
Catrientje Breeuwer. Ik denk dat jij de
vorige week zelf vergeten hebt je naam on
der het versje te schrijven, Catrientje, an
ders had hij er zeker wel onder gestaan en
het gebeurt wel meer dat de kinderen schrij
ven: meneer, me naam stond niet in de
krant en als je dan naar de briefjes kijkt,
dan blijkt dat ze zelf hun naam hebben ver
geten. Denk eens goed na, is het bij jou zoo
ook niet?
Annie Jansen. Prachtig, Annie, dat je
dat versje zelf gemaakt hebt. Ik dacht dat je
het overgenomen had. Wat een fijn feest
hebben jullie van dat zangkoor gehad. Dat
waren toch geen brandende kaarsjes die je
moest happen? Anders zou ik haast vragen,
zijn het daar goochelaars op dat zangkoortje
bij jullie?
Germaine Franken. Ja, 't is in Amster
dam heel wat drukker dan in Den Helder,
Germaine. Daar klingelen de trams, daar
rijden duizend auto's en daar val je over de
fietsen en 's avonds is er een feest van licht.
Op het Damrak kan je wel je krantje zitten
lezen, zoo helder is het er. Maar 's avonds in
de Koningstraat is er ook een massa licht.
Heb je dat al gezien?
Annie Walboom. Dat is goed, Annie,
dat vind ik prettiger, als jezelf je briefjes
schrijft en je kan er best een half uurtje
voor vinden, want zoo druk zal je het wel
niet hebben. Je gaat 's avonds ook niet zoo
vroeg naar bed, heb ik wel gezien.
Nelly Jongepier. Het voornemen, om
trouw aan de raadsels mee te doen, is alvast
goed, Nelly. Of je hét vol kan houden, ja,
dat weet je vooruit nooit. Ik weet ook niet
of ik het vol kan houden met iedere week
aan jullie te schrijven. Daar denk je maar
niet aan, je doet het maar en 't gaat vanzelf.
Zullen we eens probeeren wie het 't langst
vol houdt?
Tony Sinnige. Nee, je kan dat niet zelf
precies uitzoeken, maar 't is leuker om niet
op Sinterklaas jarig te zijn. Maar ja, wat
doe je er aan en 't is toch ook wel weer
aardig ook, want al je kennissen feliciteeren
je en dan is het net of jezelf de goeie Sint
bent. Is je moeder er achter gekomen wat
je voor haar verjaardag maakte? Dat is wel
een beetje jammer.
Arendje Donker. Als jij nu volgende
week antwoord van mij wilt hebben, moet
je me wat meer vertellen hoor, want in jouw
briefje stond nu eigenlijk heelemaal niets,
waarop ik je antwoorden kon. Afgesproken
dus?
Corrie Smit. Je ziet wel, dat ik een
heel klein beetje gedachten kan lezen, Cor
rie; ik had precies geraden, wat jij dien
Zaterdagmiddag dacht, als je ,,'t Juttertje"
zou lezen. Nu wilde je zeker weer hebben
dat ik op zou schrijven wat je vandaag
denkt, maar dat doe ik nu niet. Ik hoop na
tuurlijk voor je dat je een boek wint. Vol
gende week heb je twee kansen. Eén van
de legpuzzle en één van de raadsels. Wie
weet, wie weet.... Het door jou ingezonden
raadsel hebben we al eens gehad.
Jo Burger. Nee, dat is zeker niet te
hopen, dat we hier een aardbeving krijgen,
Jo, want dan zouden de menschen vast net
zoo schrikken als in die andere plaatsen van
ons land. Gelukkig dat het niet zoo ernstig
was.
Nu, jongens en meisjes, tot volgende
week.
Kindervriend.
TINIES DROOM.
Tinie lag in bed te droomen
Van den goeden Sinterklaas,
Van zijn ouden, trouwen schimmel
En dien goeden Pieterbaas.
Van de boot zag zij ze stappen.
Met veel kisten, koffers, pakken.
En een rijtuig kwam er voor.
Bracht toen alles naar 't spoor.
In zijn hotel aangekomen.
Zag zij Pieter in haar droomen,
Met den Sint een boek op slaan,
Waar de brave kinderen staan.
Tinie dacht: nu moet hij weten,
Zal hij het nu niet -vergeten.
Dat "k gelijk verjaar met Sint;
Als hij dat maar spoedig vindt.
'k Vraag aan Moe een brief te schrijven
Aan dien lieven, besten Sint:
Dat "k ook met fraais en lekkers
Boordevol m'n schoentje vindt.
Tony Sinnige.
DE STEM
Zus zit in de kamer
En zij is alleen;
Haar vader en moeder
Zijn ergens heen.
Zij krijgt een gedachte
En schiet in een lach;
Zegt: nu zal ik doen gaan
Wat ik anders niet mag.
Zij doet het verbodene,
Maar houdt plotseling stop.
Want daar zegt een stem haar:
Zeg, zusje houd op.
Wie spreekt daar, zoo denkt zij,
Ben ik niet meer alleen?
Zij kijkt door de kamer,
Maar ziet er niet een.
Zij zegt: 't is verbeelding,
'k Begin dus maar weer.
Maar weer zegt een stem nu,
Zus doe dat niet meer.
Nu voelt zij ook kloppen.
Haar hartje dat slaat;
En nu zegt een stem haar:
Je geweten dat praat.
Annie Walboom.
VOOR DE POES.
Bij ons achter het huis
Is 't voor vogeltjes niet pluis.
Vele vogeltjes, heusch, 't is geen smoes,
Worden gevangen door 'n tweebeenige poes.
Voor de poes zijn en toch niet voor de poes.
Dat is een weet.
Kijk, hoe ik je ga vertellen,
Hoe een buurjongen dat deed.
Zie, op een plankje wat vogeltjes eten,
Ze pikken ervan, en voordat ze 't weten,
Eén ruk aan de lijn, floep-flap.
Gevangen onder een mooi gazen kap.
De poes, die al zat te watertanden.
Die heeft haar nu vlug in z'n handen;
Hij brengt ze bij vriendjes van heinde en verre,
Bij hem in zijn mooie volière.
Ab Mulder.
Hannie was een zéér vergeetachtig
meisje. Ze kon geen ochtend op schooi
komen of ze had haar sommenschrift,
of 't rekenboek thuis laten liggen. De
onderwijzer had haar al dikwijls straf
gegeven, maar het scheen, dat Hannie
het maar niet af kon leeren.
Op Sinterklaasavond zat Hannie vol
verwachting aan tafel. Ze had een lange
verlanglijst naar den Sint gestuurd. Ja,
dat had ze nu eens niet vergeten! Om
negen uur werd er gebeld en kwam
Sinterklaas met Piet binnen. De uitdee-
ling van de geschenken begon al dade
lijk en de broertjes en zusjes van Han
nie kregen allerlei moois. Hannie
wachtte en wachtte, maar. voor hadr
kwam er niets!
Eindelijk scheen de Sint alles te heb
ben uitgepakt. Hü gaf vader en moeder
een hand en wilde weggaan. Dat werd
Hannie toch te machtig!
„Sinterklaas", zei ze met een hoog
stemmetje, „ik heb nog heelemaal niks
gehad".
De Sint keek verwonderd.
„Och ja, jij bent Hannie hè?" zei hij
toen. „Nou, dat is toch ook wat. Nu heb
ik me daar glad vergeten om voor jou
wat mee te brengen!"
Hannie huilde tranen met tuiten. Ze
kon bijna niet tot bedaren komen. „Nu
zie je eens, kind, hoe vervelend die ver
geetachtigheid kan zün", zei moeder.
De Sint kwam naast Hannie staan.
„Wacht eens even kleine meid", zei
hii'toen lachend. „Ik was bijna vergeten
jc te zeggen, dat er in de gang een paar
'pakjes voor je liggen. Misschien zit
daar wel iets in...."
Hannie was haar droefheid' van zoo
even volkomen vergeten. Ze rende naar
de gang en jawel hoor. Daar lagen drie
pakjes en daarin zaten de dingen, die
ze het liefst had willen hebben. Stra
lend van vreugde kwam ze weer in de
huiskamer. De Sint was al weg.
Maar het gevolg van het kleine lesje,
dat hü Hannie had gegeven, was, dat
zij in het vervolg beter oppaste en nooit
meer iets vergat!
BRENG HUN DEEL BIJ VRINDEN.
Sint Nicolaas en Piet de knecht,
Zullen jullie dit jaar echt
Eens aan alle kinderen denken
En ze allemaal wat schenken?
Wat zeg jij nu, Piet de knecht,
Sommige adressen weet je slecht?
Breng hun deel dan maar bij vrinden.
Deze zullen 't adres wel vinden.
Annie Walboom,
Een kleuterversje.
Woorden en muziek van
Anton J. Laffrée.
Boem, boem, boem!
Wie rommelt op de trappen?
Be Zwarte Piet maakt grappen!
'k Was wel zoet een heel jaar lang.
Kom maar binnen, 'k ben niet bang,
'k Zal een versje zingen,
Vroolijk dansen, springen.
Boem, boem, boem!
Dag Sinter Klaas, mag 'k even
Aan u een handje geven?
Hebt u ook aan mij gedacht,
Lekkers en wat moois gebracht?
'k Zal wat voor u zingen,
Vroolijk zijn en springen.
rutig-
Een kleuterverSj'e.
fommeH Of 4e
A
trappen*
Kom bwmn,
l IN om
Tk wm. wet Xoetoea
Wi jêtr
P\
J v-
'k.Zal een wr>je
f -
X»n -
vrool*)fc> dAnseix,'!
S pr i n £9
f
>1 r
\=fj=£
7