Be
ij Sap''
vandaaq
Halve prijzen
Esona-EXPRESS
o
in Herman Nypels'
Kleedingmagazijnen
10
HEÏ.DERSCHE milEANT VAN ZATERDAG 10 DECEMBERJ932
C Aanvang van den Winteruitverkocp
fll
voor leorlingen van
Middelbare scholen
In Den Helder uitsluitend bij:
Barets
Petten
Sterren
Den Helder
In het teeken van de crisis J!
v-ienden zullen aantreffen en ik hoop dat
ook dezen zich in welstand zullen bevin-
Van U zijn er ook eenigen, die voor het
eerst naar Indië gaan. Die hebben er veel
over gelezen en gehoord, maar thans gaan
2.j zelf dit voor hen nieuwe deel van de
wereld aanschouwen. Gij zult het met
steeds gemakkelijk hebben, doch tracht
altijd de lichtzijden te zien, dan zal het
heusch wel meevallen.
Voor hen, die vooruit willen komen, dit
is feitelijk het streven van een ieder, biedt
het verblijf in Indië daarvoor gelegenheid.
Sommigen wachten met hun studie tot zij
weer zijn teruggekeerd, doch tracht de
examens in Indië af te leggen, zoodat als
vrij man teruggekeerd kan worden.
Den Commandant wenscht de Schout
bij-Nacht een aangename reis toe met
medewerking van alle opvarenden van
den „Gouden Leeuw
Hierna gaf spr., bevel om alles voor het
vertrek in gereedheid te brengen.
Zeer groot was de belangstelling aan
den wa'. hetgeen wel zijn oorzaak zal vin
den in het 'feit, dat het vertrekuur juist
tusschen den middag viel. Toen wij op de
Buitenhaven kwamen was de valreep al
binnenboord D'.egenen van de bemanning
die maar even gemist konden worden,
sponden bij de reel-ng om voor het laatste
nog een paar woorden met verwanten en
vrienden te wisselen. Voor het schip ston
den talrijke menschen en op het Haven
hoofd zag het ook zwart..
De „Utrecht" maakte vast om den „Gou
den Leeuw uit den wal te trekken. De
1 rossen worden losgegooid en langzaam
gaat het schip van den kant af. Haastig
spoeden alle menschen zich naar het Ha
venhoofd. Varende voorbij het Wacht
schip maakt de bemanning front. De staf-
muziek staat op de oude plaats opgesteld
en plechtig zwelt het volkslied aan. Stram
staat de bemanning in de houding, op de
batterij aan het Havenhoofd staat de
Schout-bij-Nacht met zijn staf om het
schip een laatste vaarwel toe te roepen.
Gejuich, en dan is het voorbij. Het
weer immer aangrijpend vertrek van een
oorlogsschip is weer achter den rug.
Goede reis „Gouden Leeuw en behouden
aankomst.
De burgemeester, die aanvankelijk het
plan had het vertrek bij te wonen, was
hierin door omstandigheden verhinderd.
Herinneren wij ons goed, dan zou dit de
eerste keer zijn dat een gemeentelijke
autoriteit bij het vertrek van een oorlogs
bodem aanwezig geweest zou zijn. Wel
een bewijs, dat de burgemeester met alles
wat met onze gemeente in verband staat,
meeleeft.
AFSCHEID.
Als verloren sta ik op het dek van den
vertrekkenden „Gouden Leeuw". Als ver
loren, eenzaam in een hoekje en in den
ijzigen wind sta ik daarzie ik al die
menschen, die gekomen zijn om afscheid
te nemen van de vertrekkendenaf
scheid van vaderverloofde of vriend
En zoo opvallend is het telkens weer,
dat al die menschen, die toch reeds zoo'n
grooten tijd geleden wisten, dat ook voor
hen eenmaal het vertrek-uur slaan zal,
nu, nu dit vertrekuur er is, als kinderen
zijn, zoo kunnen uithuilen en die groote
jongen daar, die voor de eerste maal naar
Indië moet, en zoo in bravourstemming
daarover heeft uitgelaten, steunt nu het
hoofd op zijn moeders schouder en dat
kleine vrouwtje troost dien grooten, ro-
busten jongen met zachte woorden: „Kom
jongen, als je er eenmaal bentdaar is
het toch zoo mooipas maar goed
op"
Och jazoo is nu eenmaal het af
scheid, voor velen luidruchtig, gewild
vroolijk, voor anderen zoo stilwaar
woorden niets zeggen maar waar een en
kele handdruk of blik, boekdeelen
spreken
En zoo ga ik verder over dezen nog
spiksplinternieuwen mijnenlegger. Alles
is nog nieuw, en alles glimt nog, zelfs de
vloer laat na het halfjaar gebruik nog
haar nieuwe geelachtige planken zien.
Het is een geroezemoes van stemmen,
doch stilletjes, verflauwt dit wanneer het
moment van vertrek nadert.
Op het mijnendek spelen zich tafereel
tjes af, die de menschen op de kade niet
zien, maar waar de intimiteit van het af
scheid wordt tegengehouden door de
stalen wanden van het oorlogsvaartuig.
Een moeder met drie kinderen neemt
hier afscheid van den matroos-vader en
even verder omhelst een jonge korporaal
zijn meisje en het zonnetje dat ons den
heelen dag in den steek heeft gelaten,
komt weifelend door de patrijspoorten
kijken en hult de hoofden een moment in
gouden stralenkrans.
Doch commando's komen ook dit laat
ste samenzijn verstoren, want de bezoe
kers moeten nu van boord en wanneer ik
als een der laatsten de boot verlaat, zie
ik daar voor mij die menschen die elkan
der tot zelfs op den valreep nog gauw
even een afscheid toeroepen.
En wanneer de „Gouden Leeuw" statig
door de haven vaart en stram en stijf de
manschappen in de houding staan, als een
laatste saluut aan het vaderland, is het,
alsof ik een moment een blik mag slaan
in al die harten
VaarWel- PUCK.
PLUIMVEETENTOONSTELLING.
Wij waren nog niet eens binnen, of
daar hoorden wij al een langgerekt hanen
gekraai. Al hadden wij niet geweten dat
de pluimveetentoonstelling in »Thalia«
was, dan had dit geluid ons wel den
goeden weg gewezen en dat we op den
goeden weg waren bleek wel toen wij de
deur opendeden en het zaaltje binnen
traden dat gedurende eenige dagen vogels
van diverse pluimage, benevens konijnen
zal herbergen.
Wat wij van kippen afwisten, nou dat
was wat elke doorsnee Nederlander er
van af weet. Ten eerste leggen zij eieren,
dat weet het kleinste kind, de een meer
en de ander minder, zagen wij niet on
langs nog een foto van zoo'n achteruit-
krabber in de krant, die in een jaar maar
eventjes een 350 eieren had gelegd. Het
kunnen er een paar meer of minder zijn,
maar het was toch in die buurt. En de
kip was er bij gefotografeerd met een
gezicht als wou zij zeggen, »Hoe heb ik
'm dat geflikt!1 Verder weten wij dat er
verschillende soorten zijn, Wyandottes,
Barnevelders enz., deze laatste zijn veren
vreters hebben wij ons eens laten ver
tellen. Zoo zijn er nog veel wetenswaar
digheden in kippenland, teveel om op te
noemen. Daar heb je bijvoorbeeld het
geval van een haan die op één poot
stond. Het kan een gebrek in onze op
merkingsgave zijn, doch tot heden had
den wij nog nooit zoo iets gezien.
Prachtbeesten waren er. Op vele hokken
hingen mededeelingen dat de bewoner
of de bewoonster met een eere-of eerste
prijs van zijn of haar afdeeling was gaan
strijken. Zooals elk vak heeft het kippen-
vak ook zijn speciale uitdrukkingen. Wat
zegt U b.v. van de kippen waarvan de
rug vlakker kon, of dat de ooren ge
vouwen waren, of dat een exemplaar
slechte beenen heeft, of dat de staart
iets te steil is.
Er zijn kippen en kippen. Dat hebben
wij gisterenavond gezien. Prachtbeesten
waren er bij, waaraan men haast niet
kan zien dat het een kip is. B.v. het
exemplaar met een hooge kuif op zijn
kop en een sik. Als een oude Imam staat
hij voor zich uit te kijken. Buren
ruzies ontbreken ook niet. Misschien was
het wel wat anders, het kon ook een
mislukte vrijerij zijn, maar sommige
beesten gingen te keer van jewelste. Een
kleine haan stapte maar driftig in zijn
kleine kooitje heen en weer, erg driftig
en met opgestoken staart. Andere weer
kirden tevreden, zaten kalm in een hoekje
en deden net alsof er geen tentoonstelling
bestond.
Dan waren er de duiven, ook prachtige
exemplaren hoor, en konijnen, schitte
rend, eigenlijk zonde, dat die misschien
naar de pan verhuizen. Men kon wel zien,
dat de grootste zorg aan het uiterlijk
was besteed. Een was „wat licht in het
gevoel'', een andere had „enkele vliegen
aan den kop". Eén konijn had geen al
te mooie beoordeeliug. Geen nood, het
papiertje, dat voor zijn kooi zat, was net
binnen zijn bereik en lustig zat hij er
aan te knabbelen, zoodat de beoordeeling
al gauw niet meer te lezen was. Zou hij
het geweten hebben? .Die zie je niet
veel", zei een van de inzenders tegen
ons, „dat zijn witte Weeners met zwarte
oogen". Wij namen het graag aan.
De leden waren met hunne vrouwen
al aanwezig en met kennersblikken wer
den de verschillende inzendingen gemon
sterd. Aan critiek doch ook aan lof
uitingen ontbrak het niet.
Het was de voorzitter der Pluimvee-
vereeniging »Den Helder en Omstreken*
die alle aanwezigen het welkom toeriep,
wel te verstaan, alleen de menschelijke
aanwezigen.
Dit is de achtste tentoonstelling en in
tegenstelling met de andere is dit meer
een onder onsje. Autoriteiten zijn dan ook
niet uitgenoodigd, al wil dat niet zeggen
dat deze thans geen belangstelling voor
J
Het landelijk vastgestelde
origineele model aparte
kleur.
de expositie hebben. Het doet den voor
zitter genoegen, dat behalve de leden ook
hun vrouwen aanwezig zijn, want, hoewel
het grootste deel van het werk voor het
verzorgen van de dieren voor rekening
van den man is, heeft de vrouw ook
hierin haar aandeel. Vooral wanneer de
dierea ingezonden moeten worden heeft
de vrouw er veel werk van en de voor
zitter licht dit op humoristisch^ wijze toe.
Het liefhebberen in dieren heeft ook
nog als goede zijde dat de man veel thuis
is, omdat hij daardoor het verzorgen van
zijn beesten aangebonden is, hij heeft geen
gelegenheid om naar de herberg te gaan,
zijn vrouw weet waar zij hem elk oogen-
blik kan vinden. Voor de kinderen is het
ook een groot voordeel wanneer vader
beesten houdt. Zij leeren deze kennen en
weten hoe zij ze moeten verzorgen.
Liefde tot de dieren wordt hen hierdoor
aangekweekt.
De tentoonstelling is ook georganiseerd
om weer een beetje fut in de vereeniging
te brengen, want helaas moet worden ge
constateerd dat het ledental in den laat
sten tijd wat terug is geloopen. Propa
ganda maken is dus het doel.
Voor velen is de vacantie een struikel
blok omdat men dan geen verzorger voor
de dieren heeft, maar daar we niet alle
maal tegelijk vacantie hebben zal men
licht onder de medeleden iemand vinden
die tijdens de afwezigheid de verzorging
van de dieren op zich wil nemen. Zoo
kweekt de pluimveevereeniging de geest
van saamhoorigheid aan.
De keuring heeft al plaats gehad, zegt
de heer Verstegen, en de prijzen zijn
gevallen. Voor degenen die een prijs
hebben gewonnen is het een groote vol
doening, voor degenen die zijn teleurge
steld moge het een aansporing zijn om
op een volgende tentoonstelling met steeds
beter dieren te komen.
Ten slotte brengt de heer Verstegen
dank aan notaris Schreuder die steeds
bij elke tentoonstelling gratis de werk
zaamheden voor de daaraan verbonden
verloting verricht, want zonder een ver
loting zouden de kosten niet kunnen
worden gedekt.
Verder past een woord van dank aan
allen die prijzen beschikbaar hebben ge
steld.
EEN MERKWAARDIGE
VOORSTELLING.
„De Comedie van het geluk".
Gelukwat is geluk? Een suggestie,
een illusie, een fictie. Het behoort bij het
leven, vormt er een geheel mee, en geen
leven is bestaanbaar zonder de suggestie
van het geluk. Dat geluk behoeft volstrekt
niet altijd reëel te zijn, ja zelfs verliest het
geluk, zoodra het omgezet wordt in stof
felijke realiteit, een groot deel van zijn
kracht en beteekenis voor het leven en
een nieuwe illusie, een nieuw gedroomd
geluk is noodig om nieuwe levenskracht
te vinden voor den strijd om het bestaan.
U denkt, dat wii overdrijven en u erkent
wel degelijk de beteekenis van het reëele
geluk? Het is een waan te meenen, dat gij
het geluk verwerkelijken kunt in de stof
felijke begeerten, omdat steeds weer nieu
we begeerten, van hooger rangorde, klaar
staan om de plaats der oude verwerke
lijkte illusies in te nemen. Hij, die zich
gelukkig voelt, is dat van binnen uit en
zijn stoffelijke omstandigheden hebben
daar betrekkelijk weinig mee te maken, al
zullen zij natuurlijk zijn vatbaarheid en
1 ontvankelijkheid wel beïnvloeden. Het be-
teekent ook volstrekt niet, dat gij de stof
felijke omstandigheden verwaarloozen
zoudt, integendeel. Maar de voorbeelden
zijn voor het grijpen, waarmede aange
toond kan worden, dat geluk niets met de
materie te maken heeft.
H
m
2 Ongelooflijk goedkoop
OULL-esJr Wlm,
Esona BOOTDIENST
dag. v.m. 10 uur van A'dam
dag. v.m. 7.30 uur van Den Heider
Een extra woord krijgt de secretaris-
penningmeester, de heer Jacob Sturk, die
zoogoed als al het werk voor de tentoon-
stelling heeft verricht. Hij was steeds in
de weer geweest om het tot een succes
J te doen worden en wij moeten zeggen
dat hij volkomen is geslaagd. Niet inge-
wijden kunnen niet beseffen hoeveel werk
er verzet moet worden voor alles zoover
i is als het thans in de zaal staat.
1 Hiermede was de expositie geopend en
konden de bezoekersworden binnengelaten
Een ieder die zelf dieren houdt of be-
I lang stelt in het pluimvee raden wij aan
I om eens een kijkje te gaan nemen. De
tentoonstelling van vandaag tot tien uur
geopend en morgen eveneens. Vele prach-
jtige exemplaren zijn er te bewonderen.
Het lidmaatschap van de vereeniging
1 kost slechts ongeveer zes cent per week
en voor dit bedrag kan men in de ervaring
van anderen deelen en zijn eigen be
vindingen met anderen uitwisselen.
Wij vertelden hierboven reeds dat er
een verloting aan de expositie is ver
bonden. Koopt men een lootje, dan heeft
men kans een paar prachtige dieren te
winnen.
Hier geeuwt de lezer en zegt: waartoe
zoo zwaar op de hand op dezen vroegen
i Zaterdagmiddag? Nauwelijks hebben wij
1 de krant opengevouwen om te zien wat
voor nieuwe en interessante dingen ce
hearen in de Koningstraat»ons nu weer
i hebben te geven, of wij worden voor
zwaarwichtige levensproblemen gezet,
waar ons hoofd zoo vlak na Sinterklaas
niet naar staat, en als men er prijs op
stelt, dat ook het overige, wat gii ons te
jivertellen hebt, wordt gelezen, dan raden
wü u aan een andere snaar aan te roeren.
I Zie, dat is tenminste taal! Maar weet-u,
Iten eerste kunnen wij het niet helpen,
want het stuk van Donderdag gaf ons on-
willekeurig aanleiding tot deze philosophie
en dan verder: wij dachten, het is pas St.
i Nicolaas geweest, onze lezers hebben na
tuurlijk braaf letterbanket en marsepei-
i nen poppetjes geslikt, en ze willen mis
schien wel eens wat degelijkers
Intusschen: peccavi! wij zullen nu op
Voor spoedzendincfen
dag. n.m. 5 uur van A'dam
dag. n.m. 7 uur van Den Helder
Zaterdags 2 uur van beide richtingen
den beganen grond blijven en u van de
uitvoering van Donderdag vertellen. Maar
dan kom ik toch weer op het begin uit:
wat is geluk? omdat die vraag toch de
eigenlijke quintessens vormde van het in
teressante tooneeistuk, dat de Amsterdam-
sche Tooneelvereeniging hier als derde
abonuementsvoorstelling gaf.
We zouden het ook anders kunnen om
schrijven: de Russische schrijver heeft
ons in dit stuk willen doen zien de diepere
beteekenis van de leugens, waarnaar de
menschheid diep in haar onderbewustzijn
verlangt, waarvan zij alle heil verwacht en
zonder welke zij niet kan bestaan. Want
ook dat laat de schrijver ons zien: waartoe
de verwezenlijking van enkele dier leu
gens reeds zou leiden, welk een cata-
Het eerste deel was geschreven voor ik in
Alkmaar het Huis van Bewaring binnen
kwam. Ik vraag u vergeving, dat mijn ver
haal geleidelijk in mineur-toon over
gaat.... dat u soms zult huiveren....
Luid hysterisch gillend komt een vrouw
de trappen van het gerechtsgebouw af
dreigend schudt zij haar hand tegen een
oude man, op het oog een net heertje.
Jij smeerlap, ellendeling, jijjij
een vloed van scheldwoorden ratelt door
de strakke herfstlucht.
Een politie-agent die de vrouw bege
leidt, maant haar tot kalmtehet kleine,
voor den buitenstaanden, net-uitziende
oude mannetje, zegt niets; maar zijn ge
zicht is bleek en vaal en zijn oogen zijn
wijd van angst en schrik
Slotacte van drama tusschen vader en
dochter, die buiten het Gerechtsgebouw
wordt afgespeeldvoor het scherm
valt van het laatste bedrijf.
Ik huiverIn mijn portemonnaie zijn
twintig gulden en vier cent; dus zeventien
gulden vier et. meer dan drie gld.Ik
heb deze slechts aan den directeur van
het Iluis van Bewaring ter hand te stellen
en het feit, dat ik mijn fiets onbeheerd
heb laten staan, is geboet... De Neder-
landsche Staat is voldaan en de Helder-
sehe gemeenteraad, die deze verordening
maakte, ooken ik kan genieten van
de klare herfstdagin vrijheid, in volle
fiere vrijheid loopen Dan willen ze
mq zelfs daarbinnen in dat Huis van Be
waring niet hebben fciijft het geheim
zinnige, logge gebouw voor mij gesloten;
Ik vind mij zelf kinderachtig... deser
teur... Neen, dat doet een goed jour
nalist nietbij den eersten aanval af
deinzen! Ik loop dus de hardsteenen trap
pen van het Gerechtsgebouw op kom
in een groote kamerdaarin zitten twee
veldwachters qverig te schrijven.
Als ik binnentreedt, heft een van hen
het hoofd op en wij slaken een kreet van
herkenning
Voor een oogenblik verlaat m'ij de be
klemming en voel ik mij prettig ge
stemd.
En hoe gaat het met Wilhelm, onzen
vriend en kroonprins, zegt hij. Hoort u
nog wel eens wat van hem?
Mijn oogen bedriegen mij nietOude
herinneringen komen op. Het is Ad
de vroegere veldwachter van Wieringen,
de cerebus van den kroonprinsIeder-
^n,?p.v:ierinsen i100*1*- hem... om zijn
f. kordaatheid en mensche-
lijkheid. Natuurlijk praten wij over den
tijd toen wij beidjes nog aan het Wierin-
ger hof zeer geziene gasten waren, dat wij
bij den kroonprins open tafel vonden
Weet je nog, zegt Ad, toen zijn vrouw
Cecilie met d'r jongens bij hem was. Mis
schien wordt je nog wel eens minister van
justitie Ad, bij den prins, zeg ik lachend.
Maar apropos, vervolg ik, hier is een
briefje van het Registratiekantoor, en ik
wensch de boete niet te betalen, maar mij
te laten insluiten in de gevangenis.
De andere veldwachters lachen onge-
loovig. Maar Ad kent mij van vroeger
jaren
Net iets voor u, zegt hijMaar ik
zou maar betalen...
het papier om mijn bevel tot inhechtenis
neming te laten klaar makenen ik
wachtde rust in mij keert terugj
Zoo erg zal het toch ook niet zijn, denk
ikLangzaam gaat de deur open. Een
man en een vrouw komen binnen. Dej
man is bleek, zijn oogen staren hol en1
strak; op zijn gelaat ligt zorg en groot
verdriet. Naast hem een vrouwzijn
vrouwIk hoor uit hun gesprek, dat zij
voor langen tijd van hem wordt verwij
derd Droef kijkt de man naar zijn
vrouw... Nog even wil hij iemand van
het gerecht spreken... dan verlaat hij
het vertrek... laat zijn vrouw achter..'
zieligalleen Nog even oog ik den
gebogen gestalte van den man na dan
voel ik weer de lafheid over mij komen
Drie gulden een bedrag van niets
weest niet gek... Wat heb jij met het
leven der uitgestootenen te maken? Je
hen nog vrije Nederlander... betaald en
ga wegBuiten lokt het zachte bleeke
goud der opgaande zon
Maar neen, ik blijf! Ik denk aan de
arme, de berooide, die geen drie gulden
heeften daar komt Ad toch reeds weer
binnen.
Uw hechtenis is reeds ingegaan,
zegt hjju hebt het zelf gewild
strophe er het gevolg van zou zijn.
Om ons deze gelijkenis voor oogen te
zetten, heeft deze Russische schrijver drie
(vier) buitengewoon interessante en boei
ende tafereelen noodig gehad. Men kan
over deze wijze van uitbeelding van oor
deel verschillen, men kan haar, al naar
persoonlijken smaak en aanleg, prijzen of
laken, het interessante ervan blijft.
De uitbeelding is zeker niet Hollandsoh,
daartoe is het geheel te druk, zijn de per
sonen en toestanden te exotisch. Wat doet
het er toe? De philosophie van het stuk is
algemeen.
In het eerste gedeelte van het eerste be
drijf ontmoeten we Van Dalsum als de
waarzegster, dr. Fregoli en in het tweede
gedeelte van dit bedrijf neemt zijn experi
ment een aanvang. Met behulp van enkele
acteurs zal hij de verlangde illusies en be
geerten bii een aantal individuen verwe
zenlijken, welke tezamengebracht zijn in
het pension van Marja Jakowlewna en
met dit experiment is het, dat de beide
slotbedrijven zich bezighouden. Deze op
zet en uitwerking veroorloofde uit tooneel-
oogpunt tot interessante proefnemingen;
waarlijk mag hier wel eens een woord van
appreciatie gesproken wo-rden voor het
feit, dat wii dit omvangrijke en ingewik
kelde stuk hier konden krijgen. De beide
laatste bedrijven, welke, zooals wii zeiden,
in het pension Marja Jakowlewna speel
den, boden de gelegenheid voor het in
richten van een z.g. simultaantooneel, dat
is een tooneel, waar op verschillende
plaatsen tegelijk geacteerd wordt. Wü kre
gen daar namelijk twee verdiepingen, met,
op de bovenverdieping, niet minder dan
vier verschillende kamers en in al die ka
mers werd geacteerd tegelijk met het spel
op den beganen grond. Zooiets is machtig
interessant en kan alleen indien men over
voldoende tooneelruimte beschikt (hetgeen
hier, behoudens dan het feit, dat het Ca-
sino-tooneel wat laag was voor het doel,
het geval was), en doordat men het geheel,
requisieten en al. in een vrachtauto laadt
en zoo vervoert. Daardoor is het ook mo
gelijk, dat ce acteurs nog dienzelfden
nacht weder thuis zijn, zij het zeer laat en
dus logieskosten sparen. Het was zeer in
teressant te zien hoe men de verschillende
decorstukken in hun geheel had opgesteld,
waardoor het mogelijk was in de korte
spanne tijds die de pauze overlaat, heel dit
ingewikkelde tooneel op te stellen.
Maar cok de groote menigte medespe-
leruden maakte dit stuk interessant. Eerst
hadden we het bezoek bij de waarzegster,
waarbij we al met verschillende typen
kennis maakten; daarna de generale repe
titie van -„Quo Vadis", die wij, de toe
schouwers, inderdaad als repetitie mede-
maakten, hetgeen dus eveneens geweldig
interessant was. Natuurlijk, met net ver
loop van het stuk had heel deze scène al
leen in zoover te maken, dat zij de hoofd
personen tezamenbracht, die de beide an
dere bedrijven bevolken. Dan» na de pauze,
de beide bedrijven in het pension, waar
het experiment van dr. Fregoii plaatsvindt,
en bekroond door de apotheose van het
carnaval. Twee bedrijven voi leven en
actie, vol afwisseling, vol humor en tra
giek, vol spel en vol philosophie. En eerst
dichtbij middernacht het einde.
„U wilt een slot?" vraagt dr. Fregoli,
„een ontknooping? Waarvoor eigenlijk?
Wat doet het er toe of het nu zus of zoo
afloopt, we weten toch allemaal wel, dat
het maar een comedie is, het leven, de
comedie van het geluk, en dat we immers
toch geen van allen tevreden zijn. Maar
laten we tot slot een dansje doen; het heele
leven is illusie en dans, carnavalglans en
klatergoud en straks nemen we allemaal
onzen last weer op, nietwaar".
En zoo gingen we dan, dansende, in de
illusies van het klatergoud, de straat op.
En wie nu nog niet tevreden was, zal het
nooit worden ook.
Er was, in dit stuk, feitelijk geen ge
legenheid voor heldenrollen, alles was
massa-kunst, waarbij ieder acteur en
iedere actrice individueel gelegenheid
had naar voren te komen. En ieder kende
zijn taak, ieder was persoonlijk voor die
rol berekend. Daardoor kregen we vele
kostelijke tooneelen die te menigvuldig
waren om hier te kunnen worden ver
meld, maar die deze vertooning zoo aan
trekkelijk maakten.
Alles tezamen was dit een kostelijke
vertooning, ongemeen boeiend en aan
trekkelijk, zoowel uit algemeen philoso-
phisch oogpunt dan wel uit tooneel-tech-
nisch bezien en door deze veelzijdigheid
zal dan ook het publiek, over het alge
meen genomen, met het gebodene wel'te
vreden zijn geweest.
„DE JANTJES".
-3Lo-F<X*rr^/y\txrrC%al
<r,iü!Jll!]Ith4dtar-ig en verzoek a's laatste
gunst, dat Ad mq naar het Huis van Be
waring zal geleiden. Ad verdwijnt Zei
(Wordt vervolgd).
Schets uit het matrozenieven.
Wij hebben reeds vermeld, dat het ge-
zelscnap Bouber Zondag a.s. hier weder
om met de beroemde schets uit het matro-
zenleven „De Jantjes" komt. De tekst
hiervan is van de hand van Herman Bou
wer, muziek en liedjes zijn van niemand
minder dan Louis Davids en zijn vrouw
j Margie Morris. Het stuk werd hier tijdens
een kermisweek acht dagen achtereen
vertoond en ook van andere opvoeringen
is het gezelschap Bouber hier welbekend
Thans is het gezelschap begonnen met
de wederopvoeringen van dit bekende
volksstuk en heeft er ook thans weer een
enorm succes mee. Het is één van de
beste en echtste volksschetsen.
De prijzen zijn voor deze voorstelling
weer zeer laag gesteld. 8
V.A.R.A.-PROPAGANDA-AVOND.
„Een feest van geest".
Aldus had de V.A.R.A.-afdecling haar
feestavond betiteld en wel zelden is juister
kwalificatie gegeven aan een avond als
deze. Niemand minder dan Louis Davids
trad op met zij'n ensemble een aitist,
die, als hij het geluk had Engelschman
of Franschman te zijn geboren, in plaats
van doodgewoon Nederlander, iemand zou
zijn van internationale bekendheid en die
ook thans door de kritiek, zonder uit
zondering, als Nederland's beste humoris
tische voordrachtkunstenaar wordt ge
karakteriseerd. En juist dat epitheton
„geest" is ten aanzien van Davids zoo
karakteristiek, want heel zijn optreden
kenmerkt zich niet in de eerste plaats
door den humor of de grapjasserij, maar
door den geest, den fijnen, intelligenten,
beschaafden geest. In hoever Davids'
babbeltjes spontaan en intuïtief zijn, doet
niet ter zake (veel van het droogkomieke,
dat hem kenmerkt, zal wel vooraf voor
bereid zijn), wij als toeschouwer ge
nieten van het frissche, waarlijk geestige
van zijn optreden. En het feit, dat hij er
in slaagt, een groot publiek den ganschen
avond in één onafgebroken lachbui te
houden, is daar ten bewijze.
Bewaar ons, wat is er gelachen! Niet
zoo maar eens omdat je iets grappig
vond, neen, zelfs de ernstigste zuurpruim
kwam niet weer uit den lach en is nog
lachende de straat opgegaan. Veel van
wat Davids bracht was natuurlijk van de
radio al bekend, maar dit was slechts in
staat het genot er van te verhoogeq.
Neen, wie beweren wil, dat het Helder-
sche publiek niet goedlachsch is, weet
er niets van, 't is alleen de toon die de
muziek maakt, de lach is er wel, ook wel
de lust om te lachen.
Davids dan was er met zijn ensemble,
dat dezen zomer in Scheveuingen z.g.
klein-kunst gaf, en dat behalve uit hem
zelf, bestond uit. een drietal dames en
heeren, zeven personen dus, die een zeer
uiteenloopend en varieerend programma
vertolken. Daar is bijvoorbeeld Irene
Körner, een zeer goede voordrachtkunste
nares en haar collega Berthe Stuy. Na
de pauze gaven de beide dames kostelijke
parodieën op Joh. Sebastian Bacil, Mozart,
Mendelssohn en Wagner, eenvoudig met
de vertolking van een van Davids' be
kendste liedjes „de Kleine man" in den
stijl zooals deze componisten het zouden
hebben gedaan. Daar is de danseres
Jeanne Lee, die vóór en na de pauze zeer
interessante dansnummers gaf.Wij denken
hier aan den Oosterschen dans op zeer
merkwaardige moderne muziek van den
Italiaan Piovanno, en, na de pauze, kos
telijke imitaties van Josefine Baker. Daar
is Sohn Retel, imitateur van de meest
uiteenloopende geluiden, van een af
geladen electromotor af tot een broedsche
kip of een aan kiespijn laboreerenden
zuigeling toe. Kostelijk ook zijn Mexi-
caansche hond en andere radin^'n-ingen,
die hij imiteerde.
Daar was tenslotte de pmu.si, Fried.
Walther, kunstenaar op zichzelf, die de
voortreffelijke imitamuziek Joh. Seb. Bach
c.s. schreef voor de door de beide dames
gezongen duetten in grooten stijl, en
Davids' broer, die hem in zijn liedjes
begeleidde. Fried. Walther, die zoo voor
treffelijk de dans van Jeanne T^e wist
te interprcteeren.
Al deze nummers werden aangevuld
door Louis Davids himself met een altijd
weer geestig en origineel babbeltje, en
afgewisseld met eigen liedjes en typisch
was het te zien hoe merkwaardig sterk
het geestelijk contact was met de zaal.
Er is intens genoten en juist dit maakte,
dat er door de geheele volle zaal werd
meegeleefd in dit „feest vnn pep-
Rede voorzitter V.A.R.A.
Het is jammer, maar wij moeten nu
aan een ander chapiter beginnen, want
tenslotte was deze avond tevens aan de
propaganda dienstbaar gemaakt. Het was
de voorzitter der V.A.R.A., de heer A.
de Vries, die enkele opmerkingen wilde
maken, die thans actueel zijn. De Vara
heeft thans in het parlement wederom
blootgestaan aan scherpe kritiek. Er is
gesproken van een coalitie. Een coalitie
tusschen K.R.O., N.C.R V., en V.A.R.A.
tegenover A.V.R.O. Daarvan is geen
sprake, de Avro heeft dat praatje in de
wereld gebracht, maar het is vólkomen
onwaar; wij staan geheel apart, slechts
in bijzondere opzichten hebben wij wel
eens samengewerkt met de andere om
roepen, behalve de Avro., dank zij wat
meer inzicht bij die besturen. En dan
was die samenwerking alleen op tech
nisch gebied, niet op ideëel gebied.
Een tweede zender wil de Avro, het
geld is er voor zegt zij, het is kleinzielig
heid van jelui om dien niet toe te staan.
Ja, maar daarom gaat het niet, maar
de zaak is, dat twee zenders moerlijk
zijn in ons land.
De Avro wil nu zoo'n apanen zender,
maar die kunnen zij maar een halve week
gebruiken, en wij zouden dan verplicht
zijn óók een tweeden zender te bouwen
En wij zijn verantwoordelijk voor de
KOiayil, TeS. 339.
WARïtfSE CROQUETTES.