J
J SCHAKEN. L[
■mw
Bridge-rubriek.
i DAMMEN.
1
m.
MEN VINDT WAT MEN ZOEKT.
ZOEKT DAAROM WAT GE
VINDEN WILT.
Het meerendeel der menschen is go
voelig voor den invloed van het weer.
D.w.z. dat ze veel gauwer het hoofü
laten hangen op een killen ^regendag
dan op een helderen dag met zonne
schijn.
Wanneer het regent weten wij niets
beters te doen, dan met een afkeurend
gezicht bij het raam te gaan staan, en
commentaren op: „dat nare natte weer
te leveren, ofwel ze klagen steen
en been dat hun beroep hen nood
zaakt om erdoor te trekken.
De regen bevalt hen niet, en nu zijn
ze bovendien nog onverstandig om
datgene wat hen niet bevalt, tot het
centrum van hun belangstelling' te
maken.
Weest verstandig, en geeft juist zoo
weinig mogelijk belangstelling aan
de dingen die u niet bevallen.
Regent het? Moet u erdoor? Welnu,
zet uw kraag op en stap er blijmoedig
op los! Klagen helpt toch niets!
Kunt u thuisblijven? Alvast een
voorrecht boven degenen die erdooi
moeten. Kom staat daar niet misnoegd
bij het raam. Stookt de kachel eens
gezellig op, en houdt u met iets bezig.
En niet alleen bij regenweer komt
deze gedragslijn in aanmerking. De
meesten zouden er wel bij varen, wat
meer aandacht te schenken aan figuur
lijke „zonnestraaltjes" en wat minder
aan „regenbuien".
Hoogstens zijn wij veeleer geneigd
tot weifelen, critiseeren, afbreken en
klagen dan tot vastberadenheid, waar
deering, opbouwen en dankbaarheid.
Probeert eens, in opbouwenden zin
te leven. Zoekt naar het goede in men
schen, dingen en omstandigheden.
Richt uw aandacht op de dingen die
wél goed, wél prettig en wél naar uw
zin zijn, inplaats van u op aanmerkin
gen toe te leggen en steeds met een
bedenkelijk gezicht uw eigen stem
ming en die van anderen te bederven.
Wie zoekt, die vindt Wie pessimis
tisch denkt, die zal ook redenen voor
dat pessimisme vinden Denkt daarom
optimistisch; een beetje vertrouwen
en een beetje waardeering en ge trekt
het warme, lichte en blije in het leven
tot u.
Dr. JOS. DE COCK.
XLI.
Speeletikette.
Met de nieuwe regels worden ook
sommige bepalingen ingevoerd, die
vroeger onder de „etikette" thuis hoor
den en waarvan men dacht: „Dat kan
men nu eenmaal niet in regels vast
leggen, dat v o e lt men". Door invoe
ring van Contract en daaraan aan
klevende „Conventies" is het spel
echter dusdanig gewijzigd, dat het
noodig gevonden werd om sommige
ongeschreven etikette-wetten in de
nieuwe regels vast te leggen. Wij ko
men daarop later terug als de nieuwe
reglementen officieel worden, maar
zullen ons heden eens bezig houden
met die etikette zelf.
Bridge in een „Spel" en moet niet
ontaarden in geldklopperijverkapte
conventies zijn unfair en Manning
Foster heeft er meermalen op gewe
zen hoe het mooie spel door sommi
gen wordt uitgebuit voor eigen gewin.
Het is dus een spel in den ruimeren
zin „Sport" en men spele het dus
sportief. In de eerste plaats houde men
zich aan de regels; heeft men daar
tegen gezondig&, sta men erop om be
boet te worden en men trachte dan niet
eventueele boeten met een smoesje te
ontgaan. Het is niet sportief om -bn
het bieden door een bijzondere intona
tie of door bepaalde toevoegingen zijn
partner bepaalde wenken te geven.
Evenmin moet men de tegenpartij dooi
misleidende gezegden op een dwaal
spoor trachten te brengen.
Speel nooit om een hooger tarief
dan dat, waarbij gij blijmoedig tegen
slagen kunt verdragen; speel dus niet
uit valsche schaamte tegen een tarief
dat boven uw beurs is; zit er aan uw
tafeltje iemand, die minder met aard-
sche goederen is gezegend dan gij
speel dan tegen het door hem voorge
stelde lage tarief, al zijt gij gewoon
om hooger te spelen. Breng hem niet
in een moeilijk parket door een hooger
tarief aan te bevelen.
Denk er om, dat Bridge een pretje
moet blijven, dus dat een ieder ge
acht wordt dit voor zijn genoegen te
spelen. Zijt gij nu op een dag minder
gedisponeerd, speel dan niet, want als
gij er niet geheel b ij zijt bederft gij
het genoegen van anderen. Maak u
onder het spel nooit nijdig en denkt
steeds aan het gezegde: „Kalmte kan
je redden!" Als er een geschil opge
lost moet worden, neem dan kalm de
regels ter hand en zoek de betrokken
bepalingen op.
Wat het bieden aangaat, denk om
het volgende: Als gij gegeven hebt,
zoek dan direct uw kaarten uit en
treuzel niet demonstratief alsof gij
aan uw partner wilt laten weten: „Nou
ik heb wel wat hoor". Het hoort ook
niet om als men een goed spel heeft
gekregen direct te vragen: „Wie heeft
er gegeven", daarmee een haast om
aan het bod te komen aangewend.
Vraag niet demonstratief voordat gij
uw bod doet: „Hoe staan wij" of voor
dat uw partner biedt de opmerking
maken: „Twee is genoeg". Trek geen
gezichten als uw partner niet in de
kleur uitkomt, die Gij van hem ver
wacht. Dikwijls heeft hij renonce en
kan het niet doen. Als men door u
heen snijdt, zit dan niet aan de kaar
ten te trekken en te doen of gij de
honneur waarop gesneden wordt w e 1
hebt, vooral bij Sans geeft gij daarmee
kaarten zóó, dat men er niet in kan
kijken en probeer niet in andermans
kaarten te gluren, het is fraude als gij
dat doet, valsch spel!
Zet uw kaarten niet zóó op, dat dui
delijk uitkomt hoeveel gij in elke kleur
hbt; vooral bij Sans geeft gij daarmee
uw partner op unfaire wijze wenken.
Speel een zekere kaart niet met een
bepaald „aplom" uit, staar uw partner
niet veelbeteekenend aan als deze
moet bijspelen of uitkomen, ook niet
onder het bieden door te trachten hem
te biologeeren!
Voorts nog kleine onhebbelijkheid-
jes: Steek niet net een sigaret of sigaar
op als gij moet bijspelen en laat op
die manier anderen op u wachten; <P
voor de heeren en voor de dames:
Neem niet net poederkwast of linnen-
stift te hand in zulke oogenblikken
doe dat als gij blinde zijt. gij zult
dan toch even goed in den spiegel
kunnen „kijken"!
Verdraag het kleine zwijgend, ont
vang het schoone dankbaar, doe met
beide winst voor uw levensopvatting.
UITSLAG WEDSTRIJD
HELDERSCHE DAMCLUB.
Groep I.
gesp. gew. rem. verl. pnt
J. Stoll
7
6
1
0
13
A. J. José
8
5
0
3
10
D. Dissel
6
3
2
1
8
D. C. W. Rab
3
3
0
0
6
S. Slort
6
2
1
3
5
J. C. K ossen
7
1
3
3
5
L. Simonse
8
2
1
5
5
A. A. Bremer
4
2
0
2
4
P. H. C. Groene-
meijer
5
0
2
3
2
Joh. Bremer
6
0
2
4
2
Groep 11.
P. J.Smolenaars
7
5
1
1
11
Jn. Bremer
5
3
1
1
7
B. de Best
6
3
1
2
7
P. Slort
6
2
2
2
6
A. J. Bezemer
7
2
2
3
6
J. Jagel
4
'2
1
1
6
W. Wieren
4
2
1
1
5
P. J. Arends
6
2
1
3
5
A. Bosman
7
1
3
3
5
H. G. Fonteijn
7
2
1
4
5
O. Ottervanger
5
1
1
3
,3
Groep
III.
J. Elzas
8
7
1
0
15
W. v. Brederode
8
4
3
1
11
R. Dol
7
3
3
1
9
C. Thomas
7
3
3
1
9
G. v. Roekei
8
4
1
3
9
C. G. Lokkers
5
3
2
0
8
J. A. v. Vliet
7
3
2
2
8
H. Thijssen
10
4
0
6
8
W. Volkers
7
2
1
4
5
W. Dienaar
7
2
0
5
4
M. v. Kalken
7
2
6
5
4
F. Leijtenaar
8
2
0
6
4
W. Slort
5
1
0
4
2
De wedstrijd wordt gehouden iederen
Donderdagavond van half 8 tot 11 uur,
in de bovenzaal van het Evangelisatie
gebouw, Palmstraat.
De wedstrijden zijn ook toegankelijk
voor niet-lederu
De oplossing van het probleem van Palkoska is 1 Lhl. Er dreigt dan De4+
en De2+. Na Lfl volgt De4+ en Dd4f. Na Kf2 volgt Lb6f, na Lg2 kan Dg2:
en na Kd4 geschiedt Dd5+. De oplossing van den tweezet van Buchner is 1 Th8.
Er dreigt nu Ph7f. Aardig zijn de ontpenningsvarianten Pc6 en Pe6.
O. A. L. Buil.
British Chess Magazine 31, le prijs.
Wit begint en geeft mat in drie zetten.
Wit: Khl, Da5, Lc2, Phö, pi g2 en k2.'
Zwart: Kg4, Tb3, Pal en cl, pi c3, g7, g6 en h6.
De volgende partij is uit den winterwedstrijd te Den Helder in de schaak
club »Morphy« gehouden.
K. Geus. Dr. P. Feenstra Kuiper.
1. e4 cö
2. b4 cb4
De heer G. houdt van minder bekende
varianten. Deze staat in een oud
Italiaansch handschrift van 1623. De
voortzetting is van Capablanca.
3. a3 Pc6
Dit is beter dan ba3La3met goéd
spel voor wit.
4. Pf3 e6
Wit moet direct ab4spelen. Nu krijgt
zwart het overwicht.
5. ab4Lb4
6. Lb2 Pf6
7. Ld3 d6
Een zonderlinge zet van wit. Zwart
had nu dö moeten spelen. Ik heb
altijd wat angst voor dezen tegen
stander.
8. 0-0 0-0
9. c3 La5
10. Pa3 a6
11. Pc4 Lc7
12. Pe3 Ld 7
Ook nu ziet d5 er beter uit.
13. Lbl Pe7
14. d4 Lc6
15. Pd2 bö
Wit heeft nu een goede stelling, zwart
liet te veel toe.
16. f4 e5
Dit is verdediging, geen aanval:
17. La3 ed4:
18. cd4Lb6
19. Lb2 Dc7
20. I)b3 a5
Met deze pionnen moet zwart winnen.
21. Dd3 Pd7
22. Khl f5
Tegenactie.
23. ef5Pf6
24. La2f d5
25. Tacl Dd7
26. Pf3 b4
Om tot afruil te komen.
27. Pe5 Lb5
28. Pd7Ld3
29. Pf6Tf6
Dit ts echter mis. gf6moest geschie
den.
30. Pd5Pd5
31. Ld5 :f opgegeven.
Zwart verliest een stuk.
Dr. P. FEENSTRA KUIPER.
Probleem van Paul Scouppe te Parijs.
Zw.: 8, 10/14, 17, 29,20,23/4,26,29,30.
Wit: 21, 28, 32, 36, 38/47.
Wit speelt en wint.
Probleem van Paul Scouppe te Parijs.
Ijü Wé 'M Wi i_
Een fraaie slagzet van Scouppe is
de volgende:
Zw.7, 9. 10, 12/4, 17/20, 24/5.
Wit21, 27, 28,31, 34, 35,38/40, 43, 45,48.
Zwart had gedacht schijf winst af te
dwingen maar verloor door:
28—23 17X37
27—22 19X17
34—30 25X84
39X8 12X3
48-42 37X39
40-34 39X30
35X2
Oplossingen der problemen van de
vorige week
Zw.3, 5, 7 10, 13, 20, 21, 23/26.
Wit18, 22, 29, 31/5, 37, 47, 48.
Zw.: 2, 8, 12/4, 17, 19, 21/26.
Wit: 28, 31/3, 35/7, 39, 40, 43, 44, 47, 49.
Wit speelt en wint.
47-42
23X12
32—27
21X41
42—37
41X32
29—23
26X37
22—17
12X21
48—42
37X48
23-19
48X30
33—29
24X33
35X4
13X24
4X15
Zw.3, 8/12, 14, 17/25, 29, 35.
Wit: 28, 31/3, 37/40, 43,46,48/50.
39-34 35X44
50X39 29X40
33—29 22 of 24—42 of 4^
46—41 24 of 22—44 of 42
43-39 44X33
49—44 40X49
41—36 49X27
31X2 42X31
36X38