De oorlogskinderen groeien op. Een aangename misvatting. Wenken voor jonge moeders. Het menu van deze week door Sir BENJAMIN GOTT. President der Paedagogische Commissie te Londen. De voorspellingen niet uit gekomen. Twee jaar na het einde van den alles vernietigenden wereldoorlog vormde er zich te Londen een commissie van be kende paedagogen, welke zich tot taak stelde om nauwkeurig de ontwikkeling na te gaan van de oorlogskinderen, d.w.z. de kinderen, die tiidens den oor log geboren zijn. De resultaten van deze waarnemingen zijn zeer interes sant, omdat de kinderen reeds op een leeftijd zijn gekomen (1417 jaar), waarop men er den toekomstigen mensch duidelijk in kan onderkennen. Ze hebben de lagere school afgeloopen en bepaald, in' welke richting zij verder hun toekomst willen zoeken. .En als men objectief is, moet men toegeven, drt onze oommissie zich ten aanzien van de oorlogskinderen heeft vergist. Zij werd gevormd in de vaste overtui ging, dat deze kinderen ziekelijk, min-, derwaardig zouden blijken, dat zi1 bij zondere hulp en steun noodig hadden. Niets van dat alles is juist gebleken De oorlogskinderen zijn sterker, grooter en gezonder dan de na-oorlogs kinderen. Dit geldt nog meer van de meisjes dan van de jongens. Ze zijn vlug van begrip, meer dan normaal, bevattelijk en schieten alleen te kort in oplettendheid. Ze zijn spoedig vermoeid en wars van „saai" onderwijs. Ze voe len buitengewoon veel voor aardrijks kunde, geschiedenis en kunst; talen leeren ze betrekkelijk gemakkelijk; aan wiskunde hebben zij het land. Ze zijn moeilijk in het gareel te houden en hebben voor sport vrijwel in het geheel geen belangstelling. Het is alsof zij het element van onderlingen wedijver daar in wantrouwen. Zij kunnen zich moei lijk concentreeren, als het om diep gaande kwesties gaat. Zq leeren het best spelenderwijs. Opvallend is bij deze kinderen het slechte gezichtsvermogen. 17.1 van de jongens en 19.8 van de meisjes dragen brillen met naar verhouding sterke glazen. Verder zijn de gebreken van het oorlogskind van nerveusen aard. Doch ook op dat gebied zijn onze verwachtingen niet uitgekomen, want het na-oorlogskind is veel zenuwach tiger en bovendien minderwaardiger. In het oorlogskind weerspiegelen zich onmiskenbaar de moreele ontaarding en lichamelijke verslapping, het ang stige haasten, de pogingen om zich te doen gelden en het streven naar succes van onzen tyd. Het oorlogskind sterk Individueel. In het oorlogskind schuilt een groote kracht, doch deze komt slechts op zeer bepaalde gebieden tot uiting. Het is typisch individueel georiënteerd. Het heeft een vechtersnatuur, doch een, die bewust slechts zelden haar krachten verspilt. Die jonge menschen vormen een merkwaardig gesloten geheel en verzette., zich met alle kracht tegen het binnendringen van gedachten, die hun persooniyke vrijheid zouden kunnen beperken. Ze weten als geen ander hun wil door te zetten bij de beroepskeuze. Hoewel onze waarnemingen betrekking hebben op kinderen van alle standen, is het percentage, dat inrichtingen van voortgezet onderwijs bezoekt, veel klei ner dan men had mogen verwachten. De meesten bezoeken technische scho len of gaan in de praktijk. Het vaakst wordt electrotechniek gekozen; daarna komt het oonstrueeren van machines. Weinig aanzienlijke beroepen als schoenmaker, bakker of kleermaker, worden gemeden, doch beroepen, die kracht vereischen, als slotenmaker en smid, zijn wèl in trek. In zyn particuliere leven staat het oorlogskind meer op zichzelf dan in het gezinsver band. Toch behoeft er niet voor gevreesd te worden, dat ze later onverschillig zullen staan t r nover hun eigen ge zin. Het sluit zich zelden aan bij de padvinders of by ver- eenigingen, omdat het er niets voor voelt zich te moeten aan passen. De kinderliefde con centreert zich tot de moeder. By de meisjes treft men een veel grootere primitiviteit aan dan bii de jongens. Ze houden van opschik, doch gaan zel den den verkeerden kant op. Ze gaan al jong haar eigen weg en wijken daar van niet af. Ze zijn sterk gekant tegen kerkgaan, doch bij een proef met bijbel- kringen kwam een verrassend zuivere en gezonde godsdienstigheid voor den dag. By de na-oorlogskinderen heb ben echter jongens zoowel als meisjes het land aan alle uiterlijk vertoon; ze willen bijv. niet deelnemen aan optoch ten, hun reislust is ongebreideld; films van expedities, dieren, tuinen e.d. worden zeer veel bezocht. Ze houden van dieren en leggen in den omgang met menschen geen bewuste wreed heid aan den dag. Een krachtige generatie groeit op. De criminaliteit is gering. Ze zijn vol invallen en ideeën en weten kracht uitingen van dwaasheden te onderschei den. Voor bedelen hebben zijgeen ta lent. Kinderen van bedelaars, die in deze jaren geboren zyn, verbreken de banden met hun familie. Ook voor lief dadigheid hebben zij niet de minste sympathie. Voor publieke inzamelin gen krijgt men zeer moeilijk hun mede werking en dan halen ze van allen nog het minste op. Zij zijn te trotsch om te bedelen. Ook hun organisatietalent is minder waardig, misschien wel omdat zij zich zelden boven het normale verheffen. Op school zijn zij nooit de belhamel, doch zij hebben vele eigenschappen van een goeden scheidsrechter. Hun gevoel voor echtvaardigheid is buitengewoon sterk ontwikkeld. Epilepsie, bloedarmoede en dergelijke kwalen van het na-oorlogskind worden bij oorlogskinderen slechts zelden ge constateerd. Al vroeg leeren ze het huilen af, maar ook de kinderlijke ver trouwelijkheid. Ze zijn niet openhartig, maar evenmin achterbacks. Ze zullen zeker opgroeien tot krachtige men schen. In hun verstandige, warme oogen glanst niet zelden het besef van de relatitviteit der dingen en van de beteekenis van hun eigen bestaan. Het zullen volwaardige menschen worden die de na-oorlcgsmenschen tot voor beeld en steun zullen zijn. Het oor logskind is een aangename misvatting voor ons gebleken. KINDERVERZORGING. De slaap. Indien een baby gezond is en vol doende gevoed wordt, zal hii gedurende den eersten tijd van zijn leven bijna niets anders doen danslapen. Maar naarmate zij ouder worden, zullen zij met grooter tusschenpoozen wakker liggen en zichzelf langzamerhand amu seeren met voortbrengen van allerlei geluidjes. De slaap, die gemiddeld ge rekend wordt, is van: 12 maanden 21 uur per etmaal. 2 3 20 35 19 5— 7 18—16 7—12 16-15 5 jaar 14—13 Noodig is, dat de kleine op gezette tijden opgenomen wordt, zelfs al slaapt hij, om gevoed te worden. Niets is zóó noodig als regelmaat in de voeding, waardoor de maag en ingewanden ook beter zullen werken. Een rustige omgeving is gewenscht, wat echter niet wil zeggen, dat men fluisterend behoeft te spreken of op de teenen loopen in baby's omgeving, doch radio en andere muziek werken storend op de slaap en het zenuwgestel van het kindje. Zoolang mogelijk moeten kinderen na het morgenbad nog een flinken tijd sla pen, minstens totdat zij een jaar oud zijn en ook het middagslaapje hebben z« noodig. Naarmate zij ouder worden, zes, ze ven maanden moet de duur van de mid dagrust verminderd worden. Vele moe ders laten de kleintjes tot vier uur of later slapen, met dat gevolg, dat zij des avonds eerst laat naar bed gebracht kunnen worden, hetgeen voor de om geving niet aangenaam is. Zes uur of half zeven moet het klokje van gehoor zaamheid zijn en moet de kleine ge- wasschen en met schoon nachtgoed in zijn bedje liggen. Grootere kinderen hebben tot zij drie, soms vier jaar oud zijn hun middag- s!aapje_ noodig; een bepaalde leeftijds grens is hiervoor niet aan te geven, v oor al verwende en drukke kinderen hebben dezen rusttijd zeer noodig, zelfs al slapen zü 's middags niet is het noo dig hen naar bed te brengen, zoodat hun lichaam tot rust komt; desnoods laat men hen wat speelgoed meenemen. Deze rusttijd moet niet later dan drie uur eindigen, zoodat zü dan om half 7 of uiterlijk zeven uur naar bed gaan. Drs. R. v. d. H. Zondag: Kerry soep, Kalfslapjes, snijboonen, Aardappelen, Vruchtensla. Maandag: Roasbeef, Spruitjes, aardappelen, Flensjes. Dinsdag: Gehakt, Knolraap, aardappelen, Rijstebrei. Woensdag: Groentensoep, Jachtschotel. Donderdag: Rolpens, Rcode kool, aardappelen, Appelmoes. Vrijdag: Gebakken schol, Huzarensla, Gebakken aardappelen, Fruit. Vrydag II: Harde eieren, Brusselsch lof, Gesmolten boter, Aardappel-purée. Wentelteefje. Zaterdag: Kop bouillon, Stamppot, zuurkool met versche worst. Ditmaal zal ik u reeds eenige recep ten geven van gerechten, die voor het Kerstmaal bereid kunnen worden. Het spreekt vanzelf, dat ieder dit menu naar eigen keuze kan aanvullen of vermin deren, maar waar mij om een menu voor een Kerstdinertje gevraagd werd, meen ik dit in „Onze Keuken" te moe ten behandelen. Crème soep, Brusselsch lof met harde eieren, boter en noot, Ossenhaas met verschillende groenten, Gebakken aardappeltjes. Plumpudding met citroensaus, Vruchten, Noten, gember, Beschuitjes met kaas. Crème soep. 500 gram kalfsschenkel met been; 60 gram boter; 80 gram bloem; zout; 1 dL. room. We zetten het vleesoh op met onge veer lki liter koud water en zout, bren gen het aan de kook en laten de bouil lon ongeveer 1XA uur zachtjes trekken, daarna zeven, waarna we 1 Yz liter vocht over moeten hebben. Boter smelten en daarna voegen wij de bloem bij, vermengen deze met de boter, hierbij komt met kleine scheutjes tegelijk de bouillon, terwijl we goed blijven roeren, om te voorkomen, dat zich klontjes vormen; de soep moet nu nog 20 min. zachtjes doorkoken. De room wordt in de terrine geschonken en hierbij wordt de soep gegoten. Ossenhaas met groenten. Gebakken aardappeltjes. 1 kg ossenhaas; 100 gram boter; klein busje doperwten, princesseboonen, peentjes; 1 bloemkool; 1 kg kleine aard appelen; vet. De ossenhaas wordt gelardeerd, het geen meestal reeds door den slager ge daan wordt en waardoor het vleesch smakelijker is. Boter wordt in de braad pan warm gemaakt, de gezouten ossen haas hierin gedaan, aan alle kanten omgewenteld, en daana bruin gebraden, waarna van tyd tot tijd een scheut wa ter wordt bijgevoegd; we moeten vooral oppassen, dat de boter niet te bruin wordt, hetgeen de jus niet smakelijk zou maken. Heeft het vleesoh 15 a 20 min. per pond gebraden, dan wordt het op een verwarmde schaal gelegd en in den oven warm gehouden. De verschillende groenten zijn goed warm gemaakt en gestoofd met boter; de bloemkool is gaar gekookt en nu worden alle groenten afwisselend in vakjes om het vleesch gelegd, over de bloemkool komt een weinig saus en noot. Kleine aardappeltjes worden half gaar gekookt, afgegoten, gedroogd en daarna in heete slaolie of vet gaar en bruin gebakken en in een aparte schaal geserveerd. Kan men geen kleine aardappeltjes krijgen, dan is er in winkels voor huis houdelijke artikelen een handig instru mentje te krijgen, waarmede men kleine aardappeltjes uit de groote steekt. Aangezien de vorige week een recept werd gegeven voor plumpudding, her halen wij dit hier niet, maar volgen thans hier vruchten hors d'oeuvre. We zorgen voor 'n aantal glazen bord jes of klein compote-schaaltje, die alle op een groot blad geplaatst worden, waarop een kanten kleedje. Ie schaaltje is gevuld met prui men, die 24 uur geweekt hebben, daarna van de pit ontdaan zijn en waarvan de opening met slagroom gevuld wordt. Het geheel bestrooien met gemalen of gehakte noten. 2e schaaltje mandarijnen partjes met gemalen cocosnoot. De mandarij nen worden geschild, 'in partjes ver deeld, die geheel en al ontdaan zijn van het witte schilletje, daarna bestrijken wy deze met abrikozenjam en rollen ze in gemalen cocosnoot. De laatste is in oomestibies-winkels verkrijgbaar. 3e schaaltje. Ananas bouchée's. Blokjes ananas worden eveneens met jam bestreken en flink bestrooid met fijn gehakte okkernoten. 4e schaaltje. Bananen schijfjes. Rijpe, geurige bananen worden in de lengte in vingerdikke stukjes gesneden en daarna 1 uur weggezet in citroensap en suiker, het vooht laten we uitlekken en spuiten op elk stukje wat slagroom; een half geoonfijt kers.je dient als gar neering. 5e schaaltje. Vijgen. Heele vijgen worden 24 uur weggezet in sap van si naasappels en citroenen met een weinig water, daarna laten we ze uitlekken en steken in het midden een heele amandel, waarvan het velletje is verwijderd. Dessert. Kaas crackers. Kleine ronde of vierkante cracker tjes, weken we gedurende enkele minu ten in water, plaatsen ze daarna op een bakblik, bestrooien ze flink met ge raspte kaas en poffen ze in een heeten oven. Goudgele peren, 1 blik peren; 50 gram suiker; 14 dSL. azijn; stukje kaneel, oranje kleusel. Als aardige variatie op de altijd te- rugkeerende appelmoes geven wy dit maal goudgele peren, die wy in rand om de kip garneeren, afgewisseld door takjes peterselie. Heusch, die goudkleur doet zoo aardig aan. We gebruiken het vruchtensap, koken dit gedurende 7 8 min. met suiker, azijn, kaneel en wat oranje-kleursel, voegen hier de peren bii en laten deze in de saus geel kleuren. Gaarne zal ik belangstellende lezeres sen, indien postzegel wordt ingesloten, op hare „keukenwagen" antwoorden. Redactie „Onze Kerken", Hofziohtlaan 4, Den iiaeg.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 15