KAN NE WASSER
IS ALTIÜD GOEDKOOPER
DE STRIJD OM WEENEN
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL
WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
HET JAAR 1932
No. 7217. EERSTE BLAD
60ste JAARGANG
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f ï.öO; voor
Koegras, Anna Paulowna,«Breezand, Wieringeg en Texel f 1.65; binnen
land f '2.—, Neder!. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20 Losse nos. 4 ct.fr.p.p 6ct. Zondagsblad
resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1.— Modeblad resp. f 1.20, fl.50 f 1 50 fl 70
Wschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uiigave N.V. Drukkerij v b C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 - Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t m. 3 regels 40 ct., elke regel meei 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewjjsno. 4 et.
pijnlijke stilte, toen trad Hilde, gevolgd
door en veldwachter, het vertrek binnen.
Alle kleur was uit haar gezicht ge
weken; onder de gezwollen oogleden ston
den haar oogen moe en afgemat na een
slapeloozen, in angstige spanning door-
gebrachten nacht. Toen zii Ralph zag, ver
borg zij haar gelaat in de handen. Deze
sprong op haar toe, nam haar in zijn
armen, streelde haar als een klein kind en
fluisterde troostend:
„Hilde, wat is er gebeurd, wat heeft
men je gedaan? Huil niet, ik ben immers
bij je, geen haar zal je nu meer gekrenkt
worden.
Hilde snikte hartstochtelijk en liet zich
gewillig naar den stoel leiden, welke de
commissaris voor haar vrij maakte. Deze
laatste schraapte zich de keel en zei:
„Juffrouw Wehningen, ik zelf heb de
overtuiging gekregen, dat u het slacht
offer bent geworden van een geraffineerd
complot. Meneer O'Flanagan zal wel zoo
goed willen zijn u naar huis te bren
gen en
„Meneer O'Flanagan, wie is dat?"
„Dat ben ik, Hilde. Ook ik heb je ern
stig onrecht aangedaan. Onder een val-
schen naam heb ik me in je vertrouwen
gedrongen, maar waarachtig niet uit
slechte motieven. Later zal ik je dat alles
wel precies vertellen, Hilde. Nu moet je
echter eerst wat kalmer worden en je ge
heel aan mij en m'n vriend toevertrou
wen."
Hilde stond op.
„U bent dus die rijke AriTerikaan, die
Oostenrijk zoo graag gelukkig zou willen
maken! Voorioopig hebt u alleen mij
zeer, zeer ongelukkig gemaakt."
(Wordt vervolgd).