POPULAIR COURAMT
EEN RECORDREIS IN 65 DAGEN.
572
VAN ZATERDAG 31 DECEMBER 1932.
(AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
De „N -O. doortocht" toch bruikbaar.
Een en ander over de „Sibiriakov"-expeditk-.
Waarom „Sylvester-avond"?
OUDEJAAR
door
M. FLESSOHENBERG.
Een eeuwenoude droom is in vervul
ling gegaan: de onlangs in Moskou
teruggekeerde „Sibirjakov"-expeditie
heeft op haar reis naar Archangelsk
naar Wladiwostok de Noordelijke IJs
zee doorvaren in nog niet ten volle 65
dagen en daarmee bewezen, dat de
„N.O.-doortocht" van den Atlantischen
naar den Stillen Oceaan kan worden
benut, zonder dat er onderweg over
winterd beoheft te worden. De prakti
sche gevolgen van deze merkwaardige
recordreis zijn thans nog niet ten volle
te overzien.
Het idee, dat de „N.O.-doortocht"
zou kunnen bestaan, ontstond het eerst
in de zestiende eeuw, toen Holland en
Engeland zich in hun ontwikkeling be
lemmerd zagen door het feit, dat de
handelsweg naar Afrika en Indië om
de Kaap door Spanje en Portugal werd
beheerseht. De beide landen rustten
verscheidene expedities uit, doch zon
der resultaat. De overwintering op
Nova Zembla is zoo bekend, dat wü er
hier niets meer van zullen verteilen; in
ons land hoort men echter zelden iets
van de eerste Engelsche expeditie, die
schipbreuk leed, waarna de weinige
overlevenden den mond van de Dwina
bereikten en inplaats van een weg naar
Indië, een „weg naar Moscovië" von
den. Het avontuur der Engelsche zee
lieden leidde tenslotte tot handelsrela
ties tusschen Engeland en het destijds
nog weinig bekende Russische Rijk.
Tenslotte gaven zoowel de Hollan
ders als de Enge'.schen hun pogingen,
om een „N.O.-doortocht" te vinden,
op. Eerst in de negentiende eeuw be
proefde Nordenskjöld hetzelfde (1878
1879) en na een overwintering in de
Zee van Tsjjoechotsk bereikte hü in
derdaad na een jaar den Stillen Oceaan.
Van 1913—1914 hebben de Russische
iisbrekers „Taimir" en „Waigatsj", van
Wladiwostok naar Archangelsk ge
reisd met één overwintering, terwijl de
expeditie van Amundsen (19191922)
zelfs tweemaal overwinterde. Op zoo'n
manier had men niet veel aan deze ver
binding tusschen den Atlantischen en
den Stillen Oceaan; een overwintering
scheen onvermijdelijk en dan was er
geen kans op een rendabele scheep
vaart.
In Rusland bleef men echter over
tuigd van de praktische uitvoerbaar
heid dezer toekomstplannen. Dit jaar
werd m verband daarmee aan Profes
sor Sehmidt opdracht gegeven voor
een expeditie met den kleinen ijsbreker
„Sibirjakov", die nog uit den Tsaren
tijd stamde. Inderdaad doorkruiste de
expeditie ondanks groote moeilijkheden
de Noordelijke IJszee in den record
tijd van 65 dagen. Het enthousiasme,
dat daarover in de Sovjetunie heerscht,
is zeer begrijpelijk. Het heeft niet tot
voorwerp het rijke wetenschappelijke
materiaal, dat op deze reis verzameld
is: dieptemetingen, correcties van on
juiste opgaven, natuur- en scheikundig
onderzoek van het ijs, hydrologische
en hydrabiclogische gegevens, ontdek
king van nog onbekende zeestroomin-
gen, vooral in het Noordelijk deel dei-
IJszee en meteorologische waarnemin
gen. Het ging niet in de eerste plaats
om de bevordering der wetenschap,
maar om de praktische oplossing van
een verkeersprobleem, zonder welke er
van den onschatbaren rijkdom aan delf
stoffen van Noord-Siberië en de Siberi
sche eilanden niet geprofiteerd kon
worden. De openlegging van dit meer
dan 1000 km van de Siberische ma
gistraten verwijderde, aan steenkool,
Hoe het meer Zuidelijke gedeelte van de Poolzee er 's zomers uitziet;
zelfs hier is een geregeld scheepvaartverkeer mogelijk.
ijzer en bijna alle andere metalen zeer
rijke gebied zou den rijkdom der Sovjet
unie aan ruwe grondstoffen ten zeerste
doen toenemen, doch daarvoor was een
goedkoop vervoermiddel onmisbaar.
Het goedkoopste vervoermiddel is nu,
waar overwintering niet onvermijdelijk
is gebleken, het schip en de goedkoop
ste weg, de zeeweg door de Bering-
straat. Verder uitte Professor Sehmidt
na zijn terugkeer te Moskou de mee
ning, dat men binnen afzienbaren tijd
ook een scheepvaartverbinding tot.
stand zou kunnen brengen tusschen
den mond van de Lena en Europeesch-
Rusland. Er zal natuurlijk nog veel
voorbereidend werk gedaan moeten
worden, voordat een geregeld scheep
vaartverkeer door de Beringstraat en
een grondige exploitatie van de delf
stoffen aan de Siberische kust tot stand
zijn gebracht, doch dit alles is nu in
elk geval mogelijk gebleken en het lijdt
geen twijfel, of de verdere uitvoering
der plannen zal volgen, zoodra zij
slechts mogelijk is.
De „Sibirjakov"-expeditie is ook hier
om van belang, waar zijn voor het eerst
in de geschiedenis van het poolonder-
zoek aan de Noordelijke zijde om de
Noordland-eilanden is heengevaren,
waarbij uitvoerige gegevens werden
verzameld omtrent den toestand van het
ijs aldaar. Men kon er niet door het ijs
heenkomen zonder dynamiet.
Het moeilijkst was voor de beman
ning het gedeelte der route tusschen
den mond der Kolyma en de Bering
straat. Ijslagen ter dikte van 3 tot 4 m
werden als een gunstige route be
schouwd. Veelal was het ijs echter aan
merkelijk dikker, zoodat de ijsbreker
vrijwel machteloos was. De door dyna
miet uiteengereten ijsmassa's verniel
den een voor een alle bladen van de
schroef en toen er met veel moeite (de
bladen hebben uitvoerig vermeld, hoe
de geleerden der expeditie 400 ton ko
len moesten verplaatsen) nieuwe
schroefbladen waren aangebracht,
knapte de schroefas af en zond de ge-
heele schroef op den bodem der zee. Dat
gebeurde op 90 km afstand van de Be
ringstraat. De volgende twaalf dagen
verliepen in een wanhopigen strijd te
gen het ijs en de zeestroomingen, die
den zwaar beschadigden ijsbreker tel
kens opnieuw terugdreven. Als een
door toevallig geluk geslaagde reis kan
men de expeditie van de „Sibirjakov"
dus niet beschouwen.
Leef, zooals gy bij uw sterven wen-
schen zoudt geleefd hebben.
Zeg mü met wien ge omgaat en ik
zal u zeggen wie gii ziit.
Menschen én edelsteen-en herkent
men het beste, wanneer zij in de juiste
belichting worden gesteld.
De laatste dag van het jaar, maar
meer nog de laatste avond, wordt dik
wijls Sylvester-dag of Sylvester-avond
genoemd. De aldus in den kalender
voortlevende Sylvester was van 314 tot
355 bisschop van Rome en Paus. Van
zijn leven en werken is betrekkelijk
weinig bekend. Daar zich tijdens zijn
leven de groote gebeurtenis voltrok, dat
het Christendom in het oude Romein-
sche Rijk onder keizer Constantijn van
een met alle middelen vervolgde, tot
een erkende godsdienst werd verheven,
zijn om den persoon van dezen Paus
taliooze legenden ontstaan.
Afbeelding van Paus Sglvester 1, naar
een oude teekening.
Sommige oude overleveringen weten
te vertellen, dat keizer Constantijn eens
om zijn vele zondien met een zeer be
smettelijke uitslag zou gestraft zijn,
Sylvester, die een goedhartig mensch
was, zocht den zieken keizer op, in
wiens nabijheid zich niemand dorst te
wagen. Hij slaagde er in den zieke te
genezen. De keizer liet zich daarna door
Sylvester doopen en stelde Sylvester
boven alle bisschoppen over Rome en
alle Romeinsche provincies als geeste
lijk heer aan. Dit is een schoone er.
roerendefabel, want toen keizer
Constantijn gedoopt werd, schreef men
het jaar 358 en was de groote Sylvester
reeds twee jaar dood.
Daar hii echter op den 31sten Decem
ber van het jaar 355 gestorven is, werd
deze dag na de heiligverklaring van
Sylvester naar hem genoemd. En zoo
komt het, dat wij dezen laatsten dag
van het jaar dikwijls Sylvester noemen.
door
HANS HOEDKERK.
Een tikje vroeger dan anders werd
meneer Buddei dien morgen wakker.
En meteen was het idee er ook weer.
Het stond in al zijn omvang in zijn
geest.
Meneer Buddei floot een liedje. Het
klonk valsch, maar desondanks had een
scherp luisteraar er verwantschap in
kunnen ontdekken met „Hei, 't was in
de Mei".
Het was een weinig toepasselijk
liedje. De kalender boven meneer Bud-
del's bed, die hij altijd den dag tevoren
afscheurde, toonde dat duidelijk aan.
31 December.
Maar daarom floot meneer Buddei
het hei-mei-lied niet. Het was op te
vatten als een spontane uiting zijner
gelukkige gevoelens.
Zeer opgeruimd begon hij zijn ont
bijt. Hij keek eerst even naar buiten
en knikte toen tevreden. Het weer zag
er goed uit, 't had iets gevroren en
kans op sneeuw was er niet. Daar was
het te helder voor en te blauw.
„Ik voel me gelukkig", zei meneer
Buddei, toen juffrouw Pits hem zijn
tweeden kop thee en zijn ei bracht.
„Daar ben ik blij om", antwoordde de
huishoudster.
„Het is vandaag weer oudejaar, juf
frouw Pits". Meneer Buddei wachtte
even, „U weet wel, dat beteekent?"
„Dat uw familie vanavond weer
komt". „Juist, ze komen. En we zullen
ze ontvangen zooals gewoonlijk. Met
oliebollen en slemp. En een verrassing
toe."
Juffrouw Pits keek verbaasd. „Een
geheim, een geheim", glimlachte me
neer Buddei raadselachtig. „Ik heb
gisteren een idee gekregen, zooals ik
van mijn leven nog niet gehad heb. Als
u het hoorde.maar nee, u hoort het
vanavond wel."
Peinzend ging de huishoudster de
kamer uit en liet meneer Buddei alleen
achter.
„Het is zonderling, dat ik er nooit
eerder aan gedacht heb", mompelde hij.
„Maar wat hindert het, nu ben ik er
achter. Sinds gisterenavond kwart over
zes ben ik er achter."
Hij stak een sigaar op. Toen grin
nikte hij. „Het is om je een kriek te
lachen; ik zie ze zitten vanavond zooals
ieder jaar. Ze denken, dat ik niet goed
ben, waarachtig, dat denken ze."
'Meneer Buddei nam zijn actetasch en
stapte de deur-uit. Er woei een scherpe
vries-wind, maar het deed hem goed.
Hij huppelde de straat over. Vlak voor
zijn neus ging de tram weg.-
In zulke gevallen troostte meneer
Buddei zich altijd met het idee, dat er
over 4 minuten weer een kwam. Deze
keer kwam hii niet. Hij holde mee,
mikte, sprong en „tjoep", zei hü opge
lucht. Het was een kunststuk en hij
was uiterst voldaan over zichzelf.
„U wordt weer jong op uw ouden
dag". Meneer Buddei keek den spreker
aan, hü vond de opmerking, als was ze
misschien goed bedoeld, niet te pas ko
men. Toen zag hij dat het do dokter
was en was er weer geheel mee ver
zoend.
„Een mensch is zoo jong als hij zich
voelt", antwoordde hij. Ze was een
beetje banaal, de opmerking, maar dat
was die van den dokter ook geweest.
En het klopte in elk geval prachtig
met zijn gemoedstoestand.
„U ziet er patent uit", meende de
dokter.
„Komt door het idee", verzekerde
meneer Buddei. Hij begreep, dat de
dokter geen vage voorstelling had van
wat hij bedoelde, maar hij zei het om
hem te prikkelen.
„Welk idee bedoelt u?"
„Een voortreffelijk idee, dokter.
Luister. De kogel gaat door de kerk".
De dokter trachtte te doen, of hij het
niet goed verstaan had.
„Die trams maken zoo'n kabaal, hè.
Wat zei u?"
„Ik zei, dat de kogel door de kerk
gaat, herhaalde meneer Buddei vrien
delijk. „Ik moet er hier uit, dokter".
Hü was er al af, voor de tram stil
stond en stapte vederlicht zijn kantoor
binnen.