Geestelijke gelijkwaardigheid in het huwelijk. zuiver vrouwelijk instinct en logisch mannelijk denken Is onrijp fruit schadelijk voor de gezondheid? De Huisvrouw een de Zondag. Het menu van deze week Met opleiding heeft het niets te maken! door Dr. Miriam Scott te New-York. Dr. Miriam Scott was de eerste vrouwelijke rechter en heeft voordien jaren lang een door de Regeering ingesteld huwelijksbureau geleid. Als men door zijn beroep in den loop der jaren met een groot aantal jonge menschen in aanraking komt, verwondert men zich telkens weer over de beslistheid, waarmee elke jongeman het uiterlijk van zijn ideaal-echtgenooto weet te beschrijven. Niet alleen de kleur van haar en oogen, ook de figuur en de lengte staan voor hem vast. Gezegd moet worden, dat hij er als regel weinig bezwaar tegen maakt, als het aan hem voorgestelde persoon tje een ander uiterlijk heeft, mits het een aantrekkelijk meisje is. Doch hoe veel voorstellingen hij zich ook ge maakt heeft omtrent het uiterlijk van zijn ideaal, aan de geestelijke eigen schappen, die hij het liefst in zijn levensgezellin zou zien, blijkt hij als regel zeer weinig aandacht te hbbben. In verband met deze geesteshouding ontving een goed Amerikaansch dag blad dat de jonggezellen onder zijn lezers de vx*aag had voorgelegd: „Ver langt u, dat uw aanstaande vrouw u in geestelijk opzicht gelijkwaardig is?" niet altijd even duidelijke en besliste antwoorden. Doch bij nauwkeurig on derzoek bleek het aantal bevestigende antwoorden vrijwel precies even groot te zijn als het aantal ontkennende. Als ontkennend werden beschouwd die antwoorden, waarin een geestelijke ge-' lijkwaardigheid wel eenige, doch geen noemenswaardige beteekenis werd toe gekend. Welke helft van het mannelijk ge slacht heeft het nu bij het rechte eind? Is, om de vraag nog iets scherper te stellen, intellectueele gelijkwaardig heid onmisbaar voor een gelukkig hu welijk? De vurige feministe zal deze vraag zonder verder nadenken en met groote beslistheid bevestigend beant woorden en zelfs verontwaardigd zijn over elk blijk van twijfel aan de juistheid harer opvatting. De vrou wen, die door onverschillig welke oorzaak in haar huwelijk teleurgesteld zijn, vallen haar over het algemeeen bij, evenals vrouwen, die het huwelqK niet hebben aangedurfd en.... de mannen, die te veranderlijk zijn ge weest om ooit aan een huwelijksaan zoek toe te komen. Wat ook hun op vattingen mogen zijn over een huwe lijk tusschen twee intellectueel gelijk waardige personen, een huwelijk zon der die gelijkwaardigheid moet naar hun overtuiging vroeg of laat op een ramp uitloopen. Er zijn echter ook verdedigers ge noeg te vinden voor het andere stand punt. Ieder onzer kent toch wel min stens één echtpaar, dat ontegenzeg gelijk gelukkig is, hoewel de man in ontwikkeling verre de meerdere is van zijn vrouw. Er zijn groote geleer den en beroemde diplomaten uit onzen tijd, onsterfelijke figuren uit de we reldgeschiedenis, die een gelukkig leven leiden met een intellectueel on beduidende vrouw. Doch en daar komt het op aan in andere opzich ten is die vrouw ongetwijfeld verre van onbeduidend. In mijn beroep heb ik kunnen waarnemen, dat de antwoor den op bovengenoemde vraag alleen daarom zoo sterk uiteenloopen, omdat aan het vrouwelijk intellect een geheel verkeerde maatstaf wordt aangelegd. Het gaat m.i. bij een vrouw in het ge heel niet om haar parate kennis, die zij als echgenooe niet noodig heeft, zoodat het al of niet be zitten ervan voor haar huwe lijksleven niets uitmaakt. Het gaat zelfs niet om het streng logisch denken. In die beide dingen zal in de overgroote meerderheid der gevallen de man de meerdere zijn, zooal niet uiterlijk door verschil in opleiding dan toch in den grond der zaak door zijn aanleg. De eis.chen, die men ana het vrou welijk intellect moet stellen en waar naar men het tenslotte moet beoordee- len, zijn intuïtie en combinatievermo gen, de verstandigheid van een aange boren en diep in de vrouwelijke ziel wortelend instinct. Deze eigenschap pen bezitten zelfs mannen, die zeer ontwikkeld of handig zijn, niet in die mate en althans niet in dien vorm en daarom zijn het die eigenschappen, welke de waarde van een vrouw als levensgezellin bepalen haar in staat stellen om haar man aan te vullen in datgene, wat hij zelf mist. Ook een man tracht natuurlijk in een ingewikkeld geval een oplossing te vinden; hij tracht dan geduldig de gecompliceerde en ten nauwste met elkaar samenhangende factoren te ont leden en door een logisch overzicht der feiten een uitweg uit de moeilijk heden te vinden, doch een vrouw ver krijgt sneller en beter resultaten, al weet zij minder, eenvoudig door haar intuïtie te volgen. Zonder dat zij het kan beredeneeren, voelt zij aan, wat er zal gebeuren, waar gevaren liggen. Als een man al eens een dergelijke ingeving krijgt, durft hij er zich toch niet op te verlaten. Doch als zijn vrouw hem op grond van een soortgelijke in geving raad geeft, zal 'hij zich daar naar richten. Dat doet hij natuurlijk niet dadelijk, doch wel wanneer het keer op keer is gebleken, dat zijn vrouw tenslotte het juiste inzicht heeft gehad. Dat is dan ook de reden, dat vele bekwame mannen zoo dikwijls een vol komen ongemotiveerden raad van hun vrouwen opvolgen. Velen hebben daaraan hun carrière te danken: zij bezaten de bekwaamheid voor hun werk als zoo menig ander, doch hun vrouwen stonden, althans wat hun vrouwelijk intellect betrof, boven de vrouwen van die anderen. Ditzelfde vrouwelijk intellect is het ook, waar door vrouwen, die zelf een beroep uit oefenen, vaak een betere carrière ma ken dan haar mannelijke collega's. Zoo zien wij, dat het mannelijk en het vrouwelijk intellect elkaar moeten aanvullen. Hierdoor wordt in hooge mate het gevoel van saamhoorigheid tusschen de echtgenooten versterkt. Over en weer voelen zij, dat zij op elkaar aangewezen zijn en ondanks hun zeer verschillende bezigheden wordt in zoo'n werkelijk harmonisch huwe lijk de zoo vaak aangehaalde vergelij king met een span paarden toepasse lijk. Wanneer de huwelijkskeuze niet geheel en al verkeerd is geweest, brengt een der beide echtgenooten zijn eigen intellectueele gaven, zijn geestelijke rijkdommen mee, hoeveel verscheidenheid er ook daarin, zoowel onder de mannen als onder de vrou wen, nog wordt gevonden. Met hun kennis in de gebruikelijke beteekenis van opleiding en diploma's heeft dit alles weinig of niets te ma ken; daarom moeten wij daar ook niet te veel op letten bij het beoordeelen van de geestelijke gelijkwaardigheid van een man en een vrouw. Die gelijk waardigheid moest elke man van zijn toekomstige vrouw verlangen, doch de hoeveelheid parate kennis, die zij zich eigen heeft gemaakt, zal op het hu welijksleven geen invloed hebben. Een overgroot gedeelte der vruchten wordt in onrijpen toestand geplukt om tegen bewaren gedurende langen tijd bestand te zijn. Altijd weer zijn er bezorgde huisvrou wen, die zioh afvragen of dit niet scha delijk is voor de gezondheid. Onder zoekingen zijn hieromtrent gedaan en men is tot de conclusie gekomen, dat het eten van onriipe vruchten in rau- wen toestand zeer zeker wel darmstoor nissen te weeg kan brengen. Een eigenaardig verschijnsel is het, dat kinderen zioh altijd als het ware aangetrokken gevoelen tot het eten van onrijpe vruchten. Denken wij maar eens aan kinderen, die buiten wonen en vruchtboomen in de omgeving heb ben, hoe fel ze soms zoeken of er geen appels gevallen zijn. Indien onrijp fruit gekookt wordt, verliest het zijn darmprikkelende en daarmede zijn schadelijke werking. Bij het eten van bananen en sinaas appelen denkt men er nooit aan, dat deze onrijp geplukt zijn en eerst ge durende het transport narijpen. Bana nen worden zelfs kunstmatig gerijpt. Het zou onmogelijk zijn deze zachte en saprijke vruchten in rijpen toestand te plukken; zij zouden door het vervoer te veel lijden en hierdoor in waarde ver minderen. Heel vaak wordt gevraagd of het noodig is b.v. appels en peren enz. te schillen vóór het gebruik. De banaan is de meest ideale vrucht waar het deze vraag betreft, daar de schil de kern be veiligt tegen ziektekiemen, terwijl men bü het eten de vrucht zelfs niet met de handen behoeft aan te raken. Goed gewasschen appels en peren kunnen evengoed als kersen, bessen, pruimen enz., met het buitenste velletje verorberd worden, ja het is zelfs zeer aan te raden, daar men mèt de schil tevens de beste bestanddeelen ver wijdert. G. C. MEIJER SOHWENCKE. Voor vele huisvrouwen zijn Zon- en feestdagen zooal niet drukker dan toch geen rustdagen en toch kan hierin met overleg zeer zeker veel verandering in gebracht worden. Hoe heerlijk kan het met zoo'n rust dag niet zijn, niet alleen voor den man, maar evenzeer voor de moeder, de vrouw. Na een week van werken en zorgen heeft zij thans zeker behoefte aan een dag, dat zij niet voortdurend in touw moet zijn, maar lichamelijk rust en geestelijk voedsel kan vinden. Gij vraagt ons: „Hoe is het moge lijk voor een moeder van een groot gezin?" Zeker, om te beginnen nemen wij ons voor, om 's Zondags nooit iets te doen van het werk, dat ook in de week gedaan wordt, als naaien, stop pen, verstellen, „gauw" even een jurk strijken. Ook dit wordt een ge woonte. De Zondag moet afwijken van het alledaagsche. En het middagmaal, dat komt toch niet vanzelf klaar? Man en kinderen zullen het natuur lijk op prijs stellen iets buiten het ge wone menu om, aan het middagmaal te krijgen. Dit kan heel goed, alleen, niet op Zondag koken, wat niet absoluut noo dig is! Groenten worden 's Zaterdags schoon gemaakt en voor zooveel mo gelijk gekookt, 's Zondags worden de reeds geschilde aardappelen gekookt en op de aardappelpan worden tevens de groenten met boter gewarmd, indien tenminste geen sausje gemaakt moet worden. Men kan echter die groenten uitzoeken, die het gemakkelijkst zijn. Vleesch kan 's Zaterdags gebraden en daarna in de pan gewarmd worden, evenals de soep. Toespijs kan daags tevoren klaar gemaakt. Indien de be reiding van het maal op deze wordt tot stand gebracht, heeft de huisvrouw practisch gesproken slechts aardappe len te koken en de rest te verwarmen. Waar een wil is, is een weg, zegt het spreekwoord, zoo ook hier. Met een weinig goeden wil en medewerking van de huisgenooten kan ook voor de buisvrouw de Zondag in den waren zin des woords „een rustdag zijn". Zondag: Gemalen croutons Blinde vinken. Brusselsch lof a la crème. Aardappelen. Rijstpudding met abrikozen. Maandag: Rolpens. Roede kool, aardappelen. Rijst met bessensap Dinsdag: Runder rollade. Spruitjes, aardappelen. Vruchten pie. Woensdag: Koud vleescn. Gestoofde prei, aardappelen. Havermout. Donderdags Groentensoep. JachtschoteL Vrijdag I: Schelvisch schotel. Worteltjes, aardappelen. Vruchtensla. Vrijdag n: Bloemkool met roereieren. Aardappel-purée. Cream crackers met smeerkaas en gehakte noten. Zaterdag: Bloemkoolsoep. Hutspot met klapstuk. Rijstpudding met abrikozen. V2 1 melk. 75 gram gist. 75 gram suiker. 1 pakje vanille suiker. 10 gram is 5 blaadjes w. gelatine. 1V2 dl slagroom. 1 ei wit. 150 gr. abrikozen. 60 gram suiker. V, lepel maizena. We brengen de melk aan de kook, en strooien de gewasschen rijst er in, voegen een tikje zout bij en koken de rijst gaar, nemen de pan van het vuur en roeren de gelatine (die we 15 min. in koud watei hebben laten weken en daarna goed uitgeknepen hebben, om het overtollige vocht te verwijderen) door de rijstebrij, nadat wij ze eerst in een half kopje heet water hebben op gelost. Room en eiwit kloppen we stijf en roeren deze eveneens door de pudding heen, die we laten afkoelen. De abrikozen worden met de suiker opgekookt en afgekoeld, daarna wordt de pudding laag om laag met de abri kozen in een vorm gedaan en tot den volgenden dag weggezet om stijf te worden. Het abrikozenvocht wordt met de maizena gebonden en koud bij de pudding opgediend. Vruchtenple. Deeg. 150 gram bloem. 75 gram boter. Ongev. 4 a 5 lepels water. 3 groote appels. 3 bananen. 100 gram sun maid. 25 gram boter. 75 gram suiker. 1 theelepel kaneel. We beginnen met een deeg te ma-- ken van de bloem en boter, die eerst met elkaar tot een kruimelige massa worden gehakt en daarna met het water tot een stevigen deegbal ver werkt, die op een met bloem bestoven aanrecht of deegplank tot een dunne lap wordt uitgerold, opgevouwen, en nogmaals uitgerold, daarna met een vochtige doek bedekt en wordt eenige uren op een koele plaats gezet. Inmiddels maken we het vulsel, hakken de appels, en snijden de ba nanen aan plakjes. Een vuurvaste vorm wordt met boter Ingevet, hei deeg dun uitgerold en hiermede be- kleeden wij den vorm, bodem en zij kanten, geven prikjes in den bodem en beleggen dit eerst met de gehakte appels, die met suiker en kaneel zijn vermengd, daarna een laagje rozijnen en vervolgens de bananen-schijfjes, de boter verdoelen we hier en daar in klontjes. We rollen nu ons laatste deeg uit en leggen dit als een deksel over alles heen, terwijl we met eea vork op het deeg en de zijkante» drukken. 20 a 25 min. wordt het schoteltje in den oven geplaatst en warm of koud opgediend. Jachtschotel. 400 gram koud vleesch (resten 1- lade). 1 kg gekookte aardappelen. 2 groote uien. 2 dl. water. 4 appelen. 1 bouillon blokje. 2 dl melk. 60 gram boter. 1 theelepel kokskraiden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 25