OP EN OM
HET BINNENHOF f
rI
Aan het einde van een lange en harde
werkperiode. - Wat nog op afdoening
wacht- Slotwoord van president van
Schaik. - „Sprekender dan woorden"! -
De wijziging van de Tarwewet. - Eenige
toekomst-beschouwingen. - Hetgeen al
lereerst noodig isl
verband met debestaanszekerheid van
oud museum-bezit dezer dagen veel stof op.
Van alle kanten gaat men plotseling de wijze
te lijf, waarop directeur Schmidt Degener van
het Rijksmuseum een aantal oude, wereldbe
roemde doeken, door middel van een restaura
tieproces meent te moeten conserveeren. Velen
zijn (wel iet of wat plotseling, zou men zeg
gen) overtuigd geraakt, dat b.v. Rembrandt's
beroemde „Staalmeesters", een stuk. dat tot het
bezit van de stad Amsterdam behoort, ten
tenemale bedorven is door zulk een proces,
'aaraan het niet lang geleden werd onder-
'orpen. De directeur en ook de commissie van
oezicht krijgen allerlei verwijten te hooren en
m het begin van het nieuwe jaar zal de kwestie
zelfs, door toedoen van een interpellatie, aan
gevraagd door Mevr. Tilanus, in den Raad
ter sprake komen. Tot zoolang kunnen we hier
de zaak zélf verder wel laten rusten.
Dit museumpraatje mag echter niet besloten
worden, voordat eerst nog met een enkel woord
de nagedachtenis gehuldigd werd van den oud-
onderdirecteur van het Rijksmuseum (later
directeur van het Museum Mesdag te Den
Haag) W. Steenhoff, die dezer dagen op 70-
jarigen leeftijd overleed en die ondanks de vele
tegenwerking, die hij moest ondervinden, méér
gedaan heeft dan iemand anders om de schoon
heden van ons museumbezit in het „maat
schappelijk verkeer" te brengen; die eerder en
beter dan iemand anders begrepen heeft, dat
een museum niet in de eerste plaats moet zijn
kunsthistorisch archif voor vakgeleerden en
een bezienswaardigheid voor buitenlandsche
toeristen, maar een lévend iets, dat ook den
geest en het gemoed van den „gewonen
mensch" verrijkt. Dat in een stad als Amster
dam het schilderijenbezit van Rijks- zoowel als
Stedelijk Museum de groote massa zooveel
méér is gaan zeggen dan vroeger het geval was,
is mede voor een zeer groot deel te danken
aan de, op de juiste wijze populariseerende
werkzaamheid van dezen museum-man, die
meteen zélf een kunstenaar was.
Jubileum Mevr. Rooyaards.
De anders in een zeker isolement weg
gesloten schoonheid tot breede kringen der
bevolking te hebben gebracht, die lol
kon men indertijd ook aan dr. Willem
Rooyaards geven. Vooral met zijn S'hakes-
peare en Vondel-opvoeringen heeft hij be
reikt, dat hetgeen men anders veelal alleen
maar als dood bezit in prachtband op de
salontafel of in het boekenrek heeft staan,
weer voor een deel als een levend iets in
het maatschappelijk verkeer ging meedoen.
Men komt in deze dagen speciaal aan deze
kranige prestaties terug te denken nu
Mevr. RooyaardsSandberg, die haar man
ook in zijn werk steeds trouw terzijde
stond, haar 25-jarig jubileum als actrice
gaat vieren bij Het Schouwtoóneel waar
zij de Badelooh zal spelen in den'„Gijs-
brecht", die temidden van de oude Rooy-
aards-décors door dit gezelschap op 2 Jan
zal worden opgevoerd. Niet dat dit jubi
leum ook niet de aandacht vestigt op het
geen Mevr. Rooyaards zelf thans nog als
een onzer eerste tooneelkunstenaressen te
geven heeft, maar het einde van het jaar
doet nu eenmaal vóór alles omzien en ge
denken.
Terugblik.
Zien ook wij even om; gedenken wij nog
even het afgeloopen Amsterdamsche jaar...
Dat jaar zal later waarschijnlijk te boek
staan als het jaar van onze eerste „zomer
feesten" en de Rembrandttentoonstelling
en als het jaar van de Universiteitsfeesten
ter gelegenheid van het 300-jarig bestaan
onzer „Illustere School", feesten die o.m.
den burgemeester en een aantal andere
verdienstelijke mannen het eeredoctoraat
brachten. Daarnaast zal men dit jaar dan
kunnen gedenken als dat waarin.... het
vertrouwen in de credietwaardigheid der
gemeente, een vertrouwen dat in het
beigin van deze twaalf maanden zoodanig
geschikt was, dat men in de hoogere finan-
cieele kringen al begon te spreken van de
„feitelijke toestand van faillissement"
waarin Amsterdam al zou zijn komen te
verkeeren, hersteld werd; in de laatste
maanden toch volgden meerdere uitgiften
van nieuwe millioenen-leeningen elkander
in snel tempo op, leeningen die allen slaag
den en grif werden opgenomen.
Ook zal 1932 later te boek blijven staan
als het jaar van de inwijding van de nieu
we brug over den Amstel in Zuid, dc
Berlage-bruig, die tevens bedoeld werd ala
een blijvende hulde van de stad aan den
bouwmeester van „haar" Beurs en den ont
werper van het stratenplan voor haar
nieuwe uitbreidingen.
Of het afgeloopen jaar later kan her
dacht worden als dat waarin de eerste
stoot werd gegeven tot een geslaagde al-
geheele saneering van ons trambedrijf zal
moeten blijken. Op het oogenblik kan men
alleen zeggen dat de tijdelijke directeur,
dr. Lulofs, van de G.E.W. geleend,
inderdaad, gezien zijn ingediende groote
reorganisatieplannen, krachtig bedoelt
in te grijpen. Of men hem op den duur
echter gelegenheid zal geven die plannen
te verwezenlijken, of men hem nog ver
der dan met de enkele kleine detail-reor-
-
ganisaties die hij reeds tot stand bracht,
zijn gang zal laten gaan, staat echter te
bezien. Waar er in dezen eersten tijd van
zijn tijdelijk beheer reeds binnenkamers,
zoowel met den betrokken wethouder als
met de betrokken personeelsorganisaties,
zooveel wrijving ontstond, dat hij gu-
noodzaakt was met ontslag te dreigen, is
hier op z'n minst reden tot twijfel.
Overigens was dit jaar, nog steeds
een crisisjaar (het werkloozencijfer nam
nog niet af, het aantal opgelegde sche
pen slechts voor een klein deel) al waren
en zijn er kleine teekenen van een gunsti-
gen keer, er een van „zooveel mogelijk
houden en beschermen wat je hebt". On-
dat dat motto wisten ookde organisa
ties van het gemeentepersoneel hun loonen
op peil te houden en een loonsverlaging
oevr de geheelc linie te voorkomen, een
verlaging waarop van vele zijden, ook
werd aangedrongen.
Ook hier is wel aanleiding ot het koes
teren van eenigen twijfel: n.1. of dit „hou
den wat je hebt" uit een oogpunt van het
heil van het gemeenebest wel in alle op
zichten een gerechtvaardigde houding kan
heeten. Er is over deze kwestie dit jaar
in de hoofdstad heel wat gestreden; hier
en daar ontstond er zelfs een broederstrijd
in eigen huis over, een strijd waaraan
drie onzer bekwaamste raadsleden, met
mr. van den Bergh vooraan, ten offer
vielen. Behouden wat er is, was
daarentegen b.v. voor een instelling als
Artis, die dit jaar ook in de crisisgolven
Den Haag, 29 Dec. '32.
Ons Lagerhuis is op Vrijdag 23 dezer
's middags om kwart over vier op Kerst-
recès gegaan tot.... 31 Januari, niet al te
lang dus! Vijf weken rust is ons geschon
ken, althans wat betreft de Tweede Kamer.
Want de Eerste kwam in deze week nog
bijeen, ter afdoening van 'een groot aantal
ontwerpen en ontwerpjes, waaronder zich
ook bevonden de pensioenaftrek van de
ambtenaarssalarissen en de wijziging van
de L.O.-wet, de bekende nood-ontwerpjes
van minister Terpstra.
Doch van werken „in koortstempo"
gelijk in de achter ons liggende zeven
weken heeft plaats gehad zal tooh voor
eerst geen sprake meer behoeven te zijn.
Het zou ook, menschelijkerwijze gespro
ken, niet goed mogelijk kunnen «ijn, een
dergelijke werkmethode lang vol te hou
den!
President Van Schaik heeft met meer
dan bewonderenswaardig talent de be-
grootingscampagne geleid en door een
kwiek, doortastend optreden mogelijk ge
maakt, dat de Kamer waarop de „wet
der traagheid" wel eens gevaarlijk vat heeft!
in den haar toegemeten tijd geleed kon
komen met het waarlijk overstelpend aan
tal werkzaamheden. In zijn afscheids
speeohje zeide de president o.a., erkente
lijk te zijn voor den eensgezinden steun,
hem geboden, 't Is eigenlijk jammer dat het
in ons Lagerhuis niet de gewoonte is, den
voorzitter vanuit de Kamer dank te bren
gen voor zijn leiding. Ik ben er zeker van
dat ook dit keer tal van leden zouden te
vinden zijn geweest, die gaarne de gevoe
lens der Kamer ten aanzien van haar pre
sident „openlijk en officieel" hadden ver
tolkt. Nu moest mr. Van Schaik het doen
met de vele, vele handen, hem ten afscheid
gereikt. Maar dat tafereel was dan ook
„duidelijker dan woorden"!....
In genoemd speechje bracht de presi
dent naar voren, dat er nog heel wat in
den parlementairen pekel ligt. In de vol
gende zittingsperiode komen aan de beurt
de begrootingen van Oost en West-Indié,
het ontwerp omtrent de rechterlijke orga
nisatie; dat betreffende de weeldeverterinr#;-
be'asting; de wijziging van de Crisis-pacht
wet; de hulp aan de binnenschipperij; de
wijziging van de L.O.-wet. En misschien
voeg ik erbij!de wijziging van
de'.... Winkelsluitingswet! Er komt nog
wel meerOok in de afdeelingen zullen
een aantal belangrijke ontwerpen worden
„gewogen", o.a.; „Ouchy"!
Aardig was het gezegde van mr. Van
Schaik toen hij de hoop uitsprak, dat de
gevoerde delib^ratiën in de achter ons lig
gende periode zouden strekken „tot leering
en inspiratie". Ook de „Persmuskieten"
werden niet over het hoofd gezien, want
dreigde tenonder te gaan, een volkomen
iuist motto en men mag blij zijn, dat het,
met behulp der obligatiehouders die
kortgeleden uitstel van rentebetaling -n
aflossing verleenden, gelukt is om ook
populaire dierenpark „drijvend" te houden.
Dat het tooneel zich in het groote en
volledig uitgeruste en schijnbaar zoo zee
waardige schip van de Koninklijke Ver.
eeniging Het Ned. Tooneel niet drijvend
kon houden, maar schipbreuk leed en thans
in kleine stukjes uiteengeslagen, in den
vorm van ontelbare gezelschapjes verder
avontuurt op de woelige wateren der pu-
büeke gunst is een der verliesposten
van dit jaar. Zulk een post was ook het
verlies van het werkelijke schip de „P. C.
Hooft die, door toedoen van den grootsten
scheepsbrand ooit in onze haven „ver
toond" verloren ging.
Tenslotte zal 1932 ook bekend blijven
als het sterfjaar van den grooten lof-zinger
van Amsterdam, Is. Querido, die door het
schrijven van zijn „Amsterdamsche Epos"
de leefkracht' van de hoofdstad verheer
lijkt heeft zooals weinigen voor hem dat
gedaan hebben.
Die onoverwinbare leefkracht ook is het
die ons, al bood het afgeloopen jaar dan
nog weinig direct moedgevends, vol
ongeschikt vertrouwen de toekomst van
het nieuwe jaar doet instaren en ons o p-
gewekt onze heilwenscben, ook aan U,
lezers en lezeressen van dit blad, doet aan
bieden!
het woord van dank gold ook voor hen, die
op het werk der Volksvertegenwoordigers
„hun critisch vernuft" hadden gespitst.
Natuurlijk wenschte mr. Van Schaik ten
slotte allen een „zalig Kerstfeest en een
gelukkig Nieuwjaar!"
Als „slotstukprijkte op de- vrij-lange
agenda, dien Vrijdagmiddag, de wijziging
van de Tarwewet.
De bedoeling is, het mengpercentage van
inlandsche tarwe in het brood van 25 op
40 pet. te brengen en voorts den richtprijs
voor tarwe van 10 op 12 te kunnen
stellen, terwijl de werkingsduur der wet
tot 1937 verlengd zou worden.
De heer Hiemstra (S.D.) maakte van
deze gelegenheid gebruik, een motie in te
dienen, zich uitsprekend tegen loonsverla
ging voor de landarbeiders en vragend om
opneming in de regeling van de bepaling
dat alle na 1 Dec. '32 toegepaste loonsver
lagingen ongedaan moeten worden ge
maakt. De heer Loerakker (R.K.) maakte
de practische opmerking, dat, als de mi
nister onwillig is, een motie toch niets
geeft.
Mr. van Hellenberg Hubar (R.K.) voelde
meer voor verhooging van de prijzen, welke
de Vereeniging van Inlandsche Tarwe-
Afnemers (V.I.T.A.) mag bedingen. Het
mengpercentage wilde hij echter ook op
b.g. besluit van toepassing -doen zijn.
De heer Boon (V.B.) vond verlenging tot
1937 voor een noodwet wel wat erg lang.
Mr. Oud (V.D.) bleek beducht voor de
gevolgen van de monopolistische positie
van het maalbedrijf, waarvan prijsopdrij
ving te vreezen is.
Wat de motie-Hiemstra betreft verklaar
de de afgevaardigde meer waarde te hech
ten aan een toezegging van den minister.
De motie ging hem ook te ver omdat zij
uitspreekt, dat nooit loonsverlaging mag
plaats vinden.
Minister Verschuur wees eerst op het
zuiver-opportunistische van den maatregel,
n.1. het eenigszins loonend maken van den
landbouw. Van een koersverandering is
geen sprake, de „autarkie" wordt niet inge
diend. De producenten, de consumenten,
de graanhandel en de bakkers moeten een
veer laten. „Er is geen operatie waar geen
bloed vloeit!" De Regeering blijft waak
zaam t.a.v. de concentratie in de meelin-
dustrie. Het maalgebod blijft als „stok ach
ter de deur".
De landarbeiders-belangen wordèn bij de
maatregelen zoo veel mogelijk in het oog
gehouden. De kleine molenaars zullen even
eens tarwe te verwerken krijgen. Klachten
over de wet zal de minister onderzoeken.
Het ligt in de bedoeling den richtprijs op
12 te brengen.
Onmiddellijk na de rede des ministers
kwam in stemming de motie-Hiemstra. Zij
werd verworpen met 5122. (Voor; S.D.
en Communisten). Een amendement-Hubar
om de banketbakkers t.o.v. de meelfabrika-
ten een iets gunstiger positie te geven viel
met 4831.
Het wetsvoorstel kwam in stemming. De
heer v. d. Sluys (S.D.) motiveerde de hou
ding der S.D.A.P., verklarend dat het
systeem van de wet niet deugt. Zij legt een
zwaarderen druk zei hij op de minst-
draagkrachtigen.
Het ontwerp werd aangenomen met 57
i 1 stemmen. (Ook nu waren S.D.A.P. en
Comm. één).
Toen brak aan: het wèl-verdiende Kerst-
recès!
Ik stel mij voor in mijn eerst-volgend
Overzicht eens nader te gaan bekijken de
vraag, of ons Parlement in den thans afge
loopen jaarkring veel gelegenheid heeft ge
had, ander werk te doen dan hetgeen de
crisis noodzakelijk deed zijn. Thans zou
het uitwerken van deze vraag mij te ver
voeren, doch ik wil er wel alvast dit van
zeggen, dat de huidige economische depres
sie er toch niet in geslaagd is om elk op
bouwend bedoeld werk te verijdelen, hoe
wel de crisis-deliberatiën natuurlijk een
fiksch deel van den „nationalen" tijd hebben
gevorderd.
Over 't algemeen kan worden gezegd,
dat de r langzamerhand „stervende" Kamer
voorbeeld is geweest ook in de moei
lijkste omstandigheden van een krachtig
streven naar het ernstig en degelijk behar
tigen van het landsbelang, al naar gelang
de leden dat landsbelang meenden te moe
ten bezien. In vergelijking met menig par
lement in het buitenland maken wij be
slist een zeer goed figuur!
Bij velen komt de gedachte boven: als
dat maar zoo blijft!.... Wat zullen de
verkiezingen van Juli a.s opleveren? Indien
de internationale toestanden niet verbete
ren in dien tijd komen die verkiezingen
bijna geheel en al in het teeken van de
oogenblikkelijke situatie te staan. En daar
aan zijn altijd groote gevaren verbonden.
Zoo heel gemakkelijk wordt het echte, ware
landsbelang uit het oog verloren, als de
gemoederen tot heftige beroering zijn geij
komen en allerwege dikwijls door slim
me vogelaars, die van de gelegenheid wil
len profiteeren om ook een „rolletje" te
gaan spelen (zie o.a. stichters van som
mige kleine partijtjes!) pogingen wor
den aangewend, de onrust onder het volk
aan te wakkeren.
Een goed half jaar houdt ons nog ge
scheiden van de groote electorale gebeur
tenis, en in dien tijd kan nog heêl Wat gé-
beuren! Hoe innig hopen honderdduizen
den niet op de mogelijkheid, dat er ver
luchting komt in de internationale verhou
dingen, heel, heel spoedig!Ondanks de
uitspraak van dr. Colijn tijdens de behan
deling van het ontwerp-Zuiderzeefonds,
namelijk dat de crisis zeker niet „in per
manentie" zou voortduren, doch dat zij
haar onzalig leven nog wel tot in 1934 zal
weten te rekkenAls dat zoo is, wacht
ons nog een heel zwaar jaar, niet het
minst natuurlijk op parlementair gebied.
Een groote groep landgenooten acht het
te betreuren, dat onder dergelijke omstan
digheden van een „nationaal Kabinet"
geen sprake zal kunnen zijn. Men zal heb
ben vernomen hoe ir. Albarda op het s.d.
Kerstcongres te Amsterdam afwijzend heeft
gesproken over genoemd denkbeeld, be
vreesd als hij is, dat de partij daardoor te
zeer in de verdrukking zal geraken. Men
heeft het feit dus als een realiteit te aan
vaarden!
Bekend is, dat een staatsman altijd
uiterst voorzichtig moet zijn met het
woordje „nooit". Men kan „nooit" vooruit
weten hoe een stuivertje nog eens rollen
zal!Evenzoo is het onmogelijk om
thans met eenige zekerheid te zeggen, wat
n& Juli geschieden zal. Zou de Kamer „om"
gaan naar Links? Of zal de Rechtsche
meerderheid zich handhaven? Ook in
verband met de woorden van professor
Aalberse, door hem gesproken bij de alge-
meene beschouwingen over de Rijksbegroo-
ting, staan verschillende „mogelijkheden"
voor de deur. Zal zijn „breede basis" in
werking worden gesteld? Zeer waarschijn
lijk als Rechts troef blijft. In het andere
geval tast men nog wat de gevolgen
betreft in 't duister.
Ik zal het thans laten bij deze zeer-
oppervlakkige „toekomst fantasieën"1 Vast
staat dat noodig is, het nieuwe jaar in te
treden met den onontroofbaren wil, trouw
te blijven aan het energieke woord van
wijlen Coen: „Despereert niet!"
PARLEMENTARIËR.
In Helgoland werd een vogelsoort
aangetroffen, die zonder eenigen twij
fel de groote vlucht van Indië naar
hier met succes volbracht heeft. Deze
vogelsoort behoort namelijk tot de soor
ten, die op 2000 meter hoogte op het
Himalaya-gebergte wonen.