s ONZE KINDEREN Fouten in de moderne voedingswijze. Hst menu van deze week 'JEVKOUW ENlteARlTOS staat de jonge generatie er slecht voor? Alcohol: een groote vijand. door VICKI BAUM. (Schrijfster van „Menschen in het hotel"). Wat zal er van het nieuwe opgroeiende geslacht worden? Er zijn tallooze gevaren zullen onze kinderen ze kun nen overwinnen? Vicki Baum de bekende schrijfster, heeft zich hierover een meening ge vormd, die wij in dit artikel gaarne aan onze lezeressen mededeelen. Nu de malaise geen nieuwtje meer is, keert men steeds meer terug naar het aloude onderwerp van gesprek: „Waar moet het met het jonge geslacht naar toe?" En de toekomstverwachtin gen gaan een andere richting uit dan vroeger. Nu vraagt men zich in span ning af: „Gaat de jeugd nog steeds den verkeerden kant uit, of herstelt zij zich van de moreele verwording, waarin zij ten prooi viel in het begin van de twintiger jaren dezer eeuw?" Op al deze vragen is mijn antwoord: neen en nog eens neen! De jongere generatie is niet ten prooi aan verwor ding en zal ook in de toekomst nooit den verkeerden kant uitgaan. Doch elk nieuw geslacht gaat zijn eigen weg, die altijd iets afwijkt van dien van het vorige geslacht. Al die afwij kingen bij elkaar maken den vooruit gang der menschheid in den loop der eeuwen uit. De oudere generatie ziet echter als regel niet in, dat Ge afwij king der op haar volgende generatie een vooruitgang is; zij ziet slechts een afwijking van den door haar zelf ge volgden weg en maakt zich daarover ongerust, zooals een kip met eenden kuikens ongerust is, als de kleintjes gaan zwemmen. Bovendien tellen, wat dit betreft, de oorlogsjaren dubbel, zooals men bij ons in Duitschland zegt. Daarmee be doelt men dat de oorlogsjaren een bij zonder diepe kloof heoben geslagen tusschen de generaties en dat er tus- schenvoor-oorlogsche ouders en na-oor- logsche kinderen niet meer de gewone tegenstelling bestaat, welke wij altijd aantroffen tusschen ouders en kinde ren, maar dat zij in twee geheel ver schillende werelden leven. Daarnaast is het echter onmogelijk geworden om te spreken van het jon gere geslacht zonder meer, van alle jonge menschen tusschen vijftien en dertig jaar uit de geheel e wereld. De Fransche jeugd is beslist verschillend van de Duitsche, de Italiaansche van de Engelsche, enz., terwijl de Russische jeugd in volkomen isolatie opgroeit en daarom met geen andere kan worden vergeleken. Ook in hetzelfde land vormt de jeugd geen geheel: een jonge boer is niet te vergelijken met een jongen werkman en evenmin met een student. Het is mogelijk, dat niet al die groepen van de jongere gene ratie een stap voorwaarts doen; een enkele groep doet mischien een stap achteruit. In dit verband moeten wij het meest vreezei) voor de jongelui, wier ouders plotseling rijk of plotse ling arm zijn geworden. Het laatste kan echter ook een voordeel zijn, want tegenspoed voedt meer op dan voor spoed en de jeugd loopt in een tijd van malaise veel minder gevaar dan in een tijd van groote welvaart. Om echter één ding te zeggen van de moderne jeugd in het algemeen: zij heeft in zeer weinig dingen vertrou wen, zjj heeft geleerd om aan vrijwel alles te twijfelen. Zij is echter niet verantwoordelijk voor deze teleur stelling; de oudere generatie heeft haar een ontredderde wereld met schulden, corruptie, onzekerheid en werkloosheid nagelaten. Men kan geen sentimentaliteit verwachten of eischen van de jongere generatie, die nu voor de taak staat in die wereld orde te schapen. Dit jonge geslacht heeft een open oog voor veel, dat vroeger in ge heimzinnigheid werd gehuld, al bestond het natuurlijk even goed als thans. Nu zegt men, dat de jeugd cynisch is, doch is cynisme eigenlijk geen goede bescherming tegen de buitenwereld? Vele schoone en teedere gevoelens beschermd wor den en bewaard blijven achter zulk een hard omhulsel van cynisme. De moderne jeugd heeft drie moei lijkheden onder de oogen J;e zien. De eerste is de werkloosheid. Hoe zal zij voorzien in haar levensonderhoud? Hoe zullen gevoel van eigenwaarde en eerzucht in stand worden gehouden, hoe zullen met ijver de studies worden gevolgd, wanneer het zoo onzeker is, dat die studies eenmaal leiden tot een hooge positie. De tweede moeilijkheid is grooter dan de eerste en geldt speciaal voor Amerika en.... Engeland. Ik bedoel de alcohol. De oudere menschen drin ken daar ook wel, maar omdat zij er van houden of eraan gewend zijn. De jeugd drinkt er echter te veel en op een dwaze manier, vooral in Amerika, onder den invloed van het drankver bod, om te laten zien, dat men zelf standig is, alles durft en aan alles „meedoet". De sportieve training dwingt gelukkig velen om aan die race niet mee te doen, doch eerst de afschaf- ifng van het drankverbod zal de Ame- rikaansche jeugd van haar bewonde ring van dronkenschap kunnen ge nezen. De derde moeilijkheid is de verhou ding tusschen jongelui en meisjes. De overdreven preutschheid van vroeger is niet door vrijheid gevolgd, maar door iets, dat men eerder bandeloos heid kan noemen en wat alweer zijn grootste kracht verkrijgt door het feit, dat het in de mode is en als een spel letje, een geliefkoosd tijdverdrijf wordt beschouwd. Zeer veel jonge menschen kennen niet het verschil tusschen sexe en liefde; zij wejen misschien niet, wat liefde is, en dat hebben zij een groot verlies geleden, dan zou men hen eerst met recht „de nieuwe ar men" kunnen noemen. Wij zien dus, dat de jeugd van dezen tijd, evenals die van alle andere tijden, aan bijzondere gevaren blootgesteld is doch ten allen tijde is de jeugd krach tiger geweest dan de moeilijkheden, welke zij moest overwinnen en daarom geloof ik niet, dat het met de tegen woordige jeugd of met één enkele ge neratie uit latere tijden verkeerd zal gaan. (Nadruk verboden). door Dr. J. SIMONS. De wijze, waarop de meeste menschen zich tegenworodig voeden, is verre van zich tegenwoordig voeden, is verre van zijm de tea en de avondboterham als kleine maaltijden vervangen; men heeft nog slechts de drie hoofdmaaltijden in eere gehouden, doch eigenlijk verdient slechts één daarvan dien naam met recht. En als men een kijkje neemt bij alleenwonende jonggezellen en werken de vrouwen, is het nog slechter met de voedingswijze gesteld, ook reeds hier om, dat er met de persoonlijke behoefte aan bepaalde spijzen minder rekening gehouden wordt dan in een gezin. Wat is nu in het algemeen gewoonte? Er wordt ontbeten; daarbij eet men zoo weinig, dat weliswaar voor eenige uren het gevoel van honger wordt verdoofd, doch aan het lichaam niet voldoende voedingsstoffen worden toegevoegd, om zonder schade gedurende den voormid dag ingespannen te kunnen werken, te meer waar ook gedurende den langen nacht uit den aard der zaak geen voed sel is gebruikt. Deze toestand blijft ook na het koffiedrinken bestendigd; ten eerste is het tijdsverloop tusschen ont bijt en koffietafel te groot, de karigheid dezer maaltijden in aanmerking geno men en ten tweede wordt er alweer niet gezorgd voor de voeding van 't lichaam en blijft het doel slechts, te voorkomen dat men honger krijgt. Met dat al komt het organisme gedurende de werkuren gpregeld voedsel te kort. De eenige werkelijke hoofdmaaltijd, die wii kennen, is in vergelijking met de andere overladen; de aan honger- maaltijden gewende maag is bovendien niet in staat om deze groote hoeveelheid voedsel zoo te verteren, dat het orga nisme er voldoende van profiteert. Dit is dan ook de reden, dat sommige men schen 's avonds laat of 's nachts honger krijgen; ze zetten met het oog daarop wat eten klaar om tenminste niet wak ker te liggen van den honger, doch dat deze levenswijze in haar geheel ver keerd is, behoeft geen betoog. Dat de prestaties op elk gebied verminderen en de gezondheid onvermijdelijk wordt geschaaüt, spreekt vanzelf. De groote fout ligt bij het begin, dus bii het ontbijt. Al moet men er wat vroeger voor opstaan, het is noodzake lijk, dat men zich hiervoor ruimschoots tijd gunt. Er moet rustig gegeten wor den en het gewone brood met thee of koffie (cacao is voor 's morgens vroeg niet geschikt) dient te worden aange vuld met een flink bord pap, waarbij melk, stroop, suiker, maar voor de af wisseling ook gekookte vruchten of vruchtensap gebruikt kunnen worden. Ook een bord, dikke soep is zeer aan te bevelen. Melk en kaas voorzien in de behoefte aan eiwit, terwijl ook visch zeer voedzaam is en een aangename variatie geeft. Eieren kan doch behoeft men niet te gebruiken; bruin brood en roggebrood wisselen het wittebrood af of worden daarnaast gepresenteerd, ter wijl vruchten niet mogen ontbreken, tenzij er sla, radijsjes of iets dergelijks op tafel wrordt gebracht. Zondag: Brusselsch lof met harde eieren en boter. Kip met kerry en rijst. Sinaasappel crème. Maandag: Gevulde uien. Witte boonen met zure saus. Aardappelen. Dinsdag: Witte boonensoep. Roode kool met rolpens. Aardappelen. Woensdag: Biefstuk. Andijvie, aardappelen. Macaroni met rozijnen. Donderdag: Gehakt. Spruitjes, aardappelen. Rijst met bessensap. Vrijdag I: Stokvisch. Aardappelen. Geb. uien, rijst. Mosterdsaus. Appelmoes. Vrijdag II: Andijvie en bietenvla. Worteltjes, aardappelen. Appelschoteltje. Zaterdag: Gebakken saucijsjes. Stamppot met savoye kool. Havermout. Kip met kerry en rijst. 1 kip. 60 gram boter. 40 gram bloem. 1 uitje. 1 eetlepel met kerry. 3/4 1 bouillon of 3/4 1 water met 3 blokjes. 1 dl room. Sap van 1/2 citroen, zout naar smaak. We beginnen met de kip in stukken te snijden en te zouten, daarna de bo ter in de braadpan te smelten en hierin het fijn gesnipperde uitje gaar te smoren met kerry. Is het uitje gaar, doch vooral niet donker gekleurd, dan worden de stukken kip mooi bruin gebraden en de bouillon gedeeltelijk bijgevoegd. Na ongeveer drie kwartier wordt het vleesch uit de pan genomen en op een schotel gestapeld. Het moet echter warm worden gehouden, door de schotel op een pan met heet water of in den oven te plaatsen. We zeeven de bouillon, roeren er de aangemengde bloem door en laten dit sausje 10 min. doorkoken, room en citroensap bijvoegen en daarna over de kip gieten. We presenteeren hierbij een schaal tje rijst in water of in water met bouil lon-blokjes gekookt. Sinaasappelschoteltje. 3 sappige sinaasappelen. 60 gram bloem. 2 eieren. 125 gram suiker (poeder). 1 pakje vanille suiker. 272 dl witte wijn. 10Ö gram eolombijn biscuits. We beginnen de sinaasappelen uit te persen en het sap te zeeven, daarna de dooiers met een deel van de suiker te kloppen en voegen het sap, de wijn en vanille-suiker bij. We doen de bloem in een steelpannetje en voegen scheutje bij scheutje van de vloeistof bij, roeren echter heel goed, opdat we geen klontjes in het papje krijgen en mengen tenslotte, met de rest van de suiker het zéér stijf geklopte eiwit door de overige ingrediënten. Een vuurvast schoteltje is ingevet en belegd met de zachte biscuits, waarover het geklopte mengsel wordt gegoten en in den oven geplaatst om een stevige massa te worden. In den beginne doen we goed een deksel of bord over het schoteltje te leggen, opdat de bovenkant niet te donker wordt. Koud geworden kan de crème naar verkiezing gestort worden of in den schotel opgediend. Gevulde uien. 4 Lissabonsche uien. 150 gram kalfsgehakt. 1 sneedje oud brood. Zout, peper, noot. 2 dl water, 1 bouillonblokje. 60 gram boter, paneermeel. Inplaats van Lissabonsche uien kun nen we eveneens gewone groote uien gebruiken, doch deze zijn veel sterker van smaak en net zoo fijn als de eerstgenoemde soort. We maken de uien schoon en ko ken ze daarna in water met zout onge veer één uur. Ze mogen echter niet geheel gaar worden, daar we ze dan heel moeilijk kunnen vullen. Terwijl we de uien staan te koken maken we het gehakt aan, door het brood te weken, uit te knijpen en met peper, zout en noot goed met het ge hakt te vermengen en in vier balletjes te verdeelen, die in de helft van de boter bruin gebraden worden; we zor gen echter, dat het buitenste korstje niet te hard wordt, voegen er 2 dl wa ter bij, zoodat het gehakt in het geheel ongeveer 15 min. op het vuur is ge weest en lossen in het vocht het bouil lon-blokje op. Nu nemen we de uien uit het water, snijden het bovenste kapje er af, hol len ze uit en brengen het gehak in de opening en zetten het kapje er weer op. De uien wordt in een vuurvast schoteltje geplaatst met de jus, waarin het gehakt heeft gebraden. De overge bleven boter wordt over de uien ver deeld en op den bovenkant gelegd, het geheel met paneermeel bestrooid en in den oven geplaatst, die niet te heet mag zijn, terwijl de uien van tijd tot tijd met het vocht bedropen moeten worden. N.B. Het water, waarin de uien zijn gaargekookt, evenals het uitgeholde gedeelte, wordt niet wegeworpen, doch den volgenden dag gebruikt voor de hutspot. Witte boonen met kerry. We hebben van den vorigen dag witte boonen overgehouden, doordat we ongeveer 37a ons meer kookten, dan voor het maal noodig was en wrijven deze door een zeef, zoodat we daarna aan purée en kookwater van de boo nen bij elkander hebben 272 1- We hebben verder noodig: 1 ui. 50 gram bloem. 1 theelepel kerry. 1 dl melk of room. Dobbelsteentjes gebakken brood. We maken de ui schoon, snipperei deze fijn en smoren hem mèt de boter gaar, liefst met den deksel op de pan, omdat hij niet mag bruinen, voegen de bloem erbij, daarna bij scheutjes tege lijk het boonen water en laten dit teza men 15 min. heel zachtjes doorkoken. De room wordt in de soep-terrine gedaan en hierbij komt de gezeefde soep. Een paar sneedjes oud brood worden aan dobbelsteentjes gesnedea en in boter of slaolie goudgeel gebak- ken en op een apart schaaltje g pre- senteerd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 19