ah* Het „harden" van kinderen! Het practische huis. mmsmsmM i TT -il tw /II 1 1 1 kp Het menu van deze week Overdrijft dit nooit door JET DE BOER—VAN STRIEN. Er bestaat in de moderne opvoeding en in de moderne kinderkamer een zekere tendenz om kinderen te „har dentegen verschillende dingen en daaronder de temperatuursgesteld- heden. Maar ofschoon hiervoor, in principe, inderdaad wei een en ander te zeggen is, komt het toch in hooge mate op de uitvoering aan. En hierbij zij men uitermate voorzichtig en hoede zien voor overdrijving. Jong zoowel ajs oud hebben warmte in hun leven noodig om zich comfortabel, ge lukkig en gezond te gevoelen. Dit is zoowel letterlijk als overdrachtelijk waar. En het gebeurt dikwijls dat men aan het gezichtje van een kind, levende in een woning waar de ouders aan „ge zondheidsleer doen", kan zien dat het kleine schaap zich onbehagelijk ge voelt, eenvoudig omdat het het koud heeft! net is onzin te gelooven dat een kind, op een werkelijk kouden dag, geen vuur noodig zou hebben alleen omdat het jong en beweeglijk is. Nie mand zal ons adviseeren om een klei nen kleuter te zetten vlak voor een fel- brandenden haard, maar niemand zal toch ook kunnen goedpraten dat men een kindje best kan laten spelen in een onverwarmde kinderkamer, op grond van de omstandigheid dat het „toch de kou niet voelt, omdat het geen seconde stil zit". Trouwens, bij kinderen komt een doelmatige verwarming niet alleen via het vuur, maar ook door de wijze van voeden en kleeden. Men denkt wel eens, dat het voldoende is dat een kind er warmpjes inzit als het op straat gaat, maar laat ons u verzekeren, dat dit een foute redeneering is. Ook de kleeding binnenshuis komt er ten zeer ste op aan. Geen enkel kind moet te zwaar worden gekleed omdat het uit gaat en geen enkel kind mag te licht of te onverschillig zijn gekleed omdat het „toch maar" in huis blijft! Het tegendeel is wel waar, want binnens huis maakt men dikwijls de grootst- mogelijke temperatuursverschillen mee, die denkbaar zijn. Het kan voorkomen, dat een vertrek, aan een kant van het huis gelegen, waar weinig zon komt, graden en graden kouder is dan het overige deel der woning en meestal be staat er ook belangrijke temperatuurs verschillen tusschen kamer en gang in den winter. Zóó is het heel gemakke lijk te verklaren dat een kind, dat niet voldoende warm is gekleed, in huis kou vat. Het is niet erg om on~ze kleine jon gens met bloote knieën te laten loopen, als we het dan ook maar altijd doen en alleen buiten een slobbroekje over de knietjes heentrekken. En ook onze kleine meisjes moeten we niet het ééne oogenblik hullen in een zeer dun jurk je om haar gedurende een ander ge deelte van den dag een wollen pakje aan te trekken. In een huis waar groote en koude gangen, trappen en trappenhuizen zijn, is het niet kwaad om voor de kinderen een licht en los- gebreid wollen vestje te hebben klaar liggen, dat snel even aangeschoten kan worden als het kind de kamer verlaat. Ook de nachtkleertjes dienen warm te zijn, al bedenke men daarbij dat ze nooit zwaar mogen zijn, niet moeten knellen en het lichaam volledige vrij heid van beweging dienen te laten. Flanellen pyama-tjes, eventueel met aangeknipte sokjes voor de kleintjes, 74jn de ideale winterdracht voor kinde ren; hebben ook grooteren last van koude voeten, geeft ze dan een lichtge- breide wollen slaapsokjes aan. In de kamer passé men voor twee hingen op: het kind moet noch te dicht bij het vuur zitten en evenmin last van tocht hebben. De kamer waar kinderen vertoeven, zij ook nooit overheet, te minder als de kleuters aanstonds naaf een koude slaapkamer zullen worden overgebracht. En als het erg koud is, dan is het verstandig om te zorgen dat, met behulp van een warm kruikje, al thans de eerste kou van de bedjes is afgenomen. Natuurlijk zal het gezonde kind, dat heen en weer holt, veel minder last van kou hebben dan het stillere zusje of broertje, dat er bij gaat zitten. Moeders moeten voor zulke kindertjes maar spel letjes verzinnen waarbij wat geloop te pas komt, ook touwtje springen is hier heel geschikt, (als het de buren niet hindert)! Summa summarum: als we in den winter kinderen zien, die huilen en las tig zijn „om niets", laat ons dan nagaan of de arme wurmpjes het niet doodeen voudig koud hebben! (Nadruk verboden). OM BLOND HAAR TE RESTAUREEREN. De beste manier om de kleur aan blond haar te restaureeren is het was- schen met kamillen waschpoeder, ten zij men dit zelf of door den kapper laat doen. Indien hiervan een vrij sterke oplossing wordt gebruikt, zouden wij U niet raden om tot een peroxyde be handeling over te gaan, daar het haar hier menigmaal door lijdt en men het aldus behandelde haar indien men zulks wenscht, ook niet kan laten permanen ten— Indien U het haar zelve wascht, lost U de inhoud van een pakje kamillen haarwaschpoeder dan op in 1 beker heet water, daarna wordt het hoofd haar met de helft van de oplossing ge- wasschen en nagespoeld. Nu volgt een tweede wassching met de andere helft van het sopje en weer een grondig na spoelen met warm water, opdat alle zeepresten verdwijnen. De laatste spoe ling geschiedt met een halve liter lauw water, waarbij de sap van een halve citroen is gevoegd. Het drogen geschiedt het best door middel van warme badhanddoeken. GEBREIDE MUTS VAN ANGGRAWOL. Wie zou er niet zoo'n aardig wollen mutsje willen bezitten, een hoofdbe dekking, die den laatsten tijd zeer mo dern is. Het koopen van zoo'n muts is zeer eenvoudig, maar bijzondere mo delletjes zijn niet goedkoop te krijgen. Geen nood echter voor hen, die met breipennen kan omgaan en aan de hand van de volgende beschrijving de van angorawol gebreide muts kan vervaardigen. De maat. Maat ongeveer 50 cm (omtrek hoofd), dikke wol. 13 steken in de breedte en 16 toeren in de lengte zijn 5 cm. Breien op 4 naalden met kleine klu- wetjes angorawol. Het breien. We zetten op 2 naalden elk 40 st. op en op de derde naald 50 st., breien de eerte toer recht verdraaid, door achter in de opzetsteek in te steken, daarna nog 2 toeren recht. Meerdering toer 9: 9 st. recht breien daarna de 10e st. tweemaal breien, dus meerderen. We hebben 130 st. opgezet, dus herhalen we dit in het geheel 13 maal, daarna 2 toeren recht breien! Meerdering toer: 10 st. breien, de 11e steek tweemaal breien, herhalen tot de toer uit is; daarna twee toeren recht. Meerdering toer: 11 st. breien, de 12e st. tweemaal, toe uitbreien en 2 toeren recht. Meerdering toer: 12 st. breien; de 13e steek tweemael enz. Twee toeren recht. Meerdering toer: 13 st. breien, de 14e st. tweemaal enz. 10 toeren recht breien en daarna werken we als volgt: le rondte: 13 st. breien, twee st. samenbreien, herhalen tot eind der toer. 2e rondte: Recht breien. 3e rondte: 12 st. breien, twee st. sa menbreien, herhalen tot eind. 4e rondte: Recht breien. 5e rondte: 11 st. breien, twee st. sa menbreien, herhalen. 6e rondte: Recht breien. We gaan verder met op deze wijze te minderen, telkens de minderings- toeren afwisselend met 1 toer recht, totdat we de laatste toer gebreid heb ben: 1 steek recht twee steken samen- breien voor elk minderingsgedeelte, daarna twee toeren na elkander, waar in wij telkens twee steken samen- breien, daarna de wol afbreken, waarbij we een eind draad laten hangen om af te hchten; draad in een stopnaald en eenige malen door de overgebleven steken halen, goed aanhalen en aan den verkeerden kant afhechten. De afwerking. Vouw de muts dubbel en geef met gekleurde wol een klein teeken aan den binnenkant, wat midden-vóór en -achter is. Om het rekken te voorko men, naaien we langs de opzetsteken met kleine steekjes een 2 cm breed lint, dat in de tint van de baret moet zijn en desverkiezende even onder de opzetsteken uit mag komen, doch niet meer dan V» cm. Naar verkiezing kan op zijde een strik of lint of wel een kleine nikkelen gesp of speld worden aangebracht, hetgeen zeer modern is. Draagstoel voor baby. Hoe menigmaal is een groote wandel tocht niet buitengewoon vermoeiend voor de oudiers, indien baby niet thuit gelaten en afwisselend door vader of moeder gedragen moet worden, omdat de kleine beentjes niet zoo lang mee kunnen stappen. Bijgaande draagstoel is zeer prac- tisch, hij kan opgevouwen worden en is zonder bezwaar mede te nemen, om in geval van nood gebruikt te worden. We nemen een stevige, houten plank ongeveer 25 of 30 cm in het vierkant, waarvan de zijkanten naar achteren toe iets toeloopen. Het stevige band is ongeveer 30 cm lang met uitzondering van die, welke aan de vier hoeken ziften en dde de handsvaten dragen zullen; deze zijn pl. m. 60 cm lang, die om het handsvat wonden genaaid. De voorzijde heeft twee stevige banden en worden met knoopen gesloten. Het houten zitvlak kan met een klein kussentje beiegd worden. vi J-lft tu „Mijn chef is een aardige baas. Toen ik onlangs een dag verlof vroeg, kreeg ik er dadelijk drie van hem." „O, maar de mijne is nog veel tege moetkomender! Een paar weken terug wou ik graag een paar vacantiedagen, nou en toen zei-d-ie,ik hoefde heele- maal niet terug te komen!" („Söndagsnisse"). Zondag: Groentensoep, Rosbeef, spruitjes, Citroen Soufflé. Maandag: Koud vleesch, Princesseboontjes, Aardappelen, Havermout. Dinsdag: Haché, Roode kool, Aardappelen, Appelmoes. Woensdag: Klapstuk, Hutspot, Watergruwel. Donderdag: Varkenskarbonade, Knolraap, aardappelpuree, Rijst met pruimen. Vrijdag I: Magere erwtensoep, Zoute visch met peterseliesaus, Worteltjes en aardappelen. Vrijdag II: Aardappelommelet, Worteltjes met groene erwten, Aardappelen, Peterseliesaus. Zaterdag: Gebakken spek, Capucijners, Appelmoes. Citroen soufflé. 3 citroenen, 125 gram suiker, 21/, dl slagroom, 3 eieren, 25 gr. gehakte amandelen, 8 bladen witte gelatine. We zetten de gelatine in ruim water te weeken en persen de citroenen daar na uit, voegen de suiker bij de sap en lossen deze in een steelpannetje op een kleine pit op, onder voortdurend roe ren, voegen een klein scheutje heet water bij en lossen in deze vloeistof de geweekte en goed uitgeknepen ge latine op. De eierdooiers worden goed schuimig geklopt en met kleine beetjes komt de warme vloeistof hierbij. De room en de eiwitten worden met een tikje zout stijf geklopt en, indien de citroenmassa drillerïg wordt, hierbij gevoegd, waarna alles in een glazen vlaschaal wordt overgegoten om stijf te worden en de amandelen over den bovenkant worden gestrooid. We presenteeren deze soufflé met vanille wafeljtes. Zoute vfseh. De zoute visch wordt 24 uren ge weekt en het water wordt gedurende dien tijd eenige malen vev -scht., daarna wordt de visch mot kend water opgezet ©n indien böjki, oat hij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 15