S. KROM - ALKMAAR
IS ALTIJD
DE STRIJD OM WEENEN.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
BuitenSandsch overzicht.
No. 7232. EERSTE BLAD
ZATERDAG 4 FEBRUARI 1933
61ste JAARGANG
De Fransche voorstellen op de ontwapeningsconferen
tie. Scherpe Italiaansche critiek. - De proclamatie van
Hitier tot het Duitsche volk. - Het nieuwe Fransche
kabinet. - Het schuldenvraagstuk.
Bij KOÜEJ9I, Tel. 339,
gelardeerde Ossenlever.
OOK VOOR DAMES
Het kabinet Hitier.
China en Japan.
VERVERIJ en CHEM. WASSCHERIJ
20% KORTING
Zware brand te Amsterdam.
Helpt bijtijds.
FEUILLETON
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen
land f 2.Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20 Losse nos. 4ct.fr.p.p.6ct. Zondagsblad
resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1.—Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, f 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/b C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meei 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct.
183 cm breed VLOERBEDEKKING
59 ct. per el
De ontwapeningsconferentie heeft haar
eersten evrjaardig gevierd, 't Is een ver
jaardag, die niet met vreugde herdacht
kan worden, al kan hij ook niet ongemerkt
voorbij worden gegaan. Het ware te wcn-
schen dat de resultaten van de con
ferentie zoodanig waren geweest, dat
een verder confereeren niet meer noodig
was. Doch integendeel, van resultaten
kunnen we niet spreken en de dingen die
er in bet afgeloopen jaar gebeurd zijn,
zijn een aanklacht tegen de ontwapenings
conferentie. Wii bedoelen den toestand in
China en in Zudd-Amerika. Daarover zul
len we nu echter niet uitwijden, omdat we
daarover op deze plaats al vaak geschre
ven hebben. Vandaag wilden we iets ver
melden van de discussie in de aigemeene
commissie over het Fransche ontwape-
nings- en veiligheidsplan.
Massigli, de Fransche afgevaardigde,
drong er op aan, dat de delegaties niet in
nietszeggende beleefdheden en vaagheden
hun ware meening over het Fransche plan
zouden versluieren, doch duidelijk hun
standpunt zouden bekend maken. Nu, de
Italianen hebben daarvan kennis genomen
en hun meening ronduit over het Frau:
sche voorstel naar voren gebracht.
De rede van Aloisi (Italië) bevatte bij
alle hoffelijkheid aan het adres van
Frankrijk en ter eere van den Franschcn
geest van logische opbouw van het gebouw
der toekomst zulk een scherpe critiek, dat
aan een Italiaansche afwijzende houding
wel niet meer te twijfelen is. Aloisi begon
na zijn van hoffelijkheden overloopende
inleiding met de ironische verklaring, dat
hü tot zijn genoegen kon vaststellen, dat
de Fransche voorstellen noch met betrek
king tot het personeel der strijdmacht,
noch met betrekking tot het oorlogsmate-.
riaal tot eenige vermeerdering der tegen
woordige lasten zouden leiden. Hij moest
echter onmiddellijk hieraan toevoegen, dat
hij evenmin kon zien. waarin de vermin
dering zou bestaan, die uit aanneming der
Fransche voorstellen zou voortspruiten.
Door aan de verschillende wapenen een
voudig een ander etiketje te geven en ze
niet meer wapenen voor nationale ver
dediging te noemen, doch als wapenen ten
dienste van den Volkenbond aan te dui
den, wordt de door de volkeren zoo vurig
begeerde wapeningsvermindering niet ver
kregen.
Aloisi meende, dat een der hoofdbron
nen van de tegenwoordige ellende in de
wereld juist het gevoel van wederzijdsche j
argwaan is, waarvan de Fransche voor-j
stellen thans opnieuw uitgaan.
De Duitsche afgevaardigde, Nadolny,
was in zijn redevoering heel wat minder,
scherp en gaf blijk van het streven van]
von Papen om Frankrijk zoo min moge-
lijk te ontstemmen.
Op verschillende punten gaf Nadolny
duidelijk te verstaan, dat hij op grond van
instructies uit Berlijn gesproken heeft,
waardoor zijn rede als de eerste verkla
ring van de regeering-Hitier over het
ontwapeningsvraagstuk natuurlijk een
hijzonder belang verkreeg. In zooverre
was zijn rede geruststellend, dat zij aan
toonde, dat von Neurath, ook onder Hit-
Ier geen scherper koers op het gebied der
buitenlandsche politiek zou volgen.
De Duitsche regeering is bereid in een
discussie van de Fransche plannen te
treden. Het doel van de Duitsche regee
ring ter ontwapeningsconferentie blijft,
tot een conventie te komen, die door een
aanzienlijke wapeningsvermiridering der
sterk bewapende staten de eerste stap op
den weg naar de algeheele ontwapening
zou worden.
J DUNSELMAN, Keizerstraat 24.
De proclamatie van Hitier tot het Duit
sche volk heeft de aandacht getrokken en
dat is geen wonder. Voorloopig zullen de
handelingen van Hitier met de grootste
belangstelling gevolgd worden, omdat
men natuurlijk uiterst benieuwd is op
welke wijze door den „leider" de zaak
aangepakt zal worden. Deze proclamatie
is bedoeld als verkiezingsmanifest.
De „Nw. Rott. Crt." schrijft naar aan
leiding daarvan o.m.:
Er staat een zinsnede in, die menig kie
zer niet bemoedigend in de ooren zal
klinken, want daaruit valt op te maken
dat de Rijksdag slechts mee zal mogen
praten als hij bereid is goed te keuren
wat de regeering noodig vindt. De regee
ring, zoo heet het, „kan niet het werk van
herstel onderwerpen aan de goedkeuring
van hen, die schuld hebben aan deze in
eenstorting". Verder blijkt dat daarmede
„de partijen van het marxisme en hun bij-
loopers" worden bedoeld. Hieruit mag
men opmaken dat de verkiezing slechts
bedoeld is als een proefneming of het niet
mogelijk is met behulp van een Rijksdag
te regeeren. Eerst als de Rijksdag oppo
sitioneel blijkt, wordt hij terzijde gescho
ven.
Deze potrclusie is niet te stoutmoedig.
ImmerS" de proclamatie was het eenige
antwoord dat het centrum gekregen heeft
op zijn schriftelijke vragen, die zich ten
deele met de grondwettelijke rechten van
den Rijksdag bezig hielden. Het is waar,
deze vragenlijst omvatte meer; zij was
feitelijk de formuleering van het practi-
sche politieke program der katholieke
staatspartij. Over al het andere behalve
de constitutioneele eisehen had men ech
ter kunnen praten. Maar zoodra 3ë'regee
ring deze laatsten niet kon inwilligen
ontbrak de basis voor besprekingen.
Daarom was het besluit tot ontbinding
van den Rijksdag, gevolgd door de pro
clamatie, uiterst duidelijk als indirect ant
woord.
De proclamatie legt de tactiek van de
regeering heel goed bloot. De consequen
tie van hetgeen zij betoogt, zou moeten
zijn, dat zjj de communistische partij een
voudig verbood; niet het socialisme, want
zii maakt een duidelijk verschil tusschen
het Marxisme (en zijn bijloopers), die
Duitschland in 14 jaar geruïneerd hebben
en het bolsjewisme, dat het in een enkel
jaar geheel zou vernietigen.
Veel voordeeliger dan die communistische
partij vóór de Rijksdagverkiezingen te
verbieden zal het zijn dit daarna te doen
en dan tegelijk de communistische zetels
ongeldig te verklaren. In een aldus be
snoeiden Rijksdag is er zeker een meerder
heid voor de regeering. Is dit de bedoeling
van het hierboven 'aangehaalde zinnetje?
Gevaarlijk blijft het spel in ieder geval.
Want een verbod van de communistische
vakvereenigingen zou een einde maken
aan de verdeeldheid onder de radicale ar
beiders. Een ontzaglijke macht zou daar
door gevormd worden, te ontzaglijker om
dat dan de samenwerking met de christe
lijke arbeiders nog gemakkelijker zou wor
den dan zü reeds nu is.
Maar Hitier zal nooit in twijfel erover
hebben verkeerd, dat hetgeen hij onder
nam met zeker risico verbond n is.
Het nieuwe Fransche kabinet zou
gisterenmiddag bijeen komen, om het
voorlezen van de regeeringsverklaring
aan te hooren. Men vindt daarover dus
elders in dt blad wel meer.
In de Kamer zijn drie interpellaties
ingediend, namens de linkerzijde, de on
afhankelijke linkerzijde en de onafhanke-
lijken. De voorzitter van de links-repu
blikeinen, De Chappedelaine, die de re
geering zal interpelleeren over haar ai
gemeene politiek, heeft gezegd, dat zijn
interpellatie geen afwijzend karakter
droeg. Zijn fractie zal haar houding eerst
bepalen, nadat zij het regeeringsprogram
kent.
De socialisten hebben hun standpunt
nog niet bepaald. In parlementaire krin
gen wordt aangenomen, dat het lot van
het kabinet afhangt van de houding van
sehuwelijk. De taak, die wij moeten vol
brengen is de zwaarste, sinds mensehen-
heugenis aan Duitsche staatslieden ge
steld. Het vertrouwen van ons allen is
echter onbegrensd, want wij gelooven aan
ons volk en zijn onvergankelijke waarde.
Boeren, arbeiders en burgers moeten
gemeenschappelijk de bouwsteenen leve
ren voor het nieuwe rijk.
Zoo zal de nationale regeering het als
haar hoogste en eerste taak beschouwen
de geestelijke eenheid en de eenheid van
wil van ons volk te herstellen. Zij zal de
grondslagen behoeden en verdedigen,
waarop de kracht van onze natie berust.
Zij zal het christendom als grondslag
van onze geheele moraal, het gezin als
kiemcel van ons volks- en staatslichaam
in haar krachtige bescherming nemen.
Zij zal zonder acht te slaan op standen
of klassen ons volk terugbrengen tot het
besef van zijn volks- en zijn politieke een
heid en de daaruit voortvloeiende plich
ten.
Zij wil de eerzucht voor ons groote ver-
Léon Blum en zijn aanhangers.
In rechtsche kringen is men er vast leden, de trots op onze oude ovêrlëverïn-
van overtuigd, dat de nieuwe regeering, gen tot grondslag maken voor de opvoe-
zelfs wanneer zij gesteund wordt door de
socialisten, niet levensvatbaar zal zijn.
De nationale Liberté schrijft, dat de
levensduur van het kabinet slechts we
ken, zoo niet zelfs slechts dagen, kan
tellen. „Daladier heeft, evenals alle so
cialistische radicalen, zijn hart weliswaar
ding van de Duitsche jeugd. Zij zal daar
mee aan de geestelijke politieke en cul-
tureele nihilisatie den onbarmhartigen
oorlog verklaren.
Duitschland mag en zal niet verzinken
in bet anarchistische communisme.
Zij zal in plaats van de strijdlustige in
aan den linkerkant, maar zijn verstand stjncten weer de tucht tot heerscher over
gaat naar rechts. Wanneer Duitschlandi ons leven verheffen. Zij zal daarbij zorg-
een socialistische regeering zou krijgen,vuidig waken voor de instellingen, die de
zou Daladier gaarne een socialistische ware borgen zijn van de kracht en sterkte
onzer natie.
Twee groote vierjaars-plannen.
De nationale regeering wil het groote
doel van de reorganisatie van ons volk
oplossen met twee groote vierjaarlijksche
plannen:
Redding van den Duitschen boer tot be
houd van den voedings- en daarmee van
een
politiek voeren. Het overnemen van de
Duitsche regeering door Hitier maakt
hem dit onmogelijk. Desondanks is hij
niet de man, die Duitschland wantrouwt."
Het schuldenvraagstuk mag als sluit
stuk van dit overzicht dienen. Over de
besprekingen tusschen Roosevelt en zijn
raadslieden te Warmsprings (Georgië) Óen levensgrondslag van de natie,
meldt Reuter dat men aanneemt, dat het c van Duitschen arbeider
ri„<.„ „v. Ti.,ii door een geweldigen en uitgebraden
aanval op de werkloosheid.
In veertien jaar tijds hebben de No-
vemberpartijen den Duitschen boeren
stand geruïneerd. In veertien jaren tijds
hebben zij een leger van millioenn werk-
loozen geschapen.
De nationale regeering zal met ijzeren
vastberadenheid en met de taaiste volhar
ding het volgende plan verwezenlijken:
Binnen vier jaar moet de Duitsche boer
aan het verval zijn ontrukt.
Binnen vier jaar moet de werkloosheid
definitief overwonnen zijn.
Parallel daarmee loopen de voorwaar
den voor het opbloeien van het overige
bedrijfsleven.
Met deze reusachtige taak van het ge
nezen van ons bedrijfsleven zal de natio
nale regeering de taak verbinden en vol
brengen van een genezing van het rijk,
de landen en de gemeenten ten aanzien
van de grondwet en de belastingtechniek.
Pas daarmee wordt de gedachte aan het
federatieve behoud van het rijk bloedige
en levende werkelijkheid.
Tot de grondpijlers van dit programma]
behoort de gedachte van den arbeids-1
door Roosevelt en senator Huil uitge
werkte plan de kwijtschelding der oorlogs
schulden, in aanmerking op een morato
rium van nog niet vastgestelden duur,
behelst en waarin als tegenprestatie de
verlaging der invoerrechten en de stabi
liseering van de munten wordt verlangd.
De moeilijkheid schijnt te zitten in
verklaring der invoerrechten, welke on
mogelijk is zoolang de vreemde valuta's
niet gestabiliseerd zijn.
Het plan bepleit een internationaal op
treden, dat op de oeconomische wereld
conferentie ter sprake gebracht zou kun
nen worden. Daar tot het van kracht wor
den van de geheele regeling een zekere
tijd zal moeten verstrijken, hebben de
raadgevers van „een overgangsmorato
rium" gesproken.
Communistische kuiperijen
de Rijbsweer.
en ouderdom.
In de zuinigheid van ons bestuur, de
bevordering van den arbeid, het behoud
van onzen boerenstand en het gebruik
maken van het particulier initiatief ligt
tevens de beste waarborg voor het ver
mijden van elk experiment, dat onze munt
in gevaar zou brengen.
Geen erkenning van Mantsjoe-
kwo door Engeland.
Van officieele Mantsjoerijsche zijde
I wordt het gerucht dat Engeland Mant-
sjoekwo erkend zou hebben, tegenge
sproken. Het departement van Buiten
landsche Zaken van Mantsjoerije heeft
noch uit Tokio, noch uit Londen een zoo
danige officieele mededeeling -ontvangen.
Alle kostbaarheden worden uit
Peking gebracht.
Op aandrang van de Chineesche Cen
trale regeering zijn de kostbaarheden uit
alle Chineesche keizerpaleizen naar Nan
king getransporteerd. Ongeveer 300 kis
ten met voorwerpen van waarde zijn ver
zonden en onder strenge militaire bewa
king naar Nanking gebracht. De offi
cieele Chineesche instanties verklaren,
dat deze maatregelen genomen zijn in
verband met de mogelijkheid van een
Japanschen aanval op Peking. In Chinee
sche kringen is hierdoor groote opwin
ding ontstaan.
De politie-president van Stettin heeftdienstplicht en de kolonisatiepolitiek.
een zich nog in het stadium van ontwik
keling bevindende onwettige communisti
sche organisatie ontdekt die zich vooral
toelegde op de verspreiding van agitato
rische pamfletten onder leden van de
rijksweer en de sehupo. Een huiszoeking
bij eenige communistische leiders heeft
de inbeslagneming van eenige duizenden
schotschriften tengevolge gehad. De
voorzitter en eenige leden van de com
munistische jeugdvereeniging, die zich
oök met de verspreiding belast heeft, zqn
in hechtenis genomen.
Een beroep op het Duitsche volk.
Aan het beroep van de rijksregeering
op het Duitsche volk is het volgende
ontleend:
De erfenis, die wij aanvaarden is af-1 WinkelKEIZERSTRAAT 31, Telefoon 473
De zorg voor het dagelijksche brood zal
echter evenzeer de zorg zijn voor de ver
vulling van de sociale plichten bij ziekte
Telefoon 1525
I
Profiteert nu nog van onze
op onze verlaagde prijzen
Een burgerlogement aan den
Oudez ijd sachterbu rg wal geheel
uitgebrand. Alle logeergasten
over het dak gered.
Woensdagnacht tegen 3 uur ontdekten
twee politieagenten, die op den Oude-
zijds-Achterburgwal by den Korten Nie-
zel surveilleerden, dat er brand was in
voorkamer van de bel-étage van een
logement, gevestigd in perceel 30. Dit is
een oud huis met een mooien renaissance-
topgevel; het bestaat uit drie verdiepin
gen boven de bel-étage en een zolderver
dieping. Op alle verdiepingen waren de
voor- en achterkamers en kleine zij-ver-
trekjes als logeergelegenheid ingericht.
Het logement werd gedreven door den
heer R. H. Goen. Gelijk later gebleken is,
overnachtten er dezen nacht veertien
gasten.
Zoodra de agenten door de vitrage-
gordijnen voor de hooge ramen van de
bel-étage een vlammenschijnsel zagen
wapperen, zijn zij begonnen met op de
voordeur van het logement te bonzen,
maar daarbinnen was alles in zoo diepe
rust, dat niemand iets van het alarm of
van het gevaar bemerkte. De agenten
zijn toen den Korten Niezel ingegaan en
hebben daar getracht na verbreking van
een ruit de voordeur van de slagerij van
den heer Bonke te forceeren. Dit is hun
echter niet gelukt, maar eenige oogen-
blikken daarna kwam de heer Bonke
zelf, uit zijn slaap opgeschrikt door het
lawaai hun opendoen. Zij zijn naar den
zolder gegaan en zijn over de daken op
het dak van het huis gekomen, waarin
brand was. In dit dak hebben zij door
het verwijderen en stukslaan van pan
nen een opening gemaakt en hierdoor
zijn zij naar binnen gegaan.
Inmiddels had de brand reeds een
grooten omvang aangenomen; het vuur
was, nadat iemand aan de voorzijde een
ruit had ingeslagen, door den hierdoor
ontstanen trek aangewakkerd en had de
houten trappen en verdiepingen aange
tast. Al de logeergasten en het gezin van
den logementhouder waren naar den zol
der gevlucht, waar een dikke rook stond
en waar het ook reeds begon te branden,
zoodat de beide agenten, die van buiten
af een uitweg door het dak hadden ge
maakt, juist bijtijds waren geweest om
een zeer ernstige ramp met verlies van
menschenlevens te verhoeden. Allen, ie
zich. in het brandende huis bevonden, zijn
door de gemaakte opening naar buiten
kunnen kruipen en hebben zich over de
daken en door 't huis van den heer Bonke
ongedeerd in veiligheid kunnen stellen.
De brandweer heeft den strijd tegen
het vuur betrekkelijk spoedig gewonnen,
maar zij heeft een niet gemakkelijke taak
gehad, daar de krachtige wind de vlam
men sterk aanwakkerde. Ver in de omge
ving waren de gloed van het vuur en de
vonkenregen waar te nemen.
OPGELEGDE SCHEPEN TE
ROTTERDAM.
Op 1 Februari waren te Rotterdam op
gelegd 101 zeeschepen, waarvan 82 Ne-
derlandsche, 1 Noorsch, 3 Fransche, 3
Duitsche en 12 Engelsche. De bruto ton-
nenmaat van deze schepen beliep 452.552.
ZIJN GROOTVADER VERMOORD.
Het gerechtshof te Leeuwarden heeft
Donderdag beantwoord de zaak tegen
den 18-jarigen A. M., timmerman, en den
21-jarigen bakkersknecht H. U., beiden
te Musselkanaal, die door de rechtbank
te Winschoten wegens moord op den
grootvader van den eersten verdachte wa
ren veroordeeld tot 12 en 10 jaar gevan
genisstraf. Na het misdrijf waren de ke
rels er met een tabaksdoos en 65 gulden
van door gegaan.
De procureur-generaal vorderde tegen
den eersten verdachte wegens moord 12
jaar en tegen den tweeden wegens mede
plichtigheid tien jaar gevangenisstraf.
Wacht niet, tot gij te bed moet blijven door
scherpe of voortdurende pijnen in den rug,
waterzuchtige zwellingen der ledematen of
onder de oogen, rheumatische pijnen onna
tuurlijk uitzicht der urine, pijnlijke loozing of
voortdurende aandrang tot loozing.
Begin onmiddellijk bij de eerste kenteeke-
nen met het gebruik van Foster's Rugpijn
Pillen. Want zoo lang de in de lendenen ge
legen organen door verzwakking niet de ver
giftige onzuiverheden uit het bloed filtreeren
en verder uit het lichaam verwijderen, kunt
gij niet gezond worden.
Foster's Rugpijn Pillen werken recht
streeks op deze verzwakte organen, heelen
en versterken deze, en verschaffen zoodoende
behoorlijk gezuiverd, rijk en gezond bloed aan
alle deelen van het lichaam. En dan bestaat
geen verder gevaar voor rheumatiek, water
zucht, ischias, rugpijn en spit.
Foster's Rugpijn Pillen^ zijn verkr. bij alle
drogisten enz. a i.—1.75 en 3.— per doos.
Roman van
FIUGO BETTAUER.
37)
Een enkele maal kwam zij er toe Ralph
te schrijven. Maar op het beslissende mo
ment deinsde ze ook daar weer voor
terug. Zou hij niet denken, dat ze slechts
comedie had gespeeld? En wie weet in
wiens macht hjj, met zijn onverdorven
en voor alle indrukken zoo vatbaar ge
moed, zich nu bevond? Tenslotte zou ze
voor hem toch niet veel meer geweest
zijn dan een mooi stuk speelgoed, dat
men ongaarne mist, misschien was hij
haar reeds lang vergeten om wat afwis
seling te zoeken in vroolijk lichtzinnig
gezelschap, waar hij niet door zedige
eisehen en den ernst van het leven ach
tervolgd werd.
Daar mevrouw Stuppach uitsluitend
het „Weekblad voor Krieglach en omge
ving" las en dit orgaan slechts melding
maakt van de marktprijzen voor land-
bouwartikelen, bleef Hilde onbekend met
hetgeen zich in Weenen afspeelde. Haai
tante achtte een abonnement op een goed
provinciaal blad of een Weensche krant
een onverantwoordelijke verkwisting, te
meer, wijl zij bij haar wekelijkschen
kerkgang in Krieglach nog wel eens iets
vernam van wereldschokkende gebeurte
nissen, die zich dan reeds dagen tevoren
hadden afgespeeld.
Wel nam Hilda aan gewicht toe, wel
ook kleurden de frissche wind en de ge
zonde buitenlucht haar wangen rood,
maar de gemoedsdepressie, waaraan zij
ten prooi was, hield aan en ging lang
zamerhand over in den vorm van melan
cholie, waaruit bij jonge menschen vaak
ernstige psychische storingen voortkomen
Mevrouw' Wehningen vervulde Hilde's
apatisohe toestand reeds lang met toe
nemende ongerustheid, eindelijk werd
ook mevrouw Stuppach's aandacht ge
trokken en toen een der meiden haar op
zekeren dag meedeelde, dat de juffrouw
halve nachten rusteloos haar kamer op
en neer placht te loopen, had zij haar
oordeel onmiddellijk gereed en verklaar
de haar zuster met haar dreunende bas
stem:
„Hilde moet een man hebben, dat is
alles! Ik zal haar eenvoudig uithuwelij
ken en daarmee basta!"
Mevrouw Stuppach liet er geen gras
over groeien. Reeds den volgenden Zon
dag bracht zii uit Krieglach een gast
mee: den landhuishoudkundige Peter
Kunzel, eigenaar van een malerij, een
brave, eerzame weduwnaar in de beste
jaren, d.w.z. achter in de veertig, cie
voor zijn molen en zijn kinderen zeer
dringend een vrouw noodig bad.
Hij was verrukt van Hilde, zou het
liefst nog dienzelfden Zondag met haar
in het huwelijk zijn getreden en beweer
de wel tien maal achtereen: „Onder mijn
hoede zou de juffrouw binnen drie maan
den zeker wel dertig kilo in gewicht toe
nemen! Van opvoeding weet ik mee te
praten, wat, mevrouw de barones?"
Na tafel vertrok hij, met de graag ge
accepteerde verontschuldiging zeer nood
zakelijk naar een paar varkens te moeten
gaan kijken, die aan een of andere vlek
ziekte lijdende waren, weer naar zijn mo
len bij Mürzzuschlag, echter niet, dan na
met een veelzeggenden blik in de rich
ting van Hilde te hebben beloofd, dat hij
spoedig nog eens terug zou komen.
Eerst 's avonds aan tafel verkondigde
mevrouw Stuppach met haar gewone ge-
decideerdlheid:
„Hilde, meneer Kunzel is weliswaar
slechts een eenvoudig man, die niet uit
onze kringen is voortgekomen, maar hij
is een zeer betrouwbaar mensch, zeer ge
fortuneerd, verbazend goedhartig, kort
en goed, juist een man voor jou. Als jq
je er ook mee vereenigen kunt, zou ik er
niets op tegen hebben, als jullie je Zon
dag verloven om dan nog vóór Paschen
te trouwen."
Hilde was juist met haar gedachten bij
Ralph, wiens trouwe, bruine oogen ze in
haar onmiddellijke nabijheid op zich ge
richt had gevoeld. De herinnering aan de
vele prettige uren, die ze in zijn gezel
schap had doorgebracht, was zoo leven
dig geweest, dat een gelukkige glim
lach den droeven trek om haar mond een
oogenblik had verdreven. Nu werd ze
door de woorden van haar tante uit haar
droomen in de werkelijkheid gesleurd en
antwoordde op geprikkelden toon:
„Neen tante, ik kan me er niet mee
vereenigen en ik vind het in één woord
hoogst ongepast, dat u er zelfs aan
durft te denken mij aan een dergelijken
man te koppelen".
Mevrouw Stuppach achtte zich belee-
digd, het kwam tot een heftige woorden
wisseling, tevergeefs trachtte mevrouw
Wehningen tuschenbeide te komen en
de tante wierp ten slotte haar nichtje voor
de voeten
„De bedelprinses wil liever een ander
tot last zijn dan de vrouw te worden van
een fatsoenlijk man!"
Het slot was, dat Hilde in een kramp
achtig snikken uitbarstte, dat urenlang
aanhield en tenslotte zelfs haar tante
noodzaakte van gedachten te veranderen,
daar het nichtje anders nog den volgen
den dag naar Weenen zou zijn terugge
keerd.
In Februari ontving mevrouw Stup
pach van haar buren, de voorheen gra
felijke familie Bronstorf een invitatie,
welke natuurlijk eveneens mevrouw
Wehningen en Hilde betrof. De laatste
genoot van den bijna twee uur durenden
slede tocht, ze kon niet genoeg krijgen
van de schoonheid der in de sneeuw ge
hulde bergen en bosschen en was aange
naam verrast door de pracht van het oude
kasteel der Bornstorfs.
Het echtpaar Bornstorf gold voor zeer
gefortuneerd en had, behalve een getrouw
de dochter, wier echtgenoot mettertijd
het landgoed zou overnemen, nog een
zoon, die attaché bii het Oostenryksehe
gezantschap in Berlijn was en nu een
kort verlof bij zijn ouders doorbracht.
Rudolf Bornstorf, slank, licht blond,
met blauwe oogen, geraakte onmiddellijk
in vuur en vlam voor Hilde, die hij
overlaadde met attenties en op ondub
belzinnige wijze het hof maakte.
Zijn huldebetoogingen waren Hilde
niet onwelgevalig; hij was tenslotte een
man van haar beschaving en ontwikke
ling, zijn optreden was tactvol en dis
creet en er ontstond tusschen beide
jonge menschen een zeer vriendschappe
lijke verhouding, die wat afleiding bracht
in Hilde's monotone leven. Rudolf Born
storf. tut over zijn rijkelijk groote en ver
van het hoofd staande ooren verliefd op
het knappe buurmeisje, bezocht haar da
gelijks per arreslede, waarna dan lange
tochten werden gemaakt naar de idyllisch
gelegen dorpjes in de omgeving, waar bij
zwart brood, rookspek en appelwijn de
lunch'werd gebruikt
Zoo verging de tijd en met hem Ru-
dolf's verlof.
Het was op een dag in het midden van
Februari, toen de jonge Bornstorf bij een
dergelijke gemeenschappelijke sledevaart
plotseling Hilde's hand in de zijne nam en
met warme stem zeide:
„Hilde, nog een paar dagen en ik moet
terug naar Berlijn. Vóór dien zou ik
echter graag willen weten, waar ik aan
toe ben. Je moet toch gevoeld hebben,
wat je voor me beteekent en hoe zeer ik
je lief heb. Ik weet, dat je geestelijk
hooger staat dan ik, je bent fijner en
beter dan ik, maar tenslotte bezit ik toch
ook een beetje verstand, dat ik voor mijn
beroep als diplomaat noodig heb en bo
vendien ben ik rijk genoeg om je een
zorgeloos leven te kunnen bieden. Daar
om vraag ik je in allen vorm of je m'n
vrouw wilt worden!"
Hilde had deze verklaring verwacht en
gevreesd. Zij had er nooit een moment
aan getwijfeld, of ook dit aanzoek zou ze
van de hand wijzelf? maar nu ze voor het
feit gesteld werd, nu Rudolf Bornstorf
haar zoo eenvoudig en oprecht zijn liefde
verklaarde,, moest ze toch even haar
oogen sluiten om in het onderdeel van een
seconde haar leven en de vooruitzichten,
welke het bood, te overwegen.
Eenerzijds de drukkende zware last
der dagelijksche zorgen, de oud wordende
moeder met haar voortdurenden angst
voor honger en schande, zij zelf wellicht
over een paar jaar verwelkt en zichtbaar
verouderd, anderzijds zorgeloosheid, een
behagelijk home, reizen naar onbekende
landen en een man, dien ze weliswaar niet
lief had, maar dien ze toch zou kunnen
achten en waardeeren.
Gemarteld door een onoverkomelijke
besluiteloosheid, wrong Hilde haar han
den. Een brandend verlangen steeg in
haar op, verlangen naar Ralph, maar ook
naar vrede, naar rust en geluk.
Zwaar adem halend wendde ze zich tot
Rudolf Bornstorf:
„En als ik nu zeg, dat ik wel warme
vriendschap voor je gevoel, maar je niet
kan liefhebben, omdat ik mijn hart reeds
aan een ander gegeven heb, iemand, van
wien ik overigens niet eens weet, of hij
nog wel in Europa is?"
(Wordt vervolgd).