KANNEWASSER
mm
IS ALTIJD GOEOKOOPER
De melodieus© Dood.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht.
GOK VOOR DASSES-COWFECTIE
No. 7237. EERSTE BLAD
DONDERDAG 16 FEBRUARI 1933
61ste JAARGANG
De ontwapeningsconferentie nadert een crisis. - Hitler
over de internationale positie van Duitschland. - Zal
het tusschen China en Japan «p een oorlog uitloopen
Hut Japansche offensief in Jehol,
KONINGSTRAAT 7
Spaarbank Bewaarkluis
n.
-
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Keldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65;binnen
land f 2.NederL Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20 Losse nos. 4ct.;fr.p.p.6ct. Zondagsblad
resp. f 0.50 I 0.70, f 0.70, f 1.— Modeblad resp. f 1.20. f 1.50, f 1.50, f 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v b C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENT1ËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meei 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct.
De ontwapeningsconferentie nadert een
crisis. De onvermijdelijke crisis noemt
de Geneefsche corr. van de Nw. Rott. Crt.
het stadium, waarin de ontwapeningscon
ferentie is aangeland en die de beslissing
over haar afloop moet brengen.
De corr. zegt o. m.:
Evenals Maandag in de algemeene com
missie was er Dinsdag de politieke com
missie, die precies dezelfde samenstelling
als de algemeene commissie heeft en alleen
van etiket heeft verwisseld, een stemming,
dat thans zonder verder aarzelen de groot
ste moeilijkheden zullen moeten worden
onder de ocgen gezien. Er bestond geener
lei neiging meer om door het benoemen
van een technische commissie, de beslis
sende besprekingen nog voor een tijdlang
te verdagen. Laat ons hopen, dat de goede
wil om door weclerzyösche concessies een
uitweg uit de moeilijkheden te vinden,
even groot zal blijken te zijn als de vastbe
radenheid; waarmede men thans besloten
heeft den onontkoombaren strijd niet lan
ger te vermijden.
Hitler over de internationale positie van
Duitschland. De vorige week heeft Hit
ler aan den Berlynschen vertegenwoordi
ger van de „Daily Mail" een schriftelijk
interview gegeven over de internationale
positie van Duitschland.
In de Fransche pers is op deze verkla
ringen, die in hoofdzaak betrekking had
den op het Verdrag van Versailles, de ont
wapening en den Corridor, nogal critiek
geleverd. Het Wolffbureau heeft naar aan
leiding van deze critiek een nadere tekst
bekend gemaakt, waaruit blijkt, dat de eer
ste publicatie niet geheel juist is geweest.
Deze nadere tekst zoo deelt liet Hbl.
mede blijkt eenigszins verzwakt te zijn,
vooral wat betreft de passage over den
Poolschen Corridor.
Er wordt niet meer gesproken over de
noodzaak van teruggave van dit gebied
aan Duitschland, doch slechts wordt gecon
stateerd, dat het Duitsohe volk met de in
stelling van den Corridor een groot on
recht is geschied.
De scherpe critiek in een deel van de
Fransche pers wijst erop, dat men in som
mige Fransche kringen nog altijd vast
houdt aan opvattingen omtrent den inter
nationalen toestand, welke niet meer in
overeenstemming zijn met de zich thans
snel wijzigende omstandigheden. Het is in-
tussehen wel te begrijpen, dat men in
Frankrijk eenigszins onthutst is over Hit
iers verklaringen, niet omdat die op zich
zelf iets nieuws bevatten, doch omdat er
duidelijk het streven uit spreekt om in
den reeds vroeger ingeslagen koers nog
met wat meer voortvarendheid voort te
gaan. Dit vooruitzicht moet op hen, die
ten koste van alles willen vasthouden aan
de grondslagen van de politieke indeeling
van Europa, zooals die door de vredesver
dragen is vastgesteld, wel eenigszins prik
kelend en verontrustend werken, vooral
omdat men er niet blind voor kan blijven,
dat niet alléén in Duitschland. het inzicht
begint te rijpen, dat de zoo zeer door de
geheele wereld begeerde pacificatie op po
litiek en economisch gebied, slechts kan
worden verkregen door herziening van die
grondslagen. Zij het dan, dat men het er
over eens is, dat deze bereikt moet worden
langs lijnen van geleidelijkheid en zonder
geweld.
Dreigt er oorlog tusschen China en Ja
pan? Het uitdagende optreden van Ja
pan In China maakt de verhouding tus
schen die beide ianden steeds meer gespan
nen en bet is lang niet buitengesloten, dat
het inderdaad tot een oorlog zal komen,
officieel dan, want officieus is er al meer
dan een jaar oorlog en zfin er reeds ette
lijke honderden slachtoffers tengevolge
daarvan gevallen. Japan blijft echter voort
gaan met zijn onbeschaamd optreden en na
Mantsjoerije is nu Jehol aan de beurt, de
Chineesche provincie die de Ohineezen
met hun goed en bloed zullen verdedigen.
[Met spanning ziet men in de wereld naar
de verdere ontwikkeling van dit drama.
Over de bemoeiingen van den Volken
bond schrijft de N. Rott. Crt. o. m.;
Het Japansch-Ohineesch conflict is nu
te Genève in een beslissend stadium geko
men. Binnen weinig dagen moet de buiten
gewone Assemblée haar besluit nemen.1
Uit hetgeen wij nu reeds weten omtrent j
de werkzaamheden van de commissie van
19 mogen wij opmaken, dat dit besluit nog j
pijnlijker voor Japan zal uitvallen dan het
rapport van de commissie-Lytton. Immers
de schrijvers van dit rapport hadden niet j
lot taak te beoordeelen in hoever Japan ge- j
zondigd had tegen zijn verplichtingen j
krachtens het pact-Kellogg. maar alleen de
feiten en plaatselijke verantwoordelijkheid
vast te stellen. Van algemeen politieke
oordeelvellingen zal echter de buitenge
wone Assemblée zich niet kunnen ont
houden.
Binnen weinige dagen zal ook Japan
moeten besluiten of het al dan niet in den
Volkenbond wil blijven. Zooals de dingen
nu staan lijkt het niet twijfelachtig hoe dat
besluit moet uitvallen. Japan kan niet
meer terug; blijkens het nieuws van Dins
dagmorgen wil het ook allerminst nog te
rug. Verlaat het Genève, dan zal een onge
remde actie in en tegen China daarvan het
gevolg moeten zijn; dan beeft het den weg,
dien ziiti nationalisten het hebben opge
drongen, voorgoed gekozen. In het Verre
Oosten zal daarmede een toestand van j
uitermate groote onzekerheid ontstaan zijn.
i Een zorgelijke tijd breekt aan voor de we
reld alsof zii ai niet genoeg hRd aan be
kommernissen!
Allerlei berichten geven er blijk van dat
de betrokken mogendheden reeds gerui-
men tijd rekening houden met deze ge-
varen. Amerika houdt zijn vloot bijeen in j
den Grooten Oceaan, wat in Japan onibc-1
hagelyke gevoelens wekt. Engeland maakt
plotseling haast met de bestelling van alle
oorlogsschepen, die het volgens het ver
drag van Londen in deze periode nog mag
laten bouwen. Wij weten het niet, maar wij
vermoeden, dat het werk aan de vlootbasis
te Singapore in deze dagen niet zal stil
liggen. In de „kabinetten van Europa"
zooals men dat vroeger placht uit te druk
ken wekken berichten over koortsach
tige wapeningsmaatregelen van Japan heel
ernstige bezorgdheid.
Hei is nog lang niet alles ontwapening
wat de klok slaat!
Het zal uiterlijk 27 dezer be
ginnen.
Reuter meldde Dinsdagavond uit Pe
king: Het Japansche offensief in Jehol
zal waarschijnlijk op zijn laatst 27 Fe
bruari losbreken, opdat het 1 Maart, den
eersten verjaardag van den staat Mant-
sjoekwo, in vollen gang zal zijn.
Hooge Japansche functionarissen te
Peking hebben toegegeven, dat er drie
ultimata voorbereid en dezer dagen ge
steld zullen worden. Het eerste zal een
ultimatum van de; regeering van Mant-
sjoekwo aan den Chineeschen gouver
neur van Jehol zijn; het tweede van ge
neraal Muto, den Japanschen opperbe
velhebber in Mantsjoerije, aan den Chi
neeschen maarschalk Tsjang Hsoe-liang
en het derde van de Japansche regeering
ana de Chineesche regeering te Nanking.
In alle drie de ultimata zal het volledig
terugtrekken van de Chineesche troepen
uit Jehol geëischt worden. De Chineezen
hebben herhaaldelijk verklaard, dat zij j
zich tot het uiterste tegen de Japansche
invasie zullen verdedigen.
De ongerustheid te Washington.
In regeeringskringen heerscht groote
ongerustheid nu de pogingen om tus
schen China en Japan een verzoening tot
stand te brengen mislukt zijn en er een
oorlog op groote schaal in Mantsjoerije
onvermijdelijk schijnt. Men verwacht te
Washington dat Japan de Chineesche
havens zal blokkeeren. Ook houdt men in
welingelichte kringen het treden van Ja
pan uit den Volkenbond voor zeker.
China dreigt met verbreking
der diplomatieke betrekkingen.
De Chineesche minister van financiën,
tevens waarnemend minister-president,
Soeng, verklaarde Maandag dat het ge
heele Chineesche volk zich zou verzetten
tegen een Japanschen aanval op de pro
vincie Jehol. Maarschalk Tsjang Hoe-
iiang zou in geval van vijandelijkheden
het bevel over de Chineesche troepen
voeren. Indien de Japanners hun inval
in Jehol zouden voortzetten, zou de Chi
neesche gezant te Tokio door de regee
ring te Nanking worden teruggeroepen.
Twee nieuwe Japansche tank
regimenten.
Het depart. van oorlog te Tokio deelt
mede, dat de regeering een bedrag van
11 mililoen yen heeft toegestaan voor
twee nieuwe tankregimenten, die in den
korst mogelijken tijd moeten worden ge
vormd.
JAPAN EN DE VER. STATEN.
De Amerikaansche vloot in
den Stillen Oceaan,
Het dagblad Nippon wijdt een hoofdar
tikel aan de manoeuvres van de Ameri
kaansche vloot in den Stillen Oceaan,
waarbij deze manoeuvres een „uitdaging
van Japan" worden genoemd. Dit, even
als het verlengen van het verblijf van de
Amerikaansche vloot in den Stillen Oceaan
kan leiden tot een conflict, wanneer men
overweegt, dat dit alles zich afspeelt op
het oogenhlik, dat Japan een feilen strijd
voert met China en den Volkenbond.
De ontwapeningsconferentie van Genève.
De garderobe.
(„Canard enohairié").
KANTOOR DEN HELDER
DE EUROPEESCHE DIENST
WEIGERAARS TE SOERABAIA.
De gang van zaken bij het
aantreden. Het te laat komen
de berouw.
Over de wijze, waarop de dienstweige
ring op 30 Januari te Soerabaja plaats
vond, heeft de „lava-Bode" opmerkelijke
bijzonderheden vernomen, die blijkbaar
van marinezijde komen:
Bij het baksgewys aantreden der sche
pelingen op een der oorlogsbodems werd
door allen niet voldaan aan het bevel.
Daar dienstweigering niet massaal kan
worden geconstateerd, doch moet blijken
uit een aan ieder, man voor man, te geven
hevel, richtte de le officier zioli met dit
bevel tot een der schepelingen. Dit was
een korporaal, die reeds 12 dienstjaren
heeft. Toen de officier hem vroeg of hij
wilde aantreden, aarzelde de korporaal en'
stelde de wedervraag: of hü eerst rugge
spraak mocht houden met de anderen.
De le officier weigerde dit pertinent:
hij vorderde een direct antwoord: „Ja" of
„meen".
Hierop antwoordde de korporaal met
„neen".
Vervolgens richtte de le officier zich
tot een tweeden schepeling, een jong ma
troos, die ommiö'dellijik met „neen" ant
woordde.
Daarna stelde de le officier dezelfde
vraag tot een derden schepeling, die even
eens onmiddellijk „neen." zeide.
Toen kwam een vierde schepeling aan
de beurt, dóe eerst aarzelde en vervolgens
„ja" zeide.
Dit woord, „ja" werd met nadruk dora
den len officier herhaald, waarna door alle
overige schepelingen de vraag toestem
mend werd beantwoord.
Het staat zonder twijfel vast, dat enkele
personen de soits hebben voor een aantal
belhamels aan boord.
Bü de overbrenging der 42 arrestanten
naar Malang speelden zibh ontroerende
tooneelen af. Vele arrestanten waren zeer
aangedaan, anderen werden zoo door emo
tie overmand; dat zii in snakken uitbraken.
Dit houdt vermoedelijk verband met het
feit, dat in de voorafgaande dagen, toen
veel over dienstweigering weid, gesproken,
door de officieren herhaaldelijk is gewezen
op de gevolgen hiervan, n.1. behalve de
door den krijgsraad op et leggen straffen,
wegzending uit den dienst zonder pardon.
AMOK IN EEN MISSIEHUIS
IN BORNEO.
Over den amok door een Da jak in het
Landschapsziekenhuis van Sin,tang ver
nam de „Koerier" uit een schrijven van
pastoor Huybers, die er juist vertoefde,
het volgende:
„Hedenmorgen begon ik do H. Mis, als
naar gewoonte, om kwart voor zes. Even
nadat ik aan dó E.E. Zusters de H. Com-
munie had uitgereikt, bereikte ons een
geweldig lawaai uit het vlakbij gelegen
ziekenhuis. Onmiddellijk ging Moeder Xa-
veria de kapel uit, gevolgd door Zuster
Dolorata; het lawaai hield aan en even
later komt Zuster Dolorata buiten zichzelf,
aangeloopen en gilt: Moeder is gewond, ze
is bijna dood, de deuren diicht.een man
krankzinnigenz., enzOnmiddel
lijk beëindig ik de Mis en doe de Misge
waden uit.
Als ik in het Ziekenhuis kom is alles
al gebeurd; Hier ligt Moeder Xaveira in
een stoel, met vijf paranghouwen over het
hoofd; nog twee wonden over hals en
'schouder, etrwijl het bloed over haar wit
kleed stroomt: ze is nog bij volle kennis,
maar door den schrik en uitputting ver
bijsterd.
Dadelijk is de dokter bü de hand om het
bloed te stelpen en de hevig bloedende
wonden te verhinden. In het ziekenhuis
zelf vond ik in de middengang den moor
denaar zelf, gewond en zwaar geboeid op
den grond vastgehouden. Dan in de zieken
zaal een man op den grond met een pa-
ranghouw in den hals op twee plaatsen,
verderop nog drie mannen zwaar gewond,
een kind, een jongetje van 12 jaar, op slag
doodgeslagen door een diepen slag in den
hals...."
DR. E. J. BEUMER.
Wenscht geen Kamerzetel meer.
Uit een aan de a.-r. kiesvereenigingen
toegezonden brief betreffende de canidi-
daafstelling voor de a.s. Tweede Kamer
verkiezingen, blijkt, dat dr. E. J. Beumer,
tweede ondervoorzitter van de Tweede Ka
mer, gemeend heeft zich voor de vernieu
wing van zijn mandaat niet meer beschik
baar te kunnen stellen.
Op alle mogelijke manieren is getracht
hem van dlit voornemen terug te brengen,
maar zonder resultaat.
DE TARIEFSVERLAGING BIJ DE
NED. SPOORWEGEN.
De Forens meldt, dat de directie der
Ned. Spoorwegen een voorstel tot verla
ging van het tarief der trajectkaarten bij
den minister van waterstaat heeft inge
diend, maar deze er zijn goedkeuring nog
niet aan heeft gehecht.
REGENVERLET BIJ I>E
WERKVERSCHAFFING.
Het eerste uur per dag, tot een
maximum van drie uur per week,
wordt niet uitgekeerd.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft dé inspecteurs hü de werkverschaf
fing verzocht den volgenden brief aan de
gemeentebesturen te richten.
„Bij verzuim wegens regen mag de ver
goeding niet werden toegekend over het
eerste uur regenverlet op iederen dag af
zonderlijk, zulks tot een maximum van
drie uren per week.
Heeft men bijv. in een werkweek de vol
gende uren regenverlet: Maandag 4, Dins
dag 2, Woensdag 1 en Donderdag 5, dan
wordt aan regenvergoeding toegekend:
Maandag 3, Dinsdag 1, Woensdag 0 en
Donderdag 5 uur, in totaal 9 uur.
DE ZOMERTIJD.
Adres van de Kamer van
Koophandel te Amsterdam.
De Kamer van Koophandel en Fabrie
ken te Amsterdam heeft naar aanleiding
van bet wetsvoorstel van de heer en Van
den Heuvel en Bakker besloten een adres
te zenden aan dén minister van binnen
landsche zaken, waarin zij vraagt te willen
bevorderen
a. dat de tydregeling hier te lande aldus
worde herzien, dat gedurende de winter
maanden zal gelden de West-Europeesche
en gedurende de zomermaanden de Mid
den-En ropeesrhe tijd;
h. dat in dat geval de overgang van
West-Eui-opeeschen naar Midden-Europee-
schen tijd op hetzelfde tijdstip zal plaats
vinden als waarop in andere landen van
den West-Europeesehen tiidgordel wordt
overgegaan naar den zomertijd;
mocht gehandhaafd blijven, de zomertijd
c. dat, ook indien de Amsterdamsche tijd
jaarlijks op hetzelfde tijdstip wordt inge
voerd: als in de bedoelde landen.
DE INVOER VAN KAAS IN
DUITSCHLAND.
Verhooging van het invoerrecht.
De directie van den landbouw deelt mede,
dat het invoerrecht van Gouda- en Edam
merkaas in Duitschland met ingang van
gisteren is verhoogd tot R.M. 20 op R.M.
30 per 100 kg.
Invoer van beperkte hoeveelheden tegen
het tarief van R.M. 20 per 100 kg zal voor-
loopig niet plaats kunn envinden.
DE STRIJD IN DEN AETHER.
Weer eens een brief van het
landelijk comi té belangen luis
teraars.
Het landelijk comité belangen luisteraars
heeft Dinsdag den volgenden brief gezon
den aan den minister van waterstaat (af
schriften zijn gezonden aan den minister
raad, den radio-raad en de radio-omroep
controi e-oomm issi e)
Het landelijk comité belangen luisteraars
wendt zich tot uwe excellentie met het
dringende verzoek om thans, nu door de
muiterij op Mr.Ms. „De Zeven Provinciën"
het gevaar van stelselmatige gezagsonder
mijning zoo schrijnend is gebleken, niet
langer te aarzelen om ook den aether te
zuiveren van het tot gezagsverzaking en
opstandigheid aanvurende woord.
De socialistische omroepvereeniging, de
V.A.R.A., gaat steeds voort met haar ge-
zags-aanvretende praktijken voor de mi
crofoon, waarbij de voorzichtigheid, die zy
in acht neemt of heet te nemen, een nega
tieve wijsheid is om een belangrijk orgaan
voor het bewerken van de geesten in revo
lutionairen zin niet te verliezen.
Het algemeen verlangen naar saneering
van de gezagsverhoudingen sluit naar het
oordeel van het landelijk comité belangen
luisteraars in een verlangen naar één wer
kelijk cultureelen omroep op basis van de
A.V.R.O.
Ten slotte dringt, het comité er bü den
minister op aan, thans die maatregelen te
nemen, die de totstandkoming van zulk een
belangrijk maatschappelijk instituut kun
nen verhaasten.
HET LUCHTVERKEER MET INDIË.
Heden de honderdste postvlucht
naar Indlë.
1 Heden zou het 117de vertrek geschie-
jden van een vliegtuig uit Amsterdam
naar Nederlandsch-Indië. In deze 117
vluchten zijn ook alle proefvluchten ge
rekend, welke van 1924 af hebben plaats
gehad, zooals de vlucht van Van der
Hoop, de vlucht van Geysendorffer en
Scholte, die van Koppen met de Postduif
enz.
Sedert de opening van den regelmati-
gen dienst op Indië op 25 September 1930
(14 daagschen'dienst tot 1 October 1931,
daarna wekelijks) is echter de vlucht van
vandaag de 100ste, welke in regelmatig
verkeer wordt uitgevoerd.
Van wetenschap tot misdaad en van misdaad tot liefde.
Oorspronkelijk verhaal
van
JAN FEITH.
(Met teekeningen van den schrijver.)
2)
De emotie over den onverklaarharen
moord op den gevangenbewaarder was
nog niet bekoeld, of de kranten maakten
alweer melding van een volgende episo
de, waarbij het gearresteerde meisje op
nieuw als hoofdschuldige beschouwd
scheen te moeten worden.
In een der vleugels van het Huis-van-
Bewaring lag het vertrek, waar de rech-
ter-van-instrueti e de voorloopige ver-
hooren van de verdachten in preventieve
hechtenis afnam. Dit vertrek bevond
zich in het zwaar-ommuurde gedeelte dei-
gevangenis zelf; de ramen waren met
tralies afgesloten; de deuren werkten
volgens de modernste systemen van af
sluiting. Van buitenaf was het niet mo
gelijk, tot deze vleugel door te dringen.
Ik leg hierop den nadruk, omdat zich
het volgende voordeed, gedurende de,
tegen het jonge meisje gerichte enquete.
Den ochtend na den moord op den ge
vangen-bewaarder, werd zij, zwaar ge
boeid, uit haar cel voor den rechter-com-
missaris geleid. Alle denkbare voorzorgs
maatregelen waren getroffen, om elke
verdachte beweging der gevangene te
controleeren. In weerwil daarvan zag
men, kort na den aanvang van het afge
nomen verhoor, den rechterlijken ambte
naar een plotselinge en pynlyke bewe
ging naar het hart maken; de aanwezige
gevangenis-directeur, die naast hem ge
zeten was, zag hem ineen zakken. Men
kon slechts den dood constateeren.
Temidden eener hevige consternatie,
vermochten de later als getuigen gehoor
de gevangen-bewaarders en politie-be-
ambten slechts de volgende verklaring af
te leggen. Men had een ver en zacht ge
luid gehoord als van gedempte muziek;
onmiddellijk by het, door de kamer zwe
ven dezer melodie, was de vrouwelijke ar
restante, in een toestand van hoogste
spanning geraakt; om daarna in onmacht
terneer te storten. En byna gelijktijdig
was een inspecteur der centrale recher
che, aan wien in het bizonder de streng
ste bewaking over het meisje was opge
dragen, en die zich vlak naast haai' be
vond, eveneens ter aarde gestort. Men
kon slechts zyn plotselingen dood. als ge
volg van hart-verlamming, constateeren.
Noch aan het lijk van den rechter-com-
missaris, ueck *an dat van den politie-
inspecteur was eenig teeken van geweld
waar te nemen.
De gevangenis-directeur had onmiddel
lijk het vertrek, waar de instructie zou
gehouden worden, laten ontruimen; te
meer omdat de eigenaardige verre melo
die als een zachte betooverende muziek,
van lieel ver door de dikke muren drin
gend, nog steeds was blijven klinken.
Zooals voor de hand lag, en men prees
de tegenwoordigheid-van-geest van dezen
justitieelen ambtenaar deswegen om het
zeerst, zocht hij naar een bepaald ver
band tusschen de reeds eerder door de
vrouwelijke gevangene afgelegde ver
klaringen, dat elk der gepleegde moord
aanslagen door een soort muzikale bege
leiding werd vergezeld; terwijl men de
door hemzelf en de andere aanwezigen
ditmaal geconstateerde muziek als een
soort doodsaankondiging had te beschou
wen.
In haar cel teruggebracht, viel de reeds
zwaarder verdachte arrestante in ijlende
koortsen.
Het was het noemen van inyn naam,
waardoor ik dan eindelyk in dit geheim-
zinnige gebeuren betrokken werd.
Ik werd nog dienzelfden ochtend van
den nieuwen dubbelen moord in het Huis-
van-Bewaring door de recherche opge
beld met de voor mij volkomen onver
dachte, en daardoor des te sterker ont
roerende vraag, of ik wellicht hekend
was met de geheimzinnige „Mejuffrouw
X"?
Mijn antwoord luidde bevestigend. Ik
had geen begrip, waarom deze vraag door
de politie tot mjj gericht werd. Ook was
ik onkundig, dat er eenig verband be
stond tusschen de gearresteerde jonge
vrouw en mijnmeisje. Want de tot
mü gerichte vraag, welke mij op mijn
studeerkamer bereikte, waar ik sedert
ettelijke dagen mijzelf had opgesloten,
omdat ik ingespannen zat te werken voor
myn laatste universiteits-examen,
luidde slechts, of ik eenige inlichting kon
verstrekken over een jong meisje, wier
signalement en haar nauwkeurige be
schrijving letterlijk overeenstemden met
die van het meisje, dat zich nog pas kort
geleden met mij had verloofd; welke
heugelijke gebeurtenis door ons beiden
geheim zou worden gehouden totdat ik
voor mijn examen zou zijn geslaagd.
Men stelle zich mijn ontsteltenis voor,
toen het hoofdbureau van politie mij per
telefoon de bijna ruwe mededeeling deed,
dat myn aanstaande en van een reeks
moorden verdachte arrestante één-en
dezelfde persoon waren! Tegelijk werd
mij verzocht, nijj ter beschikking der po
litie te willen houden; met de mededee
ling, dat ik zelf, door het in haar koorts
uitspreken van mijn naam, mede onder
verdenking stond.
Ik had den telefoon-hoorn nog niet op
het toestel gelegd, of reeds werd op de
deur van myn kamer getikt. Eer ik „bin
nen" kon roepen, stonden eenige, hun
revolvers op mij richtende rechercheurs
in de deuropening, mij kort—af gelastend,
de handen omhoog te heffen.
Er zullen lieden zyn, die hij onver
wachte of heftige emoties van ontstelte
nis van streek geraken; ook moeten er
lieden zijn, die door de aanschouwing
van op hen gerichte revolvers uit hun
evenwicht geraken. De uitwerking van
dezen overval, nauwelijks ingeleid door
de verpletterende telefonische mededee
ling, deed mij echter juist niet ontstellen;
want niet alleen kon ik mijn zenuwen be
dwingen en behield ik mijn geestelijk
evenwicht, doch helder en scherp werk
ten mijn hersens, terwijl ik aan het bevel
der politie-mannen gehoor gaf en myn
handen omhoog stak.
In het volgend oogenhlik was ik ge
boeid. En de hardhandige rechercheurs
wilden mij reeds voor zich uit mijn kamer
uitduwen, om mij vermoedelyk naar de,
op straat gereedstaande politie-auto over
te brengen, toen ik zonder de geringste
poging van verzet mynerzyds, de volgen
de, scherpgestelde opmerking tot hen
richtte.
,,'t Komt me voor, dat het aantal doo-
den in deze zaak niet noodeloos verhoogd
behoeft te worden". Eli toen ik hun ver
bazing zag, vervolgde ik uiterlijk kalm,
doch inwendig in een toestand van moei-
lyk te beschrijven ontroering: „Inder
daad ben ik in het geheim verloofd met
het jonge-meisje, dat verdacht wordt van
de vijf, onder zulke, voor haar bezwaren
de omstandigheden plaats gehad hebben
de moorden. Zy is daaraan echter even
onschuldig als ik. Daarom zegen ik het
toeval, dat zy in haar koortsaanvallen
mijn naam heeft genoemd. Op deze ma
nier bestaat niet alleen de mogelijkheid,
nog verdere onheilen met gewelddadigen
afloop te voorkomen; maar tevens hoop
ik aldus het leven van het van moord
verdachte meisje te, kunnen redden."
En me tot de geheel onthutste recher
cheurs wendend, voegde ik aan myn
woorden toe; „En wellicht uw leven er-
by."
Op de verwarde vragen, welke de po-
litie-beambten tot mij richtten, bleef ik
opzettelijk het antwoord schuldig. Ik
moest myn eigen indrukken trachten te
beheerschen; ik moest onder deze moei-
lyke omstandigheden myn gedachten or
denen. Ik verloor myn koelbloedigheid
niet. En hoewel ik stevig geboeid was en
de revolvers voortdurend op my gericht
bleven, kon ik den toestand meester blij
ven.
Ik hernam het woord, nadat ik voor
myzelf tot klaarheid was gekomen om
trent de gebeurtenissen, welke zich, ter-
wyl ik in de laatste dagen geheel in mijn
examen-studies verdiept was geweest, in
de stad hadden afgespeeld. Nog wel met
een jonge vrouw, my bovenal lief, als
hoofdpersoon van een der versohrikke-
lykste drama's, waarvan ooit melding is
gemaakt.
Ik begreep, het ging dus niet alleen
om het ontdekken van een samengestelde
misdaad, welke door haar geheimzinnig
verloop zulk een geweldige consternatie
ontketend had, terwijl de verdere gevol
gen ervan nog niet te overzien waren;
doch het ging er allereerst om, het leven
te redden van myn verloofde.
In die richting ontwikkelden zich myn
haastige gedachten, welke in den kortst
mogelijken tijd moest zien om te zetten
in praetisehe daden, teneinde zoowel de
gemeenschap als myn aangebeden meisje
tegen het dreigend gevaar van nieuwe
aanslagen te beveiligen.
(Wordt vervolg").
V' -