Da roman van een zanger.
S2/&/? i
thans auteur, zijn ex-minister Milju-
kow, die thans een uitgeverij bezit en
een leerstoel bezet aan de Parijsche
universiteit. -Meer geluk had de moor-
dienaar van Raspoetin, Jussupoff, die
met zijn echtgenoote een modezaak
opende en een fantastisch vermogen
verdiende. Maar ook nationaliteitsloo-
zen van andere afkomst zooals de
door Romain Rolland ontdekte Roe-
meensche dichter Pennait Istrati
hebben Parijs tot hun tweede vaderland
gekozen.
De andere honderdduizenden echter,
die meestal zelf geen schuld dragen
aan hun lot, in wier zakken het gele
papier, de Nansen-pas steekt, dwalen
verder en verder in de wereld rond.
En het is nog maar zeer twijfelachtig
of binnen afzienbaren tijd het oogen-
blik zal aanbreken, waarop de groote
staten hen een zeker asylrecht zullen
toestaan.
was bestemd voor portier.
I Bij Schaljapin's zestig'sten
verjaardag op 15 Febr. 1933.
door DR. B. SAWELJEW.
Het is niet voor niets, dat de memoi
res van Fedor Schaljapin verscheidene
boekdeelen vormen. Zijn levensloop en
carrière lijkt in alle opzichten op een
roman, maar dan een roman, die zich
in werkelijkheid heeft afgespeeld. Zijn
vader was een arme boer, hij groeide
dan ook op onder armoedige omstan
digheden en wel in de Russische stad
Kazan. Als kleine jongen mocht hij
meezingen in het kerkkoor en ook
thuis begon hij alles al zingende te
zeggen. Deze neiging gom „van het le
ven een opera te maken" openbaarde
zich na een bezoek aan de stadsopera,
dat op het kind een onvergetelijken
indruk maakte. Hij wilde er telkens
weer heen en al spoedig was het hem
niet genoeg meer, alleen toe te kijken.
Zooals hijzelf heeft gezegd, voelde hij
groot verlangen om eens een kijkje te
nemen op het tooneel. Hoe kwamen zij
aan een maan? Als een acteur in den
grond wegzonk, waar bleef hij dan?
Hoe kon in de korte pauze tusschen
twee bedrijven door een stad worden
opgebouwd? En inderdaad slaagde hij
er op zekeren dag in, via een donkere
trap tusschen de coulissen te sluipen.
Met ongelooflijk veel plezier bekeek hij
het schilderwerk en de bonte costuums.
Al spoedig mocht hij als figurant mee
optreden. Zijn gezicht werd met ge
brande kurk zwart gemaakt en hij
kreeg voor zijn prestatie vijf kopeken
uitbetaald. Overgelukkig zong^ hij mee
in het koor ter eere van „Vasco da
Gania in „De Afrikaansche". Toen de
opkomende operaster na zijn debuut
naar huis ging, trachtte hij zijn gezicht
met sneeuw schoon te maken, maar hij
was nog zwart toen hij thuiskwam. Zijn
vader, die hem alle contact met de
tooneelwereld had verboden, was woe
dend en sloeg hem, dat het een aard
had, bij elke slag herhalende: „Je zult
portier worden, deugniet".
Intusschen werd hij toch maar niet
dadelijk portier, maar eerst op voor
spraak van zijn vader kassier in een
pandhuis. Hij zag mismoedige men
sehen hun laatste bezittingen weg
brengen, schreef kwitanties uit en
dacht bij dat alles nog steeds aan de
opera. Toen hij zeventien jaar was, gaf
er te Kazan een operette-gezelschap
gastvoorstellingen. Er werden koristen
aangenomen voor een tournee. Schal
japin sprak den impressario aan en
moest den volgenden dag bij hem in
het hotel komen. Daar vroeg de im
pressario vriendelijk: „Wat kent u?"
Schalljapin was niet gewend om met
„u" te worden aangesproken. Hij had
bovendien op deze vraag niet gere
kend. Maar hij had genoeg tegen
woordigheid van geest om te jokken:
„Ik ken „Traviata" en „Carmen!"
Toen de impressario daarop antwoord
de, dat hij een operette-gezelschap
had, noemde Schaljapin alle operettes
op, die hij kende. Zoo werd hij aange
nomen. Als salaris verlangde hij tien
roebel, maar de impressario was ten
minste zoo gul om hem er twintig te
geven. Met bevende hand onderteeken-
de de jongen, die eens de best betaalde
zanger ter wereld zou wordeh, zijn
eerste contract.
Na jaren van reizen en trekken en
optreden in kleine plaatsjes kreeg
Schaljapin een engagement bij de
opera tê Tiflis, de hoofdstad van den
Kaukasus. Van toen af begon hij car
rière te maken. Zijn volgende contract
bracht hem in de particuliere opera
van den Moskovischen Maecenas Ma-
montow. Door onvermoeide studie
klom de zoo rijk begaafde zanger steeds
hooger op. Hij onderscheidde zich bo
vendien, doordat hij zijn rollen niet
slechts zong, doch ook met veel psy
chologisch inzicht en dramatisch talent
speelde. Na eenige jaren kwam hij
daarna ook aan de keizerlijke hofopera
te Moskou. Een gastvoorstelling in de
Scala te Milaan, waar hij als eerste
buitenlander optrad in dezen tempel
van het Italiaansche bel canto maakte
hem wereldberoemd. Er volgden gast
voorstellingen te Parijs tijdens het z.g.
Russische seizoen van Diagilew en te
Monte Carlo, en toen Schaljapin ook in
de Metropolitan Opera te New York
was opgetreden, stond zijn wereldver
maardheid vast. Voor elk optreden
kreeg hij 4000 dollar, waardoor hij de
best betaalde zanger ter wereld werd.
Thans begint zijn roem eenigszins te
verbleeken, maar zijn genialiteit als
acteur heeft hij opnieuw bewezen in
een nieuwen vorm in de geluidsfilm
„Don Quichotte". Van zijn Russische
nationaliteit is Schaljapin die zijn va
derland na de revolutie was ontvlucht,
eenigen tijd geleden vervallen ver
klaard. Bij zijn zestigsten verjaardag
zal zij hem worden teruggeven, evenals
naar sómmigen zeggen zijn in
dertijd verbeurd verklaard landgoed.
Hij denkt er echter niet aan, naar Rus
land terug te keeren.
weg
Nou zalle alle menschen van Den Hel
der en overal wel gedach hebben dat Wim-
pie ook gemuit heef omdat ie niet in de
krant heb gestaan. Maar dat is mijn schuld
niet gewees want ik had 'm wel geschre
ven maar omdat dat allemaal van die ma
trozen die muiterij hebben gemaakt zoo
drukte heb gegeven hebben ze Wimpie
heelemaal vergeten en nou zeg m'n zuster
dat datte wel eens goed is voor zoo'n aap
als ikke ben, nou, en toen heb ik d'r maar
bij vergissing op d'r dikke teen getrapt
want daar heb ze juist een eksteroog op
en dan weet ze meteen datte ze ook maar
zoo niet alles zeggen mag.
En de burregemeestcr die heb nou effentjes
nog nieuwjaar gewenscht in den raad en
dat is voor alle menschen hè ikke hoor
daar ook bij en zal ik ook nog maar eens
gelukkig nieuwjaar tegen de burregemees-
ter zeggen he, maar ik heb het alles ge
daan en het ken toch *geen kwaad als je
iets twee heer doet he, maar wel met straf
regels, want die heb ik op school ook twee
keer moeten schrijven, omdat ik het de
eerste keer niet goed heb gedaan en die
waren nou omdatte ik dat jong wat voor
mij op school zit een zuurtje in z'n nek
heb gestopt wat ik niet kon doorbijten
omdat ik kiespijn had.
Daar heb die meneer waarvan die meneer
Yvel Dwalburg een officier heb gemaakt
geen last van want die gaat nou allemaal
gloeiende pooken en spijkers en nog meer
van die andere dingen in Kassiennoo op
eten, tenminste dat heb in de krant ge
staan en nou wou ik het ook wel eens pro-
beeren, maar m'n moeder kwam d'r juist
aan toen ik de pook in de kachel had ge
stopt en toen kreeg ik 'n wats om m'n
ooren en ik ben nou erreg verkouwen en
m'n neus is nou .net als de waterleiding
bij ons thuis, toen die aan het lekken was
en toen heb ik d'r maar een paar watjes
in gestopt en toen ik naar m'n bed moes
en toen ik weer waker was 's morgens wat
dat ding net zoo dik als toen d'r teni
sneeuwbal opgevallen was en die meneer]
die 't goud deruit gaat halen die is d'r noiü
ook mee bezig en die heb nou een groote!
trechter gemaakt dat is nou net zoo'J
ding die je in een flesch stopt als ze wat"
derin willen stoppen en die stopt ie d:iI1
eerst in het water en dan in het zand en
dan kruipt ie met die jongen van he
die trechter en dan halen ze het goud zoo
maar naar boven en dan _zijn i
rijk. Nou dat is wel gemakkelijk he en jy
wou dat ikke dat ook kon doen en als
zullie het nou niet klaar spelen dan ga ikj
het doen met die magneet van me, waar iM
laatst al over geschcrven heb en bij dJ
speeltuinvereeniging hebben ze nou alleJ
maal koekies gehad, omdat dat nieuwe'
huis is klaar gekomen.
En m'n vader zeg nou weer datte
meer centen aan de bcla'-tine
en de markt willen ze ook weer
hebben op een andere plaats en
heb ook gejubileerd want ik schrijf n u at
een jaar allemaal die brieven in de krant
en de menschen die mij lezen die hebb-n'
mij nou al twee en vijftig maal gelezen fii!
dat is een heele hoop he en nou jubileer
ik dan een jaar.
En de dijk is nou ook heelemaal klaai
he en die is nou mooi en fijn en nou k'enm
de auto's en de motors met de matroze
en meissies derop d'r lekker over jakkeren]
he en dan liggen alle menschen weer te]
mopperen omdat die dingen allemaal zo
moeten stinken en nou zijn ze allemaal]
bang dat het strand weggaat want dat
gen ze ook in de raad maar nou moeten ze
de werrekeloozen maar allemaal z nc' 'n
duinen laten halen en dat gooien ze n
maar bij het strand en dan hoeven we niet
heelemaal naar de donkere duinen te
loopen.
En in de raad hebben ze ook gezeg datte'
ze de scholen wat vriendelijker moeten1
maken en nou zeg m'n zuster: „Welja, we
zouwen ze een tafel met een kleed enj
een potje met bloemetjes deron levm'
en dan een radio en een koppie thee met
koekies", maar zij is niet goed wijs want'
ze snapt d'r natuurlijk niks van want daar;
bedoelen ze nou alleen maar mee da"e
de scholen een mooi verrefie en gordijnen'
geven gaan en dat zal wel lollig zijn he
dat vind ik wel goed en dat lich bij vt
Willigen is ook wel mooi en nou moeten
ze allemaal de lantaarns ook maar zoo ma
ken want dat is wel mooi he.
Nou, nou zal ik maar weer eens ophou
wen en tot de vollegende week dan maa'
weer.
Daaaag,
Moeder (met veel dochters): Man,
noodig toch professor Knijp eens bij
ons uit. Zooals ik gehoord heb lijdt de
man aan kleptomanie. Misschien neemt
hij wel één van onze dochters mee.
inspecteur Griffith al lang de hoop
had opgegeven.
Hij had inderdaad de kans, die
Jimmy Russel hem aanbood aange
grepen. Niet omdat hij er ook maar
iets van verwachtte, ntaar eenvoudig,
omdat hij zelf hoegenaamd geen aan-
knoopingspunt meer had.
Van des morgens 9 uur liep hij der
halve het huizenblok af, dat hem op-
gegeveen was. Maar het resultaat wc*
nihil. Hij begon een grenzeloze be
wondering te krijgen voor de men
schen voor wie de zinsnede „aan de
deur wordt niet gekocht", is uitge
vonden en vooral ook bewondering
voor de betrekkelijke beleefdheid, waar
mee ze de deuren dichtdoen na hun
aftocht.
Tientallen malen werd de inspecteur
op een overvloedige manier afge
snauwd.
Hoe kwam Griffith erbij om er
alleen op uit te gaan, na het toch wer
kelijk niet veel hoop gevende briefje?
el, het zat niet in dat briefje, doch
in het korte telefoongesprek, dat de
inspecteur den vorigen avond had ge
had. Om 9 uur had de telefoon gerin
keld, een stem had gezegd:
Met Jimmy Russell. Wanneer u
komt, zal ik zelf open doen.
Met een drogen klik was de hoorn
aan de andere zijde dadelijk weer op
den haak gelegd. En daarom was
Griffith dien morgen zoo vroeg op
pad. En daarom ging er telkens een
schok door het lichaam wanneer een
manspersoon open deed. Maar iedere
hoop vervloog spoedig weer in rook.
alet een bitter glimlachje bedacht
hij Jimmy Russel heeft plezier van zijn
werk. Daar loop ik, Edgar Griffith, als
een kwajongen van deur tot deur en
een duivelsch handige rakker zit in
tusschen te schudden van het lachen,
omdat hij mij er zoo netjes tusschen
heeft. En als ik met leege handen
terug kom is het afgeloopen met detec
tive-inspecteur Griffith. Dan kan hij
probeeren als colporteur den kost te
verdienen met stofzuigers.
Hij belde aan op nummer 271 in de
Regentstreet met meteen nam hij zich
voor, dat dit het laatste adres zou zijn,
dat hij zou bewerken.
Een gezette juffrouw met een blo
zend gelaat deed hem open en de in
specteur zei zijn zinnetje op.
Nie noodig, gilde de juffrouw lang
voor hij uitgesproken was. En ze voeg
de er aan toe:
Hier heb je je' pakkie f'rom, man.
Zoo'n pakkie naaide is niks voor mijn.
Dat is goed voor die ouwe teut van
hiernaastan!
Griffith had zich voorgenomen naar
het bureau terug te keeren, maar toen
besloot hij nog even bij die „ouwe teut
van hiernaastan" aan te bellen. Wel
licht dat hij dan daar de geringe vol
doening mocht smaken een pakje
naalden te verkoopen.
Hij belde en een ouwe juffrouw in
het zwart maakte open. Zoodra ze
hoorde wie er was. keerde ze zich om
en keerde ze met het pakje naalden
weer terug.
Ook niets aan te verdienen, dacht
de man onder aan de trap
Maar hy was een beetje voorbarig.
Ik vind uw naalden uitstekend/ zei
de juffrouw. Haar stem had iets van
de bescheiden weldoenster. Maar ik
heb er nog genoeg. Vindt u het echter
goed, dat ik u een stuiver geef? Die
zult u zeker wel weten te gebruiken.
U is een goed mensch, mompelde
Griffith, ik zal altijd aan u blijven
denken.
De oude juffrouw aarzelde.
Ikwilde u wat vragen, maar ik
durf niet goed, zei ze.
Griffith zweeg.
Ziet u, ik moet naar de stad, met de
tram naar de stad, maar dan moet ik
het Regentsquare hier over. Zoudt
u. zoudt u me niet even naar dsn
overkant willen brengen? Ik zal het
wel goed met u maken.
Maar natuurlijk.
Wacht u dan een minuutje.
De inspecteur wachtte. Het minuutje
was een lang minuutje. Maar eindelijk
was het zoover. Neen toch nog niet.
Zou ik m'n parapluie meenemen?
Ik zou het maar doen.
Even later was ze beneden en ze
gingen op weg.
Geeft u mij maar een arm, zei Grif
fith. Gearmd liepen ze samen de Re-
gentstreet door.
Mijn hemel, wat een vertooning.
dacht de detective. Toen zag hij, dat
zijn metgezellin nog al last had van
het dragen van haar tasch en para
pluie.
Laat ik dien tasch maar dragen,
stelde hij voor.
Dan liever de paranluie. verzocht de
juffrouw met een lief lachje.
Zoo liepen ze verder, Griffith was in
vele dingen bedreven, maar deze situ
ziinj
zqni
Te
zyn
atie was nieuw voor hem: aan
rechterarm een oude dame, aan
linker haar parapluie.
Bij een zijstraat gebeurde het
paranluie viel.
Hij raapte haar op en maakte
verontschuldigingen.
Er is toch niets aan kapot? vroegj
zijn gezelling. En Griffith schrok van
de angst in haar stem. Wonderlijk]
onrustig had die stem geklonken. F'ii
keek naar de paraplu en schudde'
het hoofd.
Niets mee gebeurd, stelde hij haar
gerust.
En toen keek hij nog eens naar del
parapluie. En nog eens. Er kwam een
fel licht in zijn oogen. Van terzijde
wierp hij een blik op de oude dame.
Ze passeerden een verkeersagent^
Vlak bij dien agent haalde insnectem*
Griffith zijn revolver te voorsehiin en
richtte die on zijn metgezellin. Tege
lijkertijd drukte hij op een kleine veef
hoven aan de parapluie. Op hetzelfde
oogenblik veranderde het onschuld'gej
ding in een vlijmseherpen degenstok.
.Timmy Russel, ik arresteer je. ?e'
Edgar Grififth zacht en hii rukte de
oude dame het zwarte hoedje af en de
stalen bril en de grijze nrnik.
Goeie genade, momoelde hij even la-i
ter en hield met moeite de revolver ot>|
den ander gericht. Want de oude
dame. die onder den naam .Timmv R"s i
sell in een week zich een fortuin bafl
toegeëigend, was niemand anders dan
Trumbum. Trumbum. de hoofden"'-]
missaris. die over eenige maanden met;
vervroegd pensioen den dienst z°u
verlaten