Het dienstboden vraagstuk. Eenjarige planten in den tuin. Het menu van deze week i j Als hulp In de huishouding te kostbaar wordt. Kunnen twee gezinnen met één dienstbode volstaan. door M. ROYACKENS—DE REUS. De algemeen heerschende werkloos heid, die tot alle lagen der maatschap pij is doorgedrongen, heeft niet nage laten ook ongunstig te werken op het dienstpersoneel. Dit is een gevolg van het feit, dat vele families, die vroeger één of meer dienstmeisjes hadden, zich thans tot de uiterste zuinigheid moeten beper ken en hun personeel geheel of ge deeltelijk moeten ontslaan. Het aantal werklooze vrouwen is nog vermeerderd door de vele ontsla gen, die op kantoren en fabrieken plaats vonden en ook deze vrouwen en meisjes, zouden nu, in tegenstelling met vroeger, gaarne een plaats in de huishouding vervullen. Hierdoor komt het, dat er ook in de categorie dienstpersoneel een groote wanverhouding tusschen vraag en aanbod bestaat. Niettegenstaande dit, behoeft het probleem der werkloosheid voor deze vrouwen niet zulke buitengewoon groote afmetingen aan te nemen. Het huishoudelijk bedrijf, om het zoo maar eens te noemen stelt bijzondere eischen en kan met geen enkele onderneming, waar arbeidskrachten worden aange steld, vergeleken worden. In een industrieele of zakelijke onderneming, is het een feit geworden, dat geen arbeidskrachten meer wor den aangesteld en de aanwezigen worden ontslagen, steeds het gevolg van twee oorzaken; ten eerste ont breekt de mogelijkheid de arbeiders werk te geven en ten tweede ontbreekt het geld om hun loonen uit te betalen. In de huishouding is de situatie echter anders; hier toch is altijd werk te vinden, het schoonmaken der ka mers, het bereiden van het middag maal, het wasschen en strijken. Alles gaat evenals voorheen voort, uitge zonderd wellicht in enkele gevallen waar de huisvrouw, om in het onder houd van het gezin tegemoet te komen naaiwerk voor anderen verrichtte en daarom voor het huiswerk een meisje noodig had, maar nu zelf vrijwel zon der veel werk de huishouding op zich heeft genomen. In dit laatste geval kon de dienst bode gemist worden, maar in de meeste gevallen is er voor vlijtige handen werk genoeg te vinden. De nood der tijden maakt evenwel, dat vele huis vrouwen zich de luxe van een dienst bode niet meer kunnen permiteeren. Menigeen, die dringend hulp noodig heeft, mo wel zelf aanpakken en de dienstboden komen meer en meer zonder beti ckking. Wil men van beide kanten geholpen zijn, dan is dit slechts te bereiken door een belangrijke vermindering van kosten. Het blijft echter een feit, dat liet houden van een dienstbode on danks loonsverlaging, voor velen wier inkomsten sterk verminderd zijn, nog een te groote uitgave blijft. Wellicht is echter een anderen uit weg mogelijk, n.1. om één dienstmeisje voor twee families te nemen, hetgeen wellicht in den beginne een weineg vreemd aandoet, doch waardoor in de oractiik weer verscheidene meisjes in de gelegenheid gesteld worden werk te vinden. Men denke zich b.v. twee gezinnen, A. en B., die beide niet te ver van elkander af wonen (in verband met tijdverlies en tramkosten) en die zich b.v. door een bemiddelingsbureau of advertentie met elkander in verbinding stellen. In gezin A. moeten 's morgens de kamers gedaan worden en brengt het beroep van den heer des huizes mede, dat in het middaguur gegeten wordt. Mevrouw A. heeft het gedurende dien tijd zóó druk, dat zij niet weet hoe klaar te komen; heeft gaarne morgen hulp. In gezin B., dat een klein huis be woont, is het omgekeerd, 's morgens doet de huisvrouw het noodzakelijkste werk en er wordt eerst laat gegeten, als alle huisgenooten thuis zijn. De huisvrouw helpt bovendien veelal 's middags haar man op kantoor of in de zaak, na vieren hebben de kinderen toezicht noodig en moet er ook ge kookt worden, zoodat mevrouw B. overmoe en gehaast thuiskomt om voor een en ander te zorgen. In deze gevallen kan één dienstbode voor twee gezinnen werken door b.v. in gezin A. van 7 tot 3 uur werkzaam te zijn m. t het genot van vrij wonen, ontbijt en middagmaal en hiervoor een even redige vergoeding te ontvangen, ter wijl zij na dien tijd naar de familie B. gaat, voor de kinderen zorgt, het eten kookt en hiervan mede eet of naar verkiezing 's avonds brood krijgt, wederom met een vergoeding in ver houding voor hetgeen zij presteert. Vrije avonden in overleg. Alles moet vooraf besproken worden tusschen A. en B. en het meisje. Beide huisvrouwen betalen geen hulp, die boven hare krachten gaat en behoeven zich evenmin ten koste van het gezin geheel en al te overwerken, terwijl, wat de dienstboden betreft beide gezinnen hun meisje hadden moeten ontslaan, waardoor het getal der werkloozen met twee vermeerderd zou zijn en nu bij deze schikking slechts één hiervan de dupe is! Men mag natuurlijk ook niet ont kennen, dat er tegenover dit systeem gevaren staan, vooral als één der par tijen het meisje na den afgesproken tjjd aan het werk houdt, doch hier moet op het sociale gevoel der huisvrouwen gewerkt worden. Een andere mogelijkheid is, dat men bang is voor heen en weer praten uit de gezinnen, maar dit is iets, wat de huisvrouw zeer zeker kan voorkomen. En dan, hoevele gezinnen, waar men geen dienstbode, doch een werkster houdt, beloopen niet dezelfde kans? Inderdaad is aan beide zijden tact noodig om allerlei moeilijke klippen to omzeilen en slechts dan zal men goedé resultaten bereiken, indien alle par tijen zich bewust zijn dat er naast rech ten ook plichten zijn. Hiervan moeten zoowel werkgeefster als werkneem ster in even groote mate doordrongen zijn. (Nadruk verboden). De groote verscheidenheid en? rijke bloemenpracht van vele overblijvende planten heeft de laatste jaren onder de tuinliefhebbers de eenjarige planten wel eens doen vergeten. Hierdoor ont staat er echter een betreurenswaardige eenzijdigheid in vele tuinen. Men mist dan niet alleen de kleuren der bloemen, er vallen geheele bloeitijden uit en vooral, de tuinliefhebber ontneemt zich zelf menige gelegenheid om plezier van zijn planten te beleven en zich er mee bezig te houden. In de praktijk dienen n.1. ten opzichte van de eenjarige plan ten allerlei dingen in acht te worden genomen. De verschillende soorten loopen sterk uiteen wat betreft de hoe veelheid warmte, die de zaden noodig hebben om te ontkiemen, de hiervoor benoodigde tijd en de snelheid, waar mee de planten zich ontwikkelen. Ook dienen wü er op te letten hoe de diverse poorten reageeren op verstoring van de werkzaamheid der wortels bü eentuee1 verplanten. Zoo ziin alle papaversoor ten, vuurroosjes, korenbloemen, collo- mia, ridderspoor en alle siergrassen, de meeste slingerplanten en komkommer- aehtigen, en ook reseda's gevoelig voor storingen in het wortelstelsel, waarom zü dadelijk op de voor hen bestemde plaats gezaaid moeten worden. Talloos vele eenjarige planten behoe ven deze voorzorg niet en zijn tevens niet zoo gevoelig, dat men ze niet da delijk in den vollen grond zou kunnen uitzaaien. Door nalatigheid, gebrek aan tijd of ongegronde vrees voor vorst wordt helaas over het algemeen eerder te laat dan te vroeg gezaaid. Onder de soorten, die weinig ontzien behoeven te worden, zijn er n.1. vele mooie, die lang zaam ontkiemen en ook langzaam tot ontwikkeling komen. Deze soorten kan men niet te vroeg uitzaaien; het beste is zelfs, dit reeds in den herfst te doen, opdat de planten tot volle ontwikkeling komen. Ze worden dan grooter, vertak ken zich meer en vormen dus ook meer bloemen dan wanneer ze in de lente worden uitgezaaid. Het zaaien in den herfst geschiedt tusschen half Septem ber en begin November. De langzaam ontkiemende soorten komen dan in het voorjaar op, zoodra het weer zacht wordt, en hebben een grooten voor sprong op hun in het voorjaar uitge zaaide soortgenooten. Voor deze behan deling komen in aanmerking vuurroos jes, korenbloemen, collomia, niet over blijvende vergeetmijnietjes, ridderspo ren, violier en juffertje-in-het-groen. In het vroege voorjaar kunnen be halve deze soorten nog in den vollen grond uitgezaaid worden: papavers, phacelia, salie en wigge. De volgende soorten zijn gevoeliger voor vorst en kunnen daarom pas in de tweede helft van April werden uitgezaaid: vosse- staart, bartonia, goudsbloemen, linuem, reseda en whitlavia. Vele soorten, die niet voor eind April, begin Mei in dfen vollen grond kunnen worden uitgezaaid, worden in overwarmde kassen tot ont kieming gebracht, opdat men vroeger van hun bloemen kan genieten. Zoo worden immortellen, Alpasum, Ben- thami, brachycome, calandrinia, cosmea, godetia, zonnebloemen, strcobloemen, kochia, lupinen, sierpostelein, xabiose, zinnia's e. a. gekweekt. Tenslotte raden wij den beginneling aan, aanvankelijk zijn keuze te bepalen tot een klein aan tal soorten. „Wist ik maar wat ik mijn vrouw op haar verjaardag moet geven!" „Vraag het haar zelf!!" „Neen, dank je, zooveel wil ik niet besteden!" („Söndagsnisse"). Zondag: Kalfssoep met vermicelli, Biefstuk met doperwten, Vanillevla met bitterkoekjes. Maandag: Kalfsragout met rijstrand, Worteltjes met aardappelen. Dinsdag: Rollade, Schorseneeren, Aardappelen, Drie in de pan. Woensdag: Koud vleesch, Spruitjes, Aardappelen, Macaroni met rozijnen. Donderdag: Haché, Gestoofde bieten, Aardappelen, Rijstkoekjes. Vrijdag I: Gebakken bokking, Roode kool, Aardappelen, Eeschuit met bessensap. Vrijdag II: Eiersclm'M, ..nolraapjes met aaidappelpurée, Bruine botersaus. Zaterdag» Schotel met Savoye kool, Aardappelen en gehakt, Tutti-frutti. Vanillevla met bitterkoekjes. 100 gram bitterkoekjes, 3/4 liter melk, 1 pakje vanille suiker, 40 gram maizena, 60 gram suiker, 1 ei, 1 eetlepel abrikozen jam. We brengen de melk met de vanille suiker aan de kook, lossen daarna de suiker er in op en dompelen hierin de bitterkoekjes, waarna we deze met de schuimspaan uitscheppen en ze goed uitgelekt op een platte schotel of een vla-schaal leggen. We doen op ieder bitterkoekje een klein beetje van de jam. We mengen de maizena aan met een weinig melk en het goed geklopte ei, brengen de overige melk weer aan den kook en gieten een gedeelte hiervan lepel voor lepel bij het papje, dat daar na weer in de pan teruggedaan wordt en onder flink roeren even door moet koken, totdat de vla mooi gebonden is. Nu nemen wij de pan van het vuur, blijven kloppen, totdat de vla wat afge koeld is en gieten ze daarna over de bitterkoekjes. Willen we op een zuinigen manier vla maken, dan gebruiken we een goede kwaliteit custard poeder en heb ben dan geen ei én ook geen vanille suiker noodig, doch nemen b.v. een pakje puddingpoeder (vanille) op schraal 3/4 liter. Macaroni met rozijnen. 1V2 liter melk. 200 gram macaroni. Citroen schilletje. 125 gram suiker, 150 gram sundjnaid rozijnen. We brengen de melk aan den kook met het citroenschilletje en breken de macaroni aan stukken van ongeveer 5 cm, voegen deze bij de melk en laten alles heel zachtjes gaar koken, terwijl de rozijnen er na 40 min. koken bijge voegd worden. Is de macaroni bijna gaar, dan wordt de suiker er bij ge voegd en blijft zij doorkoken, totdat de melk er op verkookt is en de massa er smakelijk gebonden uitziet; voor het opdienen wordt de citroenschil verwij derd. Bij enkele soorten macaroni komt het wel eens voor, dat de melk er uitziet, alsof ze geschift is, dit kan men voor komen, door de macaroni eerst even op te koken met water in het vergiet overbrengen en flink onder de kraan afspoelen, daarna bij de kokende melk voegen. Eierschotcl. 5 eieren, 3 dl melk, 40 gram boter, 30 gram bloem, 1 theelepel kerry, Peper, zout, 1 ui. Andijvie, sla. We beginnen de eieren hard te koken, koelen ze daarna af en pellen ze, zóó, dat het wit en de dooiers ge scheiden zijn; de dooiers worden met den vork zeer fijn gemaakt en het ei wit aan schijfjes of ringen gesneden. We maken een sausje, door de boter te smelten en hierin de zeer fijn ge snipperde uit gaar te smoren, peper, zout en kerry toevoegeh en bloem en daarna langzaam de melk. Alles te« zamen 5 min. laten koken en hierin tevens de stukjes eiwit verwarmen. We snijden de andijvie zéér fijn, wasschen ze en laten ze goed uitlek ken, maken ze daarna aan met olie, azijn en iets zout; desgewenscht men- gen we door de sla een fijngehakt biet je en een fijn gesneden appel. Op een schotel wordt een rand ge vormd van de sla, zóó, dat de binnen- opening met de kerry, saus en de eie ren gevuld kan worden, terwijl we over het geheel de fijngemaakte dooi ers strooien. Schotel van Savoyekool met gehakf, lVj kg aardappelen, 1 Savoye kool, 500 gram varkensgehakt, 1 flinke dikke snee oud br 5 dl melk, 100 gram boter, Noot, zout.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 15