Ruwe handen NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlandsch overzicht. IS ALTIJD China en Japan. De melodieuse Dood. DONDERDAG 23 FEBRUARI 1933 61ste JAARGANG Het Japansch-Chineesche geschil voor tien Volkenraad.- Lord Lytton spreekt over de toekomst van Azië. - Rusland gaat zich sterker bewapenen. OOK VOOR DAMES Doos 30 en 60ct. De muiterij op „De Zeven Provinciën". 5) IMO. 7240. EERSTE BLAD COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65;binnen land f 2.—, NederL Oost- en West Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20 Losse nos. 4et.fr.p.p.6ct. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1.— Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, fl.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (gaijard). Lngez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meei 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct. China en Japan, het vraagstuk van dit oogenblik, dat door heel de wereld met de grootste belangstelling gevolgd wordt, vooral nu de toestand opnieuw zoo ern stig gespannen is geworden door het optreden van Japan in de Chineesehe provincie Jehol. De commissie van ne gentien heeft nu duidelijk in haar rap port gezegd hoe zij over het Japansclie optreden denkt, het antwoord van Japan daarop is niet minder duidelijk, wat blijkt uit een verklaring van den Japan- schen gedelegeerde in de buitengewone Volkenbondsvergadering, gedaan aan de pers. Wij vinden deze verklaring in de groote bladen en vermelden er het vol gende uit: Er zijn, zoo verklaart zij, verschillende gronden in het rapport, die Japan niet als vaststelling der feiten kan aanvaar den. Hierop volgen de oude argumenten dat de oorzaak van het uitbreken van het conflict gelegen is in het feit, dat China geen centraal gezaghebbende regeering bezit en dat zij deze ook niet spoedig zal verkrijgen. Japan kan niet wachten tot dat deze drooinen waarop de oplossing van het rapport-Lytton gebaseerd is, een maal verwezenlijkt zullen worden. Verder wijst het memorandum op de anti-vreemdelingenpolitiek van China en boycott, die het tegen Japan heeft toe gepast. Japan heeft geenszins de bedoe ling gehad om Mantsjoerije aan de sou- vereiniteit van China te onttrekken. Voor 15 September 1932, d.w.z. voor de onafhankelijkheidsverklaring van Mants- sjoerije, was de Japansche actie een handeling voor de verdediging van zijn landgenooten. Deze handeling was nood zakelijk, gezien de condities die in China heerschen. Hierna is deze handeling het gevolg geweest van het verdrag, dat Ja pan en Mantsjoekwo gesloten hebben en Japan kan onmogelijk op dit verdrag terug komen. Japan, zoo verklaart liet memorandum, heeft de taak den vrede en orde in het Verre Oosten te handhaven en de aanne ming door Japan van het ontwerp-rapport zou stellig onrust en wanorde in het verre Oosten ten gevolge hebben. Verder verzekert de Japansche delega tie nogmaals, dat zij ten volle de interna tionale verdragen eerbiedigt doch deze zijn van algemeenen aard en in de prac- tijk moet met den feitelijken toestand rekening gehouden worden. Volgens Japan had de Volkenbond een dergelijke houding moeten aannemen. Tenslotte vraagt de Japansche delega tie de leden van den Volkenbond eens goed de ernst van de handeling, die zij gaat ondernemen, onder de oogen te zien. Zij vraagt zich af, of de leden van den Volkenbond wel zeker zijn, dat zij vol doende kennis hebben van alle feiten en van den historischen achtergrond. Het ontwerp-rapport is voornamel. gebaseerd op het rapport vn de commissie-Lytton, doch deze commissie heeft slechts zes we ken in Mantsjoerije en 35 weken in Chi na vertoefd. Daarom acht de Japansche delegatie met allen eerbied voor het vol brachte werk het rapport van de com missie-Lytton geen document, waarop eindbeslissingen gebaseerd kunnen wor den. Het geval voor den Volkenbondsraad. Uit de laatste alinea, hierboven ver meldt, blijkt wel, dat Japan bezorgd is voor de gevolgen van zyn optreden. Er is natuurlijk met geen mogelijkheid te zeggen tot welke maatregelen de mo gendheden zullen overgaan als Japan alle verzoeningspogingen in den wind blijft slaan. Voor een boycotbeweging heeft lord Lytton, de samensteller van liet rapport reeds gewaarschuwd, omdat daarmee de onschuldige Japansche be- Ivolking getroffen wordt, terwijl de re- geering de schuldige is. Het zal wel moeilijk zijn zulke maatregelen te nemen, dat de stichters van het onheil worden getroffen. En dan moeten het natuurlijk onbloedige maatregelen zijn. Zoo werd voorgesteld geen oorlogsmateriaal en geen leeningen aan Japan toe te staan. Men zou dergelijke maatreglen niet an ders dan toe kunnen juichen, al vreezen we hevig verzet van de wapenleveran ciers en anderen, die zich met een oorlog rijk maken, 't Is droevig, maar waar. De een z'n bloedbad Is den ander z'n goudbad Zal Japan uit den Volkenbond gaan? (Het Fransche oorlogsindustrie-concern SchneiderCreusot, mede-vennoot van de Boheemsehe Skodawerken, honoreert voor het boekjaar 1931—'32 zijn aandeelenkapi taal van 100 millioen Fransche francs met 25 pet.). („Nebelspalter"). Doch terzake. De Chineesc-hJapan sche kwestie is Dinsdag voor de buiten- gewone Volkenbondsvergadering behan deld. De bijeenkomst was uiterst kort, Voor zitter Heymans gaf een overzicht van hetgeen de commissie van 19 gedaan heetf sedert de Volkenbondsvergadering I van 9 December haar opdracht had ge geven voorstellen in het belang van een regeling van het Chineesch-Japansche geschil zoo spoedig mogelijk aan de Vol kenbondsvergadering voor te leggen De verigadering heeft weinig behan deld en voor de talrijke toeschouwers was De Japansche Volkenbondsvertegen- wordiger Nagaoka. er geen sensatie, want, zoo lezen we ver der in het verslag, ten einde in dit ern stige uur iederen schijn zelfs van over haasting te vermijden, stelde Hymans voor dat de Volkenbondsvergadering tot Vrijdag zou worden verdaagd en dat dan eerst de bespreking van het rapport zou aanvangen. Zonder eenige opmerking werd dit voorstel aanvaard. m Lord Lytton over de toekomst van Azië. Lord Lytton, wiens naam hierbo ven reeds werd genoemd als samenstel ler van het rapport over de Chineesch- j Japansche kwestie, en die dus wel als een autoriteit mag worden beschouwd in de Oostersche problemen, heeft, naar de Nw. Rott. Crt. meldt, aan de Sorbonne,' voor de nieuwe School voor den Vrede, die onder voorzitterschap staat van Paul Teynaud, een lezing gehouden over het onderwerp „de toekomst van Azië", waar in hij het voornaamste probleem van het oogenblik besprak, zooals die zich ont wikkelen door de evolutie van Japan, China en Britsch-lndië. Lord Lytton stelde in het licht, het op Japan druk kende gebrek aan evenwicht, ontstaan door een te snelle economische ontwik- j keling des lands, welke niet gepaard ging met een aanpassing van de politieke; opvattingen aan de moderne behoeften.1 Vervolgens besprak hij de wanorde,, die heerscht in den z.g. Chineeschen chaos, die ondanks het gezag van de centrale regeering heeft kunnen ontstaan, waar tegenover de ontzaggelijke hulpbronnen der bevolking staan er ging tenslotte over tot behandeling van Britsch-lndië, j waarbij spr. wees op de tegenstelling, die er besond tusschen de mystieke driften der Indiërs naar een volmaakter toe komst en de tegenwoordige moeilijkhe den, die de bewoners van Indië in oeco nomiseh, sociaal en godsdienstig opzicht onder oogen moeten zien. Eén ding is zeker, aldus Lord Lytton, de betrekkin- j gen tusschen Azië, Europa en Amerika moeten nauwer worden. Wanneer onze beschaving wil blijven bestaan, moet zij worden gebaseerd op een basis van in ternationale samenwerking. Nationalisme was een in het oog springende trek van de negentiende eeuw, het internationalis me is het probleenj van de twintigste eeuw, waarbij gekozen zal moeten wor den tusschen twee opvattingen van inter nationale maatschappijen: Genève of Moskou. De Volkenhond kan geen com promissen aanvaarden, inzake de prin cipes, die hij heeft opgesteld en alleen de Volkenbond kan zijn eigen pact uitleg gen. Met eenigen goeden wil, aldus ten slotte Lord Lytton, kunnen de geschillen worden bijgelegd. Rusland wil zich wapenen, 't Is heusch uit onverwachte bron en geen tenden- tieuse berichtgeving. Molotof, een onver- valschte bolsjewiek, heeft het in een rede te Moskou gezegd. „Wij moeten onze legers zoodanig wapenen", zoo zeide hij, „dat onze vijanden zich tweemaal beden ken, alvorens de Sowjetgrens te over schrijden". De bolsjewieken houden zich niet bezig inet voorspelling van de toekomst, voegde hij er aan toe, zinspelend op den tegen- woordigen internationalen toestand, maar er is één ding, wat we vast en zeker weten, namelijk, dat we niet overvallen wenschen te worden en we zullen niet toe staan, dat dat gebeurt. Het afgeloopen jaar heeft ons opnieuw aan de noodzake lijkheid herinnerd om bijzonder te waken voor de gevaren van buiten. Zekere staat, die ook grensgebieden van ons omvat, heeft groote weerspannigheid getoond ten aanzien van ons aanbod om een non- agressieverdrag te sluiten. Dit is zeer zeker geen bewijs van vreedzame bedoe lingen. Wij moeten oeconomische belan gen opofferen en meer aandacht besteden aan de wapenproductie en de verdediging van ons land. De toenemende interne in eenstorting van de burgerlijke landen zal wellicht bepaalde staten er toe leiden de aandacht van de groote massa van hun eigen moeilijkheden af te leiden door een ontknooping te verschaffen door middel van een nieuwen gewapenden aanval op de Sovjetunie. In het bijzonder de Roode legers in het Westen en het Vérre Oosten moeten waakzaam aan de grenzen staan. Wij zijn niet bang voor de bedreigingen van de militaire imperialistische heer en. Wij moeten de interventionisten waar schuwen, dat een aanval op de Sovjet unie even gemakkelijk kan geschieden als in het verleden. HEI' BELGISCHE KABINET VOOR DE KAMER. Een motie van vertrouwen met 9476 stemmen aangenomen. De correspondent van de „Nw. Rott, Crt." te Brussel meldt Dinsdagavond: Het kabinet-de Brocquevijle is Dinsdag- middag ongewijzigd voor de Kamer ver schenen. Temidden van de grootste stilte legde de minister-president namens de regeering een verklaring af. Om 5 uur werd bij appel nominaal over de katholiek-liberale motie van verti'ou- wen in de regeering gestemd. Deze motie werd aangenomen met 94r—76 stemmen en 1 onthouding. Tegen stemden al de aan wezige socialisten, de Vlaamsoh-nationa- listen, de communisten en 1 liberaal. OORLOGSVERKLARING VAN PARAGUAY AAN BOLIVL<\? Naar Havas uit Assuncion verneemt, zal de regeering van Paraguay het Con gres in dringende zitting bijeenroepen ten einde de goedkeuring te verkrijgen tot een oorlogsverklaring aan Bolivia. Men wil op deze wijze den toestand verduide lijken en de andere landen in de gelegen heid stellen hun houding te bepalen. DE JAPANSCHE OORLOGSVLOOT. De Japansche oorlogsvloot heeft naar beweerd wordt opdracht gekrc gen zich voor alle gebeurtenissen ge reed te houden. MISLUKTE AANSLAG OP DEN OUDEN JAPANSCHEN STAATSMAN OZAKI. Ondanks de genomen voorzorgsmaat regelen hebben twee jonge reactionairen Dinsdag te Kobe gepoogd een aanslag te plegen op den ouden Japanschen staatsman Yukio Ozaki, toen hij daar uit Londen arriveerde. De radicale nationa: listen hadden van te voren bedreigingen geuit tegen Ozaki, wegens bepaalde, naar het heette onpatriottische uitlatingen die hij tijdens zijn bezoek aan Londen ge daan zou hebben. De beide aanvallers werden dadelijk gearresteerd. De keizer keurt de politiek van Oetsjida goed. Officieus wordt medegedeeld, dat de Ja pansche keizer de politiek van den minis ter van buitenlandsche zaken, Oetsjida, volkomen heeft goedgekeurd. Ook de mili taire maatregelen tegen de provincie Jehol zijn door den keizer goedgekeurd. Het Japansche offensief in Jehol. Het bericht omtrent de eerste groote gevechten wordt bevestigd. Tsjaojang, waar gevochten wordt, ligt ongeveer 80 km ten Noordwesten van Tsjintsjou, waar de 29ste Chineesehe bri gade sedert Zaterdag gestationneerd is. Van betrouwbare zijde verneemt men uit Genève, dat blijkens Maandagnacht aldaar ontvangen berichten Japansche en Mantsjoerijsche troepen ter sterkte van 30.000 man, de gevechten tegen de Chi neesehe troepen nabij Kailoe, in de pro vincie Jehol, hebben geopend. Volgens in het militaire hoofdkwartier van de Chineesehe troepen te Peking ont vangen berichten, zouden Chineesehe vrijwilligers de stad Tsjintsjou hebben be zet na een gevecht met Japansche troe pen, die op de vlucht sloegen en thans door de Chineezen worden achtervolgd. Hieruit leidt men af, dat de Chineesehe vrijwilligers hun gebruikelijke guerilla- methode volgen en Tsjintsjou slechts zijn binnengevallen om de stad na eenigen tijd weer te verlaten. Het heet dat Chi neesehe vrijwilligers het Japansche gar nizoen te Tsjinsji, een kleine vesting in het Hoeng-Loe-gebergte, hebben omsin geld. De debatten in den Volksraad over de muiterij. Het antwoord van den commandant der zee macht. Aneta meldt uit Batavia: Er was Maandagavond wederom veel belangstelling op de tribunes van den Volksraad, toen de commandant der zee macht in Ned.-Indië, vice-admiraal Osten, de sprekers beantwoordde. De heer Osten verklaarde, dat aan de redevoeringen der leden van den Volks raad volle aandacht zal worden geschon ken. De regeering betreurt dat haar eerste berichtgeving, welke uiteraard niet van het schip zelve afkomstig kon zijn, tot onaangenaam misverstand aanleiding gaf. De regeering maakte, zoodra haar be kend was dat ook een deel der Europee- sche korporaals en manschappen tot de muiters behoorde, zulks onmiddellijk be kend. Te spreken van z.g. muiterij is vol strekt onjuist. Voor de regeering staat vast dat hier welbewust is gehandeld. Bij het werpen van de ereste bom moet in geen enkel opzicht aan opzet of vergissing worden gedacht. Den commandant van de Dornier-vliegboot, die de bom wierp, treft geen enkele blaam. De regeering stemt geheel in met do rede van den heer ir. Sandkuyl, die be toogde, dat de ontwikkeling van het stre ven der vakvereenigingen gaandeweg do oorzaak kan zijn dat bij het bestaan van vermeende groote grieven, de krijgstucht in de gedachten der schepelingen op den achtergrond treedt. Spreker zet uiteen dat de commandant van het eskader, kapitein ter zee Van Duim, niet de geheele inlandsche beman ning onbetrouwbaar achtte, doch slechts een gedeelte. Tegenover den heer Thamrin verklaart spreker dat niet de regeering doch de muiters geweld wilden. De regeering zal de mogelijkheid van de instelling van een recherchedienst bij de marine onder de oogen zien. Rede van den voorzitter. De Voorzitter sloot hierna de vergade ring en de zitting van den Volksraad met een redevoering waarin hij de aandacht vestigde op de nieuwe werkwijze van den Volksraad, die zich aan de benarde tijds omstandigheden heeft aangepast, en waar in op niet minder degelijke wijze mber werk in minder tijd werd afgedaan, zoo als de weg verkeersordonnantie, het hu welijksrecht voor Christen-Inlanders, het zeerecht, de wildescholen-ordonnantie, enz. Het laatste deel der zitting stond onder den indruk der gebeurtenissen bij de Koninklijke Marine, hetgeen begrijpelijk is, omdat evenals voor de mensch zijn in nerlijk leven van hoogere waarde is dan de omstandigheden waarin hij leeft, zoo Van wetenschap tot misdaad en van misdaad tot liefde. Oorspronkelijk verhaal van JAN FEITH. (Met teekeningen van den schrijver.) Met behulp van een betrekkelijk een voudige photophone-machine, gebouwd volgens oude principes, doch voorzien van een photo-electrische cel, electrisehe pick-up's en verfijnde geluids-verster- kers en geluid-weergevers, kon men verrassende resultaten bereiken. Gedu rende onze colleges hadden wij, als weet gierige studenten, reeds goedgeslaagde proeven genomen, om muziek uit te zen den via een lichtstraal, aldus in practijk brengend het reeds een halve eeuw ge leden door Alexander Graham Bell ge opperde denkbeeld. Wij hadden ons uit bundig getoond, toen door een betrekke lijk simpel toestelletje energie opgewekt en uitgezonden werd in den vorm van een lichtstraal, zich richtend op transfor- meerende en reproduceerende elementen. Onze gemoedelijke hoogleeraar had ons getoond, hoe door het houden van zijn hand in den lichtbundel de muziek van een grammofoon plotseling verdween, doeh wanneer hij zijn vingers spreidde, en de lichtstraal er tusschen door kon, de muziek opnieuw begon. Het bizondere dezer uitvinding was echter hierin gelegen, dat de energie naar een spiegel werd geleid, niet meer dan I/1000ste van een vierkanten deci meter groot, welke door middel van draadjes ongehangen was in een magne tisch veld; hierbij fungeerde als licht bron niets aixlers dan een gewone auto- lantaarnlamp, waarvan het licht op den spiegel geworpen werd. Deze spiegel, ingesteld op een betrek kelijk zwakken electrischen huis-stroom, wierp weer het licht door middel van een lens in een dunnen straal uit, welke klop pend in hetzelfde rythme als de niuziek- plaat, gereflecteerd werd op den licht- opzuigenden-spiegel van het ontvang apparaat. Op dit punt vond weer een om zetting plaats: het licht werd veranderd in geluid, of het geluid in licht. Men kan begrijpen hoe wij, als weet gierige studenten, thuis aan het experi menteeren gingen! De eenvoudige instal laties waren makkelijk zelf te con- strueeren. Ieder van ons bezat wel een muziek-instrument af grammofoon. En daar tooverden wij het geluid in licht om, en de door ons per spiegel opgewekte lichtstralen werden weer tot muziek! Daarbij kwam ik, al zoekend en beproe vend, tot nog andere merkwaardige con sequenties. De spiegel, op den electrischen stroom ingesteld, wierp het licht door middel van een lens in een dunnen straal uit, nadat het licht was samen-getrokken op de photo-electrische cel, welke uiterst gevoelig met elke variatie van de licht sterkte correspondeerde. De eenige, met wien ik deze nieuwe mogelijkheid besproken had, was mijn stndie-genoot Y geweest. Aanvankelijk had hij slechts matige belangstelling ge toond voor mijn experimenten en weinig waarde gehecht aan de veranderingen van het opgewekte licht, door de photo-elec trische cel omgezet in electrisehe energie, welke na versterkt te zijn en aan een luidspreker toegevoegd, de finale omzet ting van geluid en licht tot kracht, en om- gekcerd van kracht in licht en geluid deed plaats vinden. Toen hem echter bleek, welke mogelijk heden zich aldus openden, steeg zijn be langstelling. Telkens kwam hij op mijn kamer binnenloopen, om te constateeren, terwijl ik ijverig aan het experimenteeren was, hoe het verschil tusschen het over zenden van geluid, door middel van een lichtstraal en door middel van radio-gol ven, niet groot genoemd kon worden. Het principe, zoo bleek ons, was het zelfde en het verschil lag alleen in hel gebruik der bizondere zend- en ontvang apparaten. Bij de lichtoverbrenging wer den immers frequenties van verschillen de honderden trillioenen per seconde ge bruikt, terwijl de radio-golven 20—500 nieter in lengte bedroegen. Hierbij bouw den wij voort op de theorie, dat lange radio-golven van tamelijk lage frequentie zich in alle richtingen verspreiden, ter wijl de lichtstraal met behulp van een ge schikt lenzensysteem gebruikt kon wor den zonder merkbaar zijdelingsche uit straling. Zelfs slaagde ik erin, bij daglicht zoo'n lichtstraal dwars over de straat, waar ik op kamers woonde, van het eene huis naar het zijne te zenden. Ik koos natuurlijk als doel de kamer, waar mijn mede-studie genoot Y woonde en werkte. Hij zond m» daarop niet alleen het licht, maar ook het geluid terug. En doordat wij gelijk afge stemde toestellen bezigden, bestond er voor onze proefnemingen geen gevaar. Beiden begrepen wij echter welke geva ren verbonden konden zijn aan het uit zenden onzer muzikale lichtstralen, welke voor geen beletsel terugdeinsden om het doel, waarop wij hen instelden, te berei ken en daar hun gevaarlijke uitwerking te verrichten. Zélf bleven wij daarbij om zoo te zeggen immuun. Het gevaar onzer experimenten bedreigde anderen; niet onszelf. In deze phase mijner radio-proefnemin- gen, werden onze kameraadschappelijke relaties afgebroken; niet alleen deed zich het voor ons drieën pijnlijk incident voor j met het meisje, op wie wij beiden ver liefd waren geraakt Doeh ik zat voor mijn examen en had de muzikale licht stralen als onderwerp gekozen voor een verhandeling, waarmee ik hoopte niet slechts mijn universiteitsgraad te beha len doch tevens een opzienbarend nieuwe toepassing onzer wetenschappelijke col lege-onderzoekingen aan de hand te kun nen doen. De voorbarigheid van den ongelukki- gen student Y wierp dit alles in duigen. Het drama laat zich eenvoudig recon- strueeren. In zijn teleurgestelde verliefd heid en misdadige jaloerschheid, nam hij de middelen te baat, welke ik, als zijn triumpheerende mede-minnaar, hemzelf aan de hand had gedaan. Hij had zich in zijn studeerkamer opgesloten. Terwijl zijn buren in de veronderstelling verkeerden,, dat hij op studentikoz. manier den tijd zoek bracht met grammofoon-deuntjes af te draaien, zond hij zijn doodeljjke ge- luidstralen uit. En hij richtte ze niet op onschuldige doeleinden, doch de ellen deling trachtte er het doel van zijn wraak, het onschuldige meisje, mee te treffen. Zij was aanvankelijk onkundig van zijn wraak-pogingen. Even onschuldig als zij was aan de afschuwelijke moorden, welke om haar hadden plaats gehad. Tscliai- kowsky's muziek had haar echter op het onzichtbare gevaar aandachtig gemaakt. Eerst toen zij den noodlottigen invloed harer tegenwoordigheid op de verschil lende slachtoffers aanschouwde en de onwillikeurige invloed bij elk dezer moord-gevallen tot haar begon door te dringen, was zij zich bewust geworden hoe de aanslagen op haar leven waren gemunt. Zij had echter het geheim van mijn uitvinding bewaard bewaard tot de koorts haar mijn naam had doen uitstoo- ten. Het was mij toen gelukt, het meisje on der mijn directen invloed te brengen, zelfs had de Justitie er in toegestemd, dat zij haar toevlucht in mijn studeer kamer mocht nemen. Daar was zij zelf ontrefbaar. En ook de politiemannen, welke haar bewaakten, waren daar im muun voor het overal en onzichtbaar naar hen dreigend gevaar der doodelijke muzikale lichtstralen. Ik heb reeds medegedeeld, hoe ik uit rechtmatige zelfverdediging, tevens de gemeenschap verlossend van een hoogst gevaarlijk individu, dat de wetenschap misbruikte voor bevrediging van zijn eigen, lage instincten, als wreker meende te moeten optreden. Ik wist immers, hoe ik niet anders te doen had dan de, door hem van zijn kamer uitgezonden muziek- stralen op gelijke muzikale wijze te be antwoorden, aan deze stralen een ge heime, slechts mij bekende samenstelling verleenend, om hun wrekend doel te be reiken. Zoo vond de student Y den dood op dezelfde manier als hij den dood had uitgezonden. Aan het hier in sobere woorden weer gegeven verhaal van de allermodernste radio-toepassing, behoef ik slecht toe te voegen, dat de geheimzinnige Mejuffrouw X, na mijn promotie „extra cum lande" voor onze universiteit, onmiddellijk ont slagen werd uit de hechtenis, waarin zij zich nog, al was het op de kamer van haar verloofde, onder politietoezicht be vond. Dat ons engagement kort daarna pu bliek werd, ligt zoozeer voor de hand, dat ik de vermelding hiervan ter vermij ding van overtollige romantische franje, aan mijn technisch relaas nauwelijks wil toevoegen. Met buitengewone lof.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 1