POPULAIR B>^VrOElGp3ELl\^jiD£( HELDER^ CKË COURAMT 580 VAN ZATERDAG 25 FEBRUARI 1933. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) Hoe de vrouw in Oostersche landen beschouwd wordt. Zoo leven thans nog miilioenen vrouwen in Perzië en in China. De jonge Lauterbach. Turkije als baanbreker. door PROF. DR. ERNEST SYKES. Londen. De vrouw als lager wezen De plaats, die de vróuw in het Oos ten inneemt, wordt in de eerste plaats gekenmerkt door de behandeling van haar tegenover den man. Men be schouwt de vrouw als een minderwaar dig wezen tegenover den man en men behandelt haar daarnaar. Het verst daarin gaat wel de leer van Confucius in Japan, die de vrouw als een wezen van aardschen oorsprong, de man ech ter als een directen zoon des hemels beschouwt. Bovendien heeft volgens Confucius dan altijd de vrouw reeds by haar geboorte de kiem in zich van de volgende slechte eigenschappen, die specifiek vrouwelijk zijn: jaloersch- heid, eigenwijsheid, lasterzucht, onte vredenheid en ijdelheid; eigenschap pen welke onvermijdelijk in haar ziel verankerd liggen. Maar tevens zijn alle Oostersche volken het er over eens, dat de vrouw een menschelijk wezen van tweede orde is, dat den man heeft te gehoorzamen en voor hem heeft te werken, zonder op eenige wijze tegen de beslissingen van den echtge noot in opstand te komen. De echtgenoot heeft het recht zijn vrouw te tuchtigen, haar levenslang in zijn huis op te sluiten of haar om het een of andere nietszeggende feit naar huis, naar haar familie terug te sturen, waarmede een rechtsgeldige scheiding gelijk staat; ja in enkele streken gaat het recht van den man zelfs zoo ver, dat hij over leven en dood van zijn echtgenoote beschikt! In vele andere punten stemmen de zienswijzen van de meeste Oostersche volken overeen. In de eerste plaats de bepaling, dat de toekomstige echtge noot zijn aanstaande vrouw niet mag zien, voordat de bruiloft heeft plaats gevonden. De man is voorts verplicht zijn schoonouders een bepaalde koop som te betalen, waarvan de hoogte zich richt naar den smaak van het betref fende volk. Zoo deelt b.v. de Thibet- reiziger Filchner mede, dat een vrouw met sterk-verminkte voeten ruim 100 Taels waard kan zijn, terwijl een meis je, wier ouders zich niet voldoende beziggehouden hebben met de abnor male vervorming van de onderste lede maten, nauwelijks een tiende deel van dit bedrag kost! Bij verschillende Noord-Afrikaansche en Arabische stam men richt de koopprijs zich voorname lijk naar het gewicht van het meisje en de schoonouders zullen een hoogeren prijs noemen, naar gelang de dochter vetter is! De Sheikh der Garree's toonde mij zelf eens met een zekeren hoogmoed i- gen eigenaarstrots een paar van zijn vrouwen, waarbij hij niet vergat bij ieder van hen het juiste gewicht op te geven, gewichten, die iemand soms on- geloofelijk voorkwamen; in Perzië richt de prijs zich naar de kleur van het haar; hoe lichter het haar, hoe goed- kooper de vrouw. Alleen ravenzwarte vrouwen gelden daar als schoonheids ideaal! Daarentegen ontvangt de Per zische man voor zijn koopsom niet al leen de vrouw, maar de schoonouders geven haar wederom dezelfde waarde ongeveer in goederen, tapijten, ge reedschappen, vee, enz., enz., mee ten huwelijk. Bij een eventueele scheiding krijgt de man dan zijn geld weer terug, maar vervallen de goederen aan de dochter en haar ouders. Een eenvoudi ge oplossing! De vrouw als koopwaar. De leeftijd, waarop een meisje uitge huwelijkt wordt, is gelegen tusschen de 12 en de 16 jaar. Deze richt zich meer naar de lichamelijke rijpheid, dan naar haar geestelijke meerderjarig heid. Verder speelt de geldnood der ouders vaak een groote rol! Aan de dochter wordt niets gevraagd. Zij heeft het bevel van haar ouders te gehoor zamen, evenals zij later den man moet gehoorzamen! In de eerste jaren van het huwelijk mag de jonge vrouw het huis van den echtgenoot niet verlaten en moet zij zich zelfs zeer in acht nemen, door geen vreemden man ge zien te worden! Mij is een geval be kend, waarbij een man zijn vrouw, de moeder van zijn zeven kinderen, alleen daarom naar huis terug stuurde, om dat zij gedurende een ziekte, die voor haar leven gevaarlijk was, een mis sionaris had laten roepen, die haar be handeld en genezen, maar natuurlijk ook gezien had! In Nubië, het land van de wreede vrouwenbesnijdenis, wordt de tijd van dit kluizenaarschap afgemeten naar haar vruchtbaarheid. Heeft zij den man minstens twee kinderen geschon ken, dan is het haar meestal toege staan, zwaar gesluierd het huis te ver laten. De kwestie der nakomelingen is trouwens van het grootste gewicht voor de positie der gehuw.de Oostersche. Alle morgenlandsche rechtscollege's spreken zonder aarzeling en zonder vorm van proces de scheiding uit, als een vrouw onbekwaam is gebleken haar man een stamhouder te schenken. Daarentegen leidt een vrouw, die haar man kinderen heeft geschonken, in haar jongere jaren een voor haar be grippen vrij behaaglijk leventje. Zij wordt door de oudere vrouwen de meeste Oostersche volken kennen nog de polygamie bediend en verzorgd en neemt zélf hoogst zelden deel aan de vervaardiging van de kleine, ge vlochten mandjes of aan het weefwerk, waarmede de oudere vrouwen zich on ledig houden en waarvan de verkoop door den echtgenoot plaats vindt. Eerst jaren later dwingt de man de vrouw., tezamen met de meisjes, die uit het huwelijk geboren zijn, het vuile werk te verrichten en buit lijj op die manier zijn vrouwen uit. Zij werken op het veld, verzorgen het vee en zor gen voor de vervulling van al zijn wen- schen! Dat deze samenleving van vrou wen van verschillenden leeftijd in één harem, waarbij de oudste vrouw altijd de leiding heeft, niet geheel zonder wrijving plaats vindt, is gemakkelijk te begrijpen en alleen de angst voor het recht van den man om een al te twistzieke vrouw eenvoudig weg te sturen, maakt het verblijf in den harem nog eenigszins dragelijk! Terwijl in de meeste Oostersche lan den, tengevolge van de gemakkelijke wijze, waarop men een huwelijk kan sluiten en ontbinden, evenals de strenge bewaking van de jonge, onge huwde meisjes, buitenechtelijk ver houdingen vrijwel niet voorkomen, kent Perzië een in zekeren zin gesanc tioneerd concubinaat. Dit concubinaat doet eenigszins denken aan de in Ame rika zoo sterk gepropageerde „proef- huwelijken". Het is in bijna alle deelen van Perzië, behalve in Teheran, moge lijk om voor den moellah en den pries ter een tijdelijke en beperkte echtver bintenis te sluiten, na afloop waarvan de man eerst behoeft te beslissen, of hij de echtverbintenis, volkomen wenscht te bekrachtigen, dan wel den lossen band wil slaken. Ook in dit ge val is het meisje zelf volkomen zon der een enkel recht. Alle overeenkom sten hebben plaats tusschen de schoon ouders en den a.s. echtgenoot. Daaren boven is dit proefhuwelijk niet alleen bedoeld voor Perziërs, maar kunnen ook buitenlanders ervan „profiteeren", wanneer zij misschien langeren tijd in Perzië willen vertoeven! Het huwelijk en de positie van de vrouw zijn dus no gtwee hoofdstukken in de geschiedenis der Oostersche vol ken, die nog weinig in het licht der hedendaagsche cultuur hebben ge staan. Maar langzaam strijdend tegen de sleur, de gewoonte, de traditie en voordeelen, slaagt de morgenlandsche vrouw er in haar positie te verbeteren. Hoewel juist de Oostersche volken in hun familie-overleveringen bijzonder conservatief zijn, staan tegenwoordig voor de vrouwelijke jeugd reeds ge heel andere wegen open. Behalve Turkije en Egypte, waar de vrouwen zelfs reeds mogen studeeren, zijn het hoofdzakelijk China en Japan en hierin natuurlijk in de eerste plaats de grootere steden die hun dochters van jaar tot jaar meer concessies doen. De beschaving begint hier haar recht op te eischen. Gemeenschappelijke sport, zelfs gemeenschappelijke dans op five o'c-lock-teas met de daarbij be- hoorende flirt behoort, ook daar thans meer tot de buitengewoonheden en er duiken reeds overal stemmen, op, die niet alleen een revisie van de de vrouw betreffende wetten, maar zelfs 'n zeker stemrecht voor liet vrouwelijke ge slacht eischen. (Nadruk verboden). De verloofde (en verliefde acrobaat. („Everybody's Weekly"). door F. R. DONOR. Weet je, dat de jonge Lauterbach terug is en schatrijk is? Hij kwam aan rijden in een dure auto, zag er piekfijn uit, kortom, ze slachten het gemeste varken bij de Lauterbachs! Vera antwoordde niet. Misschien was haar mooi, ernstig gelaat iets blee- ker geworden, doch ze toonde verder door niets, dat het bericht haar inte resseerde. De bezoekster keek haar spijtig van terzijde aan. Die kon zich goed beheerschen. Vera'! Men kwam er nooit achter, of zij werkelijk ook iets had gegeven om den jongen Lauter bach. Acht jaar geleden werd het ge zegd en geloofde iedereen, dat zij zich zouden verloven. Toen werd Bernard Lauterbach verliefd als een dwaas op een meisje, dat hem tot allerlei dwaas heden bracht, zoodat hij tenslotte met wat geld op zak was weggezonden door zijn familie. Daar komt nooit meer iets van terecht, was de algemeene, milde over tuiging. En nu was hij terug! Men vierde zijn blijde terugkomst aller- wege. Zijn tante Julie, die heul vroe ger niet eens meer groette, ontving hem met een kus. Zijn oom Gerard, die gezworen had, dat hij nooit meer een voet over zijn drempel mocht zet ten, arrangeerde een dinertje met alle notabelen, om zijn neef te kunnen „ex- poseeren". De Lauterbachs, die Ber nard als het zwarte schaap hadden be schouwd, waren nu trotsch op hem, de meisjes vochten om zijn aandacht, de mama's keken goedkeurend en aan moedigend toeHij scheen geweldig carrière te hebben gemaakt in Enge land was directeur van een Olie concern te Rutford, had een prachtige wagen, zag er uit als een filmster Alle kennissen van Vera hadden het over hem, doch zij was van 'n ontmoe digende stilzwijgendheid. Eenige dagen na zijn terugkeer had ze hem ontmoet. Ze had hem de hand gegeven en enkele vriendelijke woorden gespro ken. Hij was rood en toen bleek ge worden en had verward gedaan. Twee dagen later liet hii zich bij haar aan dienen. Ze bewoonde een kleine villa met haar moeder, die weduwe was. Vera ontving hem vriendelijk, schonk thee voor hem, vroeg belang stellend naar zijn werk, zijn carrière, zijn plannen. Buiten stond de groote auto voor de deur. Ze zei glimlachend: Een glorierijke thuiskomst van den verloren zoon. Hij zat haar aan te kijken en in weerwil van al de jaren, die voorbij waren gegaan, leek hij zoo weinig ver anderd, zoo jongensachtig nog en ver legen Ja, hij was beslist verlegen tegenover haar. Eens, in die vervlogen jaren, had zij hem liefgehad. Stilzwijgend en ver borgen, zooals het haar natuur was. Geen blinde liefde was het geweest. Ze was zich juist zeer goed zijn zwak heden en fouten bewust, en dat bond haar aan hem meer dan al de rest. Hij had leiding noodig, teedere, doch sterke steun, hij had een meisje als zij noodigteederheid overweldigende haar in de momenten, dat zij dit be sefte Doch, dat was lang geleden. Nu zat tegenover haar een geslaagd man, rijk, machtig misschien Ze ontmoetten elkander vaak, want ze hadden dezelfde kennissen. Vera bleef teruggetrokken vriendelijk, hij scheen bevangen in haar nabijheid. Een week verliep. Op een avond zat Vera aan het geopende venster en keek droomerig in den tuin. Iemand had haar verteld, dat mevrouw Rosich zeer veel moeite deed, haar jongste dochter Tilde aan Bernard te koppe len. Vera vroeg zich af of zij verdriet zou hebben als het gebeurde. Neen... het leek haar juist zóó, als het zijn moest. Tilde was typisch een meisje voor een man, die zijn weg gemaakt heeft, een lief schepseltje, onbedui dend, zonder veel karakterEens, eens zou zij voor niets ter wereld Ber nard aan zoo'n meisje hebben toever trouwd doch dat was lang gele den Een bekende voetstap buiten deed haar opschrikken. Bernard was den weg afgekomen te voet. Hij liep dooi den tuin en bleef staan onder het ven ster. „Mag ik binnenkomen!" Ja zeker. Ze glimlachte rustig. Hoe eigenaardig, dat ze juist aan hem gedacht had. Hij zat tegenover haar, ze waren samen, haar moeder was uit. En ze dacht er aan. dat ze vroeger altijd er naar verlangde, zijn hoofd tegen haar schouder te drukken door zijn haat te strijken en hem „malle jongen" te noemen. Zooiets kan men met den directeur van een groot olieconcern niet doen! Opeens verbrak hij de stilte, die ge vallen was en zei: Ik moet je iets bekennen, Vera.... ik moet je twéé

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 13