duiven.
strakjes.
^ONS KlNDÉ®|K|IO
Beste jongens en meisjes!
Alle goede voornamens te:? spijt is
de klok nu alweer zoo ver, Jat ik nog
maar een goed uur heb om jullie brief
jes te beantwoorden. Daar kom ik na
tuurlijk nooit doorheen. De tijd die
gaat ook maar door, soms zou je de
klok wel stil willen zetten, als je bij
voorbeeld fijn aan 't spelen bent of als
je andere dingen doet die heel prettig
zijn. Maar nee hoor, die klok rikke
tikt maar door en die wijzers die krui
pen maar langs de wijzerplaat, erger
lijk langzaam als je je verveelt en veel
te snel als je echt plezier hëbt. Tik, tik,
tik, tik, tik zegt m'n horloge driftig en
de secondewijzer trippelt vlug over de
plaat en ik moet me haasten als ik Za
terdag geen teleurgestelde vriendjes of
vriendinnetjes wil hebben. Gauw dus,
gauw, gauw, gauw, alles moet tegen
woordig gauw en nvt gaat nooit vlug
genoeg. En nu jullie briefjes.
Laurie Hagen. Jij hebt den tijd nog
sneller willen laten gaan. dan hij reeds gaat,
want jij schrijft me dat deze week de ver
loting alweer plaats heeft. Maar dat is niet
waar. de maand Februari is wel kort, maar
je zal toch moeten wachten tot volgende
week voor je de namen van de prijswinnaars
kunt lezen.
Dina Wismeyer. .Is jouw oma net zoo
oud als de mijne, Dina. Die van mij heeft
zilverwit haar, net zoo glanzend als een spik
splinternieuw dubbeltje en heel vriendeijlke,
zachte oogen, dat hebben oude menschen bij
na altijd, daar is alle boosheid uit weg. En ze
is.... 90 jaar oud. Dat is dus precies tachtig
jaar ouder dan jij. Dat kan je je bijna niet in
denken. hè?
Annie v. Lotten. Ik weet dat jij vandaag
een briefje zoekt, hier in jullie hoekje en ik
wilde je niet teleurstellen, maar volgende
week moet je wat dieper in je hartje kijken
en me wat meer daaruit vertellen. Doen'hoor.
qAnnie Gerritsc. Vervelen mag je je
alleen maar doen, Annie, als het buiten
stroomt van den regen, en als het dan juist
Woensdagmiddag is en je Zou met je
vriendinnetjes in de straat gaan touwtje
springen. Als je moeder dan nefg aan de
schoonmaak is en je speelgoed kan je ner
gens vinden, nu, dan kan het zijn dat je je
verveelt. Maar nu heb je dan nog de raadsels
op te lossen en je briefje te .schrijven, dus
is er nu heelemaak van geen verveling meer
sprake.
leen t'. d. IVal. Met m'n oudste jongen,
dat klinkt hé, al is hij nog maar drie jaar,
gaat het best, hij ioopt al weer door huis te
springen en dat is maar gelukkig ook, want
hij hing den heelen dag gevaarlijk over den
rand van zijn bed te bengelen en vorige week
tuimelde hij eruit en stond op z'n hoofd in
de kamer. En hij ratelt dat je er moe van
wordt. Altijd is het maar: ..Waarom?" en.
,.Hoe komt dat nou?" De juffrouw, die voor
zijn kleine broertje zorgde, was er op een
dag duizelig van geworden en zei. „Nou
moet je je mond eens houden, hoor, ben jij
nou wijzer?" Toen keek ie haar met een paar
groote oogen verwonderd aan en zei veront
waardigd: „Maarrr de wijzer zit toch an de
kok (klok bedoelt ie), ik ben toch de wijzer
niet?" Nu. je begrijpt dat we moesten lachen.
Corric José. Als je geen zin in eten
hebt, Corrie, moet je het even goed doen en
als je nu geen zin hebt om mij geen briefje
te schrijven, moet je het ook eens probeeren.
Je zal zien. het valt mee. Veel plezier met je
broertje, die „lekkere krullebol".
Dedte de Vroome. Dat moeten alle
kleine kindertjes, Dedi, een beest mee naar
bed. Mijn kleine jongen (groote jongen be
doel ik) die wil vaak de pop van zijn zusje
hebben of een woef (hond) en daar gaat hij
dan mee slapen. En ik heb een nichtje die,
toen ze dertien was, nog een teddy-beer mee
naar bed nam. Ga jij zonder beesten slapen?
Of leen je er wel eens een van Hans?
Corrie v. d. Veen. Wat fijn dat Eisse
komt, Corrie. Ik denk haast dat je er voor
van de „streepjes" thuis blijft als hij komt.
't Is vast net zoo'n feestdag als een verjaar
dag. Doe hem van mij maar de hartelijke
groeten en zeg maar dat ik hoop dat hij een
sterke jongen wordt die met zijn vriendjes
buiten kan ravotten.
Laurina v. d. Berg. Goed, ik zal je bij
je dooinaam noemen, en ik ga nu eens begin
nen met je een standje te geven. Ik zie al je
vragende oogen. Waarom? zeg je natuurlijk.
Nu, omdat je zoo'n ongeduldig meisje bent,
dat je niet eens rustig ,,'t Juttertje' door kon
kijken of er een briefje voor je was. Maar
die haast kwam zeker omdat ie er zoo be
nieuwd naar was. Dus ben je een klein beetje
te verontschuldigen. Maar vandaag rustig
lezen, hoor!
lna Boels. Nee, ik ben weer niet ge
weest op jullie uitvoering, lna. Ik had een
jarige in mijn familie, dus heb ook feest ge
vierd. Ik vind het nogal mooi dat jij dertien
loten verkocht hebt en dat voor het eerst. Als
ik er geweest was had ik vast ook een lootje
van je gekocht
Ab Mulder. Zeg, dat is leuk dat jij me
voorbij hebt zien rijden, als ik het tenminste
was, al is liet wel mogelijk dat ik door de
Sluisdijkstraat gegaan ben. Zal je me volgen
de keer op mijn schouder tikken als je me
weer ziet, want ik wil jullie wel graag alle
maal kennen. Ik denk dat jij vorige week
vergeten hebt je naam onder je oplossingen
te zetten, waardoor je dus niet bij de goede
oplossers stond. Maar nu is er nog een kruis
je achter je naam gezet, hoor? Dank je voor
je ingezonden nieuwe raadsels. Je vergat de
oplossingen, zend die dus volgende week nog
even.
Pa en Annie W. Nee, daar twijfelt nie
mand aan. dat u de versjes zelf maakt en het
schrijven van de vorige week is voor u en
veel anderen niet bedoeld. Ik heb geen rijm
pjes meer die geschikt zijn voor plaatsing en
verzoek nogmaals beleefd mij iedere week
niet meer dan één of twee versjes te willen
zenden, die bestemd zijn voor de betrokken
week. Ik kan er heusch geen archief voor toe
komstig te plaatsen versjes op na houden.
Tini IVullems. Noem mij maar dood
gewoon „kindervriend", Tini. Meneer is niet
noodig en je oom ben ik niet, alleen maar
jullie vriend.
Gerrit Franse. Hé, hé, dat duiven versje
is er. Ik heb zoo'n idee dat je het met een
zucht van verlichting af hebt gemaakt en
toch is het een leuk versje en heb ik het
graag opgenomen, Gerrit. Kijk maar, het staat
een stukje verderop, bij de andere rijmpjes.
Ik ben niet klaar gekomen, ik dacht
het wel, er waren teveel briefjes en ik
had te weinig tijd. Nu is het Vrijdag
morgen. dan is het altijd extra druk
voor de krant van Zaterdag, maar ik
zal probeeren nog een uurtje voor jul
lie te nemen. Alle briefjes zal ik dan
niet kunnen beantwoorden, maar ik
heb dan toch mijn best gedaan zoo wei
nig mogeli,jk van mijn vriendjes en
vriendinnetjes teleur te stellen. Trou
wens, ik vraag mij af of jullie wel tijd
hebben vanmiddag om te lezen. Want
wat een verrassing was dat vanmorgen,
toen we de gordijnen opentrokken.
Even stond je stil van verbazing en
verwondering. Daar lagde wereld
wit en stil en schoon, onder een
dik pak versche sneeuw. Nog meer dan
den vorigen keer was er gevallen. Nu
was heel het rasterwerk van mijn tuin
tje omhangen met het witte dons. Ik
ben naar bover gehold, daar kan ik
achter nog op Huisduinen zien. O! wat
was dat schoon. Gauw heb ik gegeten
en ben op mijn fiets de witte stilte in
gereden, de kant van Huisduinen op.
tot het tjjd was voor kantoor, toen nog
gauw de Pr. Hendriklaan en het Juli-
anapark door. 't Was alles als een
sprookje, zoo fijn
En als er nu vanmiddag nog zooveel
sneeuw ligt dan gaan jullie natuurlijk
sneeuwballen gooien, glijbanen maken,
sleetje rijden en dan heb je geen tijd
om ,,'t Juttertje" te lezen en mis je je
briefje niet.
Leny Hazebroek. Juist omdat jouw
versjs zoo aardig zijn, wist ik niet of jij ze
wel altijd zelf maakte, Leny. Nu dat wel zoo
is, is het een compliment voor je. Ja, die zet
ter doet wel eens rare dingen, hoor, dat moet
je maar eens aan Annie Walboom'vragen,
die heeft ook wel eens rare zinnen in haar
versejs gehad en Tonv Sinnige ook een keer
en misschien nog wel meer vriendinnetjes.
Corrie Smit. Fijn dat je weer beter bent
Corrie, en vooral omdat er nu zoo'n heerlijk
pak sneeuw ligt, want nu is het heelemaal
prettig om buiten te spelen. Wat was het
park, voor jullie huis, vanmorgen prachtig
hè? Zóó mooi als het alleen maar in je droom
is en als je denkt dat het in werkelijkheid
niet kan zijn.
Cornelia v. d. Vis, Oosterend (T.). Jij
bent, denk ik. mijn jongste raadselvriendin
netje, Corrie. Zes jaar pas en natuurlijk be
grijp ik dat je de hulp van je zusje Trijntje
noodig had om de raadsels op te lossen en de
hand van je moeder, om je pen te besturen,
voor bet briefje aan mij. Maar daarom is
het dubbel aardig dat je meedoet. Dag, hoor,
tot volgende week.
Hennie Hollander. Nu heb je alles weer
goed gemaakt, hoor, Ilennie. Vorige week je.
naam vergeten en nu een dikke brief Wat
een prachtige film heb jü gezien en «at aar
dig heb je het beschreven. Jij kan leuk P
stelletjes maken, net als Corrie Smit.
Sientje Nieuwdorp. Ja. hoor. 'k ben
ook wel eens in Zeeland geweest. Daar is
mijn moeder geboren en heeft er gewoond.
En toen mijn grootvader nog leefde ben ik er
ook wel geweest. Die woonde in een groot,
oud huis. Daar kon je fijn verstoppertje
spelen. Er was ook een groote kelder bu,
waar vroeger nog menschen opgesloten
waren, toen er een burgemeester in het huis
woonde en er was een tuin bij, zoo lang
bijna als de Koningstraat en die stond vol
vnichtboomen. Nu. je begrijpt dat dat voor
ons fijn was en wij waren er dan ook wat
graag.
Jac. Nieuwdorp. Nou, of je slootje kan
springen in Zeeland, Jac. Ik weet nog goed
dat ik eens met een nichtje en haar vrien
dinnetje, naar een neef van me zou gaan,
die op een boerderij woonde. Om den weg
wat te bekorten sprongen we over een sloot,
om het land door te gaan. Maar, o wee. daar
kwamen koeien aanhollen en wij als de drom
mel weer over de sloot terug en sprong
dat vriendinnetje er precies midden in. Je
begrijpt dat we schrokken en op een holletje
naar huis terug gingen.
Nellie Nieuwdorp. Dus jij bent in Den
Helder geboren. Nu, ik ben ook een echte
Jutter, hoor, en ik vind het wat fijn, want
ik houd van Den Helder. Jij ook. hè:
Beppie Al. Als je me nu kon zien fit
ten, Beppie, dan zou je zien, dat ik mijn
voorhoofd gefronst heb. Dat komt door jou.
Want dat je nu den tweeden avond weer ver
over etenstijd thuis kwam, terwijl je pas een
standje daarvoor had gehad, kijk, dat is niet
goed. Ik ben ook wel eens laat thuis ge
komen, hoor, en dan werd ik altijd voor straf
meteen in bed gestopt, na het eten. Maar
ik geloof dat ik dan den volgenden avond
wel op tijd was. Maar enfin, jij hebt ook
beterschap beloofd. En denk er om, wat je
belooft, moet je doen, anders kunnen je
vader en moeder niet meer op je vertrouwen
en dat is verschrikkelijk, als een vader of
moeder hun eigen meisje, waar ze veel van
houden, niet meer kunnen vertrouwen.
Martinus Langcveld de Koog (T.).
Wat leuk dat jij zoo'n. heel koppeltje konijnen
hebt, Martinus. Je zorgt er zeker wel goed
voor? En vanmiddag ga je zeker hun hok
schoon maken. Of kan dat niet, nu er sneeuw
ligt? Ik heb nog een vriendje gehad, Mon
Bonte, die zooveel van beesten hield. Tegen
woordig hoor ik niets meer van hem, ik
denk dat hij het te druk heeft met zijn
dieren, want als je er goed voor wil zorgen,
kost het een massa tijd.
Gerrit Franse. Vergeten doe ik niet een
van mijn vriendjes, hoor, Gerrit, ook jou
niet. Als ik vandaag niet alle briefjes be
antwoord, dan is dat alleen omdat ik geen
tijd meer heb en niet omdat me de lust ont
breekt om met jullie te babbelen. Op het
vliegkamp is Zondags natuurlijk niet veel te
beleven, Gerrit, dan is er Zondagsrust, maar
het is toch een gezonde wandeling om er
heen te gaan.
Rikus Franse. Hè, was het alvast maar
zoo ver, Rikus, dat jij met je club naar de
duinen kon, want dan was het lente. Maar
nu is het toch ook heerlijk, want nu ligt er
sneeuw.
Annie en Mona Timmer. Je vriendelijk
verzoek is ingewilligd, hoor. Dat klinkt erg
officieel, hè, maar het beteekent niets anders
dan dat jullie namen de vorige week nog
een kruisje hebben gekregen, toen je de raad
sels per abuis te laat instuurde.
Frieda v. Straaten. Eigenlijk wilde ik
net stoppen, Frieda, toen zag ik jouw briefje
en dacht ik, dat nieuwe raadselvriendinnetje
moet toch nog even antwoord hebben, anders
kijkt ze vanmiddag zoo treurig, als ze niets
ziet staan voor haar, terwijl ze er vast op
gerekend heeft. En nu lach je.
Nellie Jongepier. Jij vraagt of je een
eigengemaakt raadsel in mag zenden. Ik zal
heel kort antwoorden: Ja, Nellie.
Annie v. d. Brink. Meneer Bolk heeft
de raadsels gegeven, hoor, Annie, en jij staat
op de lijst. Wat een leuke dagen heb je ge
had. Ik dank je nog wel hartelijk voor de
kaarten die we van je ontvingen. En nu zit
je vader op de boot naar Tndië. hè, en nog
een paar maanden, dan ga jij met je moeder.
Dat zal fijn zijn zoo'n groote reis. Ik zou
best mee willen.
En nu moet ik eindigen, jongens en
meisjes, er liggen niet zooveel briefjes
meer te beantwoorden, maar ik heb
heusch geen tijd meer. eigenlijk heb ik
al veel te lang zitten schrijven en moet
me extra haasten om met m'n andere
werk klaar tn komen, maar dat heb ik
wel voor jullie over.
Volgende week hoop ik weer aan
allen te schrijven.
KINDERVRIEND.
fjf
TWEE HONDEN VECHTEN OM
EEN BEEN....
Een kleine hond, met krullend staartje
Kwam aangeloopen, met een vaartje.
Hij zag een bord met beenen staan,
En wou daar eens van smullen gaan.
Hij droeg een strikje om z n nek,
En likte zich alvast den bek.
Het bord met beenen op den hoek,
Is juist hetgeen ons hondje zoekt.
Maar van den and'ren kant o wee,
Daar nadert hondje nummer twee,
Omdat ze 't eerlijk samen vonden
En daar nu maar te grommen stonden.
Is hondje nummer drie gekomen,
En heeft alles alleen genomen,
Het spreekwoord zegt,
En zeer terecht:
„Twee honden vechten om een been,
De derde loopt er ras mee heen".
Leny Hazebroek.
Onze duiven zijn aan 't koeren,
'k Zal ze nu maar even voeren.
Kijk die beesten toch eens pikken,
Ze zitten alles op te bikken.
Nu is het eten afgeloopen,
'k Mag wel gauw weer voer gaan koopen,
Want ze eten het zoo gauw op.
Het eten zit nu in de krop.
Kijk nu vliegen ze op het dak,
Dan weer op de regenbak,
Zoo vliegen ze maar heen en weer.
Stijgen op - dalen neer.
Gerrit Franse.
Strakjes komen er weer spruitjes,
Aan den nu nog kalen boom,
Strakjes komen weer geluidjes,
Van, die nu nog zijn in droom.
Strakjes, dan komt weer de stengel
Borend uit den grond vandaan,
Strakjes zal insectcngewrimel,
Weer zijn taaltje spreken gaan.
Strakjes, zal het vee weer komen
In de nu nog dorre wei,
Strakjes, wordt weer waargenomen
Schoonmaak-vluchten van de bij.
Strakjes zal alles herleven,
Wat niet tegen koude kon.
■Strakjes, wordt die kou verdreven
Door de warme voorjaarszon.
Pa en Annie IV.
MAKEN.
Cor haakt nu zeker al een week,
Steeds lus voor lus en steek voor steek,
Met mooie rose wol.
En werkt zij nog een poosje door
Is het een heel lief mutsje hoor.
Voor zusjes krullebol.
Pa en Annie IV.
DUIFKE.
Aardig duif ken in de goot,
Met uw pootjes blank en roos,
Waarom wasch je toch je kleertjes
Je mooi kuifje en veertjes,
Telkens weder hartedief?
Zeg eens. b"i >e zoo niet lief?
Annie Gerritse.
MIMI.
Mimi, ons hondje is een schat,
Hij 't is een reu, heeft altijd wat.
Eerst bijt hij zijn mand stuk,
Dan weer heeft hij op mijn beenen tuk.
Moeder vindt dat soms wel naar,
Want zeg ze: dit hondje is een gevaar.
Voor alles wat hij krijgen kan.
Zelfs de beer van onze kleine Jan,
Gaat moedig en parmant,
In Mimi's hondenmand.
Mijn vader zegt, 't is een echte hond,
Al weegt hij nog geen twee en half pond.
Het is een dwerg, een echte smous,
Niets is er veilig, zelfs geen kous,
Toch vinden wij dit wel fijn,
Een hondje moet toch tierig zijn.
Maar is hij soms wat al te wild.
Dan wordt hij in zijn mand getild.
Dan gaat hij slapen, van 't spelen moe,
Ik dek hem dan heel zachtjes toe.
Sientje en Pa Louwhoff.