Steunt de plaatselijke Industrie! IS ALTIJD NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA BuitenSandsch overzicht. No. 7241. EERSTE BLAD ZATERDAG 25 FEBRUARI 1933 61ste JAARGANG De strijd omjehol. De Volkenbond geeft zijn verzoe- niftgs pogingen op. - Hitier spreekt. - De Fransch- Amerikaansche schuldenkwestie. Er is gewoon Krentenbrood en er is Krentenbrood van Krigée Gevuld met spijs f 0.60 OOK VOOR DAMES De strijd in Jehol. Joh. BVtos, Stoomwasscherij ,,[nsuiind@", Helder I Verban de thuiswasch als U ons een proefwasch laat behandelen GEMBERBR00D f0.25 Een delicatesse, iets aparts! C0R KRIGÉE, v. Galenstraat 71. Neemt U in acht HELDERSCHE COURAN Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Losse nos. 4ct.fr. p. p. 6ct. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1.— Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, fl.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v'h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meei 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct. De strijd om Jehol is begonnen, de Ja panners hebben het eerste oorlogstuig gebracht, bommen zijn geworpen en heb ben hun uitwerking niet gemist en nu trekken de Japansche troepen de Chinee- zen tegemoet en straks zal het bloed- drama worden gespeeld, ten aanschouwe van de wereld en van den „vredes"-vol- kenbond, die niets anders heeft kunnen doen dan de executie misschien wat uit stellen. Als men tenminste kan spreken over uitstel, want eigenlijk heeft Japan zich in het geheel niets aangetrokken van de academische debatten in Genève en is zijn eigen weg gegaan. Zijn nota's en ver- i klaringen aan den Volkenbond, die pro forma gezonden werden, behelsden tel kens weer dezelfde beschuldigingen aaiij China, n.1. dat de Chineesche regeering niet in staat was tot regeeren en dat het bandietenwezen in Mantsjoerije bestre den moest worden en andere argumenten, die weinig steekhoudend waren voor hun optreden, doch bij gebrek aan degelijke argumentatie, telkens weer dienst moesten doen. En nu gaat het om Jehol. De „Nw. Rott. Crt." schrijft daarover o.m.: Het is een vreemde wijze van geschied schrijven, waarin Jehol als vaststaand tot een onderdeel van Mantsjoerije wordt ver klaard. In werkelijkheid heeft dit Mon- goolsche land, waarvan drie kwart der be volking uit Chineesche kolonisten be staat, nooit tot Mantsjoerije behoord. Bin- nen-Mongolië, waarvan Jehol deel uit-1 maakt, was vroeger verdeeld in admi-' nistratieve gebieden. Jehol was eerst in den laatsten tijd tot den rang van provin- J cie verhevn. Bij wijze van administratie- ven maatregel was deze provincie door de Chineesche regeering ingedeeld onder het gezag der Vier Noordoostelijke pro vincies, waarvan er d^ie tot Mantsjoerije behooren. Uit dit jongste administratief j verband, door het Chineesche gezag kort i geleden om practische redenen en vol- strekt niet uit historische overwegingen gelegd, destilleeren de Japanners nu his-| torische aanspraken van Mantsjoerije op de provincie Jehol, met een gemoedsrust alsof dit de meest vanzelfsprekende zaak van de wereld was en alsof er op 't oogen- j blik, nu deze dingen al anderhalf jaar in het middelpunt van politiek onderzoek en openbare belangstelling staan, nog kans bestaat met dergelijke beweringen1 succes te behalen. I Dat gelooven de Japanners ook wel niet zegt het blad verder evenmin als zij een oogenblik zullen hebben ge dacht, dat iemand het verhaal van de Mantsjoe-bevolking van Mantsjoerije nog zou willen gelooven. Maar zij weten dat zij geen gevaar meer loopen van plechtige weerleggin gen; de polemische strijd is uitgestreden. Het zijn dan ook heel andere redenen, niet van historischen, maar van begrij-j pelijken practischen aard, die de Japan ners dezen gevaarlijken veldtocht heb-j ben doen ondernemen. Evenzeer als Je hol een poort van inval voor China is,1 een soort van geografisch kanon, recht streeks op Peking en Tientsin gericht, evenzeer is het in omgekeerde richting een poort van inval voor de Chineezen in Mantsjoerije geweest. De strategische positie van Jehol is uiterst belangrijk en was dit ook in het verleden. Wie Jehol bezat was altijd in staat invloed uit te oefenen op den gang van zaken in Mantsjoerije. Het blad besluit het artikel als volgt: Het is niet waarschijnlijk dat iets an ders dan Chineesche tegenstand den Ja panners nog van de verovering van Je hol zal kunnen afhouden. Het is geloof waardig, dat zij niet van plan zijn verder te gaan dan het bezetten van deze pro vincie, maar men weet niet hoever zij door de gebeurtenissen zullen worden meegesleept. Het schijnt zelfs dat de Chineezen het erop aanleggen de Japan ners mee te trekken in hun avontuur, waarbij zij op den duur moeten doodloo- pen zooals Napoleon in Rusland doodge- loopen is. De toestand op het oogenblik herbergt verschillende nieuwe gevaarlijke moge lijkheden, waarop wij nog nader zullen moeten terugkomen. staten een leger hebben, dat op oorlogs China wijst het ultimatum af. sterkte gebracht 12 millioen man telt. Het kan ons niet koud laten dat de aj? Ult N.an.kl.nf China heeft eene staat ontwapend moet zijn, terwijl Jen Japanschen eisch tot terugtrekking de andere in het bezit is van de meest van de troepen uit Jehol categorisch al- moderne aanvals-wapens. bewezen. De opmarsch begonnen. Reuter meldt uit Tsjangtsjoen: Op bevel van den minister van oorlog van Mantsjoekwo zijn de Mantsjoerjjsche troepen onder generaal Tsjang Hal-peng Woensdag te middernacht den opmarsch tegen de Chineezen aan 'iet front van Jehol begonnen. De tegenstand der Chineezen. Te Peking is men naar Reuter meldt, van meening, dat de Japanners betrek kelijk de afgelegen steden aan de grens van Jehol zullen kunnen nemen, maar dat het hun zeer moeilijk zal vallen het bergachtig gebied van Jehol onder het Chineesche vuur binnen te dringen. j Peipiao zou door de Chineezen ont- ruimd zijn en zij zouden ten Noorden i van de stad opnieuw stellingen hebben ingenomen. i Chineesche vrijwilligers-troepen zou den de spoorlijn tusschen Nauling en Peipiao afgesneden hebben, waardoor de Japansche troepenzendingen, die inder daad uit Tsjintsjou geschieden, bemoei lijkt worden. Hitier spreekt, de Nazi's luisteren. Laat ons ook eens ons oor te luisteren leggen naar wat „de leider" te zeggen heeft over de huidige politieke en econo mische problemen. De Berlijnsche corr. van de Associated Press heeft Hittler n.1. over deze vraagstukken geïnterviewd en toen heeft deze o.a. gezegd: „U vraagt mij of ik nog steeds sta op mijn standpunt van 1931, aangaande het betalen van de particuliere schulden aan het buitenland. „Ja, evenals toen ben ik nu van mee ning, dat deze onvoorwaardelijk moeten worden betaald; men moet evenwel niet vergeten, dat het betalen van schulden niet alleen een kwestie van willen, doch ook van kunnen is. Het ware zeer onver standig een schuldenaar te vernietigen alvorens hij heeft betaald." Ten aanzien van de maatregelen tot be scherming van den landbouw, zei Hitier, dat deze niet genomen zijn om buiten- landsche producten uit het land te weren, doch om den Duitsuhen boer, die bijna te gronde gaat, afdoende te helpen. Inzake den vrijwilligen arbeids-dienst gaf Hitier slechts zijn persoonlijke mee ning ^te kennen. Als nationaal-socialist ziet hij in algemeenen arbeids-plicht een middel om de hoogachting voor den ar beid aan te kweeken. „Onze jeugd moet leeren, dat arbeid den mensch adelt", zoo verklaarde hij. In verband met het leger zeide de rijks kanselier: „In 1919 verlangde men plotseling van Duitschland een beroeps-leger, de militie moest worden afgeschaft. Thans "fischt men plotseling weer de instelling van een militie en de afschaffing van beroeps legers. Op zichzelf beschouwd is het ons vrij wel onverschillig welk systeem de overi ge staten hebben in hun weermacht, doch het is ons niet onverschillig dat wij slechts 100 000 man in dienst mogen hebben, zonder reserve, terwijl nabuur- De Fransch-Amerikaansche schulden kwestie vraagt nog altijd om een regeling en het niet betalen van Frankrijk van de in December 1.1. vervallen termijn, heeft dat vraagstuk niet gemakkelijk gemaakt. De „Nw. Rott. Crt." weet nu van welinge lichte Fransche zijde mede te deelen, dat de laatste besprekingen tusschen Roose- velt en den Franschen ambassadeur Clau- i del, te Washington, een bevredigend re- jsultaat hebben opgeleverd, ten opzichte; van de verdere behandeling van dit vraagstuk. Roosevelt zou den Franschen ambassa deur verzekerd hebben, dat de Fransch- Amerikaansche schuldenkwestie parallel, zal worden behandeld met de a.s. En- gelsch-Amerikaansche onderhandelingen. Verder zou Roosevelt uitdrukkelijk de verzekering hebben gegeven, dat de Ame- rikaansche regeering Frankrijk op dezelf de wijze behandelen zal als de overige I schuldenaar-staten. Roosevelt zou er in het bijzonder prijs op hebben gesteld, dat de definitieve regeling der intergeallieer- de schuldenkwesties in nauw verband met de op de Londensche oeconomische we reldconferenties te behandelen problemen tot stand wordt gebracht. De officieel e besprekingen tusschen de Fransche en Amerikaansche regeering over de rege ling der schulden tusschen de beide lan den zullen worden aangevangen, zoodra de nieuwe regeering in functie zal zijn getreden. ORDERS VOOR ENGELSCHE OORLOG SSCHEPEN. De orders van het vlootbouwprogram- ma van 1932 zijn nog niet geheel ge plaatst. Met verschillende ondernemin gen zijn contracten gesloten voor kielen en machineriën tot een bedrag van onge veer 4.500.000. Afgezien van contracten voor geschutsmontage en andere bewape ning moeten nog worden geplaatst orders voor de kielen van den kruiser „Apollo", een torpedobootjager, een depotschip, en drie duikbooten. De orders voor den krui ser en een der onderzeebooten zullep niet worden geplaatst voor eind Maart. Het Japansche ultimatum. De Japansche eisch tot terugtrekking van de Chineesche troepen uit Jehol was vervat in een memorandum, dat Woens- (dagvond aan den Chineeschen minister van buitenlandsche zaken is overhan- digd. FUSIE BONDEN OVERHEIDS PERSONEEL. De commissie ter voorbereiding van de fusie van den Centralen Nederl. Ambte naarsbon d en den Nederl. Bond van Personeel in Overheidsdienst is thans zoover met haar arbeid gevormd, dat de fusievoorstellen nog dit jaar aan de leden kunnen worden voorgelegd. De beslis sing zal genomen worden op de congres sen in 1934. De nieuwe bond zal in Den Haag gevestigd worden. JAPAN EN NEDERLAND. Een bezoek van Matsoeoka. De correspondent van de „Nw. Rott. Crt." te Genève meldde Donderdagmid dag: Naar ik van gewoonlijk goed ingelichte Japansche zijde verneem, is Matsoeoka voornemens, alvorens naar Japan terug te keeren, nog een kort bezoek aan Ne derland te brengen, waar hij o.a. met onze regeering en in het bijzonder met de ministers van buitenlandsche zaken en van koloniën de mogelijkheid van het sluiten van een Japansch-Nederlandsch Door ons prachtig water wasschen wij wit als sneeuw. Doordat onze waschproducten onder scheikundige contröle staan, wasschen wij met minimum slijtage. Door onze jarenlange ervaring kunt U van een uiterst zorgvuldige behandeling verzekerd zijn. pact van non-agressie bespreken wil. De Japansche regeering schijnt hierdoor te willen doen blijken, dat geen vrees voor Japansche aanvallen tegen Nederlandsch- Indië behoeft te bestaan. DE ARBEIDSGESCHILLEN IN 1932. Het verlies aan arbeidsdagen is dit jaar grooter dan in eenig ander jaar sinds 1924. In de eerste aflevering van het Maand schrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek is een voorloopig overzicht op genomen van de werkstakingen en uit sluitingen, welke in 1932 in Nederland zijn voorgekomen. Daaruit blijkt o. m. dat het verlies van arbeidsdagen tenge volge van deze conflicten in het afge- loopen jaar aanmerkelijk grooter is ge weest dan in eenig ander jaar na 1924. Het bedroeg in 1932 n.1. 1.627.000 voor de ondernemingen en 1.787.000 voor de rechtstreeks in de geschillen betrokken werknemers. Evenals in 1924 was ook in 1932 de oorzaak van het groote verlies in hoofd zaak te zoeken bij de langdurige stopzet ting van een groot deel van de textiel nijverheid. Bij de eind 1931 uitgebroken en tot 5 April 1932 voortdurende geschil len in het Twentsche textielgebied gin gen in 1931 ruim 265.000 en in 1932 nog ruim 1 millioen arbeidsdagen verloren. Ook was van belang de van 1 Juli 1931 tot 2 Mei 1932 aanhoudende staking in de karton-industrie van de -provincie Gro ningen, waarbij het verlies aan arbeids dagen in 1931 op 235.000, in 1932 op 162.000, in totaal dus op 397.000 kwam te staan. Van de 198 in 1932 geëindigde geschil len was, voor zoover reeds bekend, 38 pet. gewonnen door de werknemers en 17 pet. door dezen verloren, terwijl 36 pet. werd geschikt. Echter was het aantal be trokken werknemers bij laatstgenoemde groep naar verhouding veel grooter dan bij de andere. Bij de door schikking tot een einde gebrachte geschillen bedroeg het aantal werknemers n.1. gemiddeld 364, bij de gewonnen geschillen daaren tegen 24 en bü de verderen nescbillen 34. MARINIER IN ARMOEDIGE OMSTANDIGHEDEN. Op de schriftelijke vragen van het Tweede Kamerlid de Visser: Is het der regeering bekend, dat in de eerste helft van Januari j.1. een gehuwd marinier 3e klasse te Rotterdam, met uit zetting uit zijn woning werd bedreigd, omdat zijn vrouw niet in staat was de wo- ninghuur van 3 per week te betalen? Is het juist, dat deze marinier, die ge huwd is en een kind heeft, een trakte ment ontvangt van 6, waarvan eiken betaaldag nog 88 centen voor pensioen en 1 voor kleedinggeld worden inge houden? Is het juist, dat de vrouw van dezen marinier, na de bedreiging tot uitzetting uit haar woning, waardoor een groote volksoploop ontstond, van Maatschappe lijk Hulpbetoon een bourbon tot betaling i van haar huur ci-h rngt? Acht de regeering het geoorloofd, dat aan mariniers een zoodanige soldij wordt betaald, dat zij met hun gezin op steun van Maatschappelijk Hulpbetoon zijn aangewezen? Zoo neen, is de regeering dan bereid, oogenblikkelijk zoodanige maatregelen tot tractementsverhooging van mindere mi litairen te treffen, dat zij in staat zijn, op een behoorlijke wijze in het onder houd van hun gezin te voorzien? Heeft de minister van Defensie geant woord: Het vermeldde in de eerste vraag is bij onderzoek gebleken juist te zijn. De bedoelde marinier geniet thans met inbegrip van kindertoelage en na aftrek van alle kortingen, 4.95 per week. De inhouding van kleedingschuld is een ge volg van het feit, dat hij, meenende te zullen worden afgekeurd, voorbarig ge noeg al zijn plunjes verkocht en daardoor 60 aan nieuwe plunjes moest aanschaf fen, welk bedrag in welkelijksche termij nen wordt inugehouden. Tot toekenning van een huurbon door Maatschappelijk Hulpbetoon was reeds besloten vóór 18 Januari 1933, den da tum, waarop met uitzetting uit de woning was gedreigd; toen dit besluit bekend werd, is aan het voornemen tot uitzetting geen gevolg gegeven. De bedoelde marinier huwde op 18- jarigen leeftijd en deed eerst onlangs de eerste pogingen, om voor bevordering in aanmerking te komen. Een marinier van zijn anciënniteit is onder normale omstan digheden marinier 1ste klasse; de be trokkene heeft het aan zich zelf te wij ten, dat hij steun van Maatschappelijk Hulpbetoon behoeft. De bezoldigingsregeling is, naar het oordeel der regeering, zoodanig, dat mi litairen, die zorg dragen tijdig te voldoen aan de voor bevordering gestelde eischen, en niet op zeer jeugdigen leeftijd in het huwelijk treden, op behoorlijke wijze in het onderhoud van hun gezin kunnen voorzien. Hoe komt het, dat vrouwen zoo vaak lijden aan rugpijn, rheumatische pijn, waterzuchtige zwellingen, duizeligheid, zwakte, uitputting en zenuwachtigheid. Haar lichaamsgesteldheid, de verschillende perioden in het leven der vrouw, de geboorte van kinderen, vormen vaak de oorzaak van verzwakking der orga nen in den rug. Deze organen beginnen traag en slecht te werken, waardoor urinezuur en andere onzuiverheden zich ophoopen en zich door het lichaam kan verspreiden. Voor vrouwen zijn Foster's Rugpijn Pillen dan ook een uitkomst in dergelijke kritische tijden. De versterkende werking van dit spe ciale middel op de betreffende organen maakt spoedig een einde aan de hinderlijke verschijn selen en baat tegen rheumatiek, ischias, spit en waterzucht. Foster's Rugpijn Pillen zijn verkr. bij alle drogisten enz. a i.1.75 en ƒ3.per doos. door MARTIN JOHNSON. Een kort woord is noodig ter inlei ding van ons nieuwe feuilleton, waar mede wij heden aanvangen. Misschien herinnert de lezer zich uit de dagbla den de zeer gunstige kritieken over een nieuwe film, geheel en al opgeno men in de oerwouden van Afrika, die vooral hierom zoo merkwaardig was, omdat zij ons deed kennismaken met den interessanten volksstam der Pyg meeën, menschen, waaromtrent nog weinig bekend was. Ook gorilla's, de eigenaarige menschapen konden in hun dagelijksch leven worden gefilmd. Verschillende bladen hebben er uitvoe rige en zonder uitzondering gunstige besprekingen aan gewijd; men wees vooral op de waarde dezer opnamen, die aan de werkelijkheid ontleend zijn, in tegenstelling met films als „Tarzan" e.d., die in ateliers in elkaar werden gezet, en waarbij dieren in gevangen staat werden gebruikt als figuranten. De redacteur van „Het Volk", die in het nummer van 1 Dec. een uitvoerige bespreking aan de film wijdde, schrijft daarin o.a.: „De Pygmeeën kennen wij uit „Tarzan". Dit waren alleen flink betaalde lilliputters van een variété gezelschap. De Pygmeeën van Congo- rilla zijn zoo onmiskenbaar echt, dat men zich in hun dorp waant." Martin Johnson, waarvan in het hiervolgend verhaal sprake is, werd in 1884 in den staat Illinois, Amerika, ge boren en trok reeds vroeg de wereld in; zijn avontuurlijke lust zat hem in het bloed en hij kon het thuis niet uit houden. Hij maakte kennis met Jack London, die een grooten invloed op zijn leven had en huwde in 1910 Miss Osa Helen Leighty, (de „Osa" in ons verhaal), evenals hij begiftigd met een onweerstaanbaren drang tot rei zen en trekken. In 1921 vestigde John son de aandacht van de filmwereld op zich door het vertoonen van zijn eerste werk, „Kannibalen der Zuidzee", een film, die over de geheele wereld met enorm succes werd vertoond. Verschil lende zwerftochten heeft het echtpaar gemaakt, o.a. bezochten zij ook Java en Borneo. Voor het filmwerk „C011- gorilla" hebben zij zeven maanden te midden der Pygmeeën gwoond in de oerwouden van Itura in den Belgi schen Congo. De reisbeschrijving, die Johnson zelf van den tocht maakte, werd ons door de Fox Film Corporation ter publicatie aangeboden. Nu binnen enkele weken deze film ook hier ter stede zal worden gedraaid, meenden wij dat onze lezers het voor de afwisseling wel eens aardig zouden vinden iets van dezen aard te krijgen in de plaats van liefdesgeschie denissen, die in den regel den inhoud der courantenfeuilletons vormen. Wij hebben er enkele hoofdstukken en ge deelten van hoofdstukken uit wegge laten, omdat het verhaal anders wat te lang werd. Tegen dat de film hier vertoond wordt, zal ons feuilleton dan ook zijn geëindigd. Wij hopen, dat de lezers met genoegen kennis zullen ma ken met de avonturen van dit echtpaar en dat zij straks met des te grooter ge noegen de film zullen gaan zien. HOOFDSTUK I. Afrika roept! Hoog in het gebergte, temidden van kale, grijze woestijnen, bevinden zich de eenzame berghellingen van Mikeno en Alum bongo, waar de gorilla, de harige menschaap, waarvan steeds de vreemdste geruchten de ronde doen, huist. Vrouwen, die kermend en schreeu- t wend van de zijde harer verschrikte eclit- genooten werden weggerukt, neger-jtn- gens, door gorilla's ontvoerd, die als [hongerige roovers door het gebergte rondwaarden. Ziehier slechts enkele der mysterieuze verhalen, waarin vermoedelijk J wel eenige grond van waarheid ligt, doch die overigens door geen enkel bewijs ge staafd zijn. In datzelfde zwarte geheimzinnige Afrika ligt het grillige nevelachtige Ituriwoud, waarin het dwergvolk der I Pygmeeën woont, een vroolijk volkje, dat zingend en dansend door het leven gaat, dat noiot zorgen kent en voortleeft in eentonige onverbroken harmonie. Dit is het land, waartoe Gulliver, de legendari sche wereldreiziger zich aangetrokken heeft gevoeld. Dat waren zijn Lillyput- ters, zijn avonturen, die mij zoo menig heerlijk oogenblik in mijn jongensjaren bezorgd hebben. En het was daórom, dat ik het besluit I nam tot men laatste „safari" (expeditie) naar Afrika, het primitieve land, dat mijn vrouw Osa en ik hebben leeren kennen en liefhebben 1 Gorilla's, de groote menschapen uit het gebergte, hebben den mannen der wetenschap en wereldreizigers steeds be lang ingeboezemd. Zij die zich bezighouden met de evolu tie der menschheid hebben deze dieren bestudeerd, in de hoop eindelijk de „mis sing link" 1) tusschen aap en mensch te vinden. De moeilijkheden, die men te overwinnen had, om de dieren in hun schuilplaatsen op te zoeken, waren voor avonturenzoekers slechts een reden te meer om hun doel te willen bereiken. Voor mij hadden echter de menschelijke eigenschappen der gorilla's de machtig ste aantrekkingskracht. Menig aange naam uur heb ik met interessante ge- j sprekken over gorilla's doorgebracht met mijn helaas te vroeg gestorven vriend, Paul Akeley, die deze dieren gedurende jaren bestudeerd en gevolgd heeft. Zijn avontuurlijke verhalen, welke zich af speelden op de gevaarlijke berghellingen, spraken altijd sterk tot mijn verbeelding. Er bestaan vier soorten menschapen, drie daarvan heb ik tamelijk nauwkeurig bestudeerd, n.1.: de Orangoetang, de IChimpansee en de Gibbon. De wensch om door te dringen tot de oorden van de allergrootste onder deze dieren, bracht mij tot de laatste filmexpeditie. Toen Osa en ik onze plannen maakten, besloten we in onze „safari" naar gorilla- land ook de route naar het Pygmeeën- land op te nemen. Wij waren reeds eenige malen op onze wereldreizen met dit vreemdsoortige ras in aanraking geko men. Men vindt ze in de binnenlanden van Nieuw-Guinea en we hebben ze ook ontmoet op het eiland Santo, behoorende tot de Nieuwe Hebriden in de Stille Zuidzee. Nu wilden we echter doordrin gen tot het hartje van Afrika, tot het land der Pygmeeën, waar we dit vreemdsoor tige menschenras in zijn primitiefsten vorm zouden kunnen bestudeeren. Onze plannen waren gereed en we vertrokken van Nieuw York naar ons huis, in Nai robi, in Britsch Oost-Afrika. 2) Onze expeditie begon met drie interes sante avonturen, die hoop gaven op suc- j ces. We waren gedwongen om de groote „safari" uit te stellen, tot onze uitrusting geheel gereed zou zijn en we maakten in j den tusschentijd een inleidingsreis naar de Serengeti-vlakte van Tanganyika om eenige leemten in onzen filmvoorraad uit het leven in de wildernis aan te vullen. Drie buitengewone filmgebeurtenissen, zooals ze in de wildernis tot de uitzonde ringen behooren, kwamen plotseling voor onze lens. We maakten een opname van een troepje wilde honden, die rustig bezig waren een zonnebad te nemen. Zooals men weet, zijn de wilde honden verwant aan den Amerikaanschcn wolf. Deze dieren zijn wild en gevaarlijk en zij haten de nabijheid van den mensch. Wij konden de honden tot op een afstand van twintig voet naderen. Ze trokken zich weinig van onze aanwezigheid aan en werden zelfs niet gestoord door het klikken onzer camera's. Plotseling zagen wij een kudde giraf fen naderen; de honden maakten zich tot den aanval gereed en trachtten de kudde in wilde woede te vervolgen. Dit was een ongelooflijk mooi moment om te verfil men. De tweede verrassing was een kudde Grant-gazellen in een diep lommerrijk dal, dat herinnerde aan een appelboom gaard. Het zonlicht scheen door het ge bladerte toen wij aankwamen. We zagen ongeveer vierhaonderd gazellen, die niet in het minst bevreesd waren. We waren zóó dicht genaderd, dat we onze gewone I veel gazellen gefotografeerd, doch heb deze dieren nooit zoo vriendelijk en rustig bijgewoond als op deze plek. 1) Onder „missing link" wordt verstaan het ontbrekende kenmerk, dat als het ware de scheiding vormt tusschen mensch en mensch-aap, en waardoor toch, ondanks de physieke gelijkenis, deze laatste tot de dieren blijft behooren. Tot nu toe heeft de wetenschap dit ver schil niet kunnen vaststellen. 2) Nairobi ligt op 334 mijl afstand van Mombassa op de Oostkust van Arika. Hét ligt 2000 M. boven den zeespiegel op een schitterend plateau. Het is er nooit heet en nooit koud. Nairobi heeft 50.000 in woners. (Wci-t vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 1