IS ALTIJD NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WiERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buifen3andsch overzicht. Vissefierskousenü! PUROL er op! No. 7242. EERSTE BLAD DINSDAG 28 FEBRUARI 1933 61ste JAARGANG liet Chineesch-Japansche conflict. - De Engelsche pers voor het embargo op wapens naar Japan. - Cham— berlain over de economische crisis. Het verzacht en geneest OOK VOOR DAMES TWEEDE KAMER Wijziging Crisispachtwet 1932. HELDERSCHE COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.60; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen land f 2.Nederl. Oost- en West Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20 Losse nos. 4ct.fr.p.p.6ct. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1.—. Modeblad resp. f 1.20, fl.50, f 1.50, f 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50-en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (gaijard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekstl dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meei 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct. Het Chineesch-Japansche conflict. Matsoeoka, de vertegenwoordiger van Ja pan te Genève, heeft in een onderhoud, met een oorrespondent van Reuter te ken nen gegeven, dat de tegenwoordige moei lijkheden in het Verre Oosten z. i. zijn te wijten aan het einde van het Engelscii-Ja- pansohe bond,genootschap. Ik gevoel mij oog. lokkig en als ik geen Oostersche zelfbeheersching bezat, had ik kunnen weenen. Het eenige doel van hpt Engelsch-Japansche bondgenootschap was de handhaving der orde in het Verre Oos ten. Engeland heeft ons verlaten wij be- truren de .omstandigheden, waaronder liet dit heeft gedaan, maar wij hebben 't altijd betreurd. Handhaving van het bondgenoot schap zou de hoeksteen van den vrede zijn geweest. Nu is Japan alleen de hoeksteen." De meeste Engelsche bladen bevatten Zaterdagochtend beschouwingen over hel Vrijdag te Genève gevallen besluit in het Ühineesoh-Japansche geschil. De „Times" acht het geenszins onmo gelijk, dat Japan aan de Mantsjoerijsclie provincies een beter bestuur zal geven en dat ook de omliggende Chineesche pro vincies daardoor spoedig rust en orde zul len genieten. Doch liet valt niet goed te keuren, dat Japan de verplichtingen der verdragen en van het Volkenbondspact niet geëerbiedigd heel't. In verhand met het Chineesch-Japansche conflict schrijft de „Echo de Paris", dat Japan zich door het Volkenbondsbesluit voor een. groote moeilijkheid geplaatst ziet, daar het een Noord-Ghineesche staat moet herstellen met een Mantsjoe-keizer aan hei hoofd. Niemand kan Japan thans meer helpen of den loop der gebeurtenissen veran deren. De „Petit Parisien" verklaart, dat het door het uittreden van Japan voor eens en voor al uit is met de universaliteit van den Volkenbond. De „Excelsior" constateert, dat de Vol kenbond onmachtig gebleken is, het oor logsgevaar te bezweren. En hoe is nu die toestand in China? Elders in dit blad vindt men daarover meer bizonöerheden. Wij willen hier slechts een kort Reuter-telegram vermel den, dat eeh karakteristiek is voor de wijze, waarop China op het Japansche optreden reageert. Zoo meldt Reuter uit Peking, dat de openbare meening krachtig op verzet tegen Japan staat. Er heerscht onder de bevolking groote geestdrift. Ieder wil aan het oorlogsfonds bijdragen. Tot zoover het telegram, waaraan we geen commentaar zullen vastknoopen. Het teekent wel de stemming, die er in China ten opzichte van Japan heerscht. De Engelsche pers bepleit het embargo op wapens naar Japan. Een van de mid delen om Japan den strijd in China onmo- (alle soorten Truien), Sportkousen, lange Kousen. ALLE Kousen en Sokken, zijn alléén BEST bij JAAP SNOR. (Hij breit ze zelf), ie klas reparatie inrichting voor alle soorten wollen Kleeding, Kousen en Sokken (ook de allerfijnste). Zuidstraat 19. (Let op den gelen winkel). gelijk te maken, zou zijn een embargo op wapens, bestemd voor Japan. Met zijn eigen industrie toch kan Japan niet in de behoefte van oorlogstuig voorzien. Nu gnuift de wapenindustrie in verschillende landen natuurlijk over de ontwikkeling van de gebeurtenissen in het Verre Oos ten. Want nu is er weer geld te verdienen. Men interesseert er zich niet voor of het bloedgeld is, geld dat verdiend wordt door het verstrekken van middelen tot massa moord op onschuldige Chineezen. Neen, zoo kieskeurig is men niet en de wapen industrie oefent druk uit op de regeerin gen om niet aan een embargo te beginnen. Wy laten hieronder nog eenige Engel- J sche persstemmen volgen, waarin zoowel Tiet voor als het tegen besproken wordt. De „News Chronicle", die zich de laatste dagen over het geheel bijzonder in de Mantsjoerijsche zaak geïnteresseerd heeft, bepleit vandaag nog eens uitvoerig, dat men aan Japan noch langer wapenen moet leveren, noch geld1 moet leenen. De „Herald" schrijft, dat geen bonds- mogendbeid een volledige onzijdigheid kan j innemen. In het bijzonder acht zij het dui- jdeiyk, dat het voorstel om een embargo op wapenen gelijkelijk voor Japan en China te doen gelden, nu dood is. Hinderpalen te plaatsen op den weg van China's verttedi- ging van zijn grondgebied, zou tegen de heele bedoeling van het Handvest ingaan. I De „Express" betoogt, dat van alle mari tieme mogendheden alleen Groot-Britan- nië in de wateren van het Verre Oosten de voorgestelde boycot zou moeten handha- ven. Volgens haar moet de Britsche regee- ring dit onmiddellijk en eens vooral af wijzen. Cliamberlain over de economische crisis. De Engelsche minister Neville Cham- berlain, heeft zijn stem doen hoeren over de economische crisis. Het was in een rede voor industrieelen, exposanten en leden van de Kamers van Koophandel uit Mid- lawdis, die vertegenwoordigd waren op de jaarbeurs te Castte Bromwich (Birming- ham). De vermindering van de koopkracht dei- bevolkingen, zei de minister, was het voor naamste beletsel voor het herstel van den oeconomischen wereldtoestand. De vermin dering was veroorzaakt door den ramp spoed] gen val van de prijzen voor eerste levensbehoeften en door de hooge tarief muren. Chamberlain was niet tegen tarie ven, maar wel tegen te hooge tarieven, die de goedkoope buitenlanidsche producten kunstmatig buitengesloten hielden. De aangewezen waren op hun exporten van eerste levensbehoeften, waarvoor ze nu zoo weinig kregen, dat ze geen industriepro ducten konden koooen. Het was niet mo gelijk voor Engeland alleen een einde te maken aan dezen rampzaligen toestand, maar spr. vertrouwde, dat Engeland de lei ding zou kunnen nemen bij het herstel. Een terugkeer tot den gouden standaard was onmogelijk zoolang de prijzen van groothandelsartikelen zoo laag waren en het verschijnsel deed zich nu voor, dat de sterlingkoers vaster was dan de goudprijs, zoodat verscheidene kleinere landen zich richtten naar sterling en niet meer naar goud. Ook deze toestand was ongezond en er zou op de oeconmische we relden fe ren t ie ongetwijfeld één of andere overeenkomst nopens het monetaire vraagstuk getroffen moeten worden. Spr. kon niet vooruitloo- op wat daarbij te Genève ter sprake zou worden gebracht, maar de conferentie zou ongeveer de laatste kans op oeconomiseh herstel bieden en daarom moest iedere staat zich opofferingen getroosten om haar te doen slagen. PROF. GOUDRIAAN EN DE S.D.A.P. „Het Volk" meldt inzake de uittreding van prof. Goudriaan uit de S.D.A.P., dat de hoogleeraar lid was van de afdeeling Eindhoven der S.D.A.P. Toen zijn artikel in „De Groene Amsterdammer" versche nen Avas, kwam bij het afdeelingsbestuur een voorstel van een aantal leden in, om hem te royeeren. De afd.voorzitter stelde j prof. Goudriaan hiervan in kennis en gaf hem in overweging, zich voor te bereiden op de behandeling van dit voorstel in de ledenvergadering op 1 Maart. Den avond van dien dag, dat hij de kennismaking ontving, berichtte prof. Goudraan aan „Het Volk" en aan „N. Rott. Crt." dat hij schriftelijk bericht van uittreden uit de partij verzonden had. Aldus „Het Volk". MOEILIJKHEDEN IN DE ONAFHANKELIJKE SOCIALISTISCHE PARTIJ. Naar „Het Volk" meldt, is een conflict uitgebroken tusschen het bestuur van de federatie Amsterdam der O.S.P. en het hoofdbestuur van die partij over de te volgen tactiek. Het bestuur van de fede ratie Amsterdam heeft thans een ultima tum gesteld aan het hoofdbestuur der O.S.P. en gedreigd, bij niet-inwilliging van de daarin gestelde eischen, te zullen aftreden. Zaterdagmiddag 0111 vier uur zouden de leden van beide besturen ge meenschappelijk confereeren. Kwam men in deze conferentie niet tot overeenstem ming, dan zou het bestuur van de fede ratie Amsterdam der O.S.P., waarvan de heer De Vries voorzitter is, zijn mandaat neerleggen. DE VERKIEZING VOOR DE TWEEDE KAMER. De candidaten der R. K. Staats partij. In die „Residentiebode" is thans een ba lans opgemaakt van de adviseering in de verschillende kieskringen der R.K. Staats party. Daaruit blijkt, dat er reeds 9 omschre ven zetels by' eerste candiidaatstelling zijn bezet, n.1. door de heeren Henri Hermans, dr. L. G. Kortenhorst,mr. J. A. G. M. van Hellenberg Hubar, C. J. Kuiper, A. J. Loerakker, mr. J. R, H. van Schaik, J. G. Suring, A. N. Fleskenis, minister dr. L. N. Dekkers en mr. C. M. J. F. Goseling. Drie omschreven zetels zullen nog be twist worden: in ZwolleAssen voor den ,voeconomischen zetel" candidaat gesteld Als Uw Handen ruw zijn of gesprongen en Uw Lippen schraal en pijnlijk; maar vooral ook bij brand- en snijwonden, ontvellingen en allerlei huidverwondingen nu-. P. J. M. Aalberse en mr. dr. J. W. Schneider; in AmsterdamDen Haag Rotterdam voor den „kolonialen zetel" ir. L. J. M. Feber en A. B. ten Berge; in Lim burg voor den .landbouwzetel" ir. dr. Droe- sen, W. Quaedvlieg en P. J. Rutten. Van de 18 vrije zetels werden voor 4 geen candidaten vanwege de rykskies- kring-organisaties der party geadviseerd. Van de r.k. Kamerfractie, zooals die momenteel is samengesteld, komen, door dien zii zich niet meer voor een herkiezing beschikbaar stelden, niet meer in de Tweede Kamer terug de heeren Jos. Mae- nen, Alb. van der Melis, F. Uyen en nu-. A. baron van Wijnbergen. Van de overige 26 ldeen bekwamen de volgende 18 leden een omschreven zetel of werden geadviseerd: prof. Aalberse, van de Bilt, Engels, ir. Feber, Fleskens, mr. Goseling, mr. van Hellenberg Hubar, Henri Hermans, Kampschoër, dr. Korten- horst. Kuiper, Loerakker, mej. Meyer, A-an Poll, mr. van Schaik, Suring, mr. Teulings, van Voorst tot Voorst. De volgende 8 leden bekwamen geen ad vies, doch werden wel'gecandideerd: mr. Truyen, ir. Bongaerts, mr. Romme, Keestra Lockefeer, dr. Moller, Sohaepman en J. Vos Azn. Van de vier katholieke ministers werd alleen mr. Reymer nergens gecandideerd; dr. Deckers kreeg een omschreven zetel en jhr. Ruys de Beerenbrouck en mr. Ver schuur Averden voor een vrijen zetel ge adviseerd. Het Eerste Kamerlid IJsselmuiden werd voor een vrijen zetel geadviseerd in Arn hemNijmegen; zou hy straks zijn intrede in die Tweede Kamer doen, dan zal hij in de Eerste Kamer worden opgevolgd dooi den heer J. Andriessen te Utrecht, voor zitter A-an den R.K. Bouwarbeidersbond. De Vrije Christelijke Partij. De Vrije Christelijke Partij zal deel nemen aan de verkiezingen voor de Twee de Kamer. No. 1 van haar candidatenlyst is de heer J. F. van Es, te 's-Gravenhage. Candidaatstelling anti-rev. partij. De uitslag van de stemming over de eerste 16 plaatsen der anti-rev. lijsten is, naar in de Stand, wordt meegedeeld, als volgt: 1. H. Colyn; 2. J. A. de Wilde; 3. C. van den Heuvel; 4. L. F. Duymaer van ÏAvist; 5. J. Schouten; 6. C. Smeenk; 7. H. Visscher; 8. H. Amelink; 9. J. J. C. van Dijk; 10 A. Zijlstra; 11. C. van Dobben de Bruyn; 12. J. Terpstra; 13. C. van dei- Zaal; 14. P. Wielenga; 15. A. A. L. Rut- gers; 16. T. A. van Dijken. DE GEEST IN DE WEERMACHT EN DE KRIJGSTUCHT. Een commissie van onderzoek geïnstalleerd. De minister van defensie heeft gisteren ter departemente een commissie geïnstal leerd waarvan deel uitmaken: Als lid en voorzitter; mr. C. J. H. Sche pel, president van het Hoog Militair Ge rechtshof, raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlanden; als leden: J. J. Beijerman, administra teur, hoofd der afdeeling personeel land macht aan het departement van defensie; D. .J. Sonne, administrateur, hoofd der af deeling personeel zeemacht aan het depar tement van defensie; H. Riem, hoofdoffi cier van administratie der le klasse, inten dant der zeemacht; H. Ferwerda, kapitein luitenant ter zee; C. E. W. baron van Voorst tot Voorst, luitenant-kolonel der infanterie; H. D. S. Hasselman, luitenant kolonel der artillerie; A. van Pelt, gepens- majoor titulair der infanterie N.I.L., werk zaam aan het departement van koloniën; L. G. L. A an der Kun, luitenant ter zee der le klasse en D. van Vorst EA'ekink, kapi tein van den generalen staf; als lid en secretaris: A. Spruyt, eerste luitenant der artillerie, griffier bij het Hoog Militair Gerechtshof; als adjunct- secretaris; L. C. R. Horning, officier van administratie der 2e klasse bii de zee macht. Deze commissie heeft tot opdracht, te onderzoeken en den minister hierom trent van advies te dienen of naast de middelen, welke ingevolge de bestaande bepalingen en voorschriften aan het ge zag reeds nu ten dienste staan, er andere noodig zyn, al dan niet met wijziging \-an bestaande bepalingen, ter duurzame ver sterking van den goeden geest in de weermacht en ter duurzame betere hand having van de krijgstucht, waarbij onder meer de opleiding van de officieren en de aanwerving alsmede de bevordering Aran het vrijwillig dienende personeel punten van bespreking zullen moeten uitmaken. De commissie zal zich kunnen laten voorlichten door ieder uit de weermacht, die zii daartoe wenseht op te roepen en betzii in haar geheel, hetzij in sub-com missie ook huiten 's-Gravenhage onder zoekingen kunnen instellen en besprekin gen A-oeren. I Aan de memorie van antwoord inzake de wijziging van de Crisispachtwet 1932 is 1 het volgende ontleend; Het Avas van den aanvang af te voorzien, dat vele pachters op vermindering van pacht aanspraak zouden kunnen maken. Wat men alleen niet Avist, was hoe vaak de pachtA-ermindering tot stand zou komen door gemeen overleg tusschen pachter en verpachter en hoe vaak zulks zou geschie den door rechterlijke tusschenkomst. Nu is het volkomen juist, dat de laatste ru briek van gevallen veel grooter is gebleken dan aanvankelijk in het algemeen Averd verwacht, doch daarmede is op zichzelf de wet niet veroordeeld. Ook de ministers van justitie en van oeconomisühe zaken en arbeid zouden het slechts toejuichen, indien partyen het meer eens Averden zonder den rechter in de zaak te mengen. Doch het zou niet ba ten voor te schrijven, dat de pachter, ahro- rens zich tot den rechter te wenden, moet trachten met den verpachter tot een rede lijke overeenkomst te komen. Want, welke sanctie zou hieraan zyn te verbinden? Heeft de pachter inderdaad' liever een uit spraak van den rechter, dan zou deze po ging tot onderhandsche regeling toch we! tot geen resultaat leiden. Dat ook de ministers A'an oordeel zyn, dat de wet den gang naar het kantonge recht voor den pachter wat al te aantrek kelijk maakt, blijkt Avei uit het feit, dat zij de indiening van het onderhavige ontAverp hebben bevorderd. Het moratorium ge volg van de indiening van een verzoek schrift om pachtvermindéring wordt door het ontAverp in zyn werking beperkt, doordien tusschentijds kan worden beslist, in hoeverre de opschorting van den beta- lingsplioht in stand blijft. In verband met deze opschorting zal rente zyn te ver goeden. Het ontwerp brengt, naast de toepasse lijk verklaring der Avet ook op den tuin bouw en eene inperking van de opschor ting van de verplichting tot betalen, de vergoeding van rente, met het oog op deze Avettelyke opschorting. In het oorspronkelijke ontwerp van de Crisispachtwet werd althans in art. 6 de financieele toestand A'an partyen voor opgesteld. Ten onrechte. Indien, getoetst aan een objectief criterium, er geen ter men zijn voor een bepaalde ontheffing van betaling, moet die ontheffing niet Avorden toegestaan omdat de verpachter een ver mogend man is. Door dit subjectieve ele ment zoo sterk in de Avet in te voeren, zou de rechtsontwikkeling geenszins in goede banen worden geleid. Toch bevredigt het niet, wanneer, om den pachter tegemoet te komen, de verpachter zou worden gebracht In een toestand, welke nog ernstiger is, dan waarin de pachter zonder de onthef fing verkeert. De ministers willen dit ge volg door een uitdrukkelijke voorziening voorkomen en wel door in art. 6 der wet een nieuw lid op te nemen, luidende: „In geen geval wordt een ontheffing verleend, waardoor de verpachter in zyïn belangen meer zou worden benadeeld dan de pach ter, by het niet verkenen van deze ont heffing". Inderdaad geeft art. 2 der Crisispachtwet geen duidelijk antwoord op de vraag of een verzoekschrift reeds kan worden inge diend, voor dat de pachttermiin vervallen is. De gelegenheid daartoe ware niet zon der meer af te snijden. Een bevredigend resultaat wordt verkregen door te bepalen „Het verzoekschrift wordt ingediend niet eerder dan 14 dagen na den verval dag". Aldus doet liet gewijzigd ontwerp van wet door wijziging van het eerste lid A'an art. 2 der Avet. In dit geAAsjzigde stelsel past niet meer een uitspraak van den kantonrechter in hoeverre de opschorting van de betaling, als gevolg van de indiening van een ver zoekschrift wordt gehandhaafd. Wel past hierbij de bevoegdheid van de kamer voor crisispachtzaken om, indien de zaak niet voor dadelijke afdoening vatbaar is, de op schorting van den betalingsplicht te be perken tot een door haar te bepalen.deel van den pachttermiin. Deze bevoegdheid en die om te bemiddelen geeft het geAvy- zigd ontwerp van wet aan de kamer voor Crisispachtzaken door een in de Crisis- pachtwet nieuw op te nemen art. 5. Dat het ten plattelande geen gebruik is rente te vergoeden over achterstallige pachttermynen is niet ter zake dienende, nu het hier gaat om een wettelijke opschor ting. Het percentage is geenszins te hoog: het moge het nuttig effect hebben, dat het een pachter weerhoudt van de indiening A'an een verzoekschrift alleen, om daardoor te profiteeren van de wettelijke opschor ting. Volgens art. 3 A'an het oorspronkelijke ontwerp zou de AvyzigingSAvet dadelijk na haar afkondiging in werking treden. Nu volgens het gewijzigd ontwerp van Avet de Crisispachtwet op meer punten wordt ver- FEUILLETON door MARTIN JOHNSON. 2) Wellicht minder schoon, doch zekei gevoeliger, was de aanblik van een gi raffe, die juist een half uur oud Avas en die op haar teere, onbeholpen beenen achter ons aamvaggelde. De moeder werd bang, toen zij ons zag naderen en sprong op zijde, hopende zóo de aandacht van haar baby af te leiden. Zij had haar kind immers nog niet kun nen leeren bevreesd te zyn voor den mensch. Zij Avaehtte onrustig op een af stand, terwyl wij een aantal opnamen van haar spruit maakten. Het begon te regenen, de grond Avas drassig en vochtig en wij trokken verder over dé vlakten. De wielen van onze auto's bleven steeds in de modder ste ken en dan moesten alle hens aan 't dek, om de wagens uit de klei te sjorren. De Drydens, die ons vergezelden, Amerika nen, voor Avie een dergelijke expeditie geheel nieuAv Avas, bleven steeds kalm en verloren nimmer het geduld. Des avonds Avas mr. Dryden aan aardige kameraad bij het kampvuur, die ons, als de stem ming wel eens zakte, steeds weer moed insprak. Na tAA'ee sportieve maanden keerden Ave terug naar Nairobi, maakten onze uitrusting „gévechtsklaar" en trokken verder over de Noordelijke grens van Abessynië naar Oost-Afrika. Daar brach ten we tAvee maanden door met fotogra feeren van olifanten, rhinocerossen, buf fels en ander wild, dat voorkomt in de KaisoetAVoestijn. Daarna ging het weer terug naar Nai robi, Avaar de laatste toebereidselen voor onze reis naar den Belgischen Congo werden gemaakt. Het regenachtige weer hièld aan en de meeste wegen der Ke- nya Kolonie waren doorweekt en onbe gaanbaar, daarom stuurden we onze auto's per trein naar Uganda, Avaar de wegen gedurende het heele jaar begaan baar zyn. Onze autocolonne was zeven Ayagens groot, alle van de fabriek der Will.y's Knight afkomstig. De wagens waren van alluminium daken en zijstukken voorzien, met een metalen outfit. Verder bevatten zy met kurk omhulde bussen voor het transport der films, platen en kostbare camera's. De tAvee cameraAvagens Avaren bestemd voor het maken van opnamen, ook tijdens het rijden. Een van beiden Avas voorzien van een geluidscamera met microfoon om de geluidseffecten op te kunnen nemen.* Osa's Avagen, dien Ave het meest ge bruikten, kon een uitrusting met een inaximumzwaarte van een ton meevoeren. We hadden ook tAvee groote zware vrachtauto's by ons, die we op onze eigen manier ingericht hadden. Een van deze beide bevatte 'n donkere kamer met plan ken en een kast, een drinkwatertank, twee k'apbedden, een ingebouwd gasfornuis. Om kort te gaan, zooveel comfort en luxe als Ave maar konden meesleepen. De constructie van deze zeven Avagens was gebaseerd op een twintigjarige „ex peditie-ondervinding". Onze begeleiders op deze Congo „sa fari" waren: Richard Maedler, geluids operateur, Louis Tappan, de geluids mixer en de-Witt Salvage, die Avagens en camera's onder zyn beheer had. De Witt Avas jong, gezond en met een taai uithoudingsvermogen, was daardoor een zeer te Avaardeeren reisgenoot. Hy stelde veel belang in Natuurlijke Historie en door zyn toedoen kregen we eenige onzer beste gorilla-opnamen. Bij ons ge zelschap behoorde verder nog een twin tigtal negerjongens, waaronder twee koks, twee bedienden, wapendrager en chauffeurs. Velen van hen hadden ons reeds gedurende elf jaren op onze toch ten vergezeld. Op het oogenblik van vertrekken kre gen Ave van een onzer vrienden een tam jong aapje en later vonden we zelf nog een tweede exemplaar, dat we den naam Eleanor gaven. Beiden waren mooie Colombus-aapjes. De kleinste van de twee had een voortreffelijke!! eetlust en stopte haar maag steeds vol. Haar welgedane huikje inspireerde ons tot den naam van Tumbu, hetgeen in de SAvahilitaal buik beteekent. De apen waren niet lastig op reis, ze waren integendeel steeds een bron van amusement, door hun grappige in vallen en vroolijk spel. Waar onze expe ditie voorbij ging, trokken zij dan ook steeds de aandacht van de bevolking. Door middel van de spoorwegmaat schappij kregen wij een Avagen voor ons zelf, en bovendien nog goederenlorries A'oor het vervoer der auto's. Het spoor- Avegpersoneel stelde alles in het werk om ons de reis zoo gemakkelijk en aan genaam mogelijk te maken, Avaarvoor wij hun steeds zeer dankbaar zullen blijven. De eerste nacht op den trein was ech ter verre van aangenaam. De spoonveg was er een van het smalste kaliber. De trein snelde de heuvels af en nam de bochten met zulk een vaart, dat onze zwaar beladen goederenwagens op on rustbarende wijze heen en Aveer slinger den; ik was dan ook doodsbang dat onze vrachtauto's er af zouden kunnen vallen. Dit zou een onherstelbare slag voor onz e expeditie hebben beteekend; het was dan ook geen Avonder dat wij een slapeloozen nacht doorbrachten. Er ge beurde echter gelukkig niets en na twee moeilijke dagen bereikten we Tororo in Uganda. Onze expeditie geleek een reizend cir cus, overal waar we stopten, kwam een nieuwsgierige menigte onze Avagens in- speeteeren. We lieten de apen los om in vrijheid te spelen. De inboorlingen gin gen er omheen staan en begrepen ver moedelijk niet, Avaarom men in een land, dat zóó vol apen Avas, er nog een tweetal met zich meesleepte. Te Torono vulden Ave onze Avagens met benzine, die we vooruit hadden gezonden en spoedig reden we langs de goed aan gelegde Avegen van Uganda. We gingen naar Jinga en langs de kust van het Victoria Nyanza-meer naar Kampala. Vier dagen na ons vertrek van Tororo reden Ave langs de binnenglooiingen naar Butiaba aan het Albert-meer. Dit is een verlaten onvruchtbaar oord, waar de hitte als een dikke walm uit den bodem op stijgt. Hier is de haven van de tAvee stoombooten van het Albertmeer, de Sanmel Baker en de de Livingstone. De schuit, die Ave telegrafisch besteld hadden, om onze bagage over het meer te vervoeren, Avaehtte op ons, doch de Sa nmel Baker zou eerst na eenige dagen gereed zijn, om ons op sleeptouw te nemen. Bij de dokken vonden we een nieuw schip in aanbouw, de Robert Coryndon. Dezeboot Avas in Schotland gebomvd, daarna in stukken vervoerd en Averd hier Aveer tezamen gevoegd. We residen op den terugweg een klein stukje met deze boot, die een groote verbetering bleek te zijn, na de primitieve vaartuigen, die hier jaren lang in gebruik waren ge weest. Gedurende het Avachten op de Samuel Baker maakten Ave gebruik van den lagen Avaterstand van den Victoria Nijl, om naar de watervallen van Murchison te gaan en daar eenige opnamen te maken. Osa en ik waren er eeds vroeger ge- Aveest, en we wisten, dat we hier rijken buit aan krokodillen, nijlpaarden en olifanten zouden vinden. In den tijd van Avachten hadden we uitmuntend gelegen heid om onze bagage naar de Congozijde van het meer te brengen. Te Butiabe vonden we de uitrusting, die we van Nairobi uit reeds Aveken te voren hadden verzonden. Zij bestond uit 150 kisten benzine, olie en vet voor onze auto's, honderd kisten met eetwaren, buitenboordmotoren, tenten, geweren, munitie en andere noodzakelijke dingen. Dit kwam nog bij onze persoonlijke uit rusting, die op zichzelf al tien ton ge- Avieht had. De marine-autoriteiten verzekerden ons, dat wij de Samuel Baker konden charteren, doch dat de boot niet onze ge- heele uitrusting ineens kon overbrengen. Daarom besloten we een deel over te brengen naar Kasenyi, de ingangshaven van den Belgischen Congo; dat daar on der toezicht achter te laten en zelf terug te keeren naar Butiaba A'oor onzen tocht naar den Victoria-Nijl. Toen eindelijk alles klaar Avas, vertrokken Ave om vier uur in den namiddag. Het Albertmeer is honderd mijl lang en dertig mijl breed. Het is een der ge vaarlijkste binnenwateren ter Avereld en natuurlijk begon het juist flink te stor men, toen wij op weg waren. Het was een angstige tocht en ik zag de golven steeds over onze sleepboot slaan, die we aan het schip bevestigd hadden. We hadden vreeselijke verhalen gehoord over ongelukken op dit gevaar lijke meer, en onze stemming daalde tot onder nul. Doch eind' goed, al' goed. Na een reis, die ons een eeinvigheid scheen, bereikten Ave Kasenyi, aan de Congozijde van het Albertmeer gelegen, terwijl de sleepboot ook zonder averij onze goederen ver voerd had. De Belgische autoriteiten bekeken onze paspoorten, ik vulde de douanepapierën in, voor onze toestellen, eetwaren, chemi caliën en Avapens. De autoriteiten waren vriendelijk en welwillend en verleenden ons alle mogelijke hulp. Vervolgens losten we onze auto's van de vrachtschuit, brachten ze achter het hotel van Kasenyi, een gebouw met één verdieping, dat slechts op één logeerka mer kon bogen, doch een groote bar en een enorme eetzaal bevat. Den volgenden dag zou onze tocht naar den waterval beginnen. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 1