IS ALTIJD
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WiERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buifen3andsch overzicht.
Vissefierskousenü!
PUROL er op!
No. 7242. EERSTE BLAD
DINSDAG 28 FEBRUARI 1933
61ste JAARGANG
liet Chineesch-Japansche conflict. - De Engelsche pers
voor het embargo op wapens naar Japan. - Cham—
berlain over de economische crisis.
Het verzacht en geneest
OOK VOOR DAMES
TWEEDE KAMER
Wijziging Crisispachtwet 1932.
HELDERSCHE COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.60; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen
land f 2.Nederl. Oost- en West Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20 Losse nos. 4ct.fr.p.p.6ct. Zondagsblad
resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1.—. Modeblad resp. f 1.20, fl.50, f 1.50, f 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50-en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (gaijard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekstl dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meei 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct.
Het Chineesch-Japansche conflict.
Matsoeoka, de vertegenwoordiger van Ja
pan te Genève, heeft in een onderhoud,
met een oorrespondent van Reuter te ken
nen gegeven, dat de tegenwoordige moei
lijkheden in het Verre Oosten z. i. zijn te
wijten aan het einde van het Engelscii-Ja-
pansohe bond,genootschap.
Ik gevoel mij oog. lokkig en als ik geen
Oostersche zelfbeheersching bezat, had ik
kunnen weenen. Het eenige doel van hpt
Engelsch-Japansche bondgenootschap was
de handhaving der orde in het Verre Oos
ten. Engeland heeft ons verlaten wij be-
truren de .omstandigheden, waaronder liet
dit heeft gedaan, maar wij hebben 't altijd
betreurd. Handhaving van het bondgenoot
schap zou de hoeksteen van den vrede zijn
geweest. Nu is Japan alleen de hoeksteen."
De meeste Engelsche bladen bevatten
Zaterdagochtend beschouwingen over hel
Vrijdag te Genève gevallen besluit in het
Ühineesoh-Japansche geschil.
De „Times" acht het geenszins onmo
gelijk, dat Japan aan de Mantsjoerijsclie
provincies een beter bestuur zal geven en
dat ook de omliggende Chineesche pro
vincies daardoor spoedig rust en orde zul
len genieten. Doch liet valt niet goed te
keuren, dat Japan de verplichtingen der
verdragen en van het Volkenbondspact
niet geëerbiedigd heel't.
In verhand met het Chineesch-Japansche
conflict schrijft de „Echo de Paris", dat
Japan zich door het Volkenbondsbesluit
voor een. groote moeilijkheid geplaatst ziet,
daar het een Noord-Ghineesche staat moet
herstellen met een Mantsjoe-keizer aan hei
hoofd.
Niemand kan Japan thans meer helpen
of den loop der gebeurtenissen veran
deren.
De „Petit Parisien" verklaart, dat het
door het uittreden van Japan voor eens en
voor al uit is met de universaliteit van den
Volkenbond.
De „Excelsior" constateert, dat de Vol
kenbond onmachtig gebleken is, het oor
logsgevaar te bezweren.
En hoe is nu die toestand in China?
Elders in dit blad vindt men daarover
meer bizonöerheden. Wij willen hier
slechts een kort Reuter-telegram vermel
den, dat eeh karakteristiek is voor de wijze,
waarop China op het Japansche optreden
reageert. Zoo meldt Reuter uit Peking, dat
de openbare meening krachtig op verzet
tegen Japan staat. Er heerscht onder de
bevolking groote geestdrift. Ieder wil aan
het oorlogsfonds bijdragen.
Tot zoover het telegram, waaraan we
geen commentaar zullen vastknoopen. Het
teekent wel de stemming, die er in China
ten opzichte van Japan heerscht.
De Engelsche pers bepleit het embargo
op wapens naar Japan. Een van de mid
delen om Japan den strijd in China onmo-
(alle soorten Truien), Sportkousen, lange Kousen.
ALLE Kousen en Sokken, zijn alléén BEST bij
JAAP SNOR. (Hij breit ze zelf), ie klas reparatie
inrichting voor alle soorten wollen Kleeding,
Kousen en Sokken (ook de allerfijnste). Zuidstraat
19. (Let op den gelen winkel).
gelijk te maken, zou zijn een embargo op
wapens, bestemd voor Japan. Met zijn
eigen industrie toch kan Japan niet in de
behoefte van oorlogstuig voorzien. Nu
gnuift de wapenindustrie in verschillende
landen natuurlijk over de ontwikkeling
van de gebeurtenissen in het Verre Oos
ten. Want nu is er weer geld te verdienen.
Men interesseert er zich niet voor of het
bloedgeld is, geld dat verdiend wordt door
het verstrekken van middelen tot massa
moord op onschuldige Chineezen. Neen,
zoo kieskeurig is men niet en de wapen
industrie oefent druk uit op de regeerin
gen om niet aan een embargo te beginnen.
Wy laten hieronder nog eenige Engel-
J sche persstemmen volgen, waarin zoowel
Tiet voor als het tegen besproken wordt.
De „News Chronicle", die zich de laatste
dagen over het geheel bijzonder in de
Mantsjoerijsche zaak geïnteresseerd heeft,
bepleit vandaag nog eens uitvoerig, dat
men aan Japan noch langer wapenen moet
leveren, noch geld1 moet leenen.
De „Herald" schrijft, dat geen bonds-
mogendbeid een volledige onzijdigheid kan
j innemen. In het bijzonder acht zij het dui-
jdeiyk, dat het voorstel om een embargo op
wapenen gelijkelijk voor Japan en China
te doen gelden, nu dood is. Hinderpalen te
plaatsen op den weg van China's verttedi-
ging van zijn grondgebied, zou tegen de
heele bedoeling van het Handvest ingaan.
I De „Express" betoogt, dat van alle mari
tieme mogendheden alleen Groot-Britan-
nië in de wateren van het Verre Oosten de
voorgestelde boycot zou moeten handha-
ven. Volgens haar moet de Britsche regee-
ring dit onmiddellijk en eens vooral af
wijzen.
Cliamberlain over de economische crisis.
De Engelsche minister Neville Cham-
berlain, heeft zijn stem doen hoeren over
de economische crisis. Het was in een rede
voor industrieelen, exposanten en leden
van de Kamers van Koophandel uit Mid-
lawdis, die vertegenwoordigd waren op de
jaarbeurs te Castte Bromwich (Birming-
ham).
De vermindering van de koopkracht dei-
bevolkingen, zei de minister, was het voor
naamste beletsel voor het herstel van den
oeconomischen wereldtoestand. De vermin
dering was veroorzaakt door den ramp
spoed] gen val van de prijzen voor eerste
levensbehoeften en door de hooge tarief
muren. Chamberlain was niet tegen tarie
ven, maar wel tegen te hooge tarieven, die
de goedkoope buitenlanidsche producten
kunstmatig buitengesloten hielden. De
aangewezen waren op hun exporten van
eerste levensbehoeften, waarvoor ze nu zoo
weinig kregen, dat ze geen industriepro
ducten konden koooen. Het was niet mo
gelijk voor Engeland alleen een einde te
maken aan dezen rampzaligen toestand,
maar spr. vertrouwde, dat Engeland de lei
ding zou kunnen nemen bij het herstel.
Een terugkeer tot den gouden standaard
was onmogelijk zoolang de prijzen van
groothandelsartikelen zoo laag waren en
het verschijnsel deed zich nu voor, dat de
sterlingkoers vaster was dan de goudprijs,
zoodat verscheidene kleinere landen zich
richtten naar sterling en niet meer naar
goud. Ook deze toestand was ongezond en
er zou op de oeconmische we relden fe ren t ie
ongetwijfeld één of andere overeenkomst
nopens het monetaire vraagstuk getroffen
moeten worden. Spr. kon niet vooruitloo-
op wat daarbij te Genève ter sprake zou
worden gebracht, maar de conferentie zou
ongeveer de laatste kans op oeconomiseh
herstel bieden en daarom moest iedere
staat zich opofferingen getroosten om
haar te doen slagen.
PROF. GOUDRIAAN EN DE S.D.A.P.
„Het Volk" meldt inzake de uittreding
van prof. Goudriaan uit de S.D.A.P., dat
de hoogleeraar lid was van de afdeeling
Eindhoven der S.D.A.P. Toen zijn artikel
in „De Groene Amsterdammer" versche
nen Avas, kwam bij het afdeelingsbestuur
een voorstel van een aantal leden in, om
hem te royeeren. De afd.voorzitter stelde j
prof. Goudriaan hiervan in kennis en gaf
hem in overweging, zich voor te bereiden
op de behandeling van dit voorstel in de
ledenvergadering op 1 Maart. Den avond
van dien dag, dat hij de kennismaking
ontving, berichtte prof. Goudraan aan
„Het Volk" en aan „N. Rott. Crt." dat hij
schriftelijk bericht van uittreden uit de
partij verzonden had. Aldus „Het Volk".
MOEILIJKHEDEN IN DE
ONAFHANKELIJKE SOCIALISTISCHE
PARTIJ.
Naar „Het Volk" meldt, is een conflict
uitgebroken tusschen het bestuur van de
federatie Amsterdam der O.S.P. en het
hoofdbestuur van die partij over de te
volgen tactiek. Het bestuur van de fede
ratie Amsterdam heeft thans een ultima
tum gesteld aan het hoofdbestuur der
O.S.P. en gedreigd, bij niet-inwilliging
van de daarin gestelde eischen, te zullen
aftreden. Zaterdagmiddag 0111 vier uur
zouden de leden van beide besturen ge
meenschappelijk confereeren. Kwam men
in deze conferentie niet tot overeenstem
ming, dan zou het bestuur van de fede
ratie Amsterdam der O.S.P., waarvan de
heer De Vries voorzitter is, zijn mandaat
neerleggen.
DE VERKIEZING VOOR DE
TWEEDE KAMER.
De candidaten der R. K. Staats
partij.
In die „Residentiebode" is thans een ba
lans opgemaakt van de adviseering in de
verschillende kieskringen der R.K. Staats
party.
Daaruit blijkt, dat er reeds 9 omschre
ven zetels by' eerste candiidaatstelling zijn
bezet, n.1. door de heeren Henri Hermans,
dr. L. G. Kortenhorst,mr. J. A. G. M. van
Hellenberg Hubar, C. J. Kuiper, A. J.
Loerakker, mr. J. R, H. van Schaik, J. G.
Suring, A. N. Fleskenis, minister dr. L. N.
Dekkers en mr. C. M. J. F. Goseling.
Drie omschreven zetels zullen nog be
twist worden: in ZwolleAssen voor den
,voeconomischen zetel" candidaat gesteld
Als Uw Handen ruw zijn of gesprongen
en Uw Lippen schraal en pijnlijk; maar
vooral ook bij brand- en snijwonden,
ontvellingen en allerlei huidverwondingen
nu-. P. J. M. Aalberse en mr. dr. J. W.
Schneider; in AmsterdamDen Haag
Rotterdam voor den „kolonialen zetel" ir.
L. J. M. Feber en A. B. ten Berge; in Lim
burg voor den .landbouwzetel" ir. dr. Droe-
sen, W. Quaedvlieg en P. J. Rutten.
Van de 18 vrije zetels werden voor 4
geen candidaten vanwege de rykskies-
kring-organisaties der party geadviseerd.
Van de r.k. Kamerfractie, zooals die
momenteel is samengesteld, komen, door
dien zii zich niet meer voor een herkiezing
beschikbaar stelden, niet meer in de
Tweede Kamer terug de heeren Jos. Mae-
nen, Alb. van der Melis, F. Uyen en nu-.
A. baron van Wijnbergen.
Van de overige 26 ldeen bekwamen de
volgende 18 leden een omschreven zetel of
werden geadviseerd: prof. Aalberse, van
de Bilt, Engels, ir. Feber, Fleskens, mr.
Goseling, mr. van Hellenberg Hubar,
Henri Hermans, Kampschoër, dr. Korten-
horst. Kuiper, Loerakker, mej. Meyer, A-an
Poll, mr. van Schaik, Suring, mr. Teulings,
van Voorst tot Voorst.
De volgende 8 leden bekwamen geen ad
vies, doch werden wel'gecandideerd: mr.
Truyen, ir. Bongaerts, mr. Romme,
Keestra Lockefeer, dr. Moller, Sohaepman
en J. Vos Azn.
Van de vier katholieke ministers werd
alleen mr. Reymer nergens gecandideerd;
dr. Deckers kreeg een omschreven zetel
en jhr. Ruys de Beerenbrouck en mr. Ver
schuur Averden voor een vrijen zetel ge
adviseerd.
Het Eerste Kamerlid IJsselmuiden werd
voor een vrijen zetel geadviseerd in Arn
hemNijmegen; zou hy straks zijn intrede
in die Tweede Kamer doen, dan zal hij in
de Eerste Kamer worden opgevolgd dooi
den heer J. Andriessen te Utrecht, voor
zitter A-an den R.K. Bouwarbeidersbond.
De Vrije Christelijke Partij.
De Vrije Christelijke Partij zal deel
nemen aan de verkiezingen voor de Twee
de Kamer. No. 1 van haar candidatenlyst
is de heer J. F. van Es, te 's-Gravenhage.
Candidaatstelling anti-rev. partij.
De uitslag van de stemming over de
eerste 16 plaatsen der anti-rev. lijsten is,
naar in de Stand, wordt meegedeeld, als
volgt: 1. H. Colyn; 2. J. A. de Wilde; 3.
C. van den Heuvel; 4. L. F. Duymaer van
ÏAvist; 5. J. Schouten; 6. C. Smeenk; 7. H.
Visscher; 8. H. Amelink; 9. J. J. C. van
Dijk; 10 A. Zijlstra; 11. C. van Dobben de
Bruyn; 12. J. Terpstra; 13. C. van dei-
Zaal; 14. P. Wielenga; 15. A. A. L. Rut-
gers; 16. T. A. van Dijken.
DE GEEST IN DE WEERMACHT EN
DE KRIJGSTUCHT.
Een commissie van onderzoek
geïnstalleerd.
De minister van defensie heeft gisteren
ter departemente een commissie geïnstal
leerd waarvan deel uitmaken:
Als lid en voorzitter; mr. C. J. H. Sche
pel, president van het Hoog Militair Ge
rechtshof, raadsheer in den Hoogen Raad
der Nederlanden;
als leden: J. J. Beijerman, administra
teur, hoofd der afdeeling personeel land
macht aan het departement van defensie;
D. .J. Sonne, administrateur, hoofd der af
deeling personeel zeemacht aan het depar
tement van defensie; H. Riem, hoofdoffi
cier van administratie der le klasse, inten
dant der zeemacht; H. Ferwerda, kapitein
luitenant ter zee; C. E. W. baron van
Voorst tot Voorst, luitenant-kolonel der
infanterie; H. D. S. Hasselman, luitenant
kolonel der artillerie; A. van Pelt, gepens-
majoor titulair der infanterie N.I.L., werk
zaam aan het departement van koloniën;
L. G. L. A an der Kun, luitenant ter zee der
le klasse en D. van Vorst EA'ekink, kapi
tein van den generalen staf;
als lid en secretaris: A. Spruyt, eerste
luitenant der artillerie, griffier bij het
Hoog Militair Gerechtshof; als adjunct-
secretaris; L. C. R. Horning, officier van
administratie der 2e klasse bii de zee
macht.
Deze commissie heeft tot opdracht, te
onderzoeken en den minister hierom
trent van advies te dienen of naast de
middelen, welke ingevolge de bestaande
bepalingen en voorschriften aan het ge
zag reeds nu ten dienste staan, er andere
noodig zyn, al dan niet met wijziging \-an
bestaande bepalingen, ter duurzame ver
sterking van den goeden geest in de
weermacht en ter duurzame betere hand
having van de krijgstucht, waarbij onder
meer de opleiding van de officieren en de
aanwerving alsmede de bevordering Aran
het vrijwillig dienende personeel punten
van bespreking zullen moeten uitmaken.
De commissie zal zich kunnen laten
voorlichten door ieder uit de weermacht,
die zii daartoe wenseht op te roepen en
betzii in haar geheel, hetzij in sub-com
missie ook huiten 's-Gravenhage onder
zoekingen kunnen instellen en besprekin
gen A-oeren.
I Aan de memorie van antwoord inzake
de wijziging van de Crisispachtwet 1932 is
1 het volgende ontleend;
Het Avas van den aanvang af te voorzien,
dat vele pachters op vermindering van
pacht aanspraak zouden kunnen maken.
Wat men alleen niet Avist, was hoe vaak de
pachtA-ermindering tot stand zou komen
door gemeen overleg tusschen pachter en
verpachter en hoe vaak zulks zou geschie
den door rechterlijke tusschenkomst. Nu
is het volkomen juist, dat de laatste ru
briek van gevallen veel grooter is gebleken
dan aanvankelijk in het algemeen Averd
verwacht, doch daarmede is op zichzelf de
wet niet veroordeeld.
Ook de ministers van justitie en van
oeconomisühe zaken en arbeid zouden het
slechts toejuichen, indien partyen het
meer eens Averden zonder den rechter in
de zaak te mengen. Doch het zou niet ba
ten voor te schrijven, dat de pachter, ahro-
rens zich tot den rechter te wenden, moet
trachten met den verpachter tot een rede
lijke overeenkomst te komen. Want, welke
sanctie zou hieraan zyn te verbinden?
Heeft de pachter inderdaad' liever een uit
spraak van den rechter, dan zou deze po
ging tot onderhandsche regeling toch we!
tot geen resultaat leiden.
Dat ook de ministers A'an oordeel zyn,
dat de wet den gang naar het kantonge
recht voor den pachter wat al te aantrek
kelijk maakt, blijkt Avei uit het feit, dat zij
de indiening van het onderhavige ontAverp
hebben bevorderd. Het moratorium ge
volg van de indiening van een verzoek
schrift om pachtvermindéring wordt
door het ontAverp in zyn werking beperkt,
doordien tusschentijds kan worden beslist,
in hoeverre de opschorting van den beta-
lingsplioht in stand blijft. In verband met
deze opschorting zal rente zyn te ver
goeden.
Het ontwerp brengt, naast de toepasse
lijk verklaring der Avet ook op den tuin
bouw en eene inperking van de opschor
ting van de verplichting tot betalen, de
vergoeding van rente, met het oog op deze
Avettelyke opschorting.
In het oorspronkelijke ontwerp van de
Crisispachtwet werd althans in art. 6
de financieele toestand A'an partyen voor
opgesteld. Ten onrechte. Indien, getoetst
aan een objectief criterium, er geen ter
men zijn voor een bepaalde ontheffing van
betaling, moet die ontheffing niet Avorden
toegestaan omdat de verpachter een ver
mogend man is. Door dit subjectieve ele
ment zoo sterk in de Avet in te voeren, zou
de rechtsontwikkeling geenszins in goede
banen worden geleid. Toch bevredigt het
niet, wanneer, om den pachter tegemoet te
komen, de verpachter zou worden gebracht
In een toestand, welke nog ernstiger is,
dan waarin de pachter zonder de onthef
fing verkeert. De ministers willen dit ge
volg door een uitdrukkelijke voorziening
voorkomen en wel door in art. 6 der wet
een nieuw lid op te nemen, luidende: „In
geen geval wordt een ontheffing verleend,
waardoor de verpachter in zyïn belangen
meer zou worden benadeeld dan de pach
ter, by het niet verkenen van deze ont
heffing".
Inderdaad geeft art. 2 der Crisispachtwet
geen duidelijk antwoord op de vraag of
een verzoekschrift reeds kan worden inge
diend, voor dat de pachttermiin vervallen
is. De gelegenheid daartoe ware niet zon
der meer af te snijden. Een bevredigend
resultaat wordt verkregen door te bepalen
„Het verzoekschrift wordt ingediend
niet eerder dan 14 dagen na den verval
dag". Aldus doet liet gewijzigd ontwerp
van wet door wijziging van het eerste lid
A'an art. 2 der Avet.
In dit geAAsjzigde stelsel past niet meer
een uitspraak van den kantonrechter in
hoeverre de opschorting van de betaling,
als gevolg van de indiening van een ver
zoekschrift wordt gehandhaafd. Wel past
hierbij de bevoegdheid van de kamer voor
crisispachtzaken om, indien de zaak niet
voor dadelijke afdoening vatbaar is, de op
schorting van den betalingsplicht te be
perken tot een door haar te bepalen.deel
van den pachttermiin. Deze bevoegdheid
en die om te bemiddelen geeft het geAvy-
zigd ontwerp van wet aan de kamer voor
Crisispachtzaken door een in de Crisis-
pachtwet nieuw op te nemen art. 5.
Dat het ten plattelande geen gebruik is
rente te vergoeden over achterstallige
pachttermynen is niet ter zake dienende,
nu het hier gaat om een wettelijke opschor
ting. Het percentage is geenszins te hoog:
het moge het nuttig effect hebben, dat het
een pachter weerhoudt van de indiening
A'an een verzoekschrift alleen, om daardoor
te profiteeren van de wettelijke opschor
ting.
Volgens art. 3 A'an het oorspronkelijke
ontwerp zou de AvyzigingSAvet dadelijk na
haar afkondiging in werking treden. Nu
volgens het gewijzigd ontwerp van Avet de
Crisispachtwet op meer punten wordt ver-
FEUILLETON
door
MARTIN JOHNSON.
2)
Wellicht minder schoon, doch zekei
gevoeliger, was de aanblik van een gi
raffe, die juist een half uur oud Avas en
die op haar teere, onbeholpen beenen
achter ons aamvaggelde.
De moeder werd bang, toen zij ons zag
naderen en sprong op zijde, hopende zóo
de aandacht van haar baby af te leiden.
Zij had haar kind immers nog niet kun
nen leeren bevreesd te zyn voor den
mensch. Zij Avaehtte onrustig op een af
stand, terwyl wij een aantal opnamen
van haar spruit maakten.
Het begon te regenen, de grond Avas
drassig en vochtig en wij trokken verder
over dé vlakten. De wielen van onze
auto's bleven steeds in de modder ste
ken en dan moesten alle hens aan 't dek,
om de wagens uit de klei te sjorren. De
Drydens, die ons vergezelden, Amerika
nen, voor Avie een dergelijke expeditie
geheel nieuAv Avas, bleven steeds kalm en
verloren nimmer het geduld. Des avonds
Avas mr. Dryden aan aardige kameraad
bij het kampvuur, die ons, als de stem
ming wel eens zakte, steeds weer moed
insprak.
Na tAA'ee sportieve maanden keerden
Ave terug naar Nairobi, maakten onze
uitrusting „gévechtsklaar" en trokken
verder over de Noordelijke grens van
Abessynië naar Oost-Afrika. Daar brach
ten we tAvee maanden door met fotogra
feeren van olifanten, rhinocerossen, buf
fels en ander wild, dat voorkomt in de
KaisoetAVoestijn.
Daarna ging het weer terug naar Nai
robi, Avaar de laatste toebereidselen voor
onze reis naar den Belgischen Congo
werden gemaakt. Het regenachtige weer
hièld aan en de meeste wegen der Ke-
nya Kolonie waren doorweekt en onbe
gaanbaar, daarom stuurden we onze
auto's per trein naar Uganda, Avaar de
wegen gedurende het heele jaar begaan
baar zyn.
Onze autocolonne was zeven Ayagens
groot, alle van de fabriek der Will.y's
Knight afkomstig. De wagens waren van
alluminium daken en zijstukken voorzien,
met een metalen outfit. Verder bevatten
zy met kurk omhulde bussen voor het
transport der films, platen en kostbare
camera's. De tAvee cameraAvagens Avaren
bestemd voor het maken van opnamen,
ook tijdens het rijden. Een van beiden
Avas voorzien van een geluidscamera met
microfoon om de geluidseffecten op te
kunnen nemen.*
Osa's Avagen, dien Ave het meest ge
bruikten, kon een uitrusting met een
inaximumzwaarte van een ton meevoeren.
We hadden ook tAvee groote zware
vrachtauto's by ons, die we op onze eigen
manier ingericht hadden. Een van deze
beide bevatte 'n donkere kamer met plan
ken en een kast, een drinkwatertank, twee
k'apbedden, een ingebouwd gasfornuis.
Om kort te gaan, zooveel comfort en luxe
als Ave maar konden meesleepen.
De constructie van deze zeven Avagens
was gebaseerd op een twintigjarige „ex
peditie-ondervinding".
Onze begeleiders op deze Congo „sa
fari" waren: Richard Maedler, geluids
operateur, Louis Tappan, de geluids
mixer en de-Witt Salvage, die Avagens en
camera's onder zyn beheer had.
De Witt Avas jong, gezond en met een
taai uithoudingsvermogen, was daardoor
een zeer te Avaardeeren reisgenoot. Hy
stelde veel belang in Natuurlijke Historie
en door zyn toedoen kregen we eenige
onzer beste gorilla-opnamen. Bij ons ge
zelschap behoorde verder nog een twin
tigtal negerjongens, waaronder twee
koks, twee bedienden, wapendrager en
chauffeurs. Velen van hen hadden ons
reeds gedurende elf jaren op onze toch
ten vergezeld.
Op het oogenblik van vertrekken kre
gen Ave van een onzer vrienden een tam
jong aapje en later vonden we zelf nog
een tweede exemplaar, dat we den naam
Eleanor gaven. Beiden waren mooie
Colombus-aapjes. De kleinste van de twee
had een voortreffelijke!! eetlust en stopte
haar maag steeds vol. Haar welgedane
huikje inspireerde ons tot den naam van
Tumbu, hetgeen in de SAvahilitaal buik
beteekent. De apen waren niet lastig op
reis, ze waren integendeel steeds een bron
van amusement, door hun grappige in
vallen en vroolijk spel. Waar onze expe
ditie voorbij ging, trokken zij dan ook
steeds de aandacht van de bevolking.
Door middel van de spoorwegmaat
schappij kregen wij een Avagen voor ons
zelf, en bovendien nog goederenlorries
A'oor het vervoer der auto's. Het spoor-
Avegpersoneel stelde alles in het werk
om ons de reis zoo gemakkelijk en aan
genaam mogelijk te maken, Avaarvoor wij
hun steeds zeer dankbaar zullen blijven.
De eerste nacht op den trein was ech
ter verre van aangenaam. De spoonveg
was er een van het smalste kaliber. De
trein snelde de heuvels af en nam de
bochten met zulk een vaart, dat onze
zwaar beladen goederenwagens op on
rustbarende wijze heen en Aveer slinger
den; ik was dan ook doodsbang dat onze
vrachtauto's er af zouden kunnen vallen.
Dit zou een onherstelbare slag voor
onz e expeditie hebben beteekend; het
was dan ook geen Avonder dat wij een
slapeloozen nacht doorbrachten. Er ge
beurde echter gelukkig niets en na twee
moeilijke dagen bereikten we Tororo in
Uganda.
Onze expeditie geleek een reizend cir
cus, overal waar we stopten, kwam een
nieuwsgierige menigte onze Avagens in-
speeteeren. We lieten de apen los om in
vrijheid te spelen. De inboorlingen gin
gen er omheen staan en begrepen ver
moedelijk niet, Avaarom men in een land,
dat zóó vol apen Avas, er nog een tweetal
met zich meesleepte.
Te Torono vulden Ave onze Avagens met
benzine, die we vooruit hadden gezonden
en spoedig reden we langs de goed aan
gelegde Avegen van Uganda. We gingen
naar Jinga en langs de kust van het
Victoria Nyanza-meer naar Kampala.
Vier dagen na ons vertrek van Tororo
reden Ave langs de binnenglooiingen naar
Butiaba aan het Albert-meer. Dit is een
verlaten onvruchtbaar oord, waar de hitte
als een dikke walm uit den bodem op
stijgt. Hier is de haven van de tAvee
stoombooten van het Albertmeer, de
Sanmel Baker en de de Livingstone.
De schuit, die Ave telegrafisch besteld
hadden, om onze bagage over het meer te
vervoeren, Avaehtte op ons, doch de Sa
nmel Baker zou eerst na eenige dagen
gereed zijn, om ons op sleeptouw te
nemen.
Bij de dokken vonden we een nieuw
schip in aanbouw, de Robert Coryndon.
Dezeboot Avas in Schotland gebomvd,
daarna in stukken vervoerd en Averd hier
Aveer tezamen gevoegd. We residen op
den terugweg een klein stukje met deze
boot, die een groote verbetering bleek te
zijn, na de primitieve vaartuigen, die
hier jaren lang in gebruik waren ge
weest.
Gedurende het Avachten op de Samuel
Baker maakten Ave gebruik van den lagen
Avaterstand van den Victoria Nijl, om
naar de watervallen van Murchison te
gaan en daar eenige opnamen te maken.
Osa en ik waren er eeds vroeger ge-
Aveest, en we wisten, dat we hier rijken
buit aan krokodillen, nijlpaarden en
olifanten zouden vinden. In den tijd van
Avachten hadden we uitmuntend gelegen
heid om onze bagage naar de Congozijde
van het meer te brengen.
Te Butiabe vonden we de uitrusting,
die we van Nairobi uit reeds Aveken te
voren hadden verzonden. Zij bestond uit
150 kisten benzine, olie en vet voor onze
auto's, honderd kisten met eetwaren,
buitenboordmotoren, tenten, geweren,
munitie en andere noodzakelijke dingen.
Dit kwam nog bij onze persoonlijke uit
rusting, die op zichzelf al tien ton ge-
Avieht had.
De marine-autoriteiten verzekerden
ons, dat wij de Samuel Baker konden
charteren, doch dat de boot niet onze ge-
heele uitrusting ineens kon overbrengen.
Daarom besloten we een deel over te
brengen naar Kasenyi, de ingangshaven
van den Belgischen Congo; dat daar on
der toezicht achter te laten en zelf terug
te keeren naar Butiaba A'oor onzen tocht
naar den Victoria-Nijl. Toen eindelijk
alles klaar Avas, vertrokken Ave om vier
uur in den namiddag.
Het Albertmeer is honderd mijl lang
en dertig mijl breed. Het is een der ge
vaarlijkste binnenwateren ter Avereld en
natuurlijk begon het juist flink te stor
men, toen wij op weg waren.
Het was een angstige tocht en ik zag
de golven steeds over onze sleepboot
slaan, die we aan het schip bevestigd
hadden. We hadden vreeselijke verhalen
gehoord over ongelukken op dit gevaar
lijke meer, en onze stemming daalde tot
onder nul.
Doch eind' goed, al' goed. Na een reis,
die ons een eeinvigheid scheen, bereikten
Ave Kasenyi, aan de Congozijde van het
Albertmeer gelegen, terwijl de sleepboot
ook zonder averij onze goederen ver
voerd had.
De Belgische autoriteiten bekeken onze
paspoorten, ik vulde de douanepapierën
in, voor onze toestellen, eetwaren, chemi
caliën en Avapens. De autoriteiten waren
vriendelijk en welwillend en verleenden
ons alle mogelijke hulp.
Vervolgens losten we onze auto's van
de vrachtschuit, brachten ze achter het
hotel van Kasenyi, een gebouw met één
verdieping, dat slechts op één logeerka
mer kon bogen, doch een groote bar en
een enorme eetzaal bevat.
Den volgenden dag zou onze tocht
naar den waterval beginnen.
(Wordt vervolgd).