Vereen. BraniistoffenlianÉl,
derde bi ad
heldersche courant van zaterdag 11 maart 1933.
Uit het leven der Heldersche haringtrekkers.
TURENNE
ANTHRACIET
1
Stadsnieuws.
Visscherij.
VAN BAAREN
ik-
LUXE AUTO-VERHUUR
Tel. 565. Citroën Garage, Hoofdgr. 24
(Toen Ouwe Jaap 65 jaar haringtrekker was).
PREDIKBEURTEN
'knobbelden de schippers -
Probeert U ook eens
SP0ÜRGRACHT 15 Telef. no. 485
Uw aangewezen adres
voor Uw Radio is:
TECHNISCH BUREAU
Op- en ondergang van Zon- en Maan
en tijd van hoogwater (Texel).
Wintertijd.
Maan
Maart op: oud.:
2 12 18.47 6.20
M 13 20.14 6.31
D 14 21.43 6.44
W 15 23.15 7.00
D 167-20
V 17 0.47 7.51
Z 18 2.10 8.36
Zon
op: ond
6.22 17.57
6.20 17.58
6.17 17.59
6.15 18.01
6.13 18.03
6.10 18.05
6.08 18.07
Hoogwater
sm. nam.
9.08 9.22
9.37 9.53
10.09 10.27
10.43 11.02
11.19 11.38
11.58
0.22 0.43
Licht op
voor alle voertuigen:
Zaterc g 11 Maart
Zondag 12 Maart
Maandag 13 Maart
18.25
18 27
18.28
Op het deze week gehouden examen
ana de Handelsavondschool voor het di
ploma Machineschrijven slaagden de
leerlingen: A. J. van der Oord, A. J. A.
Je Haan en M. F. de Barbanson.
Te 's-Gravenhage slaagden de heeren
J. Been voor tweede stuurman (groote
stoomvaart) en A. Blokker, voor het
niachiiüstendiplonia A.
APOTHEKEN.
Van hedenavond 10 uur tot Maandag
morgen is alleen geopend de apotheek
van W. H. Kingma, Kanaalweg.
Van Maandag 13 Maart tot 20 Maart
wordt avond- en Zondagdienst waargeno
men door H. J. Iiootlieb, Binnenhaven.
„TOYOHIKO KAGAWA".
Le/.ing ds. P. H. Borgers.
A.s. Maandag des avonds om 8.15 u.
hoopt ds. P. H. Borgers in de Luthersche
Kerk, Weezenstraat 68, een lezing te hou
den over den merkwaard)gen hervormer
op sociaal en religieus gebied in Japan:
„Toyohiko Kagawa.
I)e toegangsprijs bedraagt 0.25.
Men zie de advertentie.
TOEN DE WACHTER VAN DE
MOSTERDBRUG, VIJF-EN-TWINTIG
JAAR AAN DE KETTINGEN
GETROKKEN HAD
Dat was leuk, dat was lollig, zei de
wachter van de Mosterdbrug; ik dacht, dat
ze liet in de gemeente vergeten zouwe,
maar hij is goed geworre. Vijf-en-twintig
jaar ben ik vandaag an de brug, hè. Nou,
daar komt vanmorge meneer Visser, van
gemeentewerken, heel deftig bij me. Hij
lioudt 'n toespraak, feliciteert me namens
het gemeentebestuur en namens meneer
Dokter en krijg ik meteen een enveloppe.
Da's goeie bulle, zoo'n envelop
Hij zit opgewekt met een feestsigaar in
zijn hoofd achter een tafel vol blomme.
Jaap van Otteren en hij herhaalt:
Dat Avas göje vandaag; en weet je wat
ook lollig was: daar heb je de Polakken
die vlak over de Mosterdbrug wonen,
die hadden het in de smiezen dat ik 25
jaar brugophaler was. Moet je weten: de
oude heer Polak had vroeger, uit West-
Indië van oome Sieme, die daar kapel
meester was, een aap gekregen, die noem
den ze Jeroegem en dat beest vloog aldoor
maar langs de ketting van de Molenbriig
naar boven mijn vader was toen nog
brugwachter en dan was het holle ach
ter die aap an, dan riepe we: Jeroegem,
Jeroegempie, kom naar beneden! Maar
Jeroegem bleef hoog en droog boven op
de brug, precies als die jongen op de Ko-
ningsbrug in Rotterdam, zat-ie, klaar om
in het Heldersche Kanaal te duiken. Er
was maar één middel om 'm naar beneden
te krijgen en dat wasmuziek. Als-ie
muziek hoorde, begon-ie te dansen om de
Polakken d'r beene heen. Nou, dan ginge
de Polakken op de viool strijke en as
de weerlicht kwam Jeroegem naar be
neden en danste de Polka Mazurka en
zoo kregen ze Jeroegem omlaag. Wie
denkt er nou 30 jaar later nog an Jeroe
gem, hè, an die aap? Niemand hè, en
toch.... duikt die aap in eene vandaag
weer op. Nou komt zooeven een kruik
Ouwe Klare met een brieffie er bij: Kom-
plemente van Jeroegem uit de West en
van alle Polakken in Holland, en in de
Oost. Was die effe goed?
Jaap glundert. Hij is van een echt brug
wachtersgeslacht. De ouwe Van Otteren,
met zijn hooge zwarte zye pet en zijn
blauwe boezeroen, die als een aal an de
ketting van de Molenbrug hing, vooral in
den kermistijd, zijn vader, was een popu
lair man. Twintig jaar lang was hij kapi
tein op de Mosterdbrug. Ik ben er nou 25
jaar, zegt Jaap en mijn broer Cor is ook
al 20 jaar bij de brug.
Wil je wel gelooven, ik voel me van
daag echt gelukkig. Ik ben gewend aan
die Mosterdbrug't Is of ik er 25 jaar
mee getrouwd ben. Ik ben, zoo je weet,
tot nu toe vrijgezel, maar zoo waar as ik
hier voor je zit, ik hou van die brug,
al kryg ik over twee maanden ook een
echte vrouwdan ga ik trouwen.
Een gekke naam, Mosterdbrug,
Dat is 't ook, zegt Jaap. Hij heet
eigenlijk Molenbrug, maar dat zit zoo:
Juist tocn-ie nieuw was en ingewijd zou
worden, kwam er een vrouwtje, dat met
mosterd ventte, en midden op de brug
liet ze de heele emmer met mosterd om-
kaaien. Sinds dien dag heet-ie Mosterd
brug.
Denk nu niet, lezer, dat ik dit verslag
achter elkaar heb kunnen schrijven,
want in het brugwachtershuis was het een
va et vient: een gaan en komen. Er werd
getoost van jewelste. „Jaap, nog veel
jaren!" „Dank je Kees, neem een neutje!
„Daar ga je Jaap, nog veel jaren!" „Dank-
je Piet, neem nog een,sigaar. Dank je
wel voor je blomme!"
Jaap was wel het feestvarken en hfl zat,
maar onder de mistletoe, die hij van zijn
bruid gekregen had en die in een mooie
'vaas aan den zolder hing, te glunderen.
Jaap, de brugwachter, de oude verstok
te vrijgezel, gaat trouwen, maar toch
zyn brug vergeet-ie niet. De brug blijft,
al gaat-ie trouwen, zijn tweede vrouw.
BOND VAN MOBILISATIE-
INVALIDEN EN HUNNE
N A BEST A A N DEN.
In Hotel Bellevue werd gisterenavond
een vergadering gehouden, welke van bo-
vengenoemden Bond uitging. Uit den aard
der zaak was er niet veel belangstelling,
ten minste niet van niet-geïnteresseerde
zijde, dat zy, die wel met dezen bond te
maken hebben, het belang van cleze ver-
gadering inzagen, bewijst wel het feit. dat.
?.r,.eei.1 drietal zelfs van Anna Paulowna en
leringen was gekomen.
I>e bijeenkomst werd geleid door den
lieer P de Boer, voorzitter en promotor
van den Bond en zelf mobilisatieslacht-
otfer. Verder waren circa 15 personen
aanwezig.
Welk recht hebben de mobilisatieslacht
offers? zoo vroeg de beer De Boer aan het
einde van zyn toespraak. Deze vraag is ge
makkelijker te stellen dan te beantwoor
den. Moreel recht hebben zij wel, maar
geen wettelijk recht, dit ontstaat waar een
moreelen ondergrond aanwezig is, en deze
is in de zaak van de mobilisatieslachtoffers
wel aan te toonen.
Uitvoerig beschrijft spr. de vele ontbe
ringen, die de soldaten hebben medege
maakt in de mobilisatie. Wanneer zy on
geschikt werden voor den dienst, dachten
zy dat zij wel pensioen zouden krijgen,
doch volgens de militaire pensioenwet van
1902 werd dit niet anders gegeven, dan wan-
7 cent per K M.
neer kon worden aangetoond, dat de onge
schiktheid in en door den dienst was ge
komen. Verschillende voorbeelden werden
door spr. gegeven. Indien het verband wel
kon worden aangetoond, werd een pen
sioen gegeven, doch dit was niet veel, zoo
krygt een weduwe, die met 5 kinderen is
achtergebleven J 102 per jaar. De
sioenwet van 1902 voorzag in geen enkel
opzicht voor den buitengewonen dienst,
die in de mobilisatiejaren werd verricht.
In 1919 is de invaliditeitswet van minister
Aalberse gekomen, doch deze wet gaf mets
voor hen, die reeds invalide waren.
Uitvoerig gaat spr. zijn eigen geval na.
Evenals zoovelen heeft hij een ontslagbrief
gekregen, waarop stond, dat zijn ontslag
kwam door lichaamsgebreken in en door
den dienst veroorzaakt.
Nu is dit in vele gevallen moeilijk aan te
toonen. Door de zeer onhygiënische toe
standen in de barakken liep men vaak
ziekten op die zich later openbaarden en
waarvan het verband met den dienst niét
was aan te toonen waardoor velen geen
pensioen hebben gekregen.
Het is jammer, dat de roobiiisatieslaclit-
offers niet allen advocaten zijn geweest,
dan had hnn zaak er beter voor gestaan.
Dat bewyst het geval van een vliegenier,
die met zijn toestel is gevallen en deerlijk
verminkt werd. Hij wist de wegen, die hij
bewandelen moest en hij had connecties.
Het resultaat was, dat hij een pensioen
heeft gekregen plus een uitkeering van
50.000 ineens.
Spr. heeft zich gewend tot de Kamer
leden met de vraag of zy bereid waren
iets voor de mobilisatiesiachtoffers te doen
en de heer A. P. Staalman heeft toen be
loofd te zullen zien wat hij kon doen. Op
29 Juni '20 is toen in de Kamer aangeno
men de motie-Staalman, houdende, dat aan
hen, die in den militairen dienst wegens
lichaamsgebreken, welke niet door moed
willige handelingen waren ontstaan, wa
ren ontslagen, een jaargeld moest worden
toegekend of een uitkeering ineens. Met
algetneene stemmen werd deze motie aan
genomen.
De regeering voerde deze motie echter
niet uit. Zoo kreeg spr. een som \an 800
ineens en voor eens, hoewel hij gevraagd
had een jaargeld te mogen ontvangen. De
heer Staalman drong toen aan op de uit
voering van zijn motie. De minister wist,
dat dit 4.000 000 per jaar zou moeten
kosten, hij keerde slechts 600.000 uit.
De interpellatie van den heer Staalman
had tot doel om in evidente gevallen nog
een uitkeering te geven, waaraan in som
mige gevallen voldaan is. Toen cle zaak
niet goed verliep heeft spr. met een ka
meraad en eveneens een mobilisatieslacht
offer een protestbetoogiing in Den Haag
georganiseerd. Met z'n tweeën zyn ze in
hun invalidenwagentjes naar Den Haag
gegaan en hebben door met hun opschrif
ten veel belangstelling gewekt.
Het Kamerlid Dresselhuys gaf niet
thuis, de heer Schaper probeerde een on
derhoud met den minister te krijgen, doch
ook deze was niet te spieken. Toen hebben
wij een zitdag in de Tweede Kamer ge
houden. De bode was zeer welwillend om
verschillende Kamerleden voor ons te ha
len, doch toen deze ons in ons wagentje'
door
YVEL DLAWNURG.
(Nadruk verbo'1
i Overal hei je motzelfs tusstnen de
beeste. Ze gunne elkaar nerges een hap
vrete in de wereldZe zegge deftig:
't Is kon'kerensieAfijn, dat er korike-
rensie is kan geen kwaad., want die maakt
dat je weer wat gcec.kooper leven kan. Je
mot niet denke, dat 't haringtrekke niks
an inkoop kost, cat je alleen maar heb te
vissche en die vissies te verkoope. As je
dat denk hei je 't glad mis. We liebbe ok
konkerensie en je mot heel wat geld kunne
uitschiete. Ik heb tjje gehad, dat alleen 'n
paar hooze meer dan honderd gulden koste
en oliejasse over de 20 gulde. Nou zijne ze
een stuk goeijekooper. Voor 55 gulden
heb je een paar beste hooze.
We kenne teugeswoordig slecht cp
Huisduine vissche, zegt de jonge Been,
zijn zoon, die thuis is gekomen en makke
lijk op een rieten stoel gaat zitten. Die
steenen van de dam doen ons, met netten
inhalen, liiiyk de dood an, al die steene
ligge los en hoekig, al de maze scheure er
op kapot. Op Onrust is 't nou ok nog niet
veel gedaan, 't weert niet en toch gaan we
er maar uit by" nacht en ontij om te avon
turen. En as je 't nou beroerd treft met
knobbelen en tellen, dan hei-je voor tjoe-
ma in de kou gestaan.
Met tellen? vraag ik, wat heb de vis
sche rii nou met tellen te maken, ik dacht
dat ze dit alleen op 't kippeschooltje leer
den
Nou dat zit zoo, zegt de jonge Been.
Asse me op Onrust staan met een heel
soepde vletterlui. dan kennen niet alle
vlette gelijk visschen, dan loop je elkaar t V001.
maar in den weg. Eén voor één mot vis
schenou, dan lote de schippers van
de vlette onder elkaar, wie eerst mag vis
sche en wie tweed en wie derd en wie
vierd en as je nou 't ongeluk treft, dat je
de leste bent, dan kan je zoo wel naar huis
gaan, want dan verloopen er heel wat uur
tjes voor je an 't visscben toekomt en dan
is meest het tij al weer verloopen. Die het
beroerd treft, heit natuurlijk dik de pee in,
maar d'r is niks an te doend'r wordt
eerlijk afgeteld, eerlijk geknobbeld.
Nee, d'r is niks an te doen, zegt ouwe
Jaap. Je mot rustig afwaohteben me
nigmaal voor niks naar Onrust gegaan.
ter, <,ie ue o., ..er..i.ie an de. Hifl
te droge hing, in flarden scheurde, nou
dan ik torn met de jongens teuge de dijk
op.... komt d'r in eene iemand op-een
paard andrave. 't Paard is bek-af, dampt
uit zyn flanke as heete koffie.
Wat is d'r loos, zeg ik.
D'r zit een schuit in Callantsocg en
de reddingboot van Callantsocg is omge
slagen, roept die ruiter.
Hoe weet je dat? zeg ik.
Nou, ik ben een boer uit Callantsocg.
zeit-ie, en ik heb zelf gezien dat de red
dingboot is omgeslagen. Zeven menschen
zijne d'r verdronken en op 't wrak van het
schip zit de heele ekwipage in doodsnood.
Ik heb 15 mijl in gestrekte galop langs de
duine gedraafd om jullie te liale. Kenne
jullie d'r niet wat an doen?
Dat paard sting onderwijl maar te trap
pelen en te dampe en te zweete en te nfn-
nekesting maar teugen de storm in
te briesche, 't had ok een heel eind in
galop afgelegd.
Ik weet wat, zei ik, ik gaan effe naar
Toon Zwaan, die had in die tijd nog een
boerderij, ga jij inee, dan kan je paard effe
ruste. Wij gonge dus naar Toon Zwuito.
Ik zeg, Toon, zeg ik daar is d'r eenfop
een paard in galop van Callantsoog naar
Den Helder gedraafd, de reddingboot is
omgeslagen. Geef jij gauw een korriewa
gen met versche paarden, dan geef ik mijn
eige vlet, die zette we hurrie op, boven de
kerrie en dan rij jij of je coor de duvpl
achterna gezete wordt, met de liéele
santekraam naar Callantsoog en wij
tjompe in 't water. Maarje mot 't doen
niksik geef ook mijn vlet en
't wrak laat ik niet verzuipe, das de kik-
saus.('aar gaat 't om.
Wij op 't water en roeien teugen de
storm in.. maar ik ken '1 water. Wij
vissollen er dagelijks op. De Heldersche
visschers liebbe ze niet noodig te leere hoe
ze roeie motte't Was of de zee razend
wier en ons kapot wilde rammemaar
Jaap was niet benauwd. Ik neem de ljjzjj
van 't wrak, dat was luwer en hadden we
niet zoo'n last.
zagen zitten, kwamen zij direct met hun
horloge voor den dag en met de mededee-
ling, dat zij geen tijd hadden. De gelden
voor de slachtoffers zijn snel verminderd.
Van 600.000 werd het 183.000, toen
32.600 en minister Van Dyk maakte er
29.500 van. Er was niet meer noodig, zei
deze. Maar een weduwe in Weesp kreeg
een gedrukte briefkaart, waarop stor.d. dat
zii niet meer voor een uitkeering in aan
merking kom kemen, daar er geen geld
meer was.
Toen is de Bond opgericht en resultaten
ziji: al bereikt. Het liedrag voor de slacht
offers groeide weer. Het werd 56.000,
72.000 plus een tusschentijdsche verhoo
ging van 8000 en dit jaar staat er
800.000 op de begrooting.
Vele afgekeurdon hebben hun tijd voor
bij laten gaan. Toen zy opgeroepen wer
den kreeg iedereeu een schrijven thuis,
doch de bekendmaking dat degeen die
meende recht op pensioen te hebben,, zich
daarvoor bij de regeering moest melden,
werd onvoldoende ter kennis van belang
hebbenden gebracht.
Het feit dat men geen pensioen heeft
gekregen, zegt niet, dat men geen recht
daarop heeft, het is een gevolg geweest
van de nalatigheid van Kamerleden, die
verzuimd hebben een goede pensioenwet
in het leven te roepen. Zii zorgen wel, dat
zy zelf niet tekort komen.
Nu wij voor ons recht strijden durft men
ons optreden onsympathiek te noemen,
doch het is nog nimmer verboden de waar
heid naar voren te brengen, doch deze
waarheid is voor velen onaangenaam. Men
speelt schuilevinkje met ons en men heeft
ons optreden min of meer revolutionnair
genoemd. Wij hebben echter niets met po
litiek uit te staan.
Wij vragen niets onrechtvaardigs, wij
vragen alleen van de regeering een onpar
tijdig onderzoek. Wanneer er een commis
sie wordt ingesteld, moet niet een party
daarin vertegenwoordigd zijn.
Het recht dat c'e mobilisatiesiachtoffers
hebben is een bespotting van het recht en
dat weet. men in Den Haag heel goed. De
oorlog heeft tweeduizend millicen gekost,
maar voor de mobilisatieslachtoffers is er
geen geld.
De Bond wordt echter hoe langer hoe
sterker en alleen een sterke hond kan iets
tot stand brengen. Omdat het recht er is,
zullen wy winnen.
Na afloop der vergadering werd een af-
deeling voor Den Helder en Omstreken
opgericht. Secretaris-correspondent is de
heer J. H. Nienkemper, 2e Vroonstr. 68,
waar een ieder die belang stelt in het werk
van den Bond, inlichtingen kan bekomen.
Verder blijkt uit het orgaan van den
Bcnd „Houdt Moed", dat de Bond van plan
is bij de a.s. verkiezingen met een eigen
lijst uit te komen, met als canöidaat de
heer P. de Boer.
ZONDAG 12 MAART 1933
Ncd. Herv. Gem.
Geen dienst
DEN HELDER
(N*. Kerk, Weststraat^
Dat ging vroeger rnet schipbreukelingen
redde andersdaar hebbe ze nooit bij
geteld, wie eerst in de vlet zon gaan en
wie lest. Ik was altijd baantje de voorste.
kraam.
Een redding was d'r, ik zal 't nooit ver-
gete. 't Was een storm, verschrikkelijk.
je kon niet teuge de glooiing opkomme,
zoo blies de Noordwester tegen je lijf.
HOOFDSTUK II.
De vliegende Hollander.
Het is alsof er nieuw leven komt in de
oude gestalte van ouwe Jaap, als hij
begint te vertellen over zijn reddingen.
Zyn stem, zooeven nog fijn van ouderdom,
krijgt iets forsch. Zijn oude oogen begin
nen te stralen.. Hii is als de oude acteur
op het tooneel, die een jeugd-rol moet
spelen
Ouwe Jaap is met zyn gedachte ver in
't verleden, hij doorleeft de jaren van
vroeger, toen hy niet was als nu: een
broze grijze, trillende ouwe Jaap, maar
een krachtig-stoere haringtrekker en men-
schen redder.
Die storm dan he, c'ie zware Noordwes-
mjjn eige leven en dat van de jongen voor
niks. We gane niet officieel en dat. wordt
niet betaald!, dat weet je.
Nou Toon Zwaan is ook een ouwe Jut
ter he, die zeit: Jaap, zeit-ie, daar ben ik
voor te porreZe niagge me ophange
an een eindje touw as ik je in de steek
laat. Ik ga met je mee. We late ze niet
verzuipe, om de dooie dood, dat late we
niet, zeg ik, en ik geef Toon Zwaan van
plezeir een stomp teuge ze buik.
As de vliegende Hollander hebben we
in het holst van den nacht langs de duine
gejaagd' en 't was nog geen dae toen we
by' Callantsoog an kwame. In 'n wip laaien
wy de schuit van de wagen. Zegt de bur
gemeester van Callantsoog, die ook op bet
strand sting: Manme, zeit-ie, wie is hier de
schipper en wat gane jullie uithale?
Wat we gane uithale, zal je direkt
zien, burgemeester, zeg ik, je hoeft er niet
net as in de kemedie wat voor te beteune
en as je wil wete, wie de schipper is, dat
ben ik met je welnemen en wat mot uwes?
Weet je wel, zeit-ie, dat as je met je
eige vlet te wator gaat, dat je toch geen
hailevie voor <tie redding krijgt, want liet
is geen materiaal van de reddingsmaat-
schappy.
Dat weet ik beetig,, zeg ik, ik heb
nooit anders as met eigen ekwipage en
eige vlet gered en nog nooit wat gehad,
't zal de eerste keer niet zyn, dat ik niks
krijg.
't Is erg gevaarlijk, zegt die burge
meester, hij sting vlak voor de herreberg
van Dieuwertje Mooi. 't Is gevaarlijk, de
reddingboot van Callantosog is omgeslage.
Zeven man verdronken. Wacht liever af
tot 't heelemaal dag is en de Pettemer red
dingboot komt laat die eerst gaan, dan kan
die jullie assisteere.
Geen tijd, burgemeester, zeg ik, de
Heldersche jutters wachte nooit. Krijg ik
d'r niks voor, nou allo, dan kan ik er niks
an doen en ga ik om zeepwe zijn alle
maal in Gods hand.... en die mensche op
m aa r i k der nie t aCZ
Kapitein, ahooi, kapitein, kom in de
boot, schreeuw ik. Zeit-ie, op zyn steen
kolen Engelsoh: Me manne kenne d'r
af gaan, maar ik verlaat mijn sdhip niet.
As ik er af ben, wordt 't verbeurd ver
klaard en uitgeroofd.
Kapitein, zeg ik, ik ben Jaap Been,
j ik geef je mijn woord van zeemanseer, dat
ze nog geen spijker van je schip zelle mee-
neme. We zijne geen dieve. Ik klim aan
boord en sta voor die kapitein. Wees niet
gek, zeg ik, as je hier blijft, verzuip je, as
leen schellevisch, die ze de vinne en staart
I afgeknipt hebben. Dan ga je naar de haaie
en vrete die menschen pastei van je.
De kapitein kijkt me erg lang in me
fazie. In eene zegt ie vriendelijk: Je heb
een eerlijke smoel. Jou vertrouw ik....
maar wat mot je hebbe voor ons over te
brenge?
Ik zeg kapite.n, om mensche te redde,
daarvoor neemt Jaap Been niks, maar als
je ons wilt .opdragen later de boot te lich
ten en de werkzaamheden van 't lossen,
dan doe je me een groot pleizier dan ken
nen, we eerlijk wat verdiene, en 't is voor
de jutters in Den Hglder iillijk kouwc
beene.
That is right, zegt de kapitein. Jij zal
die haas zyn van 't lossen. Det is reit.
Wij nemen de 17 Engelsehen in onze
vlet. Zeit de kapitein: neem eerst een
neutje. Zeg ik: kapitein, zoolang ik bisse-
nes doe, neem ik nooit een neutje. Zeit-ie
weer: Det is reit.
't Was een heele torn met de 17 Engel-
sctherh, maar ze kwainme aan land. Kranig
gedaan, zeit die burgemeester, nemen
jullie nou allemaal bij Dieuwertje maar
een neutje.
Zes duizend balen katoen gelost van die
schuit, zegt ouwe Jaap, en hii glundert,
't Was in de Sunterklaastyd.
Heel wat Heldersche haringtrekkers heb
ik angenomen om te helpen lossen
goeie ruime verdiensten gehaden de
kapitein was tevreden. Voor de redding
zelf heb ik niet zooveel gekregen als op
me hand leit. Later sprak ik de burge
meester van Callantsoog op het kantoor
van Duinker en Goedkoop.
Nou burgemeester, zeg ik, kryg ik
nou niet wat voor die redding, net zoo
goed as de Pettemers, die niemand gered
hebben en 10 gulden de man krege. Het
komt ons toch net zoo goed toe, laten we
eerlijk deele, 't is voor ons ok kou we beene,
wij hebben de mensche gered, zuil ie de
man ƒ10 gehad. Laten ze ons er vijf van
geve. Zeit de buigemeester: Vraag 't zelf
aan de Pettemers ik ben bang, dat je nog
een pak op je donder toe krijgt
Ouwe Jaap lacht. Er is iets zonnigs, iets
jeugdigs, iets overmoedigs op zyn gezicht
gekomen.
Een i*ak op me dondernou ja, nou
gooit een kind van 't kippeschooltje me
teuge de vlakte., maar., toen., alle Pet
temers en Callantsoogers bad ik de riblie
gebroke voot ze n.ijn een pak op me don
der konde geve.
Ik ben eigelyk bly, dat ik voor het men
schen redden geen hailevie gehad heb.
dat is eere-zaak.
En nou ga ik een fijn tukkie pakke..
Saluut!
(Wordt vervolgd).
Uit Harlingen luiden berichten van
ruime haringaanvoeren evenals van Wie-
ringen, welke vangsten afkomstig zijn uit
de omgeving van den afsluitdijk^ Het
blijkt dus, dat de haring naar binnen is
I getrokken en gestuit is tegen den afsluit
dijk. Nu is dit een verklaarbaar ver-
schijnsel. Toen toch de afsluiting nog niet
I bestond, trok de haring diep de Zuiderzee
in en kwam het ook voor, dat hier niet
zulke groote vangsten werden gemaakt,
I terwijl vanuit Zuiderzee berichten kwa-
'men van flinke aanvoeren haring.
Deze trekkende voorjaarsharing ziet zich
den weg naar de Zuiderzee versperd en
het is eenigszins voor de hand liggend,
dat ze zich, in flink aantal, verdringt voor
den dijk.
I Hiervan maken de kuilers gebruik er
zooveel mogelijk van in het net te krijgen
jen daar het vischterrein in dit opzicht
dicht gelegen is bij Harlingen en Wie-
ringen, is het begrijpelijk, dat daar heel
wat haring aan de markt wordt gebracht.
Maar het neemt niet weg, dat ook kui
lers hier de vangst aan den afslag bren
gen en het kwantum, hetwelk wordt aan-
I gevoerd, is op sommige dagen belangrijk,
i Het meest van deze haringinvasie pro-
fiteeren de kotters en botters, die zijn
i voorzien van flinke motorcapaciteit. Hoe
krachtiger de voortstuwing, is nu wel ge
bleken, hoe grooter de vangstkans, vooral
nu het water zeer helder is en de haring
dus eerder door het net wordt opge
schrikt.
Het verschil in vangstresultaat door
de vaartuigen met zware motorkracht en
die met lichte, is opvallend groot, zóó
zelfs, dat de eerste ruime vangsten boe
ken en de laatste de kosten ternauwer
nood gedekt zien.
Men heeft gepoogd, door gezamenlijk
optreden, inpiaats van spansgewijs, dub
bel spansgewijs te werken, daardoor de
voortstuwing opvoerende, maar deze
samenwerking kon ook niet het gewensch-
te resultaat teweeg brengen.
Dat drijft dus de gedachten weer om
zich ook van krachtiger motor te voor
zien, maar de beletselen daartoe zijn haast
onoverkomelijk, omdat daarvoor een
krachtiger en dus duurdere motor noodig
is en bovendien .de hoedanigheid van het
vaartuig misschien een niet zoo forsche
motor toelaat.
Hiermede komen we weer terug op hgt
oude chapiter van de credietverstrekking
door de overheid met de noodige vvaar-
Ned. Herv. Gem. (Westerkerk, Westplein)
's Morgens 10.30 u., Ds. H. A. Enklaar
Onderw.: „Voor velen". (Mrc. 14:24)
Geref. Kerk (Julianapark).
's Morgens 10 uur, Ds. Meynen
Bediening H. Avondmaal
's Middags 2.30 u., Ds. Tollenaar
Bediening H. Avondmaal
's Avonds 6 uur, Ds. Tollenaar
Dankzegging H. Avondmaal
Kerkdienst (Chr. Mil. Tehuis, Kanaalweg)
's Morgens 10 uur, Ds. Tollenaar
Gewonen dienst
's Avonds 6 uur, Ds. Meynen
Dankz. H. Avondmaal
Oud Gerei. Kerk (Hoogstraat).
's Morgens 10 u. en 's avonds 5.30 u.,
de heer N. van der Kraats
Chr. Geref. Kerk (Steengracht).
's Morgens 10 u.,
Prof. P. J. M. de Bruin v. Apeldoorn
Bed. H. Avondmaal
's Avonds 5 u., Dankzegging
Herst. Evang. Luth. Gem. (Weezenstr.)
's Morgens 10.30 u., Ds. P. H. Borgers
Lijdenspreek.
Onderwerp: „De koude nacht".
Woensdag 15 Maart
's Avonds 8 uur, Ds. P. H. Borgers.
Bijbellezing.
Donderdag 16 Maart
's Avonds 8 uur, Deutsclier Vercin.
Doopsgez. Gem.
's Morgens 10 uur, Ds. P. J. Smidts
Evangelisatie (Palmstraat).
's Morgens 10 u., Ds. R. G. W. J. Ilock
lijdens-prediking
's Avonds 5.30 u., Ds. R. C. W. J. Hoek
Bijbellezing over Joh. 3
Evangelisatie (Geb. Middenstraat 117)
Woensdagavond 8 uur,
Evangelisatie-Samenkomst, verschil
lende sprekers.
Allen welkom Vrije toegang
Evangelisatiegebouw, Vijzelstraat:
's Avonds 8 uu, verschillende sprekers.
Woensdagavond 7J uur,
Lichtbeelden-avond.
Oud-Katholieke Kerk (Langestraat 78).
2de Zondag van de Vasten
's Morgens 10 uur, kerkdienst
Past. Th. Moleman.
's Avonds 7 uur, lydensoverwegiug
Past. Th. Moleman.
Leger des Hells.
7 uur v.m., Bidstond.
10 Altaardienst.
3i n.m., Openlucht - samenkomst
a h. Plantsoen.
8 Verlossings-samenkomst
onder leiding van Adj. Brons met
twee Kadetten.
Hersteld Apostolische Zending Gemeente
(Oorspronkelijke Stichting door
Wijlen Apostel Schwarts)
Sluisdijkstraat hoek Schagenstraat
's Morgens 10.30 uur, dienst
Kerk van Jezus Christus.
(Van de Heiligen der laatste dagen).
Jansendwarsstraat 8.
's Morgens 9.30 en 's avonds 5 uur
Samenkomsten.
HUISDUINEN
Ned. Herv. Gemeente.
's Avonds 7 uur, Ds. H. A. Enklaar.
onze
Groote afmeting
Kwaliteit iets bijzonders
fl.50 per H.L., franco thuis
heel povere vangsten hebben.
Ook de trekkev ?aat het nog niet voor
den windhet va>»stresultaat blijft ook
voor hen nog gering.
Men schrijft dat toe aan veranderde
stroomrichting na afsluiting van de Zui
derzee, waardoor de haring langs andere
routes zou worden gedreven en men voelt
het schrijnende, dat bij den afsluitdijk
flink resultaat wordt verkregen, terwijl
men hier het nakijken heeft.
Dat stemt teleurstellend, maar, al is bet
geen pleister op de wonde, is bet nog niet
wat vroeg voor de grootte invasie der ha
ringen? Kan het nog niet zyn, dat de
groote trek nog moet plaats hebben?
Ja, maarnu zyn de prijzen nog
zeer bevredigend en zou men, bij wat
vangst, daarvan ook kunnen profiteeren,
terwijl bij groote aanvoer de prijzen ver
borgen. En gezien hetgeen in andere ïan- j moedelijk sterk zullen dalen!
j n 1 i i i i ii. i^l /.oor voLror mnar nof in!
den wordt gedaan, zal het tenslotte ook
hier wel in die richting gaan.
Nu echter ondervinden de belangheb
benden in sterke mate bet nadeel van niet
te kunnen beschikken over een krachtiger
voortstuwingsapparaat.
Doch niet slechts de kuilers profitee
ren van de haringophooping bij den af-
sluidyk, doch ook de komzetters, die daar
hun want hebben kunnen plaatsen, maken
ruime vangsten. In tegenstelling met de
Zeer zeker, maar het wil ons voor
komen, dat, gezien het dit jaar ontbreken
van de Zuiderzee-aanvoeren. de prijs zich
geruimen tijd op een bepaald niveau zal
handhaven, omdat het afzetgebied bin
nenslands heel wat haring kan opnemen
en Duitschland, dat immers versche
haring niet belast, nog zoo goed als geen
haring heeft toegezonden gekregen.
Alle hoop willen we dus niet laten
varen. Zoo ook denken de trekkers en de
komzetters in onze nabijheid, die nog maar I komvisschers er over. want geregeld, on
danks de teleurstelling, trekken ze er op
uit om geen kans verloren te laten gaan.
Bovendien wordt allerlei terrein ver
kend in de Waddenzee, waar misschien
zich nog gunstige plaatsen bevinden om
jde ze-gen uit te werpen of een kom te
plaatsen.
I Het !s een zoeken en tasten en de motor-
vlet maakt het mogelyk, dat men uitge-
breider terrein kan bestrijken.
Enkelen hebben zelfs een kom by Ter
schelling geplaatst en, naar verluidt, Is
daar ook wel wat resultaat bereikt. Deze
BREEWATERSTRAAT 5
Telef. 461
Toonkamer; Philips- en N.S.F.-Radio