Vereen. BraniistoffenlianÉl, derde bi ad heldersche courant van zaterdag 11 maart 1933. Uit het leven der Heldersche haringtrekkers. TURENNE ANTHRACIET 1 Stadsnieuws. Visscherij. VAN BAAREN ik- LUXE AUTO-VERHUUR Tel. 565. Citroën Garage, Hoofdgr. 24 (Toen Ouwe Jaap 65 jaar haringtrekker was). PREDIKBEURTEN 'knobbelden de schippers - Probeert U ook eens SP0ÜRGRACHT 15 Telef. no. 485 Uw aangewezen adres voor Uw Radio is: TECHNISCH BUREAU Op- en ondergang van Zon- en Maan en tijd van hoogwater (Texel). Wintertijd. Maan Maart op: oud.: 2 12 18.47 6.20 M 13 20.14 6.31 D 14 21.43 6.44 W 15 23.15 7.00 D 167-20 V 17 0.47 7.51 Z 18 2.10 8.36 Zon op: ond 6.22 17.57 6.20 17.58 6.17 17.59 6.15 18.01 6.13 18.03 6.10 18.05 6.08 18.07 Hoogwater sm. nam. 9.08 9.22 9.37 9.53 10.09 10.27 10.43 11.02 11.19 11.38 11.58 0.22 0.43 Licht op voor alle voertuigen: Zaterc g 11 Maart Zondag 12 Maart Maandag 13 Maart 18.25 18 27 18.28 Op het deze week gehouden examen ana de Handelsavondschool voor het di ploma Machineschrijven slaagden de leerlingen: A. J. van der Oord, A. J. A. Je Haan en M. F. de Barbanson. Te 's-Gravenhage slaagden de heeren J. Been voor tweede stuurman (groote stoomvaart) en A. Blokker, voor het niachiiüstendiplonia A. APOTHEKEN. Van hedenavond 10 uur tot Maandag morgen is alleen geopend de apotheek van W. H. Kingma, Kanaalweg. Van Maandag 13 Maart tot 20 Maart wordt avond- en Zondagdienst waargeno men door H. J. Iiootlieb, Binnenhaven. „TOYOHIKO KAGAWA". Le/.ing ds. P. H. Borgers. A.s. Maandag des avonds om 8.15 u. hoopt ds. P. H. Borgers in de Luthersche Kerk, Weezenstraat 68, een lezing te hou den over den merkwaard)gen hervormer op sociaal en religieus gebied in Japan: „Toyohiko Kagawa. I)e toegangsprijs bedraagt 0.25. Men zie de advertentie. TOEN DE WACHTER VAN DE MOSTERDBRUG, VIJF-EN-TWINTIG JAAR AAN DE KETTINGEN GETROKKEN HAD Dat was leuk, dat was lollig, zei de wachter van de Mosterdbrug; ik dacht, dat ze liet in de gemeente vergeten zouwe, maar hij is goed geworre. Vijf-en-twintig jaar ben ik vandaag an de brug, hè. Nou, daar komt vanmorge meneer Visser, van gemeentewerken, heel deftig bij me. Hij lioudt 'n toespraak, feliciteert me namens het gemeentebestuur en namens meneer Dokter en krijg ik meteen een enveloppe. Da's goeie bulle, zoo'n envelop Hij zit opgewekt met een feestsigaar in zijn hoofd achter een tafel vol blomme. Jaap van Otteren en hij herhaalt: Dat Avas göje vandaag; en weet je wat ook lollig was: daar heb je de Polakken die vlak over de Mosterdbrug wonen, die hadden het in de smiezen dat ik 25 jaar brugophaler was. Moet je weten: de oude heer Polak had vroeger, uit West- Indië van oome Sieme, die daar kapel meester was, een aap gekregen, die noem den ze Jeroegem en dat beest vloog aldoor maar langs de ketting van de Molenbriig naar boven mijn vader was toen nog brugwachter en dan was het holle ach ter die aap an, dan riepe we: Jeroegem, Jeroegempie, kom naar beneden! Maar Jeroegem bleef hoog en droog boven op de brug, precies als die jongen op de Ko- ningsbrug in Rotterdam, zat-ie, klaar om in het Heldersche Kanaal te duiken. Er was maar één middel om 'm naar beneden te krijgen en dat wasmuziek. Als-ie muziek hoorde, begon-ie te dansen om de Polakken d'r beene heen. Nou, dan ginge de Polakken op de viool strijke en as de weerlicht kwam Jeroegem naar be neden en danste de Polka Mazurka en zoo kregen ze Jeroegem omlaag. Wie denkt er nou 30 jaar later nog an Jeroe gem, hè, an die aap? Niemand hè, en toch.... duikt die aap in eene vandaag weer op. Nou komt zooeven een kruik Ouwe Klare met een brieffie er bij: Kom- plemente van Jeroegem uit de West en van alle Polakken in Holland, en in de Oost. Was die effe goed? Jaap glundert. Hij is van een echt brug wachtersgeslacht. De ouwe Van Otteren, met zijn hooge zwarte zye pet en zijn blauwe boezeroen, die als een aal an de ketting van de Molenbrug hing, vooral in den kermistijd, zijn vader, was een popu lair man. Twintig jaar lang was hij kapi tein op de Mosterdbrug. Ik ben er nou 25 jaar, zegt Jaap en mijn broer Cor is ook al 20 jaar bij de brug. Wil je wel gelooven, ik voel me van daag echt gelukkig. Ik ben gewend aan die Mosterdbrug't Is of ik er 25 jaar mee getrouwd ben. Ik ben, zoo je weet, tot nu toe vrijgezel, maar zoo waar as ik hier voor je zit, ik hou van die brug, al kryg ik over twee maanden ook een echte vrouwdan ga ik trouwen. Een gekke naam, Mosterdbrug, Dat is 't ook, zegt Jaap. Hij heet eigenlijk Molenbrug, maar dat zit zoo: Juist tocn-ie nieuw was en ingewijd zou worden, kwam er een vrouwtje, dat met mosterd ventte, en midden op de brug liet ze de heele emmer met mosterd om- kaaien. Sinds dien dag heet-ie Mosterd brug. Denk nu niet, lezer, dat ik dit verslag achter elkaar heb kunnen schrijven, want in het brugwachtershuis was het een va et vient: een gaan en komen. Er werd getoost van jewelste. „Jaap, nog veel jaren!" „Dank je Kees, neem een neutje! „Daar ga je Jaap, nog veel jaren!" „Dank- je Piet, neem nog een,sigaar. Dank je wel voor je blomme!" Jaap was wel het feestvarken en hfl zat, maar onder de mistletoe, die hij van zijn bruid gekregen had en die in een mooie 'vaas aan den zolder hing, te glunderen. Jaap, de brugwachter, de oude verstok te vrijgezel, gaat trouwen, maar toch zyn brug vergeet-ie niet. De brug blijft, al gaat-ie trouwen, zijn tweede vrouw. BOND VAN MOBILISATIE- INVALIDEN EN HUNNE N A BEST A A N DEN. In Hotel Bellevue werd gisterenavond een vergadering gehouden, welke van bo- vengenoemden Bond uitging. Uit den aard der zaak was er niet veel belangstelling, ten minste niet van niet-geïnteresseerde zijde, dat zy, die wel met dezen bond te maken hebben, het belang van cleze ver- gadering inzagen, bewijst wel het feit. dat. ?.r,.eei.1 drietal zelfs van Anna Paulowna en leringen was gekomen. I>e bijeenkomst werd geleid door den lieer P de Boer, voorzitter en promotor van den Bond en zelf mobilisatieslacht- otfer. Verder waren circa 15 personen aanwezig. Welk recht hebben de mobilisatieslacht offers? zoo vroeg de beer De Boer aan het einde van zyn toespraak. Deze vraag is ge makkelijker te stellen dan te beantwoor den. Moreel recht hebben zij wel, maar geen wettelijk recht, dit ontstaat waar een moreelen ondergrond aanwezig is, en deze is in de zaak van de mobilisatieslachtoffers wel aan te toonen. Uitvoerig beschrijft spr. de vele ontbe ringen, die de soldaten hebben medege maakt in de mobilisatie. Wanneer zy on geschikt werden voor den dienst, dachten zy dat zij wel pensioen zouden krijgen, doch volgens de militaire pensioenwet van 1902 werd dit niet anders gegeven, dan wan- 7 cent per K M. neer kon worden aangetoond, dat de onge schiktheid in en door den dienst was ge komen. Verschillende voorbeelden werden door spr. gegeven. Indien het verband wel kon worden aangetoond, werd een pen sioen gegeven, doch dit was niet veel, zoo krygt een weduwe, die met 5 kinderen is achtergebleven J 102 per jaar. De sioenwet van 1902 voorzag in geen enkel opzicht voor den buitengewonen dienst, die in de mobilisatiejaren werd verricht. In 1919 is de invaliditeitswet van minister Aalberse gekomen, doch deze wet gaf mets voor hen, die reeds invalide waren. Uitvoerig gaat spr. zijn eigen geval na. Evenals zoovelen heeft hij een ontslagbrief gekregen, waarop stond, dat zijn ontslag kwam door lichaamsgebreken in en door den dienst veroorzaakt. Nu is dit in vele gevallen moeilijk aan te toonen. Door de zeer onhygiënische toe standen in de barakken liep men vaak ziekten op die zich later openbaarden en waarvan het verband met den dienst niét was aan te toonen waardoor velen geen pensioen hebben gekregen. Het is jammer, dat de roobiiisatieslaclit- offers niet allen advocaten zijn geweest, dan had hnn zaak er beter voor gestaan. Dat bewyst het geval van een vliegenier, die met zijn toestel is gevallen en deerlijk verminkt werd. Hij wist de wegen, die hij bewandelen moest en hij had connecties. Het resultaat was, dat hij een pensioen heeft gekregen plus een uitkeering van 50.000 ineens. Spr. heeft zich gewend tot de Kamer leden met de vraag of zy bereid waren iets voor de mobilisatiesiachtoffers te doen en de heer A. P. Staalman heeft toen be loofd te zullen zien wat hij kon doen. Op 29 Juni '20 is toen in de Kamer aangeno men de motie-Staalman, houdende, dat aan hen, die in den militairen dienst wegens lichaamsgebreken, welke niet door moed willige handelingen waren ontstaan, wa ren ontslagen, een jaargeld moest worden toegekend of een uitkeering ineens. Met algetneene stemmen werd deze motie aan genomen. De regeering voerde deze motie echter niet uit. Zoo kreeg spr. een som \an 800 ineens en voor eens, hoewel hij gevraagd had een jaargeld te mogen ontvangen. De heer Staalman drong toen aan op de uit voering van zijn motie. De minister wist, dat dit 4.000 000 per jaar zou moeten kosten, hij keerde slechts 600.000 uit. De interpellatie van den heer Staalman had tot doel om in evidente gevallen nog een uitkeering te geven, waaraan in som mige gevallen voldaan is. Toen cle zaak niet goed verliep heeft spr. met een ka meraad en eveneens een mobilisatieslacht offer een protestbetoogiing in Den Haag georganiseerd. Met z'n tweeën zyn ze in hun invalidenwagentjes naar Den Haag gegaan en hebben door met hun opschrif ten veel belangstelling gewekt. Het Kamerlid Dresselhuys gaf niet thuis, de heer Schaper probeerde een on derhoud met den minister te krijgen, doch ook deze was niet te spieken. Toen hebben wij een zitdag in de Tweede Kamer ge houden. De bode was zeer welwillend om verschillende Kamerleden voor ons te ha len, doch toen deze ons in ons wagentje' door YVEL DLAWNURG. (Nadruk verbo'1 i Overal hei je motzelfs tusstnen de beeste. Ze gunne elkaar nerges een hap vrete in de wereldZe zegge deftig: 't Is kon'kerensieAfijn, dat er korike- rensie is kan geen kwaad., want die maakt dat je weer wat gcec.kooper leven kan. Je mot niet denke, dat 't haringtrekke niks an inkoop kost, cat je alleen maar heb te vissche en die vissies te verkoope. As je dat denk hei je 't glad mis. We liebbe ok konkerensie en je mot heel wat geld kunne uitschiete. Ik heb tjje gehad, dat alleen 'n paar hooze meer dan honderd gulden koste en oliejasse over de 20 gulde. Nou zijne ze een stuk goeijekooper. Voor 55 gulden heb je een paar beste hooze. We kenne teugeswoordig slecht cp Huisduine vissche, zegt de jonge Been, zijn zoon, die thuis is gekomen en makke lijk op een rieten stoel gaat zitten. Die steenen van de dam doen ons, met netten inhalen, liiiyk de dood an, al die steene ligge los en hoekig, al de maze scheure er op kapot. Op Onrust is 't nou ok nog niet veel gedaan, 't weert niet en toch gaan we er maar uit by" nacht en ontij om te avon turen. En as je 't nou beroerd treft met knobbelen en tellen, dan hei-je voor tjoe- ma in de kou gestaan. Met tellen? vraag ik, wat heb de vis sche rii nou met tellen te maken, ik dacht dat ze dit alleen op 't kippeschooltje leer den Nou dat zit zoo, zegt de jonge Been. Asse me op Onrust staan met een heel soepde vletterlui. dan kennen niet alle vlette gelijk visschen, dan loop je elkaar t V001. maar in den weg. Eén voor één mot vis schenou, dan lote de schippers van de vlette onder elkaar, wie eerst mag vis sche en wie tweed en wie derd en wie vierd en as je nou 't ongeluk treft, dat je de leste bent, dan kan je zoo wel naar huis gaan, want dan verloopen er heel wat uur tjes voor je an 't visscben toekomt en dan is meest het tij al weer verloopen. Die het beroerd treft, heit natuurlijk dik de pee in, maar d'r is niks an te doend'r wordt eerlijk afgeteld, eerlijk geknobbeld. Nee, d'r is niks an te doen, zegt ouwe Jaap. Je mot rustig afwaohteben me nigmaal voor niks naar Onrust gegaan. ter, <,ie ue o., ..er..i.ie an de. Hifl te droge hing, in flarden scheurde, nou dan ik torn met de jongens teuge de dijk op.... komt d'r in eene iemand op-een paard andrave. 't Paard is bek-af, dampt uit zyn flanke as heete koffie. Wat is d'r loos, zeg ik. D'r zit een schuit in Callantsocg en de reddingboot van Callantsocg is omge slagen, roept die ruiter. Hoe weet je dat? zeg ik. Nou, ik ben een boer uit Callantsocg. zeit-ie, en ik heb zelf gezien dat de red dingboot is omgeslagen. Zeven menschen zijne d'r verdronken en op 't wrak van het schip zit de heele ekwipage in doodsnood. Ik heb 15 mijl in gestrekte galop langs de duine gedraafd om jullie te liale. Kenne jullie d'r niet wat an doen? Dat paard sting onderwijl maar te trap pelen en te dampe en te zweete en te nfn- nekesting maar teugen de storm in te briesche, 't had ok een heel eind in galop afgelegd. Ik weet wat, zei ik, ik gaan effe naar Toon Zwaan, die had in die tijd nog een boerderij, ga jij inee, dan kan je paard effe ruste. Wij gonge dus naar Toon Zwuito. Ik zeg, Toon, zeg ik daar is d'r eenfop een paard in galop van Callantsoog naar Den Helder gedraafd, de reddingboot is omgeslagen. Geef jij gauw een korriewa gen met versche paarden, dan geef ik mijn eige vlet, die zette we hurrie op, boven de kerrie en dan rij jij of je coor de duvpl achterna gezete wordt, met de liéele santekraam naar Callantsoog en wij tjompe in 't water. Maarje mot 't doen niksik geef ook mijn vlet en 't wrak laat ik niet verzuipe, das de kik- saus.('aar gaat 't om. Wij op 't water en roeien teugen de storm in.. maar ik ken '1 water. Wij vissollen er dagelijks op. De Heldersche visschers liebbe ze niet noodig te leere hoe ze roeie motte't Was of de zee razend wier en ons kapot wilde rammemaar Jaap was niet benauwd. Ik neem de ljjzjj van 't wrak, dat was luwer en hadden we niet zoo'n last. zagen zitten, kwamen zij direct met hun horloge voor den dag en met de mededee- ling, dat zij geen tijd hadden. De gelden voor de slachtoffers zijn snel verminderd. Van 600.000 werd het 183.000, toen 32.600 en minister Van Dyk maakte er 29.500 van. Er was niet meer noodig, zei deze. Maar een weduwe in Weesp kreeg een gedrukte briefkaart, waarop stor.d. dat zii niet meer voor een uitkeering in aan merking kom kemen, daar er geen geld meer was. Toen is de Bond opgericht en resultaten ziji: al bereikt. Het liedrag voor de slacht offers groeide weer. Het werd 56.000, 72.000 plus een tusschentijdsche verhoo ging van 8000 en dit jaar staat er 800.000 op de begrooting. Vele afgekeurdon hebben hun tijd voor bij laten gaan. Toen zy opgeroepen wer den kreeg iedereeu een schrijven thuis, doch de bekendmaking dat degeen die meende recht op pensioen te hebben,, zich daarvoor bij de regeering moest melden, werd onvoldoende ter kennis van belang hebbenden gebracht. Het feit dat men geen pensioen heeft gekregen, zegt niet, dat men geen recht daarop heeft, het is een gevolg geweest van de nalatigheid van Kamerleden, die verzuimd hebben een goede pensioenwet in het leven te roepen. Zii zorgen wel, dat zy zelf niet tekort komen. Nu wij voor ons recht strijden durft men ons optreden onsympathiek te noemen, doch het is nog nimmer verboden de waar heid naar voren te brengen, doch deze waarheid is voor velen onaangenaam. Men speelt schuilevinkje met ons en men heeft ons optreden min of meer revolutionnair genoemd. Wij hebben echter niets met po litiek uit te staan. Wij vragen niets onrechtvaardigs, wij vragen alleen van de regeering een onpar tijdig onderzoek. Wanneer er een commis sie wordt ingesteld, moet niet een party daarin vertegenwoordigd zijn. Het recht dat c'e mobilisatiesiachtoffers hebben is een bespotting van het recht en dat weet. men in Den Haag heel goed. De oorlog heeft tweeduizend millicen gekost, maar voor de mobilisatieslachtoffers is er geen geld. De Bond wordt echter hoe langer hoe sterker en alleen een sterke hond kan iets tot stand brengen. Omdat het recht er is, zullen wy winnen. Na afloop der vergadering werd een af- deeling voor Den Helder en Omstreken opgericht. Secretaris-correspondent is de heer J. H. Nienkemper, 2e Vroonstr. 68, waar een ieder die belang stelt in het werk van den Bond, inlichtingen kan bekomen. Verder blijkt uit het orgaan van den Bcnd „Houdt Moed", dat de Bond van plan is bij de a.s. verkiezingen met een eigen lijst uit te komen, met als canöidaat de heer P. de Boer. ZONDAG 12 MAART 1933 Ncd. Herv. Gem. Geen dienst DEN HELDER (N*. Kerk, Weststraat^ Dat ging vroeger rnet schipbreukelingen redde andersdaar hebbe ze nooit bij geteld, wie eerst in de vlet zon gaan en wie lest. Ik was altijd baantje de voorste. kraam. Een redding was d'r, ik zal 't nooit ver- gete. 't Was een storm, verschrikkelijk. je kon niet teuge de glooiing opkomme, zoo blies de Noordwester tegen je lijf. HOOFDSTUK II. De vliegende Hollander. Het is alsof er nieuw leven komt in de oude gestalte van ouwe Jaap, als hij begint te vertellen over zijn reddingen. Zyn stem, zooeven nog fijn van ouderdom, krijgt iets forsch. Zijn oude oogen begin nen te stralen.. Hii is als de oude acteur op het tooneel, die een jeugd-rol moet spelen Ouwe Jaap is met zyn gedachte ver in 't verleden, hij doorleeft de jaren van vroeger, toen hy niet was als nu: een broze grijze, trillende ouwe Jaap, maar een krachtig-stoere haringtrekker en men- schen redder. Die storm dan he, c'ie zware Noordwes- mjjn eige leven en dat van de jongen voor niks. We gane niet officieel en dat. wordt niet betaald!, dat weet je. Nou Toon Zwaan is ook een ouwe Jut ter he, die zeit: Jaap, zeit-ie, daar ben ik voor te porreZe niagge me ophange an een eindje touw as ik je in de steek laat. Ik ga met je mee. We late ze niet verzuipe, om de dooie dood, dat late we niet, zeg ik, en ik geef Toon Zwaan van plezeir een stomp teuge ze buik. As de vliegende Hollander hebben we in het holst van den nacht langs de duine gejaagd' en 't was nog geen dae toen we by' Callantsoog an kwame. In 'n wip laaien wy de schuit van de wagen. Zegt de bur gemeester van Callantsoog, die ook op bet strand sting: Manme, zeit-ie, wie is hier de schipper en wat gane jullie uithale? Wat we gane uithale, zal je direkt zien, burgemeester, zeg ik, je hoeft er niet net as in de kemedie wat voor te beteune en as je wil wete, wie de schipper is, dat ben ik met je welnemen en wat mot uwes? Weet je wel, zeit-ie, dat as je met je eige vlet te wator gaat, dat je toch geen hailevie voor <tie redding krijgt, want liet is geen materiaal van de reddingsmaat- schappy. Dat weet ik beetig,, zeg ik, ik heb nooit anders as met eigen ekwipage en eige vlet gered en nog nooit wat gehad, 't zal de eerste keer niet zyn, dat ik niks krijg. 't Is erg gevaarlijk, zegt die burge meester, hij sting vlak voor de herreberg van Dieuwertje Mooi. 't Is gevaarlijk, de reddingboot van Callantosog is omgeslage. Zeven man verdronken. Wacht liever af tot 't heelemaal dag is en de Pettemer red dingboot komt laat die eerst gaan, dan kan die jullie assisteere. Geen tijd, burgemeester, zeg ik, de Heldersche jutters wachte nooit. Krijg ik d'r niks voor, nou allo, dan kan ik er niks an doen en ga ik om zeepwe zijn alle maal in Gods hand.... en die mensche op m aa r i k der nie t aCZ Kapitein, ahooi, kapitein, kom in de boot, schreeuw ik. Zeit-ie, op zyn steen kolen Engelsoh: Me manne kenne d'r af gaan, maar ik verlaat mijn sdhip niet. As ik er af ben, wordt 't verbeurd ver klaard en uitgeroofd. Kapitein, zeg ik, ik ben Jaap Been, j ik geef je mijn woord van zeemanseer, dat ze nog geen spijker van je schip zelle mee- neme. We zijne geen dieve. Ik klim aan boord en sta voor die kapitein. Wees niet gek, zeg ik, as je hier blijft, verzuip je, as leen schellevisch, die ze de vinne en staart I afgeknipt hebben. Dan ga je naar de haaie en vrete die menschen pastei van je. De kapitein kijkt me erg lang in me fazie. In eene zegt ie vriendelijk: Je heb een eerlijke smoel. Jou vertrouw ik.... maar wat mot je hebbe voor ons over te brenge? Ik zeg kapite.n, om mensche te redde, daarvoor neemt Jaap Been niks, maar als je ons wilt .opdragen later de boot te lich ten en de werkzaamheden van 't lossen, dan doe je me een groot pleizier dan ken nen, we eerlijk wat verdiene, en 't is voor de jutters in Den Hglder iillijk kouwc beene. That is right, zegt de kapitein. Jij zal die haas zyn van 't lossen. Det is reit. Wij nemen de 17 Engelsehen in onze vlet. Zeit de kapitein: neem eerst een neutje. Zeg ik: kapitein, zoolang ik bisse- nes doe, neem ik nooit een neutje. Zeit-ie weer: Det is reit. 't Was een heele torn met de 17 Engel- sctherh, maar ze kwainme aan land. Kranig gedaan, zeit die burgemeester, nemen jullie nou allemaal bij Dieuwertje maar een neutje. Zes duizend balen katoen gelost van die schuit, zegt ouwe Jaap, en hii glundert, 't Was in de Sunterklaastyd. Heel wat Heldersche haringtrekkers heb ik angenomen om te helpen lossen goeie ruime verdiensten gehaden de kapitein was tevreden. Voor de redding zelf heb ik niet zooveel gekregen als op me hand leit. Later sprak ik de burge meester van Callantsoog op het kantoor van Duinker en Goedkoop. Nou burgemeester, zeg ik, kryg ik nou niet wat voor die redding, net zoo goed as de Pettemers, die niemand gered hebben en 10 gulden de man krege. Het komt ons toch net zoo goed toe, laten we eerlijk deele, 't is voor ons ok kou we beene, wij hebben de mensche gered, zuil ie de man ƒ10 gehad. Laten ze ons er vijf van geve. Zeit de buigemeester: Vraag 't zelf aan de Pettemers ik ben bang, dat je nog een pak op je donder toe krijgt Ouwe Jaap lacht. Er is iets zonnigs, iets jeugdigs, iets overmoedigs op zyn gezicht gekomen. Een i*ak op me dondernou ja, nou gooit een kind van 't kippeschooltje me teuge de vlakte., maar., toen., alle Pet temers en Callantsoogers bad ik de riblie gebroke voot ze n.ijn een pak op me don der konde geve. Ik ben eigelyk bly, dat ik voor het men schen redden geen hailevie gehad heb. dat is eere-zaak. En nou ga ik een fijn tukkie pakke.. Saluut! (Wordt vervolgd). Uit Harlingen luiden berichten van ruime haringaanvoeren evenals van Wie- ringen, welke vangsten afkomstig zijn uit de omgeving van den afsluitdijk^ Het blijkt dus, dat de haring naar binnen is I getrokken en gestuit is tegen den afsluit dijk. Nu is dit een verklaarbaar ver- schijnsel. Toen toch de afsluiting nog niet I bestond, trok de haring diep de Zuiderzee in en kwam het ook voor, dat hier niet zulke groote vangsten werden gemaakt, I terwijl vanuit Zuiderzee berichten kwa- 'men van flinke aanvoeren haring. Deze trekkende voorjaarsharing ziet zich den weg naar de Zuiderzee versperd en het is eenigszins voor de hand liggend, dat ze zich, in flink aantal, verdringt voor den dijk. I Hiervan maken de kuilers gebruik er zooveel mogelijk van in het net te krijgen jen daar het vischterrein in dit opzicht dicht gelegen is bij Harlingen en Wie- ringen, is het begrijpelijk, dat daar heel wat haring aan de markt wordt gebracht. Maar het neemt niet weg, dat ook kui lers hier de vangst aan den afslag bren gen en het kwantum, hetwelk wordt aan- I gevoerd, is op sommige dagen belangrijk, i Het meest van deze haringinvasie pro- fiteeren de kotters en botters, die zijn i voorzien van flinke motorcapaciteit. Hoe krachtiger de voortstuwing, is nu wel ge bleken, hoe grooter de vangstkans, vooral nu het water zeer helder is en de haring dus eerder door het net wordt opge schrikt. Het verschil in vangstresultaat door de vaartuigen met zware motorkracht en die met lichte, is opvallend groot, zóó zelfs, dat de eerste ruime vangsten boe ken en de laatste de kosten ternauwer nood gedekt zien. Men heeft gepoogd, door gezamenlijk optreden, inpiaats van spansgewijs, dub bel spansgewijs te werken, daardoor de voortstuwing opvoerende, maar deze samenwerking kon ook niet het gewensch- te resultaat teweeg brengen. Dat drijft dus de gedachten weer om zich ook van krachtiger motor te voor zien, maar de beletselen daartoe zijn haast onoverkomelijk, omdat daarvoor een krachtiger en dus duurdere motor noodig is en bovendien .de hoedanigheid van het vaartuig misschien een niet zoo forsche motor toelaat. Hiermede komen we weer terug op hgt oude chapiter van de credietverstrekking door de overheid met de noodige vvaar- Ned. Herv. Gem. (Westerkerk, Westplein) 's Morgens 10.30 u., Ds. H. A. Enklaar Onderw.: „Voor velen". (Mrc. 14:24) Geref. Kerk (Julianapark). 's Morgens 10 uur, Ds. Meynen Bediening H. Avondmaal 's Middags 2.30 u., Ds. Tollenaar Bediening H. Avondmaal 's Avonds 6 uur, Ds. Tollenaar Dankzegging H. Avondmaal Kerkdienst (Chr. Mil. Tehuis, Kanaalweg) 's Morgens 10 uur, Ds. Tollenaar Gewonen dienst 's Avonds 6 uur, Ds. Meynen Dankz. H. Avondmaal Oud Gerei. Kerk (Hoogstraat). 's Morgens 10 u. en 's avonds 5.30 u., de heer N. van der Kraats Chr. Geref. Kerk (Steengracht). 's Morgens 10 u., Prof. P. J. M. de Bruin v. Apeldoorn Bed. H. Avondmaal 's Avonds 5 u., Dankzegging Herst. Evang. Luth. Gem. (Weezenstr.) 's Morgens 10.30 u., Ds. P. H. Borgers Lijdenspreek. Onderwerp: „De koude nacht". Woensdag 15 Maart 's Avonds 8 uur, Ds. P. H. Borgers. Bijbellezing. Donderdag 16 Maart 's Avonds 8 uur, Deutsclier Vercin. Doopsgez. Gem. 's Morgens 10 uur, Ds. P. J. Smidts Evangelisatie (Palmstraat). 's Morgens 10 u., Ds. R. G. W. J. Ilock lijdens-prediking 's Avonds 5.30 u., Ds. R. C. W. J. Hoek Bijbellezing over Joh. 3 Evangelisatie (Geb. Middenstraat 117) Woensdagavond 8 uur, Evangelisatie-Samenkomst, verschil lende sprekers. Allen welkom Vrije toegang Evangelisatiegebouw, Vijzelstraat: 's Avonds 8 uu, verschillende sprekers. Woensdagavond 7J uur, Lichtbeelden-avond. Oud-Katholieke Kerk (Langestraat 78). 2de Zondag van de Vasten 's Morgens 10 uur, kerkdienst Past. Th. Moleman. 's Avonds 7 uur, lydensoverwegiug Past. Th. Moleman. Leger des Hells. 7 uur v.m., Bidstond. 10 Altaardienst. 3i n.m., Openlucht - samenkomst a h. Plantsoen. 8 Verlossings-samenkomst onder leiding van Adj. Brons met twee Kadetten. Hersteld Apostolische Zending Gemeente (Oorspronkelijke Stichting door Wijlen Apostel Schwarts) Sluisdijkstraat hoek Schagenstraat 's Morgens 10.30 uur, dienst Kerk van Jezus Christus. (Van de Heiligen der laatste dagen). Jansendwarsstraat 8. 's Morgens 9.30 en 's avonds 5 uur Samenkomsten. HUISDUINEN Ned. Herv. Gemeente. 's Avonds 7 uur, Ds. H. A. Enklaar. onze Groote afmeting Kwaliteit iets bijzonders fl.50 per H.L., franco thuis heel povere vangsten hebben. Ook de trekkev ?aat het nog niet voor den windhet va>»stresultaat blijft ook voor hen nog gering. Men schrijft dat toe aan veranderde stroomrichting na afsluiting van de Zui derzee, waardoor de haring langs andere routes zou worden gedreven en men voelt het schrijnende, dat bij den afsluitdijk flink resultaat wordt verkregen, terwijl men hier het nakijken heeft. Dat stemt teleurstellend, maar, al is bet geen pleister op de wonde, is bet nog niet wat vroeg voor de grootte invasie der ha ringen? Kan het nog niet zyn, dat de groote trek nog moet plaats hebben? Ja, maarnu zyn de prijzen nog zeer bevredigend en zou men, bij wat vangst, daarvan ook kunnen profiteeren, terwijl bij groote aanvoer de prijzen ver borgen. En gezien hetgeen in andere ïan- j moedelijk sterk zullen dalen! j n 1 i i i i ii. i^l /.oor voLror mnar nof in! den wordt gedaan, zal het tenslotte ook hier wel in die richting gaan. Nu echter ondervinden de belangheb benden in sterke mate bet nadeel van niet te kunnen beschikken over een krachtiger voortstuwingsapparaat. Doch niet slechts de kuilers profitee ren van de haringophooping bij den af- sluidyk, doch ook de komzetters, die daar hun want hebben kunnen plaatsen, maken ruime vangsten. In tegenstelling met de Zeer zeker, maar het wil ons voor komen, dat, gezien het dit jaar ontbreken van de Zuiderzee-aanvoeren. de prijs zich geruimen tijd op een bepaald niveau zal handhaven, omdat het afzetgebied bin nenslands heel wat haring kan opnemen en Duitschland, dat immers versche haring niet belast, nog zoo goed als geen haring heeft toegezonden gekregen. Alle hoop willen we dus niet laten varen. Zoo ook denken de trekkers en de komzetters in onze nabijheid, die nog maar I komvisschers er over. want geregeld, on danks de teleurstelling, trekken ze er op uit om geen kans verloren te laten gaan. Bovendien wordt allerlei terrein ver kend in de Waddenzee, waar misschien zich nog gunstige plaatsen bevinden om jde ze-gen uit te werpen of een kom te plaatsen. I Het !s een zoeken en tasten en de motor- vlet maakt het mogelyk, dat men uitge- breider terrein kan bestrijken. Enkelen hebben zelfs een kom by Ter schelling geplaatst en, naar verluidt, Is daar ook wel wat resultaat bereikt. Deze BREEWATERSTRAAT 5 Telef. 461 Toonkamer; Philips- en N.S.F.-Radio

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 13