Vereen. Brandstoffenhandel, WIST U DIT AL? PUROL TURENNE ANTHRACIET derde blad heldersche courant van zaterdag 18 maart 1933. Uit het leven der Heldersche haringtrekkers. Schoonmaak, HANDEN Stadsnieuws. COSTUUM p. v d. MADEN Probeert U ook eens SP00RGRACHT 15 Telef. no. 485 „Tabbie" Bakker t varna? 142.-. PREDIKBEURTEN GEMBERBROQD f 0.25 Een delicatesse, iets aparts! C03 KRIGÉE, v. Gaiensiraai 71. 0p- en ondergang van Zon- en Maan en tijd van hoogwater (Texel). Wintertijd. Maart Z 19 M 20 D 21 W 22 D 23 V 24 Z 25 Maan op: ond.: 3.16 9.42 4.02 11.01 4.33 12.27 4.54 13.54 5.09 15.16 5.20 16.36 5.31 17.52 Zon opond 6.05 18.09 6.03 18.10 6.01 18.12 5.58 18.13 5.56 18.15 5.53 18.17 5.51 18.19 Hoogwater sm. nam. 1.10 1.43 2.21 4.11 5.55 7.05 7.50 8.27 3.13 5.05 6.33 7.31 8.09 8.43 Licht op voor alle voertuigen: Zaterdag 18 Maart Zondag 19 Maart Maandag 20 Maart 18.37 18 39 18.40 Bij Kon. Besluit van 14 Maart is be noemd tot fiscaal-lpaatsvervanger bij den Krijgsraad binnen het rijk in Europa voor de zeemacht te Willemsoord, ter stand plaats Willemsoord, mr. A. H. van Rave- steyn, griffier bij het kantongerecht in Den Helder. Wethouder P. A. Smits is Maandag ver hinderd spreekuur te houden. „TABBIE", DE GRÓOT-MENSCHEN- REDDER. t door YVEL DLAWNURG. Zonderlinge speling van het lot! Nog vorige week Zaterdagavond tegen midder nacht heb ik Jaoob Bakker opgezocht in zijn huisje om met hem te spreken over de zee, den storm, de vischvangst, hem te interviewen voor de krant.... Weinig heh ik kunnen vermoeden, dat het de laat ste maal zou zijn, dat hij mij zijn avontu ren vertelde. tlitste, den nachthemel in gloed zette, dan "even de jutters hun krijgskreet aan, dan 0 u ij z« den helm op het hoofd, dar. schalde hun krijgslied: „Hurrah, hurrah, ij'vm ,S' ,?n dan t-jompten zü in de vlet. Ridderhoofcman Tabbie aan het roer. Zij trotseerden de zee en lachten om haar woede. Eenvoudige ongeletterde zeerob oen, die heilig oorlogswerk verrichtten, le de zee bekampten en voor de „witte meneeren" niet terugweken 1 T,°,ren,ho0er ioegen de golven, geweldig oruide ce storm, ,maar als zwaarden sloe gen hun riemen het onstuimige water. Ier overwinning of ter dood! mensehenleven heeft Tabbie ge- reu. Menige vader aan zijn kinderen te- 'licns'peVen' ^'ei VOigt 2"n staat van Van de „Prinvido" 16 menschen gered, \an de „Condor" 28, van een katoenboot öi>, van een Engelsche bark 6, van een En- gelsche bark „President" 6 (in 1877), van le „Straf more" in 1882 35 menschen, van m jooo11?^11" in 1887 18- van de „Apollo" ni ]6, van een Engelschen schoener o, van een Zweedsehen schoener 14. van de „Elstow" in 1890 30, totaal 211 men schen. Ridder labbie is dood..... Niets men- sclieiijks was hem vreemd. Met hem is een dappere Blauwe Zeeridder heengegaan. Moge hti vrede en rust vinden aan den voet der blanke duinen, waar zijn kamera- den van „Moed, Volharding en Zelfopof fering hem Maandagmiddag 2 uur ter ruste zullen leggen. APOTHEKEN. Van hedenavond 10 uur tot Maandag morgen is alleen geopend de apotheek van H. J. Rootlieb, Binnenhaven. Van Maandag 20 Maart tot 27 Maart wordt avond- en Zondagsdienst waarge nomen door de fa. Smeets—Snel, West straat. LITURGISCHE JEUGDDIENST. Luthersche Kerk. Morgenochtend om half elf wordt in de Luthersche Kerk (Weezenstraat 68), een liturgische jeugddienst gehouden, waarin Ds. P. H. Borgers hoopt te spre ken over: „De Vredas-taalc der jon geren". Deze dienst zal door viool- en orgelspel worden opgeluisterd. Allen, zoowel de jongeren, als de oude ren hebben toegang. Men zie de adver tentie. BROODPRIJSVERHOOGING. W ijverwijzen naar een in dit num mer voorkomende advertentie van de Heldersche Broodbakkerspatroons, be treffende een verhooging van den brood prijs. REGEERIXGSMAATREGELEX IXZAKE DE NIEUWE KOERS BIJ DE MARINE. Donderdagmorgen werd voor het be gin der werkzaamheden aan het geheele burger personeel en militaire personeel beneden den rang van officier, werkzaam op de verschillende schepen en marine- inrichtingen, een verklaring ter onder- teekening voorgelegd, waarin te kennen werd gegeven, dat de onderteekenaar geen lid was van een organisatie op socialistischen grondslag. Voor het mili taire personeel bevatte de verklaring bovendien nog de clausule dat men trouw beloofde aan het vorstenhuis en onder werping aan de krijgstucht. Een aantal manschappen beneden den rang van onderofficier hebben geweigerd deze verklaring te onderteekenen. EEN BELGISCH POLITIE VAARTUIG IN OXZE HAVEN. Alhier is Donderdagmiddag aangeko men, om te bunkeren en voor het Hiiie- men van stookolie, het Belgisch politie- vaartuig „Sinega", kruisende op de Noordzee. DRANKBESTRIJDING. Men verzoekt ons de aandacht der lezers te vestigen op een reclame van het Centraal Comité voor Drankbestrijding „Helder", waardoor men nog eens be paald wordt bij den strijd tegen het Al coholisme. Deze reclame bestaat uit een zuil, welke geplaatst zal worden vóór de Ned. Herv. Kerk op het Kerkplein, welwillend door liet Kerkbestuur voor dit doel af gestaan. Aan het boveneinde bevindt zich een draaibaar gedeelte, waarop spreuken, op den drankstrijd betrekking hebbende, voorkomen, 's Avonds wordt dit draai bare gedeelte verlicht, hetgeen het effect verhoogt. Ongetwijfeld zal deze zuil, welke hedenmiddag vanuit Zaandam al hier zal arriveeren en eenige weken deze standplaats zal blijven innemen, de aan dacht trekken, waarmede het doel van deze reclame zal zijn bereikt. VEERTIG K.M. AFSTANDSMARSCH UITGESTELD. Het bestuur van de R.K.M.S.V. .St. Christophorus" deelt ons mede, dat in de gisteren gehouden vergadering, waarbij vertegenwoordigers der plaatselijke wan delsportver. aanwezig waren, werd be sloten den afstandsmarsch over 40 km. welke was uitgeschreven op Zondag 19 Maart, niet te doen doorgaan wegens slechte weersgesteldheid. Daarom werd deze 40 km afstand- marsch uitgesteld tot Zondag 9 April a.s. Men leze de advertentie in dit nummer. onze Groote afmeting Kwaliteit iets bijzonders f 1.5*3 per H.L., franco thuis AANBESTEDING. Donderdag is op 's Rijkswerf te Den Helder aanbesteed het- wijzigen van twee gedeelten van den dokvloer in het oude droogdok en de daarmee in verband staande werkzaamhedenbenevens het herstellen van een dokmuur op 's Rijks werf aldaar. De volgende biljetten waren daarvoor ingekomen: P. Volkers, Slie- drecht 20.483.—, N.V. van Wijnen 20.577.—, P. Tuin, 't Zand 20.940—, H. Broersman, Harlingen 21.590. Haitsma, Harlingen 21.892.J. de Vries, Heemstede 23.970.J. Dienaar, IJmuiden 24.342.Minneboo en Wal- boom, Den Helder 26.000.—, C. Goes, Den Helder 30.000,—, J. de Groot, Alk maar 30.250.Gebr. van Pelt, Den Helder 31.700.Ï. CIRCUS „KNIE" IN CASINO. Wij willen bij dezen nog even in her innering brengen, dat hedenmiddag de plaatsbespreking aanvangt voor de laat ste abonnementsvoorstelling van a.s. Dinsdag. Ditmaal wordt aangevangen te 2 uur met de abonnementen genummerd 481 en hooger; daarna wordt weder met no. 1 begonnen en zoo vervolgens. Charlotte Kohier vervult in dit stuk de hoofdrol van Katharina Knie; overige medespelenden zijn: Anna Sablairolles (caissière, waschvrouw, kokin), Nell Knoop (vrouw Rothacker), Georgette Hagedoorn (Berberitzsche, dorpsjongen), Albert van Daïsum (vader van Katha rina, directeur van het circus), Jules Verstraete (Julius Schmittolini, clown), Cruys Voorbergh (Ignaz Scheel, koord danser, luchtacrobaat), Ben Royaards en Paul Storm (twee parterre acrobaten), verder nog een jonge Italiaan, Martin Rothacker, heereboer, een commissaris van politie, welke rol vervuld wordt door M. van Warmelo, alsmede een deurwaar der. Zooals met ziet, een uitgebreide staf. door YVEL DLAWNURG. (Nadruk verboden). Aan den voet van den groenen Helder- Bchen zeedijk, daar, waar altijd die door dringende lucht is van getaande netten, gerookte, gezouten, gedroogde en versche visch, daar heeft Tabbie 80 jaar gewoond. Toen hij geboren werd, gierde en rende de Noordwester vloekend over de daken. En vannacht, toen hij stierf, ontketende zich een heftige storm op de Heldersche kust. In loeiende branding heeft de zee tegen den dijk geslagen, als wilde zij dezen met machtig geweld verbrijzelen. Sissend spetten de golven op de granietblokken uit elkaar en, smeten de windvlagen groote ■witte schuimvlokken hoog in de lucht: een witte lijkwade voor Tabbie, den man, die de zee liefhad en toch haar bestreed. Lief had Tabbie de zee. Zaterdagavond «og sprak hij erover: „Tjonge, jonge, wat was dat geep- en haringvissclie met ouwe Aai Been voor ons a.pe van 15 jaar as we nog ware, een lollig werk! De zon scheen zoo fijn op je kop, man, en 't water was zoo helder as ben emmer leidingwater en je stond maar op je- hooze tot je middel in dat. lekkere fijne koele zeewater, he. Pret hadde me, man!" Dat zei hij nu zes dagen geleden, en zijn oog lichtte blij en vol jeugdNu is het gesloten voor eeuwig. Maar toch, de dap- I>ere daden van dezen grooten, eenvoudi- gen doode zullen in de annalen vermeld blijven. Vol trots zullen wij, Helderschen, op de roemrijke ridderslagen van de zee helden, wijzen. Als daar op de leelijke plekken, op de Pannekoek of Onrust, een schip aan gru zelementen sloeg, wanneer daar de- schip breukelingen met den dood voor oogen stonden en met het lieve leven afgerekend hadden, wanneer de natuurelementen zich 'n al hun woestheid ontketenden, dan stonden daar op den Helderschen zeedijk aabbie en zijn mannen, en zü schouwden on tuurden over de zee. Hét was niet de zee. die de badgasten op Huisduinen en believeningen zien, niet een watervlakte, eindeloos en zachtspiegelend in het zon- "ent, niet de kabbelende voortstuwende golfjes.. Hevige stormvlagen, renden over de kust, de zee vol „meneeren met wit voor" (zoo noemen de zeelui de witgekopte bran- fjnK)maar Tabbie en zijn mannen olev'enstaan en keken in den grauwen kwarten nacht. Wanneer dan een vuurpijl Wy leveren U een corect zittende naar maat, prima afwerking Vraagt zonder verplichting stalen ter inzage. „AU BON MARCHE", SPOOR STRAAT 107. TEL. 433 4) HOOFDSTUK IV. Avonturen van de „Gorrel". Weet je wat ik doen, zegt de Gorrel, met schor stemgeluid, weet je wat ik doen, ik ga naar me kooi.... morgenochtend om 4 uur mot ik d'r weer uit Wat mot je zoo vroeg uitspoke om vier uur 's morgens in den winter, 't is dan nog hardstikke donker, zeg ik tegen de Gorrel. Je bent tooh ook geen jong broekie meer. Nee, om de dooie dood, ik bón geen snotjonge meer, ik loop ok al te.ugc de tachtig, maar ik kan nog best teuge een infanterist opmarcheère. Och man, och man, denk je dat ik 's morgens na viere in mijn kooi kan blijve? Dan mot ik er uit, of 't zomer of winter is, of 't hagelt of sneeuwt; hoe meer wind en storm, hóe liever dat i'k 't dan heb, dan kan ik niet in huis blijvedan roept me de zee. En as die me roept, dan ga ik in de donker de dijk op en dan gaan ik loope op de steene en kijk ik als maar naar de zee, en as ik dan zoo'n klein ballekie, zoo'n plankie zien drijve en kan oppikke, dan hen ik er lui. Veul vin je niet teugeswoordig op zee, een plankie, een ballekie, maar as ik 't vind, dan pik ik 't uit het water.neein 't op me nek en sjouw 't naar huis.as 't dan gedroogd is en stuk gehakt, dan hebbe we weer een brandje voor 't fornuis. In Gorrel leeft de echte oude jutter Wat in zee drijft is voor hem. 't Is de moeite van 't meenemen voor ieder ander niet waard, een natte, verrotte plank of een balk, die misschien ergens, in Man- heim, of Keulen, van een houtsleep losge raakt is, de Rün is afgedreven, in zee terecht kwam, door de stroomen naai de Heldersche kust werd gevoerd.en daar door den ouden 78-jarigen, de zee vlakte afloeren den Gorrel, 's morgens om 4 uur bii het bleeke maanlicht op de stee- nen van den Helderschen zeedijk wordt gehaald. Nog geen dubbeltje waarde, maar daar is 't de Gorrel en de jutters niet om te doen't is om de sport, 't Echte, oude juttersbloed, van vader op zoon, leeft in hem voort, bruiseht en gist, 't is z ij n trophee, dat ballekie. Hij is er even trotseh op, ais de burchtridders uit de middel eeuwen, die een schoone jonkvrouw krijgs gevangen had gemaakt. Dat ballekie uit zee, dat zaagt de Gorrel met heel andere gevoelens, dan de balk, die bii hij den brandstoffenhan'elaar ge kocht heeft. dat gejutte ballekie is zijn Puitdoor de zee hem als cijns afge staan.... Wat oP zee dryft, is van hem..,. Als de Gorrel een pertemonnaie met een dub beltje er in op den diik vindt, hij zal geen oogenblik aarzelen. Dat dubbeltje 1 ouwe, geld, dat niet van hem is? Niks hoor! Hij zal 't direct aan de peiisie breng want dat geld is niet van hem, dat is op land gevonde, de Gorrel steelt niet. Een balk, die op een weiland ligt, of in een sloot, de Gorrel cenkt er niet an. die mee te pikken.... die balk hoort van een ander.... maar.... maar.... as ie door de zee is angespoeld dan is ie voor de Gorrel.... dat is recht. Heb ik me deres dood gelache om die plank van de „Frissehe morrege", zegt ie. Dat ding leit nou altijd in zee, he? Zomers en 's winters, afijn, staat een maat van roe, zoo op de dijk te koekeloere bij de steene hoofies, kijkt ie zoo naar die plank, denkt ie, dat ding lijkt wel los te wurme. Afijn, hij kijkt he, veel kan het 'm nog niet schele, want hij het met die plank niks te inake, die plank is van de „Fris sehe Morrege"-club, want die zit nog spü- kervast, die plank was dus niet van hem. Maar hij blijft kijke hè en ture. Daar komt weer een meneer met wit voor, zoo'n hooge, zware gekuifde golf.... rang.... slaat-ie met kracht teuge die plank.... As de meneer met wit voor terugloopt, is j de plank foetsie, losgeslagen, drijft-ie tus- sche* de hoofies. Staat een lid van „Fris sehe Morrege" in zijn hemmetje, (toen hadde ze nog niet zoo'n mooi zwemhokkie) te jirremejeere. Zeit-ie, de plank is weg, die is naar zijn mama Niks naar zijn ma, zegt roe maat, die plank is naar zijn pa.... en zijn pa bin ik, neemt-ie een klein vlotje, springt er in en roeit naar die plank, pikt 'm an boord en trekt* met een maat het vlet je weer op de steene. Toen neemt-ie de plank op z'n nek. Die knul van „Frissehe Morrege" zeit: Leg 'm daar maar neer, visscherman. Dat zal ik wete, zegt me maat, waar ik die plank zal neerlegge, ik zal 'm in 't fornuis legge. Die plank is van mijn! Die plank is van „Frissehe Morgen", schreeuwt dat magere scharminkel, die in zijn hemmetje stond te bibberen van kou en van kwaadheiddie plank daar blijf je met je fikke af, die is van on9. Of ie nou van ons of van pond is, kan roe geen klap sohele, zegt me maat. Zoolang as ie vastgespijkerd zat, was ie van jullie, maar toen ie los sloeg, werd 't een wrakstuk, dreef ze onbeheerd, zon der kapitein aan boord, op de vrije zee. Wat op zee drijft, is niet van jou, maar krijgt degeen, die 't oppikt een derde van c'e waarde, das de Wet en niet aars. Zeit die magere zwemmer, die in zijn hemmetje als een juffers schoothondje stond te bibberen, zeit-ie: Wat mot dat nou met die plank, maak geen lol, we motte toch zwemme kenne. We kenne zoo niet over die scherpe, gladde steene vol met krukels loopen, dan' krijge we been? met gate d'r in, en scheure we ons 't vel stuk. Krabt me maat zich op z'n kop, zegt-ie: das waar, daar hei je gelijk in, wij vinden 't ok niet lollig, asse we met haringtrekke onze nette scheure. Maar wat dan? Die plank is in zee gevonden.... dreef zonder kapitein en ekwtpagecie plank is 7.50 waard, das wis. Weet je wat, geef mijn me derde deel vindersloon, een knaak, dan is ie weer voor de „Frissehe Morrege". Twee gulde, zegt die vent in zijn zwembroekje. Een derde geeft de wet me, zegt me maat. Ik hou me an de wet.... een knaak en anders gaat ie de kachel in Krijgt ie de knaak. Wat op land is, 'air bemoeie we ons niet mee, al wasse 't zakke met gouwe tientjes, maar zoo'n o'ood plankie. van de „Frissehe Morrege "-dl uó» asse we daar een paar natte poote voor- gewaagd hebbe, dan mot de wet van de zee gelden, een derde voor de vinder zoo is 't en niet aars.... I)e Gorrel is tóch nog maar niet naar zijn kooi gegaan, gezellig zitten wij ge drieën hij het warme fornuis, nemen een bakkie koffie en slurpen behagelijik het warme vocht Vroeger veel meer beleefd met ha- riugvissche dan teugeswoordig, zegt de oude menschenredder. Daar hei je nou de Gorel, dat was me d'r een, die hee heel wat met de vischerij meegemaakt, wat jij he Gorrel? Nou en of, zegt deze. Tjonge tjonge.. We hebben het meegemaakt met Merrie. We waren eres bii Poela Radja Bfj Poela Radja? Waren jullie dan in In-dië? vraag ik, verwonderd. Niks hoor, ik ben nooit wijjer weg geweest, in me heele leven, as tot Rotter dam. Ik mot zoover niet van huis.... Wat mot ik bfj c'e mensche-eters, die Ja- vane? Nee, Poela Radja, dat weet iedere haringtrekker, dat is de Heldersche kust. Weet je wie daar nog verdronke is, die Morrie, waar ik zooeven over sprak Merrie was een gepensionneerde van de Marine en hij wou met alle geweld haring trekke, maar iedereen is nog geen haring trekker he? Nou dan, mot je wete, de haam van Morrie bleef an de lat zitte! Een haam is pen zeel he, toen kon ie 't touw niet pi eer over ze hoofd krijge en toen sleept- ie met net- en al zelf in 't zeewater. 't Was hardstikke donker, midde in den nachtniemand had er wat van ge merkt, dat Morrie met het haringnet in 't water was geraakt. Hy bad hooze an, en toen ie te water plofte, liepen dóe borende volhii zonk als lood't Net kwam uit het water, vol visch, maar Morrie was nergens meer te bekenne, die was as een stuk lood met volle hooze recht toe recht an naar de diepte gezonke.... nooit is ie meer bove gekomme. Ja, dat was een lillijk ding. op Poela Radjamaar we hebbe wel reuzelol ok gehad op datzelfde Poela Radja, zegt de oude haringtrekker. 't Was eres reuze koud he, onze bande ware heelemaal stijf en we kende 't net niet hanteere. In eene loopt de Gorrel naai de kust. Zeit ie: wat drijft daar in zee? Die Gorrel heb ooge as een valk he, echte jirt- tersooge. die kijkt en koekeloert aitijd over zee as een zeemeeuw.... dat heb ie ze heele leve gedaan. Afijn, hij ziet wat, zeit-ie. 't Is een vat petrolie, zeit-ie. Wij d'r naar toe. De Gorrel heit gelijk, 't is een vat petrolie. We sleepen 't an wal.. Zeit de Gorrel: slaan 't deksel er afen geef me een lucifersteekt de Gorrel die heele situ- wasie in de vlam. Een vlam manreuze. Wij gonge d'r allemaal om heen zitte op het strand en hadde een lol man, we ware persies Roodhuide. Die Gorrel danste om dat brandende vat de horlepijp en alle Hel dersche haringtrekkers dansten de polka mazurka, niet op van dóe fijne balschoen tjes, as de manne teugeswoordig drag van die gladde, glibberige lakschoenen met neuze, maar ze dansten in hun ge looide zware hooze. Dat was een gezicht om je stuk te lachen! Maar wë wasse tenminste warm geworre en hadde lol.. maar 't was evengoed kouwe beene, kouwe beene, wat ik je brom, want inplaats datte we vissohe, haringtrekke gonge, maakten we reuzekeet en vonge niks. (Wordt vervolgd). Algemeen is de pers het er over eens, dat met name Charlotte Kohier en Al- bert van Dalsum als haar vader, hier buitengewoon spel geven en dat door het geheele stuk de sfeer van het circusleven zeer suggestief wordt weergegeven. UITVOERING VAN JOSEPH HAYDN'S „DE SCHEPPING". In de Ger. Kerk, Julianapark. De Gereformeerde Zangvereeniging ^Halleluja», had het grootsche plan op gevat een uitvoering te gevfti van Haydn's oratorium >Die Schöpfung», met mede werking van een orkest en een drietal vocale solisten. Wat dit eerste betreft, had zij de medewerking verkregen van eenige dames en heeren musici vooreen strijkorkest, terwijl de heeren J. A. van der Vliet en Feike Asma resp. de piano- en orgelpartijen vervulden. Vooral het orgel bewees nog al eens zijn goede diensten bij de vervanging van koper of houtinstrumenten. De eerste vraag, welke zich bij den lezer, niet op bedoeld concert aanwezig, opdringt, zal wel deze zijn: hoe was de algemeene indruk Is de uitvoering ge slaagd En dan is ons antwoordin het algemeen gesproken en rekening hou dende met de beschikbare krachten zeer zeker (dit doelt dan uiteraard op den koorzang, over de solisten straks afzon derlijk). Wel bleken op den duur noch het koor noch de dirigent opgewassen tegen de zware taak, die dit werk zoowel aan orkest als aan koor stelt; dikwijls liet dan ook de zuiverheid te wenschen over, waardoor het geheel rommelig werd. Ook was het orkest, in verhouding tot het klankvolume, dat soms door den zang ontwikkeld werd, wel wat zwak. In het laatste gedeelte was een vermoeid worden merkbaar. Het allerbest was de inzet; hier werd een kracht en zuiverheid be reikt, die den toehoorder in ontroering brachten. De prachtige, enorme climax, die Haydn hier bereikt in zijn schildering van het licht, uit de duisternis ontstaan (»daar zij licht en er was licht»), is be roemd en hier werd een groote zuiver heid en muzikaliteit bereikt. Trouwens, de heer Nelissen, de bariton, was hier de gangmaker voor het koor geweest; zijn geweldig géluid geleek wel de bazuin zelf van den engel Raphael en daarom te meer was het effect van den koorzang, die het licht verkondigt, volgend op den donkeren inzet van Raphael, verrassend en ontroerend. We komen nu vanzelf op de solisten. Zooals men weet, bevat het oratorium veel solozang; recitatieven, in hoofdzaak van den bas, aria's, terzetten en een enkel maal een duo, welke afgewisseld worden door koorzang. De bariton Nelissen is hier genoegzaam van andere concerten bekendhij heeft een enorm, zeer fraai geluid, maar de partij, die hij hier te zingen had, lag hem nu en dan wel wat laag. Als wij bet wel hebben, gaat zij tot fis, maar zelfs de g is voor deze stem al moeilijk te halen. Marcus Plooyer, tenor uit Laren had de Uriel-partij; hij heeft een mooie klare tenor en had naast zijn goede, ook minder gelukkige oogen- blikken, met name had hij ook nog al eens last met de lage toonen. Maar wat precies binnen zijn stemcapaciteit lag, werd klaar en fraai gezongen. We noemen de dame-soliste het laatst, hetgeen uit het oogpunt van galanterie misschien niet oirbaar, maar gerekend naar de oud-Hollandsche spreuk »lest best» zeer verklaarbaar is. HelèneLudolph uit Haarlem, was door ziekte verhin derd; in haar plaats was gekomen Mevr. Ankie van Wickevoort Crommelin, die de Gabriël-partij vertolkte. Ook deze dame is hier al eens opgetreden. Haar zang is glashelder en ragfijnzij zingt met ge mak de hooge bes en ook haar colora tuur was mooi. Wat den samenzang betreft in de ter zetten, ja, het is wel een schier onbe reikbaar ideaal om drie stemmen te vin den wier klanktimbre zoozeer aan elkan der gelijk is, dat zij in een driezang één geheel vormen. Dat ideaal werd hier dan j ook niet bereikt. Naar onze meening werd het ideaal het best benaderd in de duo's van sopraan en bariton. Het orkest had een zeer zware taak, waarvan het zich, de omstandigheden in j aanmerking genomen, uitstekend kweet.' Allen, zangers zoowel als musici, heb ben zich geheel voor hun taak gegeven, hetgeen al een belangrijk ding is. Jam mer was het, dat, althans door de solisten, niet de oorspronkelijke Duitsche tekst gezongen werd. I Er was voor dit concert groote belang-j stelling. Met een korte onderbreking was het omstreeks elf uur geëindigd. MET DE NEDERLANDSCHE REISVEREENIGING NAAR 'T SCHWARZWALD. Dat wil zeggen met de afdeeling Den Helder. Dat wil verder zeggen met lan taarnplaatjes. En tenslotte wil het zeggen, dot het een gezellig avondje werd voor de afdeeling. Heel erg groot was de be langstelling niet, maar het was ook geen weer. De heer Max Gerisch, lid van de R. D.V. (dat beteekent Reichsbahnzentrale für den Deutschen Reiseverkehr) was op verzoek van de afdeeling naar hier gekomen om van het reizen in Duitschland te vertel len, en die een menigte lichtbeelden voor dit doel had meegebracht. Hoofdzaak was iets van het Schvvarzwald te laten zien, maar bij wijze van inleiding kregen we eerst een algemeen overwicht van Duitsch land als toeristenland. Drie factoren zijn er noodig, wil een land in aanmerking komen voor het toerisme: bet moet in bet bezit zijn allereerst van natuurschoon, vervolgens van goede spoorwegverbin dingen en tenslotte moet het hotelwezen pr goed zijn geregeld, Aan deze drie factoren voldoet Duitschland ten volle. In bet eerste gedeelte van zijn causerie kregen we kieken uit Beieren, Thürin- gen, Saksisch Zwitserland, het uiterste noorden van bet land Helgoland, Silt, den Rijn (Bacharach, Pfalzgrafenstein, Bouw met Beethoven's geboortehuis, Keu len), verder Trier, Lfibeck, Neurenberg met de fraaie bron uit 1361, Bremen met het mooie marktplein, enz. Dan enkele badplaatsen, een paar photo's van Mitropa- wagens en wat cijfers en statistieken van de Duitsche spoorwegen, enz. ZONDAG 19 MAART 1933 DEN HELDER Ned. Herv. Gcm. (Nw. Kerk. Weststraat) 's Morgens 10.30 u„ Ds. H. A. Enklaar Onderwerp: „De keuze der meerder heid". (Mrc. 159) Ned. Herv. Gem. (Westerkerk, Westplein) 's Morgens 10 u„ Ds. R. O. W. J. Hoek (Doopsbediening) Geref. Kerk (Julianapark). 's Morgens 10 uur, Ds. Tollenaar 's Avonds 5.30 uur, Ds. Meynen Kerkdienst (Chr. Mil. Tehuis, Kanaalweg) 's Morgens 10 uur, Ds. Meynen 's Avonds 5.30 uur, Ds. Tollenaar Oud Geref. Kerk (Hoogstraat). 's Morgens 10 u. en 's avonds 5.30 u„ de heer N. van der Kraats Donderdagavond 7.30 uur, de heer v.d. Kraats. Biduur voor het gewas. Chr. Geref. Kerk (Steengracht). 's Morgens 10uur en 's middags 5 uur, Leesdienst Herst. Evang. Luth. Gein. (Weezenstr.) 's Morgens 10.30 u„ Ds. P. H. Borgers Liturgische Jeugddienst Onderwerp: „De Vredes-taak dei- Jongeren. Viool- en orgelspel 's Avonds 6.30 uur, Ds. P. H. Borgers Onderwerp: „Een wonderlijke Steen" Donderdag 23 Maart 's Avonds 8 uur, Deutscher Verein. Doopsgez. Gem. Geen dienst Evangelisatie (Palmstraat). 's Morgens 10 uur, in de Westerkerk, Bediening H. Doop, door Ds. R. C. W. J. Hoek. Onderw.„De Loopbaan" 's Avonds geen dienst. Geen Zondagschool. Evangelisatie (Geb. Middenstraat 117) Woensdagavond 8 uur, Evangelisatie-Samenkomst. Sprekers: Mej. de Klerk, Ds. Hoek en de heer de Böck. Evangelisatiegebouw, Vijzelstraat: Bijeenkomst 's avonds 8 uur. Verschillende sprekers. Oud-Katholieke Kerk (Langestraat 78). 3de Zondag van de Vasten 's Morgens 10 uur, kerkdienst Past. Th. Moleman. 's Avonds 7 uur, lijdensoverweging Past. Th. Moleman. Leger des Hclls. 7 uur v.m„ Bidstond. 10 v.m. Heiligingsdienst 3è n.m., Openlucht - samenkomst a/h. Plantsoen. 8 Verlossings-samenkomst Hersteld Apostolische Zending Gemeente (Oorspronkelijke Stichting door Wijlen Apostel Schwarts) Sluisdijkstraat hoek Schagenstraat 's Morgens 10.30 uur, dienst Kerk van Jezus Christus. (Van de Heiligen der laatste dagen).' Jansendwarsstraat 8. 's Morgens 9.30 en 's avonds 5 uur Samenkomsten. HUISDUINEN Ned. Herv. Gemeente. Geen dienst. ruw, rood of bescha- y I digd, worden weer vlug gaaf en zacht met Doos 30 en 60 ct. Bij Apoth.en Drogisten. In liet tweede gedeelte kregen we een wat uitvoeriger overzicht in photos van het Schwarzwald met zijn schilderachtige steden en dorpen, zijn prachtig bergland schap, zijn typische volksdrachten. We zagen het geboortehuis van JosefVictor van Scheffel, bezichtigden Freiburg in Breisgan, het interessante Badenweiler, het mondaine Baden-Baden, zagen den waterval te Schaffhausen, paalwoningen in het meer van Constanz. enz. In de pauze deed de heer Maas mede- deelingen betreffende een tocht, dien de afdeeling van plan is naar Friesland te maken. ÏDeze reis zal op Zondag 2 April plaats hebben en gaat over den afsluit dijk via Makkum. Workum, Hindeloopen, Rijs, Oudemirdum, Wijckel, Sloten, Sneek en Bolsward. Men vertrekt te 8.} uur en is 's avonds 8 uur weer thuis. De tocht, inbegrepen lunch in Hindeloopen (Frie- sche koffietafel met o.a. bediening door dames in oud-Hindelooper costuum), koffie, thee en entrée in het Hindelooper museum, kost per persoon f 4.80 voor wie met de groote touringcars meegaat. Men kan natuurlijk ook met eigen auto meegaan. Wie wil, kan in Sneek dinee- ren, hetgeen den prijs met f 1.75 verhoogt. Aanvankelijk was de bedoeling den tocht te maken ter gelegenheid van de officieele openstelling van den afsluitdijk. Daar deze evenwel eerst in het najaar plaats heeft en om verschillende redenen uitstel niet wenschelijk was, is als datum thans 2 April vastgesteld, i Ten'slotte werd, nadat liet programma i was afgewerkt, de avond verder dienst- baar gemaakt aan de propaganda, waartoe de heer Maas een opwekkend speèchje I hield. Ook de Nutsspaarbank had zich niet onbetuigd gelaten en zorgde voor een paar plaatjes, waarbij werd opgewekt een reispotje te vormen door sparen, j En heelemaal aan 't slot was de gele genheid voor een dansje en verder ge zellig samenzijn. Hetgeen, gehoord den ongezelligen noordwester buiten, geens zins te versmaden was.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 13