TOB NOOIT HOEKJE De commandeur kan zijn opwinding nauwelijks bedwingen. „Wie bent u?" vraagt hij voor de derde maal! Nu antwoordt de vrouwwant dat is het. „Ik heet Helen Forbes en weet, dat u mij zoekt en een aanval op onzen stam wilt doen!" Het eerste oogenblik blijven den commandeur de woorden in de keel steken.... zoo verward is hij. Hij heeft zich den geheelen tijd op dit oogenblik voorbereid, maar zoo on verwachts voor het feit gesteld te wor dendat brengt hem van zijn stuk! Slechts één ding begrijpt hij onmid dellijk: De vrouw, waarvoor twintig menschen de gevaren van het oer woud getrotseerd hebben, is met hun komst niet ingenomen. Zij zal zich verzetten, zij zal bezwaren maken.... „U spreekt van „onzen stam"? Stelt u zich dan gelijk met deze negers?" Helen Forbes zegt geen woord maar reikt den commandeur haar papieren over, waaruit blijkt, dat zij als negen tienjarige uit Londen is vertrokken om naar Australië te gaan. In Sidney is zij wegens familietwist en finan- cieele onaangenaamheden in een min der aangename positie geraakt, waar na zij de wijk heeft genomen naar het oerwoud om tenslotte bij deze negers terecht te komen. Reeds 18 jaren woont zij thans daar! De „blanke godin" der negers... „Ik ben hier gelukkig!" zegt ze, „ik heb een wilde gehuwd en bezit twee kinderen, die in vrijheid en schoon heid opgroeien! Ik word in de stem voor een godin gehouden. Niets vindt er plaats, zonder dat men mij vraagt hoe ik er over denk, alle houden zij van mij en zij zouden ontroostbaar zijn, wanneer ik niet meer bij hen was!" „En waarom komt u thans hier heen?" „Men deelt mij mede, dat u een aan val op onzen stam wilt doen. Ik ver zoek u, om mijnentwille, daarvan af te zien!" „Gaat u met ons mee?" „Neen, ik blijf hier. Ik heb genoeg van de zoogenaamde „beschaving"! Nergens wordt een vrouw beter be handeld, dan hier in het oerwoud!" De commandeur zag in, dat hij niet de minste aanleiding had om Helen Forbes te dwingen haar stam te ver laten. Hij liet zijn mannen verzamelen, tot groote woede van de andere neger stam, die echter door geschenken te vreden gesteld werd. Toen trok hij terug naar Sidney. En een niet meer jonge vrouw bleef daar achter. Zij voelde zich in de om geving, waar zij achttien jaren van haar leven had gesleten, heel goed thuis, zij voelde zich één met de schepselen, waarmede zij verkeerde, de Blanke Godin van het Australische Oerwoud! (Nadruk verboden). Op de huishoudschool worden de jongste leerlingen de eerste huishou delijke plichten ingeprent: opvoeding der kinderen, moeder's arbeid bij de groote wasch e.a. „G reetje," vraagt de leerares, „ver tel mij eens waar je moeder in de huis houding het meeste werk mee heeft?" En Greetje, zonder te aarzelen: „Met vader!" HET EINDE VAN EEN RUSSISCH GELEERDE. Op 10 Januari 1933 is te Samara de bekende Russische geschiedkundige S. F. Platonoff gestorven. Toen de revo lutie uitbrak, meende hii wel in Rusland te kunnen blijven, daar zijn werk een zuiver wetenschappelijk karakter droeg. Zijn tragisch einde is echter opnieuw een bewijs, dat de Sovjets zelfs van eeg geleerde roode activiteit eischen of an ders hem „het recht op het leven" ont zeggen. De kogel is slechts daartoe een middel uit vele. In het geval van Plato noff koos men een anderen weg. dis iets meer tijd vereischte. Hii werd be schuldigd van het ontvreemden van his torische documenten, welke zich al dien tijd bevondenin de archieven van de academie van wetenschappen. Hij verloor zijn betrekking en werd in de gevangenis opgesloten. Toen hij darr anderhalf jaar was geweest, en zijn krachtige gezondheid verbroken wr, werd hij verbannen naar Samara e.i „vervallen verklaard van alle proletal - sche rechten", d.w.z. hij vond nerge; onderdak, totdat hü eindelijk een afg< - legen ellendige hut ontdekte, en hij k: n i niets krijgen, wat hij voor zijn levens onderhoud noodig had, zoodat hij ten slotte in de eenzaamheid is omgekomen. METEOROLOGIE EN LUCHTVAART. Studie van het weer boven den Atlantischen Oceaan. De transoeeanische vluchten van den „Graf Zeppelin" hebben er telkens weer de aandacht op gevestigd, dat een luchtschip evenals een schip aan den toestand van het element zich aan moet passen. Voor een geregeld, veilig, sner en economisch luchtverkeer is kennis van de luchtstroomingen onmisbaar. Men moet, om de beste resultaten te bereiken, van eiken weerstoestand het juiste gebruik maken en bij de navi gatie met de luchtstroomingen reke ning houden. Eerst wordt de groote vastgesteld in verband met de in het betrokken jaargetijde heerschende weersgesteldheid, doch ook onderweg moet men voortdurend rekening hou den met de plaatselijke winden en weersomstandigheden, waarbij de eigen waarnemingen worden aangevuld met de berichten van den meteorologischen dienst. Door proefballonnetjes, welke vanaf transatlantische schepen worden opgelaten, kan men ook de luchtstroo mingen op grootere hoogten boven den Atlantischen Oceaan leeren kennen. Vervulde wensch. |I±I ui tö tan mum ««m*! „Als er nou toch maar over mij in de krant stond.. eens iets maakte in society-kringen. Ze wees op den metgezel van baron Berringer. Het scheen of de baron op het punt stond, Lucie aan te vliegen. Waar.waar haalt u de bruta liteit vandaan? hakkelde hij. Wel hier vandaan,, zei Lucie. Ze deed een stap naar voren en met de hand rukte ze den ander de snor af en de grijze pruik. Voor hen stond een nog jonge man met brutale oogen en zwart achterover gekamd haar. Hij lachte en keek geamuseerd rond. U is een grappig meisje, zei hij, zonder uit het veld geslagen te zijn. Alleen. u vergist zich zeer erg! Ik heb nooit gehoord van dien mijnheer Carles Caillot. Zeker, ik draag een val- sche snor en een pruik. Ieder mensch heeft zijn eigenaardigheden. Het gaat gaat hier echter om een diefstal, ge pleegd ten nadeele van mijn begelei der, baron Beringer. Daarmee heb ik echter niets uitstaande. Ik wil u graag fouilleeren, zei Lucie. Ze had haar schortje afgedaan en zag er nu uit als een vrouw, die alles kon zijn, op juffrouw van de vestiaire na. Welk recht hebt u daartoe? vroeg baron Berringer woedend. Ik ben vrouwelijk rechercheur, mijn naam is Cissy Craft, was her vriendelijke antwoord en commissaris Temping schrok op. Mijn hemel, zei hij, haar bewonde rend aanziend, ik had u nooit erkend. Het werd een teleurstelling. Het fouilleeren leverde geen resultaat op. Met een triomphantelijken glimlach stapte Mr. Harrison langs zijn beschul- digster en verzocht zijn pelsjas. Baron Berringer deed in krachtige termen weten, dat hij het er niet bij liet. De beide mannen kleedden zich aan en stonden op het punt te vertrekken toen Cissy Craft zich op de wang sloeg. Alle menschen, wat dom was ik! Ze liep naar den z.g. Mr. Harrison toe en greep zijn pelsias handen zochten haastig ondanks het woedend verweer van ut.n knikte goedkeurend en hield dasspeld en horloge omhoog. Handig gedaan, prees de vrouwe lijke detective. Ziet u dat, baron Ber ringer. U werd in uw loge bestolen. De dief, Charles Caillot, alias Mr. Harri son verborg zijn bril in zijn pelsjas en liet die terwijl het stuk aan den gang was, in de vestiaire bergen. Aardig be dacht, vindt u niet! (Nadruk verboden). Ik heb toch wel gelijk gehad he de vo rige week toen ik in de krant heb gezet dat ale menschen anders as anders waren nou met dat mooie weer en m'n vader zei van de week thuis dat alle jonge menschen nou verliefd worden en toen ik aan m vroeg wat dat nou weer was zeit ie tegen tne dat zoo'n aap z'n mond houden moes en niet alles vragen. En het gemengd koor heb nou ook veer tig .iaar gejubileerd en ze hebben allemaal mooi gezongen en de burregemeester was derook. En nou dat mooie weer der weer is gaan ze der allemaal in de krant over schrijven en de dichters beginnen nou alle maal versies te maken en nou zeggen ze dat ik dat ook moet gaan doen omdat ik zoo'n dichterlijk uiterlijk heb, want kijkt u maar naar dat plaatje van me, nou dat heb wel wat van een dichter hè. En omdat alle menschen dat nou gezeg hebben (behalleve m'n zuster want die zeg dat ik nog groen om m'n neus ben) moet ik dat dan ook gaan doen en daarom zal ik der ook eens in de krant zetten. Ik weet nou wel niet wat ik der boven zetten moet maar dat moeten jullie der dan •iaar bijdenken. Iet zonnetje kust de toppen der boomen En een mug bijt me in m'n arm De radio van m'n buurvrouw brult z'n tonen En m'n zuster heef het warm. Alle matrozen loopen weer met open nekken Laan heb nou ook weer ijs Die hond van me lig nou aan de ketting te trekken Maar die is niet goed wijs. Alle menschen gaan nou versies maken Van blommetjes en schaapjes en nog wat M'n zuster kreeg wat lekkers van die jongen van der En toen zeg <e je bent een.... (Dat durf rk niet in de krant te zetten.) En nou ken ik niks meer want ik heb nou al een wats om m'n ooren van m'n vader gekregen omdat ik 't halleve potlood opgegeten heb omdat ik dat versie niet vinden kon maar nou staat 't er toch en die meneer die de baas bij de politie is gaat nou ook weg en nou zallen we dan wel weer een nieuwe krijgen. En wet u wat mooi is gewees, dat ding watfe we in de bioscöop hebben gezien van die vogels op de film. Dat was nou wel r'.et voor de apen, maar alleen voor die meissies en jongens die in de grootte klassen zitten maar ik ben der toch lekker mgesmokkeld en heb het fijn gezien en het was wel mooi Heb u die fietsen al gezien met die dingen derop voor te zeggen waar je naar toe moet, die zijn fijn he en nou moeten ze dan ook nog allemaal toeters derop zetten en dan wordt het heelemaal lollig en as ik dan zoo'n ding op m'n fiets had dan ging ik der lekker hard op douwen en dan zou- wen alle menschen schrikken, maar dat is wel eens gezond voor 'n keertje. En de boomen zijn nou al mooi he en as je noug oed kijkt dan gana de knoppen al open en dan gaan ze allemaal weer gauw mooi worden en dan vind ik de zomer toch wel veel mooier as de winter. De winter is ook wel lol'ig, maar ik vind 'm toch niet zoo fijn als de zomer want 'w de winter gaan m'n eksteroogen die ik op m'n twee k'eine teenen heb zitten zoo hard steken en 's zomers ken je ze lekker in zee hou wen he maar dan moet je niet tegen een steen stooten. En het vorig jaar heb een heele dikke juffrouw op die dingen getrap toen ik op het strand was en dat deed piin en as ze der nou aan komp ga ik altijd een stukkie opzij. Tk ben nou al aan 't leeren om mooie figuren te maken op het strand van de zomer en dat doen ik nou met een groot stuk stopverf wat ik eekregen had. Maar nou moes ik me strakkies m'n neus afve gen van m'n moeder en toen had ik die stopverf op 'n stoel geleg en toen ging m'n zuste derop zitten en toen moes !k voor straf naar bed omdat m'n zuster derop ging zitten en daarom moet ik nou maar weer ophouwen want in bed ken ik niet schrijven he. Daaaaaag. HOE TE SOLLICITEEREN Twee factoren zijn van belang hii het verkrijgen van een betrekking, eene is: een doeltreffende opleiciinsJ- voor de positie die u wilt bekleeden en de tweede: practijk. Zelfs iemand die aanspraak kan maken op een van de beide qualificaties: „vooropleiding genoten hebbende" of „geroutineerd" heeft veel voor op menschen die zich op geen van beide kunnen beroemen Zoodra zich een vacature voordoet in de lijn die u zoekt is het zaak, er werk van te maken. U kunt zich b.v. overal gaan aanmel den maar, deze methode vergt zeer veel geduld en kost kapitalen aan schoenzolen. Maar als het u gewenscht voorkomt, willen wij u er allerminst van afschrikken. Maar vult dan ook nauwkeurig eventueele vragenformu lieren in, en laat u daarvan niet weer houden door het idee, dat deze onge lezen naar de prullemand verhuizen' Wanneer u persoonlijk een goeden indruk maakt, kan een keurig inge' \Aild vragenformulier het laatste duw tje geven aan het bijna-vaststaand be sluit van den chef om u te benoemen Maar al het solliciteer en bij hen waar u geen enkele introductie heeft, kunt u zich besparen, als u iemand kent die een bevriende collega heeft op een kantoor waar een vacature is. Het is altijd practisch om te trachten kennis sen te krijgen in de kringen waarin men hoopt met een betrekking te sla gen. Sommige directies hebben de ge woonte de vacatures op hun kantoren aan te vullen door middel van adver tenties. Wel is het een kleine moeite om, de geadverteerde vacatures waarvoor u in aanmerking komt, na te gaan en er op te schrijven. Schrijft voor sollicitaties korte, duidelijke brieven en stelt ze be scheiden, maar niet kruiperig, noemt uw diploma's en kundigheden en, als u ze heeft, uw introducties. Maar schrijft geen zes bladen vol met uw ge- heele levensgeschiedenis, uw teleur stellingen en ambities. De waarde van introducties hangt natuurlijk grooten- deels af van de plaats die degene, die u introduceert, op het kantoor inneemt, Maar zelfs een introductie die alleen de deur voor u opent, heeft haar nut gehad. Want van het oogenblik af dat u binnen bent moet u het toch verder zelf opknappen. En daarom raden wij u aan, als het eenmaal zoover is: spreekt duidelijk, maar niet te haid, weeft volledig antwoord op wat u ge vraagd wordt, maar voegt er geen on- noodige details bij. Laat merken dat u vol goeden wil is om aan te pakken, maar dat u daartegenover dan ook verwacht dat er toekomst m uw werk Zorgt dat u er wanneer u gaat sol- liciteeren verzorgd, maar niet opval- leZorgtZdat u den indruk maakt, dat wat uw eventueele toekomstige chef u te zeggen heeft, meer uw aandacht heeft dan wat u hem zoudt willen zeD- cran. Nog een kleine hint. Vraagt nimmer telefonisch om een onderhoud, ooei het schriftelijk. De meeste zake"; schen hebben er een g oeiende heke aan om onder kantoortijd te w01d® opgebeld door iemand die een gunst te vragen heeft. En wanneer er een uur voor sollici tanten wordt opgegeven, zorgt dan, vroeg te zijn. „noviPi Een chef, die al urenlang alleiie menschen te woord heeft gestaan, za zoowel aan aandacht als aan go stemming hebben ingeboet. En ten laatste: laat nimmer blijken, dat het al-of-niet krijgen van de be trekking voor u een levensquaestie is. Een gepaste mate van kalme onve schilligheid zal u in dit geval veel meei van dienst zijn dan al te groote P Pi8l,fld"- Dr. Jos. de Codfc (Nadruk verboden). Vrouw: „Nu zeggen ze, dat met .ie huwelijk alles verandert, maar ik be weer: alles blijft bii het oude. Vroeger, toen we nog verloofd waren, moest ik den halven nacht wakker blijven om te wachten tot Henk weg ging nou blijf ik den halven nacht wakker om te wachten tot hij thuis komt!"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 18