HELDEN DER WETENSCHAP. pOPUL^JR. GQURAHT 585 VAN ZATERDAG 25 MAART 1933. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) Proeven op het éigen lichaam genomen... tot mysterie van een nacht. SftT ÏUTTERflË] Grootsche daden voor het welzijn van het Algemeen. door PROF. DR. R. GEOFFREY te Oxford. Gestorven voor de menschheid! In de laatste jaren en maanden zijn er weer tal van gevallen geweest, waarbij bekende geleerden het slacht offer werden van hun eigen onder zoekingen. Hun moed, het eigen leven voor het welzijn der algemeenheid veil te hebben, geeft hun recht op de bewonderende en dankbare herinne ringen van de geheele wereld! Begin Juli '32 werd de Londensche chemicus William Waring in zijn la boratorium bewusteloos aangetroffen en ondanks alle pogingen om hem weer er boven op te brengen, stierf hij enkele uren later. De onderzoekin gen brachten aan het licht, dat de ge leerde, die zich vroeger jarenlang in Indië had opgehouden, allerlei proe lven had genomen met een tegengif itegen slangenbeten. Eenigen tijd ge ileden deelde hij zijn vrienden mede, dat hij er inderdaad in was geslaagd |een onfeilbare Antitoxine samen te stellen en dat hij het resultaat van Izijn onderzoekingen binnenkort zou openbaar maken. Blijkbaar was hij van de juiste werking van het tegengif zoo overtuigd, dat hij tenslotte een Iproef op zijn eigen .ichaam nam en zich gif en tegengif tegelijkertijd in spoot. Inderdaad vond men na zijn dood op zjjn schrijftafel een briefje met de mededeeling: „Ik heb thans be sloten, de werking van het destillaat op mijzelf te beproeven, voordat ik het in handen van mijn collega's stel". Helaas echter trad het Antitoxine te laat of in het geheel niet in werking, zoodat de geleerde zijn waaghalzige proef met zijn leven betaalde. De tragische dood van den directeur van het Parijsche Pasteur-Instituut, Dr. Marie, ligt nog versch in ieder's herinnering. Hij vergiftigde zich in den loop van zijn onvermoeide proef nemingen met het zoeken naar een bruikbaar afweermiddel tegen den hotulismus-bacil, die zich in bedorven levensmiddelen bevindt en stirf ten slotte onder afschuwelijke pijnen! Bijna ter zelfder tijd met hem moesten ook door ARM AND DE GABONNEL I si^e ,oude mevrouw Laronne was I ,s Jaren ziekelijk geweest, haar hehh Z°U ^een verwondering gebaard 'Waq a^s niet zoo onverwacht toen uekomen> juist in een tijdperk, [iker fi aar ^Mer giug en zij energie- I tviJ, °oit 'laar familie en omgeving I 'blepw tcle- En die verwondering I de f]nwVel(lra bewaarheid te worden: zift;,,' c°nstateerde dood door ver- p®lng met strychnine. hoewp}'mee begon het mysterie. Want Vooi.il ,er, veel personen waren, die of (j; f k°uden hebben bij haar dood, het wfaai' een slecht hart toedroegen, soner, 5 onmogelijk, dat één dier per- 1 W venJdotid der lastige, heftige I ito in'u ver°orzaakt. Want er wa- I%da U v°01' vensters, die met gen van binnen dichtgingen en drie andere prominente bacteriologen met hun leven boeten voor hun strijd om het welzijn der menschheid. Zij hadden, ieder op zichzelf, een onder- derzoek ingesteld over de oorzaak, den verwekker van de gele koorts: het waren de Amerikaansche professor Stokes, die in opdracht van de Rocke- feller-stichting werkte, de Japansche geleerde Noguchi, die in West-Afrika werkte en Dr. James Young, de Brit- sche leider van de Kliniek voor Tropi sche Ziekten gelegen aan de Goudkust. Volgens zijn laatste bericht was, vooral professor Stokes met zijn onderzoekin gen reeds dicht bij het gezochte doel gekomen, toen de ziekte, naar wier oorzaak hij zocht, hem als slachtoffer opeischte en binnen enkele dagen neervelde. De daad van Dr. Horak. Op dezelfde wijze als de chemicus Waring ging ook de Praagsche docent Dr. Horak enkele maanden geleden door een proef op zijn eigen lichaam ten gronde. Deze moedige geleerde had zich als levensdoel gesteld: de be strijding van de vreeselijkste geesel der menschheid: de tuberculose! Toen hij meende, voor zekere reacties een cultuur van tubercelbaciilen noo- dig te hebben, die onder voortdurende controle stonden, spoot hij zich zelf een filtraat van deze gevaarlijke ba cillen onder de huid en sneed later een stuk daarvan uit. Intusschen had den de bacillen reeds andere deelen van zijn lichaam geïnfecteerd en Ho rak stierf korten tijd later, na juist nog gelegenheid te hebben gehad zijn bevindingen te boek te stellen. In dit hoofdstuk hoort een groot aantal andere gevallen, waarin onder zoekers gevaarlijke proeven op hun eigen lichaam met hun leven betaal den. Gelukkig slagen er ook een groot aantal van deze onderzoekingen, zon der dat de moedige proefnemer er aan ten gronde gaat! Enkele maanden ge leden hield professor Walter Hall in de Londensche artsenclub een voor dracht, waarbij hij kon bogen op er- 't morgens vergeefs klopte, de deur openbreken, om bij de doode te komen, openbreken, om bij de doode ta komen. Het politieonderzoek bracht dan ook niets aan het licht en men bleef in twijfel, of er sprake was van een misdaad, dan wel van zelfmoord. Het laatste bleek psychologisch onaanne melijk. Mevr. Laronne was, in weerwil van haar ziekelijkheid, een bijzonder levenslustige vrouw geweest, ijdel, graag jonger lijkend dan ze was, vervuld met pretjes en nonsensdingen. Haar grillen waren een voortdurende last voor iedereen in haar omgeving en dat zij nog familie en vrienden be zat, die met haar wilden leven, kwam uitsluitend door haar reusachtig ver mogen. Er woonden in haar huis be halve ettelijke bedienden, een huis houdster van middelbaren leeftijd, juffr. Ousic, een achterneef, Jehan ge naamd, een jong meisje, dat zoo'n beetje als pleegdochter door de oude dame was aangenomen. Arlette ge- heeten en de verpleegster, die sinds een tijdje was aangenomen. Zooals gezegd, had de oude dame zich siuds eenigen tijd veel beter ge voeld. Ze kreeg een medicijn voor haar hart en soms poeders-bromide voor slapeloosheid. Van beide dingen scheen zij echter weinig last meer te hebben. De verpleegster sliep in een kamer naast de hare". Er was geen verbin- varingen, opgedaan bij een experi ment, dat hij bij zichzelf had toegepast. Hij had zich de huid der handen en armen met een groote dosis arsenicum ingewreven en liet dit gevaarlijke gift daar urenlang op zitten, alvorens het af te wasschen. Daar deze proef niet de minste slechte gevolgen voor den moedigen geleerde had, was daarmede een doorslaand bewijs geleverd, dat de theorie van de oude artsenschool, dat een arsenicumvergiftiging ook uit wendig, door aanraking met de huid, veroorzaakt kan worden, op een ver gissing berustte. Een vergissing van professor Hall zou hem het leven ge kost hebben! Slachtoffers der X- en Radiumstralen. Overal is het experiment van pro fessor Pettenkofer bekend geworden, die teneinde de waarheid van zijn theorie onomstootelijk te bewijzen een geheele cultuur cholerabacillen in slikte. Een even gevaarlijke proef op eigen lichaam nam de Duitsche arts Kurtzahn, die een kankergezwel ope ratief bij zich liet plaatsen, om de mogelijkheid tot overplanting van deze ziekte te kunnen waarnemen. Ook de proeven van den Russi- schen professor Metschnikow, die zich met Lupes infecteerde, om de preven tieve kracht van een door hem uitge vonden kwikzilverpreparaat te demon- streeren, baarden veel opzien. Verder is het den Amerikaanschen professor Ralph Gillette gelukt de inwerking van hitte o het menschelijk organis me door middel van uiterst gevaarlijke experimenten op zichzelf te bewijzen. Hij wist aan te toonen, dat het men schelijk organisme, of liever de consti tutie van een normaal mensch, schier ongelooflijke hittegraden verdragen kan, hittegraden, die ver boven het kookpunt van het water liggen! Al deze proeven bleken practische beves tigingen te zijn van voorafgaande theo retische onderzoekingen en hoewel vele voor de betreffende geleerden zonder kwade gevolgen bleven, is de moed van deze mannen, om de weten schap met hun eigen lichaam als inzet, te dienen daarom niet minder be wonderenswaardig en grootsch! De talrijke sterfgevallen tengevolge van onderzoekingen met X-stralen en Radiumstralen liggen op ditzelfde ge bied! de Fransche geleerde dr. Menard, de Duitsche Röntgenologen Dr. Schön- berg en Dr. Doorn, de Amerikaansche Professor James Filens: dat zijn dingsdeur wel een bel, die ging, als de oude vrouw haar noodig had. De bel was dien nacht niet gegaan. Hoe me- voruw Laronne de strychnine bin nenkreeg was een raadsel. Er stond weliswaar een halfvol glas waW- nif het bed, doch bij chemisch oi rzoek vond men geen spoor van strychnine. Voor het slapen gaan had zij ook een kop thee gedronken, dat haar door Ar lette was gebracht op haar kamer. Ze scheen echter het kopje te hebben la ten vallen, het lag in scherven op don grond en bij de ontdekking van haar dood had iemand er onachtzaam op getrapt. Het testament werd geopend en het groote vermogen bleek gedeeltelijk te komen aan Jehan, die altijd de lieve ling van de oude vrouw was geweest, gedeeltelijk aan Arlette. Verder waren er vele legaten voor familieleden en bedienden. Ook een legaat voor de verpleegster, doch van niet veel be- teekenis. Zij was dan ook nog niet lang in dienst geweest. Ze heette Jeanne Marton en was een stil, donker, knap meisje, dat zwijgend haar plicht deed en het lastig humeur der patiënte gelaten verdroeg. Ze verdween kort na het mysterie, dat onopgelost scheen te zullen blijven. Er waren mensehen, die fluisterden, dat Jehan op één of andere wij^e zijn tante vergiftigd had. Anderen be schuldigden Arlette, die het moeilijk eenige van de bekendste professoren en onderzoekers, die in den loop dei- jaren aan de X-stralen ten offer geval len zijn! Men heeft een lijst van in totaal 49 geleerden opgesteld, die hun leven verbeurden met de studie van deze stralen. Thans leeft er nog een aantal doktoren, dat een zekere, zij het ook langzamen dood tegemoet gaat, daar zij door de inwerking der Rönt genstralen lichamelijk zwaar bena deeld worden! Met het radium echter blijft in allereerste instantie door alle tijden heen de^i naam van den genia- len Franschman Curie verbonden, die zijn leven verloor bij het onderzoek van dit nog steeds zoo geheimzinnige materiaal. Groot is ook hier het aantal geleerden, dat den dood vond, tenge volge van het feit, dat men nog niei op de hoogte ervan was, welke mid delen men moest aanwenden om zich met succes tegen de werking van de stralen te beschermen en deze on schadelijk te maken. Voorvechters der cultuur.... Martelaars van hun onderzoekers- werk werden ook, hoewel op heel an der gebied, de talrijke geleerden, die ons een blik verschaften op de onbe kende gebieden van Afrika, de bin nenlanden van Azië, Brazilië en de poolstreken, geleerden die niet meer terugkeerden van hun tochten Uit den laatsten tijd vooral kunnen we ons nog goed herinneren het geval van den Fransclien landmeter Buehon, die in het stroomgebied van de Ama zone om het leveh kwam, van den En- „Ziet je vrouw er nog even goed uit als tien jaar geleden?" „Ja, ja, zeker, maar het kost haar wat meer tijd!" („Vart Hem"). —j had gehad bij haar pleegmoeder en nu door haar dood een rijke erfgename was geworden. Ze deed dan ook wel dra een uitstekend huwelijk en ook Jehan trouwde, een opvallend mooie actrice, waar hij plotseling hevig ver liefd op werd. Drie maanden later belde de hoofd verpleegster van een ziekenhuis te po litie op. Er was een stervende, die iets wenschte mede te deelen. De stervende was Jeanne Marton Ze had vergif in genomen en was nau welijks meer bij machte iets te zeggen. Men verstond slechts, dat zij zichzelf ervan beschuldigde, mevrouw Laronne te hebben vermoord. Zij had blijkbaar in relatie gestaan met Jehan, op wien zij zeer verliefd was. Om hun huwe lijk mogelijk te maken, besloot zij de oude vrouw, die nooit haar toestem ming zou willen geven, uit den weg te ruimen, doch toen zij dood was, was Jehan een rijk man en dat veranderde veel. Hij kon nu kiezen uit de mooiste meisjes, hij kon genieten van zijn rijkdom en had genoeg van de eenvou dige, kleine verpleegster. Dat bracht haar tot vertwijfeling en zijn huwelijk deed haar geheel en al het verstand verliezen. Men vroeg haar, hoe zij de oude vrouw vergiftigd had. Bezat zij een sleutel van de kamer der oude dame? Was zij heimelijk binnengekomen? Ze schudde op alles ontkennend en fliris-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 11