AMSTERDAMSCHEL BRIEVEN MARINE-BRIEVEN UIT INDIË. Spreek niet met den man aan het stuur Hnven de zit- of staanplaats van bus- trambestuurders vindt men in vele en „nen een bordje, dat ons beleefd *e'r dringend verzoekt „de aandacht den bestuurder niet af te leiden" v?D..e] kortweg het spreken met zulk bestuurder verbiedt. Niet altijd eendt het Nederlandsche publiek, tnu eenmaal verzot is op gemoede- rftP praatjes langs en op den open- n weg!, zich aan zulke verzoe ken verboden. Maar ook zelfs dit hliek zal toch als het verkeer druk dt en de bestuurder alle aandacht die heeft, zijn voertuig veilig door gewirwar heen te brengen, van- if fwiieen en den man aan het stuur rooveel mogelijk met rust laten. Nu is den laatsten tijd het verkeer, a»ardoor bestuurder de Vlugt onzen Imeentelijken wagen moet heen lood- Ln ook druk het is zeer zeker nog niet uitermate gevaarlijk, maar in liu geval toch wel zoo druk en moeilijk, dat hij met recht mocht ver wachten, dat ook zijn publiek, in de .erste plaats het publiek, dat het dichtst bij de stuurplaats zit (en dat »iin dan de Raadsleden) minstens toch wel evenveel begrip en juiste opvat tingen zouden hebben als het boven bedoelde publiek in tram en bus- Hij beeft echter de laatste maanden moe ten ondervinden, dat dit niet zoo is. jnplaats dat men hem in zijn uitvoe rende functie, in deze tijden rustig en kalm zijn gang laat gaan, wordt hij om de haverklap aan zijn arm of jas getrokken en voortdurend, voorna melijk door lieden die zelf nog nooit achter een eenigszins behoorlijk stuurwiel gezeten hebben, lastig ge vallen met vragen waarom hij nu niet een beetje meer rechts gaat, of straks weer niet een beetje meer linksMen kan zich voorstellen, dat onze bestuurder burgemeester daar min of meer tureluursch van wordt. Dat behoeft heelemaal nog geen teeken te zijn van aangestoken te zijn door den tegenwoordig in ons land waaienden Oostenwind, zooals het door een der Raadsleden, die hier van een zekere „fascistische besmetting" meende te mogen gewagen, beeldend werd uitgedrukt- Dat de burgemeester in de huidige omstandigheden en ge zien den voortdurenden zwellenden stroom interpellaties over het politie beleid eens en voor al besloten heeft O"1 dergelijke interpellaties niet meer te antwoorden, iets waartoe de wet hem trouwens nooit verplichtte, maar dat hij vroeger welwillenderwijze toch wel eens deed, zullen tenslotte ve len billijken. Hij sprak overigens een waar woord, toen hij zeide, dat de burgerij den burgemeester over het algemeen vertrouwt; in groote meer derheid vertrouwt die burgerij hem zeker voldoende om hem zijn uitvoe rende bestuurstaak als hoofd der po litie zonder hinderlijk arm- en jas- trekken van interpellanten, die daar mede bovenal reclame voor hun poli tieke standje beoogen, ongestoord en rustig te laten verrichten.... De nieuwe Gemeentesecretaris. Bij die uitvoerende taak, alsmede bij de vervulling van ziin andere bestuurs- plichten, zal het hoofd der gemeente in den vervolge, tengevolge van de de zer dagen door den Raad gedane be noeming, mr. S. J. van Lier als zijn rechterhand hebben. De heer Van Lier, die destijds door burgemeester Tellegen van Bouw- en Woningtoezicht naar de secretarie op het Prinsenhof werd mee genomen, vervulde reeds lange jaren, zou men kunnen zeggen, als directeur van de afd. Algemeene Zaken de func tie van burgemeestertijke linkerhand. 'V ooral als regisseur van de taliooze officieele ontvangsten door ons ge meentebestuur, als medewerker bij de langzamerhand1 zoo uitgebreid gewor den representatieve taak van den bur gemeester, heeft het groote publiek hem steeds met succes zien optreden en Leren waardeeren. In tegenstelling met ziin voorganger, de heer J. J. Roovers, die voornamelijk om ziin administra tieve kwaliteiten van buitenaf naar de hoofdstad werd gehaald en wiens popu lariteit grootendeels besloten bleef bin nen de muren van de gemeentelijke bu- reaux en vergaderzalen, is mr. Van Lier een geboren en getogen Amster dammer, dije ook buiten de geqpemde nuwen reeds lang populair is. Zipi be noeming werd dan ook allerwege met voldoening vernomen. Een „Amsterdamsche Week". Al dadeliik, over eenige weken, zal overigens de heer Van Lier reeds volop gelegenheid krijgen ziin talenten als regisseur van recepties en ontvangsten te ontplooien. Het zal namelijk bii de wederom voor de deur staande Zomer feesten ongetwijfeld ook niet aan der gelijke ontvangsten en recepties door het gemeentebestuur ontbreken, zoo als dan ook de geheele, niet-officieele stad zich op aangenaam ontvangen en recipieeren voorbereidt. Van een van die voorbereidingen mochten wij dezer dagen op een persconferentie uit den mond' van havenmeester Van der Poll en mr. Woltjer, resp. voorzitter en di recteur van de Ver. v. Vreemdelingen verkeer ,,'t Koggeschip" reeds een aan tal bijzonderheden vernemen. Het gaat hier om de organisatie van een zooge naamde Amsterdamsche Week, die van 15 tot 20 Mei e.k. gehouden wordt, on der het motto „Laat veel zien, voor wei nig geld". Vele instellingen .organisa ties, enz. geven hieraan door het ver strekken van gratis entrée of reducties gedurende die dagen, hun medewer king. Binnenkort zullen aan de reis- bureaux en stations in het geheele land bonboekjes verkriigbaar worden ge steld, voor het luttele bedrag van 75 ct. (welke opbrengst het Amsterdamsche Crisis-Comité ten goede komt), die bon nen bevatten voor de gratis bezichti ging van een groot aantal hoofdstede- liike instellingen (wij noemen uit het zeer groote aantal slechts: de telefoon centrale, de Ned. Scheepsbouwmaat schappij, de Kromhout Motorenfabriek, de Amstelbrouwerii, een groot passa giersschip van de Holl. Lloyd, de druk kerijen van Arbeiderspers en Tele graaf, Diamantslijperij Asscher); ver- volgas reductiebonnen voor diverse amusementsinriChtingen (alle bioscopen 20 pet. reductie; Artis 50 pet. reductie; het Koloniaal Museum zelfs60 pet. reductie!) en tenslotte ook nog een gra tis bon voor een rondrit dan wel een rondvaart door de stad. Daarenboven komt er dan gedurende die Amsterdam sche Week neg een tentoonstelling van toeristische affiches, een winkel étalage-demonstratie voor Nederlandsch Fabrikaat en, op den laatsten dag, een groote reclame-optocht. Tenslotte zul len de Spoorwegen deze week voor be zoekers reductie op hun tarieven geven, evenals de K.L.M. dat doet voor gega digden, die hij deze gelegenheid de vriendelijke gastvrouw Amsterdam ook nog wel even boven op het hoofd willen kijken De "gelegenheden" voor den groothandel. Er zal in die week, voor vrijwel geen geld! dus inderdaad veel te zien ziin. Onder dat vele zal echter één ding zeker niet zijn; een verscheidenheid van.... uniformen, die min of meer opvallen. Daar heeft Amsterdam nooit aangedaan, al had het dan in vroeger jaren nog het Zevende! en zal het waarschijnlijk ook wel nooit aan gaan doen. Maar in die meergenoemde week zullen we dan dit keer onze bezoekers op dit gebied toch in alle geval wel iéts meer kunnen bieden dan de tram-, po litie-, brandweer- en bioscoopportier- uniform. We raken ten dezen weer iéts beter gesorteerd. In onze straten zal men een nieuw groen uniform kunnen ontwaren, gedragen door een aantal jeugdige hoofdstedelijke dochteren, die op hun A.K.O.-petjes de letters B.H.M. dragen en als een soort wandelende winkeltjes van de Boek Handel Maat schappij optredenEn wie een kiikje op onze Beurs gaat nemen, zal ook daar ziin oogen te gast kunnen doen gaan aan een nieuw opvallend kleurrijk uniform. Dat zal hier bestaan uit een sprekend lichtblauw pak met rooden kraag en gedragen worden door een aantal telegrambestellers, die tele grammen zullen aannemen ten behoeve van den snel-telegraafdienst, die de Posterijen tusschen de Amsterdamsche en Rotterdamsche gaan instellen en die waarschijnlijk ook zal gaan werken in directe aansluiting op de Londensche, Parijsche en Brusselsche Beurzen. Het tijdroovend heen en weer geloop naai de telegraaf loketten wordt door dezen nieuwen dienst voor de Beursbezoekers ondervangen. Men maakt het den han del den laatsten tüd, met steeds ver- bejspde technische inrichtingen en regebtsgen, wd hoe langer hoe gemak kelijker! Jammer alleen, dat een voort durende verbetering van de middelen, die men voor de techniek van het zaken doen noodig heeft, dat het aantal handels-transacties zelf niet biister veel doen toenemen. Intusschen dan toch misschien wel iets.... Want niet alleen dat de gelegenheid den dief schept, zii schept soms ook den eerlijken en volkomen reeëlen handelsman!.... En die voor den klein-handel. De groothandel, op de Beurs, moge aldus (nog kort geleden door het organiseeren van het tikkersysteem, dat de effectenkcersen zoodra zii ge noteerd worden op een loopenden band bij U in huis brengt, en nu weer door die snel-telegraafdienst) zich ver heugen in dergelijke nieuwe gelegen heden, ce kleinhandel kan dit niet doen; hii heeft integendeel soms te treuren over het weer van do baan raken van een dergelijke gelegenheid, die men hem eerst als spoedig op komst had voorgespiegeld. Zoo heeft in Juni 1931 de Raad een voordracht van wet houder de Miranda aangenomen tot stichting van een markthal voor den kleinhandel. Met die stichting zou on geveer een 2Yi ton gemoeid zijn. Gezien de tijdsomstandigheden, over wegen B. en W. thans, naar bekend werd, dit bedrag voorloopig nog maar in de gemeentelijke zak te laten en zul len zü vermoedelijk den bouw van deze markthal voor onbepaalden tijd op schorten. Arbeid en Museum. Gelegenheden voor handel en ge legenheden voor arbeid scheppen zün twee dingen, die ten nauwste samen hangen. Het inrichten van een Museüm van den Arbeid is zeker niet hetzelfde als het direct scheppen van nieuwe werkgelegenheid. Een pessimistisch Amice Kip, Of nee! Beter is „Amice Jan", want zoolang we nog van ons bekorte tracte- mentje moeten leven en geen andere bijverdiensten hebben als waarop mijn heer de Boer van de „Heldersche Cou rant" mijn brieven aan jou taxeert, zoolang zullen we den effectenbrief schrijver uit de „Haagsche Post" maar niet imiteeren. Amice Jan, dus! In de eerste plaats moet ik je zeggen, dat ik in mijn brie ven ietwat gelimiteerd ben omdat de publicatie van vloot- (en troepenbewe gingen momenteel verboden zijn en ik bovendien de „Heldersche Courant" daarmede in een lastig parket zou brengen. Of één en ander in verband staat met de gepasseerde gebeurtenis sen op de vloot, dan wel het critiek- stadium waarin de verhouding in Ja pan, China, Volkerenbond, Amerika verkeeren, dat weet ik niet. 't Is anders voor de getrouwden vervelend en ik zou in dit schrijven waarschijnlijk hard- grondig gegriept hebben ware het niet dat ik hier zelf hoog en (helaas niet droog) op Tosari zit en na een zeven- weeksch verblijf in de C.B.Z. een ziek teverlof geniet. Als ik dadelijk de za kelijke mededeelingen afgehandeld heb dan zal ik je over Tosari nog wat ver tellen. Om te beginnen heb je wel gemerkt, dat deze brief weer per gewone mail is verstuurd, wat voor onze brieflezers beteekent dat er geen schokkende ge beurtenissen voor den Heldersche marineman hier hebben plaats gehad, want slechts in dat geval schrijf ik per luchtpost. Nu mij dunkt de laatste weken is er geen reden geweest tot klagen. Sporadisch verschijnt er in de cou ranten nog eens een hoofd- of hij-arti kel over de muiterij, terwijl ook een enkel berichtje zoo nu en dan in cou rant verschijnt van het departement. Zoo bracht de „Indische Courant" in een tweetal artikelen naar voren welke vragen er na de verklaring van de C. Z. M. (Commandant Zeemacht) in de Volksraad, nog onbeantwoord waren gebleven. Vragen, die wij ons allen als belanghebbend- en belangstellend ma rineman ook al wel gesteld hebben en waarvan ik er een enkele ook reeds be sprak, enkele ook niet omdat het niet op mijn weg lag, daar de aandacht op te vestigen- Een enkel dier vragen werd eigenlijk beantwoord door het Aneta-bericht van 1.1. Dinsdag, dat de commandant, de eerste officier, en de luitenant ter zee le kl. chef van de wachtdivisie waren geschorst. Waar de beide eersten reeds overgeplaatst waren spotter echter, die het tegenovergestel de zou willen volhouden en kwam ver klaren, dat het inrichten van een museum van den arbeid het beste be wijs is voor het feit, dat het buiten dat museum al meer en meer met c'ien arbeid gedaan raakt, heeft ook geen gelijk! Belangstelling wekken voor c'en menscheliiken arbeid zooals dat in een apart museum in München gedaan wordt, en in Amsterdam sinds enkele jaren met de Münchensche instelling als ideaal voor oogen, óók, kan zeer zeker op velerlei indirecte wijzen een werkverruiming ten goede komen. Ons Museum van den Arbeid, een schep ping van den kunstschilder Herman Heijenbrock, die er nog steeds de enthousiaste leider van is en die met een minimum aan geldmiddelen steeds de grootste resultaten wist te bereiken, heeft dezer dagen wederom een groote uitbreiding ondergaan. De opening van de nieuwe afdeeling Electriciteit, die een interessant en volledig overzicht biedt van wat op cit gebied de arbeid heeft tot stand gebracht, werd door den burgemeester verricht in het bijzijn van vele autoriteiten en belangste len den. Het Museum van den Arbeid is langzamerhand van een kleine particu liere verzameling gegroeid tot een van onze interessantste „openbare" verza melingen", waarvoor het Gemeentebe stuur achtereenvolgens niet minder dan vier scholen, ieder 6 a 7 lokalen, ter beschikking stelde. Het is geworden tot een van onze interessantste beziens waardigheden, niet het minst omdat het 't doorslaande bewüs levert voor het feit. dat een „Museum" niet saai of ver velend behoeft te zijn, maar een levend iets kan beteekenen, dat in plaats van slaapverwekkend, de bezoekers wakker schudt en een open oog doet krijgen voor veel waar zii anders in de sleur van het dageliiksch leven gedach teloos langs gaan. en de laatste in het hospitaal lag, is mij vooralsnog niet duidelijk wat „schor sing" voor een zee-officier inhoudt. Erg hoopvol lijkt het me jedenfalls niet. Afgeloopen Zaterdag (a.s. 25 Febr.) schreef J. G. B.(oon) in het Soeraha- ja'sch Handelsblad een hoofdartikel waarboven stond: „Het hoofd omhoog marine-officieren!!" waarin ten minste weer eens iets ten gunste van de offi cieren stond. Het is te groot om het in zijn geheel over te schrijven. Maar ik zal het hierbij insluiten, wellicht ziet de redactie van de „Heldersche Cou rant" kans het een plaatsje te geven, dan kunnen onze lezers het zelf beoor deelen. Maar zooiets doet ons tenmin ste weer goed. Gedurende de afgeloopen week ver schenen ook per advertentie oproepen in de courant van den commandant zeemacht voor miliciens-afgeoefenden, om in vasten marinedienst over te gaan voor een nader te bepalen tijd. Om in een tekort van personeel te voor zien waarschijnlijk, want tenslotte zijn 6—800 man bij de laatste gebeurtenis sen betrokken geweest en zullen velen er van wel onder meer gestraft worden met „ontzegging van het recht om ver der bij de gewapende macht te dienen." Ook vernam ik bij geruchte, dat reeds een aantal groot verlofgangers waren opgeroepen. Herinner je je nog, Jan, dat ik in mijn 4en brief aan jou schreef dat mo menteel in Makassar op de „Kis" per man opleiding een man kader was. Nu erg overdreven was dat niet. Kort ge leden verschenen de getallen in de cou rant. l) Nu nog even Tosari. Het was natuur lijk erg moeilijk voor mijn vrouw om in Soerabaia een Europeesche warme jurk te krijgen. Ik meen dat ze keus kreeg uit 4, en of ze volgens de laatste mode zijn weet ik niet, omdat ik de Holland- sche mode niet meer kan beoordeelen. Overigens lijkt me dat winter kleeren passen een warme karwei in den Oost. De reis naar boven per auto kostte me in een toedjoe (7) zits 16 roepia's. (8 jaar geleden 40). We logeeren hier met zijn beiden en 2 kinderen voor 10.80 samen. Ook een verschil met vroeger. Nee in dit opzicht heeft de malaise goed werk verricht. We zijn in 't seizoen en snappen nog wel eens een regenbui, maar lekker land. Ik zit in mijn blauwe plunje aan je te pennen. Saluut. HENK. l) Door ons overgenomen. Red. Held. Crt Roepia gulden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 25