Beste jongens en meisjes! De koek is op, het feest is afgeloo- pen, ik bedoel, het mooie weer is voor bij, de zon is weggekropen, de blauwe hemel heeft zijn grauwe regenjasje aangetrokken en kijkt een beetje don ker naar de wereld. En toch mogen we niet mopperen, minstens drie weken lang niet, want wat 'n pracht-weer heb- i>en we gehad, weer om op je hoofd te gaan staan van louter plezier, 't Leek of we de lente overgeslagen hadden en zoo midden in den zomer aangeland waren. Zaterdagmiddag zijn we naar de Donkere Duinen geweest en Zondag morgen vroeg ben ik met m'n kleine jongen weer heengeweest. Toen was het er heel stil en waren we er alleen met de pauwen die al trotsch liepen te pronken, toen waren er ook de leeuwe riken, die zoo blij zongen alsof het mooie weer voor hen alleen was, dan waren er nog de kievieten en de wilde eenden, die gak, gak, gak roepend van hun nesten vlogen, zoodra ze onraad bemerkten. Wat slapen de menschen toch lang op Zondagmorgen, of slapen doen ze misschien niet eens, ze liggen maar te luieren, omdat ze den tijd heb ben. En je moest eens weten hoe heer lijk het juist 's morgens vroeg buiten is en dan Zondagsmorgens, dan is het nog feestelijker. Ga maar eens in de vroegte wandelen, je zal het zelf zien. O ja, en zullen we nu afspreken dat we minstens drie weken lang geen zuur gezicht zullen zetten, als het weer nu eens minder mooi is en als het mis schien regent of waait, want we heb ben nu zooveel mooi weer gehad, dat we daar wel een tijdje op kunnen teren. Het zou toch ook niet mooi zijn als je een maand* na je verjaardag ging mop peren, omdat je geen cadeautjes meer kreeg. Je moet dankbaar zijn met wat je hebt gekregen. Vandaag, dat wisten jullie natuur lijk, moesten ook de boeken verloot worden, 't Is geen Aprilgrap, maar heusch waar. En nu moest er ook een extra prijs verloot worden, omdat er weer drie maanden voorbij zijn. Ik wist heusch niet wie den extra-prijs moest hebben en heb hem bij de gewone ver loting verloot. Vandaag zijn er dus vier prijswinnaars. Hier staan hun namen": Germaine Franken. Ruyghweg 20. 1 Lenie Hazebroek, Parallelweg 62. Jaap v. d. Veen, Koningdwarsstr. 65. Jantje Laan, v. Galenstraat 58. Martinus Langcveld, dc Koog (T.). Wat teuk dat jullie zes lammetjes hebben, Mar tinus, ik vind lammetjes wel de liefste dieren op de boerderij, ze passen zoo echt in de lente met hun tevreden snoetjes. Daar zijn zeker veel lammetjes op Texel en wippen Ze wel eens over de schapenwallctjes? Annte Kotster. Daar sta je nu bijna heelemaal bovenaan, Annie. Is dat even bof fen. Of ik blij ben dat het gauw zomer is, vraag je? Nu, dat kan je begrijpen. Ik houd net zooveel van het mooie weer als van lek kere pannekoeken en daar houd ik ook van, hoor. En 's zomers krijg je vacantie en dan kan je fijn doen wat je wilt al zou den heclen dag langs het strand willen rollen. Marietje Kotster. Wij waren thuis met z n zessen, Marietje, allemaal jongens en jul lie met zn zevenen, ik kan me dus best be grijpen dat je wel eens een beetje ruzie hebt, dat hadden wij ook wel eens, maar toch Wel den we veel van elkaar en hebben we veel van elkaar geleerd en dat zal bij jullie ook v cl zoo zijn. Je hebt heel veel voor bij kin deren uit een klein gezin en dat waardeer je later nog meer dan nu. Laurina v. d. Berg. Ja, dat is een moei lijke vraag, Rina, wat ik er van denk over die fiets op jouw verjaardag. Ik kan me heel goed begrijpen dat je hem dolgraag wilt hebben en ik snap ook best dat je vader hem nog niet wil geven, want eigenlijk is loopen voor zoon klein meisje als jij bent nog veel gezonder. k eel fietsen zou tenminste vast niet goed zijn, als je het nu niet te vaak zou doen en je vader zou goed bij kas zitten, ja dan.... daar moet je vader maar antwoord op geven. Dina Wismeyer. 't Was Zaterdag en Zondag op het strand bijna net zoo druk als van den zomer, hè, Dina? Maar morgen ben jij niet op het strand al is het weer nog mooier dan de vorige week Zondag, w ant morgen is je vader jarig en dan is het feest bij je thuis. Corrie v. d. Veen. De zee is een echte gulzigaard, Corrie, nu heeft ze van den vin ter bijna het heele strand opgegeten, er is nog maar een klein stukje van overgebleven. En hoe moeten we het nu weer terugkrijgen ons fijne breede strand, misschien als je eens met een stok in haar maag ging kriebelen, dat alles er weer uitkomt, probeer het eens met je vriendinnetjes van de „Streepjes". Leny Hasebroek. Je hebt een prijs ge wonnen, Leny, is dat even fijn. Nu, eerlijk gezegd was ik er blij om, want jij bent, al doe je nog niet lang mee, zoo'n trouw vrien dinnetje, dat je wel een beetje een prijs ver diend hebt. Kom het boek van middag maar gauw halen, dat kan gelukkig weer, want je bent beter en weer zoo gezond als de ste keltjes die in de sloot zwemmen. Jan v. d. Heide. Gelukkig, Jan, dat je nog geen voetbalhart hebt, want dat zou te rond zijn en een goed hart moet ovaal zijn. Wim Kok is dus de oorzaak geweest dat jij met de raadsels begonnen bent en vertel me nu eens eerlijk, heb je er spijt van? of vind je het wel gezellig? Gretha Krocders. Jouw moeder is vast nog niet aan den schoonmaak, dat ze zooveel met jou kan gaan fietsen en dat vind jij na tuurlijk fijn, want wat is er nu heerlijker dan een fietstochtje met je moeder of met je vriendinnetje op een mooien zonnigen mid dag. Nanny v. d. Zee. Als jij gezond bent dan wordt de zomer voor jou fijn, Nanny, ook al zou het weer zelfs niet zoo mooi zijn, want het feest dat je vader thuiskomt weegt natuurlijk op tegen wat zonnige dagen. Lieny v. Lopik. Als je moe van het spe len bent, Lieny, dan is het thuis zoo echt gezellig als de lamp brandt en vader en moe der om de tafel zitten en jezelf nog wat mag handwerken. En als je dan 's avonds naar bed gaat en in een holletje wegkruipt dan ga je heerlijk tevreden slapen en gezellig droomen, over prettige dingen. André Günthert. Zeg, jochie, met je zwarte krullebol (hoe weet ik dat, hè?), na tuurlijk mag jij meedoen en natuurlijk mag je moeder je een handje helpen, want jij hent nog maar acht jaar en dan kan je het nog niet heelemaal alleen. Ab Mulder. Dat is eigenlijk maar ge lukkig, Ab, dat die zieke goudvisch dood is gegaan, want die zal wel niet veel plezier meer in z'n leven hebben gehad, 't Is ver standig en goed dat je die eendjes weer naar hun moeder hebt teruggebracht, je houdt ze toch moeilijk in het leven, vooral niet als je zoon rakker van een broertje hebt. Wat een leuk rijmpje heb je me ge zonden, Ab. Stientje Alexander. Aan je rijmpje ont breekt nogal wat, hoor Stientje, het rythme deugt ook niet en ik geloof als je het nu nog eens overleest dat je zult zeggen: „Ja, dat moet nog heel wat beter worden. Maar ik heb het opgenomen en daar ben je natuur lijk blij om. Nellie v. d. Zee. Ook al naar de duinen geweest en natuurlijk veel pret gehad, want dat heb je altijd als je naar de duinen gaat en naar hartelust holderdeboldert. Tony Sinnige. Ik denk dat jij de schoonmaak niet zoo fijn vindt als Tjibbe. Van de week was het feest voor hem, hij holde door de rommelige kamers en sprong over alles heen en toen hebben we hem op genomen en netjes buiten de deur gezet, want zoo'n herriemakertje kan je natuurlijk wel missen. Joh Bonte. Als je groot bent, Joh, en je hebt een fiets, dan moet je aan je vader en moeder vragen of ze met de vacantie meegaan, Nederland rondfietsen. Dat zal fijn zijn en dan gaat Mon natuurlijk ook mee. Tint Stam. Wat zal jij genoten hebben, Tini, Zaterdagavond, bij die uitvoering van „Zeemacht", maar dat tooneelstukje was wel een beetje griezelig, hoor, en daar heb je zeker wel een nachtmerrie van gehad. Of heb je daar geen last van? Ina Boets. Ja, dat zal heerlijk wezen, Ina, als we straks op strand weer heelemaal onder water weg kunnen duiken en net als een bruinvisch er bovenuit kunnen springen, maar daarvoor moeten we nog wat geduld hebben en voorloopig nog maar genieten van de sneeuwklokjes en crocusjes, die jij in iederen tuin van het Singel zag. Dedi de Vroorne. Als moeder ziek is, Dedi, dan merk je pas hoe je haar mist en hoe lief ze voor alle dingen zorgt. Dat ver geet je wel eens als ze gezond is en alles op tijd klaar staat. Ja, dan mopper je wel eens, ik denk tenminste van jij ook wel en dat moest je toch eigenlijk nooit tegen je moeder doen, want die houdt zooveel van haar kin deren, dat het haar verdriet doet als de kin deren onvriendelijk zijn. leen v. d. Wal. Nee, ik ben Woensdag middag niet bij de poppenkastvertooning ge weest, Jeen, maar vanmiddag ga ik heen met m'n kleine jongen, want dat is veel te leuk Als Jan Klaassen en Catrijn nu maar niet te veel ruzie met elkaar maken, want daar heb ik een hekel aan. Annie Jansen. Jij vindt dus ook al dat het precies lijkt of het zomer is, Annie, nu het is bedrog, hoor, en misschien moet je volgende week wel weer met een dikke win ter jas en warme wollen kousen en hooge schoenen naar school toe. Maar dat geeft niet want de zomer zal toch komen en als het nu zomer in je hart is, dan is het nog fijner. Germaine Franken. Dat is even fijn, Germaine, dat jij bij Ina te logeeren bent. Kunnen jullie 's avonds wel in slaap komen? Nu doe je alles samen en gaan jullie zeker vanmiddag ook samen het boek halen dat jij gewonnen hebt? Tint Wullems. Daar zullen wel meer dingen in je leventje zijn en komen, die je niet begrijpt, Tini, dat is in ieder men- schenleven zoo. Eigenlijk begrijpen we heele maal niets. Ons heele leven is een wonder en alle dingen om ons heen zijn wonderen. En het nieuwe leven dat je nu weer in de natuur ziet is een wonder en je eigen hartje, dat is misschien nog het grootste wonder. Agatha Koelemey. Ik houd heel erg van de stilte, A'gatha en ik verveel me niet al zou ik een heele dag door de duinen dwa len, zonder ten mensch te zien. Ik vind het heerlijk, ook ver langs het strand, dicht langs de zee, dat maakt me van binnen blij, zoo heel alleen met de groote wereld van God om je heen. Betsie Greeuw. Of ik het fijn zou vin den een fietstocht naar Callantsoog te maken. Nou, natuurlijk, als er tenminste niet zoo'n sterken wind staat dat je van den weg geblazen wordt, want dan kwam je in een sloot terecht en dat zou niet zoo pret tig zijn, midden tusschen de kikkers en stekeltjes. Nellie Nieuwdorp. Jij denkt zeker dat ik een kikker ben, Nellie, en m'n winter slaap doe. In je briefje van Zondagavond wensch je me „wel te rusten tot Zaterdag middag". Nu, maar ik slaap niet zoo lang, hoor en meestal ga ik voor kantoortijd nog den nieuwen duinweg rond fietsen. Stel je voor een week lang slapen of stel je het maar liever niet voor, want slapen moet je niet langer doen dan noodig is. Een fijne dag heb jij Zondag gehad. Cobus Nieuwdorp. 't Valt me heusch mee, Cobus, dat jij nog altijd mee blijft doen, ik dacht dat jij na schooltijd nergens anders tijd en zin voor had dan voor trap pen met het „bruine monster"' of te wel je voetbal, maar nee, de Kindervriend wordt niet vergeten en krijgt nog iedere week een dikken brief, en die „voetbalzieKte" gaat ook wel over, denk ik. Corrie Smit. Dat was een fijne, verre wandeling, met Hennie, Corrie, naar het strand en het moet er Zondagmiddag heel druk geweest zijn, net een mierennest, zoo vol. Wat moet dat van den zomer worden. Dan moeten ze maar een platvorm maken, boven de zee waarop de menschen kunnen zitten. Als er dan veel menschen op zijn, dan valt het in en rollen de menschen alle maal te water. Dat zou leuk zijn. Beppie Al. Wat leuk dat jij van de week door de telefoon even met je vader kon spreken, hè, Beppie. Ik heb het lekker gezien en dat wist je natuurlijk niet, je was zeker met Trijntje? Alte' v. d. Vliet. Van de week zat ik rustig aan m'n "bureau te werken en toen hoorde ik plotseling een meisjesstemmetje vragen aan de meneer die de raadsels aan nam: „Wie is nu de Kindervriend, meneer." Ik moest natuurlijk eens even kijken en toen zag ik jou voor het loket staan, dus nu ken ik je, Alie en jij mij nog niet, hè? Maar dat komt misschien ook nog wel eens. Frida v. Straaten. Nee natuurlijk niet, Frida, als je eenmaal niet opgelost hebt of verkeerd opgelost, dan doe je niet mee met de verloting. Vandaag staat er voor het eerst een versje van je in 't Juttertje. Daar ben je zeker blij om, hè? Maar 't was ook heusch leuk. Nelly v. d. Buuse. Je wensch is ver vuld, Nelly, het is Zaterdag en je hebt 't Juttertje in je handen en je zoekt vandaag direct naar 't Kinderboekje, want je ver wacht een briefje en dat staat erin, want dit is voor jou en je versje staat er ook in. Dag, Nelly. Sier.tjc Nieuwdorp. Jaap groeit nog steeds als kool, Sientje, Tjibbe ratelt als 'u wekker, die afloop en Ita, die kleine dik- kert, die rolt vaak als een biertonnetje door de kamer. Daar is alles mee gezegd. Jij hebt j een fijne Zondag en een fijne daar ben ik blij om. Selisi Wim Kok. - Ik beantwoord he, briefjes, Wim, maar niet alle kinH a!|( met de raadsels meedoen schrijven di< en dat is maar goed ook, want dan ik nog meer tijd te kort dan nu. SH Hennie Hollander... De groote d de verloting is weer voorbij, De VJn bent niet uit de bus gekomen', tig andere vriendjes en vriendinnetje* "S" is wel jammer, maar er komen n da! maanden en er zijn nog meer boek mttr houden dus. Denk om de wet Streepjes.. ^5n de Nu, hier eindig ik weer, ZOnak a Arasterdamsche dienstboden' rla met de pen, maar niet niet het ha"' kindervriend DIE TOL. Joop met zijn zweep, Jaagt zijn tol, Üp hol. Vooruit, Jij guit! Jij draaier, Jij zwaaier! Het zweepje klapt, En kleine Joop stapt. En springt en holt, Het tolletje tolt, En scheert en giert, En neemt een sliert, Van den muur naar de goot. Een pets, Een klets, Klits, klats met de zweep, En die goei tol, Gaat opnieuw weer op hol, Voor Joop Met zijn zweep. Ab Mulder, WOLVENJACHT. In Rotterdam heerscht groote angst zou 'k meenen, Daar nam een jonge wolf de beenen, Men maakte allen groot kabaal, En vond het wolfje heel brutaal. De wolf zag zijn hok open staan, En is toen aan den haal gegaan, Hoe men ook zocht en keek, Het beest uit de stad verdwenen leek. Men zag hem hier, en dan weer daar, Maar als men er heen ging, was 't niet waar, Toen men hem werkelijk gezien dacht, Ging alles op jacht, met man en macht. Het beest werd toen gesnapt terstond, En de rust leek weergekeerd. Daar kwam de oppasser ter plaatse, En die zei kort „het is een hond". Toen ging men weer op jacht. Touw, kist, hark, had men meegebracht. Men ving hem en bond hem aan een stek. En de wolf zit nu weer in zijn hok. Leny J. Hazebroek. Parallelweg 62. ZIEKE FOP. Dokter, dokter, kom eens kijken, Pop heeft zeker vast de griep, Hoor m'n kind eens hoesten, 't Lijkt heusch wel gepiep. Dit de griep? sprak onze dokter, Niks hoor, dat is apekool, Pop die houdt zich maar wat zwak, Want.... ze wil niet naar school. 'k Zal u een recept schrijven, Neem een flinke karrewats, Pop gedraaid, over uw knie. En om 't uur een harde pats! Goed, zei poppenma, dat zal ik, Hoeveel kost dit? Ja, zie je, toen Zei dokter: Drie ncgerballen En een ferme dikke zoen. Rina v. d. Berg en haar nichtje DE KIP EN DE EENDJES. Een boer had eens een kip op eendeneieren laten broeden.. Na een week of drie kwamen er jonge eendjes te voorschijn. Toen op een dag de eendjes met hun moeder het erf wandelden en ze voorbij een sloot kwamen, gingen ze het water in. De kip klokte zoo hard ze kon, maar het gaf niet. De eendje bleven in het water. Tegen den avond kwamen ze weer terug- De andere dagen gingen de eendjes weer hu water en de kip bleef aan den kant, wan ze was nu heelemaal gerust. Bimo IVtsmeMêJ' t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 26