Zij" Creme wUt Uit het leven der Heldersche haringtrekkers. HELDERSCHE COURANT VAN DINSDAG 4 APRIL 1933. 5 Stadsnieuw s. MET DE NED. REIS-VEREENIGING NAAR FRIESLAND. I icht op voor alle voertuigen: Winterlijd. Dinsdag 1 April 19.06 uur. v\ oensdag April 19.08 DE HEER KAMMAN 45 JAAR IX GEMEENTEDIENST. Gisteren was liet 45 jr.ar geleden, dat onze gemeenteseeretn Is. d' heer .1. Kam man, ia gemeentedienst trad. Aanvanke lijk was hij werkzaam op het secretarie van K ïinre-Blank; nham, ciaarna in Dalf- sen e.i Delfzijl, l Januari j.1. was het dertig jaar geleden, dat de heer Kamman tot gemeente-secretaris werd benoemd en wel van de gemeente Dalfsen. Op 1 Mei 1919 werd lui in die functie in onze ge meente benoemd. Op het raadhuis had men dit jubileum ontdekt en den heer Kamman een ver rassing bereid. In intiemen kring werd de heer Kam man gisteren op het raadhuis gehuldigd. Namens het college van B. en W. werd hii door den burgemeester toegesproken, die namens dat college een bloemenmand overhandigde. Namens het geheele perso neel van het raadhuis sprak de heer J. H. Wyker Jr„ die eveneens een bloemen mand aanbood. Een en ander was voor den heer Kam man en zijn vrouw, zooals wij reeds zei den, een totale verrassing. Het bleek even wel, dat niet alleen het personeel van het raadhuis om het jubileum had gedacht, doch ook van tal van andere zijden mocht de heer Kamman bewijzen ontvangen, dat dit feit niet onopgemerkt voorbij was ge gaan. Bii hem thuis werden verscheidene bloemstukken en telegrammen bezorgd om den jubilaris te feliciteeren. EEN MOOIE PRESTATIE. Onze stadgenoot de heer Joh. Pala, musicus alhier, heeft op 31 Maart j.1. in Krasnapolsky te Amsterdam, met gunstig gevolg examen afgelegd voor het diploma Orkest, uitgaande van den Bond van Or kestdirigenten in Nederland. De examen commissie bestond uit de heeren A. L. Hazebroek, M. C. v. d. Roovaart, Sam. Vlessing en P. Swager. Door elf personen werd aan het examen deelgenomen, waarvan er 5 zijn geslaagd. De heer Pala behaalde 50 punten, als volgt verdeeld: Harmonieleer 7, muziek theorie 7, muzikaal gehoor 8, muziekge schiedenis 7, vormleer 6, instrumentatie 7, directie 8, alzoo een gemiddelde van ruim 7. Voorwaar een succes, waarmee wij den heer Pala van harte gelukwenschen, zoo mede ons Sted. Muziekcorps, waarvan hij de muzikale leider is. I)E NIEUWE POSTBRUG. Werkzaamheden verderen goed. Wordt in Mei opgeleverd. De werkzaamheden aan de nieuwe Postbrug trekken dagelijks de belangstel ling van vele voorbijgangers. Wie een oogenblikje missen kan, blijft even staan, maar al te lang kan men ook alweer niet blijven kijken, omdat de regelmatige on onderbroken passage van voetgangers over de houten hulpbrug dat niet toelaat. Over 't algemeen houdt het publiek zich goed aan de verbodsbepaling om deze houten hulpbrug niet per rijwiel te berij den: bijna allen hebben hun rijwiel aan de hand als zij de brug passeeren, maar nu en dan ziet men wel een heetgebaker- den fietser, die de gelegenheid, dat nie mand het ziet, waarneemt om maar te blijven zitten op zijn rijwiel. Zelfs hebben wij het al bijgewoond, dat dit aanleiding gaf tot een heftig conflict met een voet ganger, welke zeer terecht aanmer king maakte op deze overtreding van de oolitie-bepaling. De werkzaamheden naderen nu snel hun voltooiing, dank zij mede de voort varendheid der aannemers. De vorige weken is al de ijzeren bewapening voor den brugbouw aangebracht en Maandag werd begonnen met het volstorten met beton. Daartoe was de houten schutting voor een deel weggenomen, zoodat ook de richtingwijzer voor auto's verdwenen was en een politiepost geplaatst was. Met deze betonstorting wordt heden en' morgen voortgegaan. Woensdag hoopt men er gereed mede te komen, en daar-1 mede is feitelijk de brugbouw voltooid. Slechts de ijzeren leuningen moeten dan nog worden aangebracht. Met het ver vaard gen hiervan, alsmede met de algc- heele afwerking van een en ander zijn nog een week of vijf gemoeid, zoodat ver wacht mag worden, dat in den loop van Mei de nieuwe Postbrug zal kunnen wor den opgeleverd. Ongetwijfeld zullen wij hiermede een aanmerkelijk stuk stadsver- fraaiing hebben verkregen. TJ. JOH. DITO'S MUZIEKSCHOOL. Door de leerlingen van genoemde mu ziekschool zal op Maandag 24 April een openbare voordrachtsoefening worden gehouden. Op het een en ander zal in den loop der volgende weken nader worden teruggekomen. GEMENGDE ZANGVEREENIGING „MORGENROOD". Dir. de heer F. v. d. Meij. Bovengenoemde vereeniging geeft Za terdag a.s. een Soiree Dansante in Casino. Medewerking wordt verleend door The j Mixed Follies, terwijl het koor enkele nummers zal zingen o.m. „Rozen uit het Zuiden" van Joh. E. Strauss. De piano- J begeleiding van dit laatste nummer is in j handen van den heer P. v. d. Haagen. Het belooft weer gezellig te worden, zoodat het aanbeveling verdient deze avond vrij te houden. Voor verdere bijzonderheden verwij zen wij naar de in dit blad voorkomende advertentie. VERBOND VOOR NATIONAAL HERSTEL. Wij vestigen ce aandacht op een adver tentie in dit blad, waarin een ieder die be lang stelt in het coei en streven van het Verbond voor Nationaal Herstek wordt op geroepen de openbare vergadering op Vrijdag a.s. in Casino bii te wonen. De sprekers zijn de heeren L. J- Quant, gep. Vice-Admiraal. oud-Commandant oer Marine, met het onderwerp: „Redcing of endergang", en Mr. Dr. H. H. A. van Gy- biand Oosterhoff. met als onderwerp: „Neceriand's roeping in Nederlandsch- Incië". Mr. Dr. van Gybland Oosterhoff is een zeer bekende persoonlijkheid op het ge bied van Koloniale en economische vraag stukken. Zooals wy reeds eerder meldden, is hier ter plaatse een afdeeling van het V erbond voor Nationaal Herstel opgericht. De in de advertentie van j.1. Zaterdag aangekondigde spreker, Mr. Dr. W. M. Westerman, is verhinderd op deze verga dering te spreken. HET GROOT DON-KOZAKKEN-KOOR IN CASINO. Na vee! moeite is de Casino-directie er in geslaagd het Groot Don-Kozakken- Koor, onder leiding van Serge Jaroff, te engageeren. Het Don-Kozakken-Koor, bestaande uit 35 zangers en solisten,1 treedt Dinsdag 11 April voor het eerst na een maandenlange buitenlandse!^ reis in Den Haag op en komt Donderdag 13 April te Den Helder. Liefhebbers van waar kunstgenot raden j wij dan ook aan den avond van 13 April voor deze voorstelling vrij te houden. TWEEDE WINTERCONCERT VAN „HELDERS FANFARECORPS". Zaterdag j.1. gaf „Helder's Fanfare corps" in Casino voor een volle zaal zijn 21 winterconcert, onder directie van den heer Th. C. Lugtenburg, waarbij medewer king verleende de Ar-b.-Zangver. Kunst a. h. Volk", (dir. C. W. Rusting), terwijl Mej. Marie Levering dé pianobegeleiding, ibij eenige nummers op zich had genomen. Na de gebruikelijke opening door den j voorzitter van „H. F.", waarbij o. a. eenige meöedeeiingen werden gegeven omtrent de deelneming van de Vereeniging aan het concours te Zaandijk in de superieure af deeling, en omtrent de dezen avond te houden collecte voor de nabestaanden der schepelingen, betrokken bü de gebeurte nissen in Indië, werd met de uitvoering van het programma een begin gemaakt. Het eerste gedeelte hiervan, vóór de pauze, werd geheel ingenomen door num mers van „H. F." Dat dit korps, zoo kort na het eerste winterconcert, alweer een viertal, meest omvangrijke nummers kon uitvoeren, getuigt wel van den grooten ijver, waarmee de leden onder de loeproef- de leiding van hun dirigent studeeren. En de kwaliteit van de uitvoering mag zeker geroemd worden. In 't algemeen was de klank van het geheel gaaf en dikwijls 5Ï werkt zacht en weldadig; Uw huid ontwaakt tot nieuwe schoonheid onder haar aanraking. In prijzen van 20—30—45 en 75 cent. door YVEL DLAWNURG. (Nadruk verboden). HOOFDSTUK XIII. De avonturen van de Gamevisscher. In de ouwerwetsche tije wiste wij op j Urk nie wat fotegrafeere was, man, en daor hadde we ok gien cente veurMe moeder most met acht guldes toe en wij waren bleede as we de kost krege; nou doen ze met de kienders niks anders as portreteere en ze verwenne.... Nou wor den ze bedurreve, de kienders. Vroeger kreeg ik alleen op Zundag Ivleesch, as me vaoder wat verdiend had, en teugeswoordig trekken de kienders zure, jontevreje gezichte asse ze niet iedere dag ,een groote hal gehak kriege of biefstuk. ;Op Urk wasse we dat niet gewend man. !Op Zundag gonge we alle te gar naor de ^arke en dan luusterden we naor de dominei. Mien tóte, dat is mien vaoder, was ok schipper. As jongen van twaolf jaor bin ik met 'm oitgevaore, stikum hè, want ik mocht niet van me moeder met mien tóte mee. Ik most nog naor meester op school, maar ik had nou ienmaol zinnigheid d'r in 0111 te vaore, nou toen ben ik stiekum in een kolenhokkie achter op de schuut 'ekrope, en as verstekeling meegevaore, maar zoo gauw asse we boiten de Urker haove wasse, bin ik te voorschijn 'esprun- gen, nou toen mocht ik blieve aon boord hè en as je eenmaal om boord bin, dan blief deer en wor je in 't vak opgeleid, zoo is 't. Schipper Kramer wil een nieuwe pijp stoppen en geeft zoo'n mep aan de vurige tabakskop, dat de vonken als kleine vuur ballen rondom zijn handen spatten. U spreekt niet heelemajil meer het Urksch dialect, zeg ik, er is Texelsch en Heldersch dialect ook bij. Dat is te begriepe, zegt hij, ik woon 11011 al heel wat jaartjes in Den Helder mot je weten. As jongen van 12 jaor, zoo ik zee, ben ik begonne, nou ben ilc zes- sentig jaor en heb nog geen pensjoen. 't Is op heden ok treurig, nou ja, 't is te "be griepe, de visch is niks waard en d'r wordt ok niks gevange. Weet je wat we wel vange en niet al leen de garne- en scholvisschers, maar ok de haringtrekkers? Nou dat zei ik je zeggen, dat is vulles man, vulles! We hebbe zakke met puf staon, die zitte vol met vulles, vol met papier en as 't nou nog allienig papiere wasse, maor je hebt er soms allerhand vuiligheid bij. Verleje jaor deeë we een streek met de garnenetten in 't Westgat, non toen zat er zooveul vieze vullesrommel tusschen de garne, dat we ze gaor nie schoon konne kriege. Toen heb Rotgans alles overboord 'gooid, hij wilde niet dat de mensche garne gekookt krege, die in zooveul vul les hacide gelege, zoo'n smeerpijperij was het. De minse motte niet vuile rommel kriege. Niet alleenig verleje jaor, mins, was dat zoo, maar vaak, gustere nog, kon ne we ons lol op. Gustere nog, herhaalt de schipper; we willen het net ophale, 't was zoo zwaor as I lood. Da's goeie brille met visch, denk ik, !de takels en trossen waar het net mee an boord mot kommen, knappen bijna af en op het oogenblik, dat het net boven water rijst, scheurt 't uit elkaar. Weet je wat deerin wasse. De vullesbak van Den Hel der en geen visch. Wie zal me stukkende nette betaolen. Met malheur en saggerijn zijne we an de kant 'eschote. De directeur van de gemeente-reini- '111 veel te goed en 't is voor de gemeente toch een prachtige gelegenheid, 0111 zoo van de vulles af te komen, zeg ik. Voor de gemeente is het een uitkomst. Dat is 't, dat is 't, zegt de schipper klagend. Veur de gemeente is 't mooi, maar niet veur ons. Veur ons motten ze 't met achtereb en een voorvloed op de oiterste punt van Kapermeule gooie, dan het niemand d'r last van, dan wier 't met de vloed naar 't noorden 'etrokken, zoo is 't. Maar nou worden de goeie visch- plaotse bedurreve en onze nette verdis- trenneweerd. De schipper zwijgt, zijn oud verweerd gezicht staat erg ontevreden. Om hem af te leiden, zeg ik: De beste vischplaatsen, lioe vinden jullie die toch eigenlijk, schipper? We gaon enkel de natuur na om te wete waar de garne leggen. In 't West gat, op Tesselstroom en op de zee, daor zijn goeie plekken waar beste garne ge vangen worre. Deer zijn natuurlijk tije Achter de schoit wordt de kuul over den bodem der zee gesleept. voor, in de herfst begint de vangst en dat geet zoo deur tot Paasch. Vissollen jullie alleenig met de kuul, schipper, vroeg ik hem opnieuw onder brekend. Wat zal ik je deervan zegge, her neemt de baas van de H. D. 135. Wat zal ik deervan zegge! We vissche naar ge lang 't doel, dan eres met de kor, dat is een net mit wije maoze of met de kuul deerin zien kleine maoze. Garne vange we met de kuul, dat zien ommers kleine beesies, die springe door wije maoze hien, dus deervoor is de kuul hè. Nou dat geet zoo hè, je vaore met 't schip en de kuul sleepe over de zeebodem, want deer op die bodem, op 't blanke zand, leven die garne. 't Beste visch je met dik water, as er zwevende deele in zijn met vloed water. As 't water helder is, zien de vis sche de kuul en smeren '111. Onder an 't net, is een loodpeer of een zware ketting. Die ketting sleept dan over de grond en woelt 't zand op de bodem los en door dat lawaai en dat geroer wordt de visch op- j gejaagd, nou dan begriep je wat er 'ebeurt hè? De kuul wordt wijd openge houden door twee uitslaande borden en daar zwemt die opgejaagde visch krek in en dat motte we ok hebbe, hé. Die binne binne, binne binne. As we nou zoo een uurtje gesleept hebbe, dan gaot de riem 0111 de lier. Teugeswoordig is dat een motorlier en dan is 't draaien en komt de heele santekraam boven waoter. Dan wordt de boel op dek gegooid en afgeruifd, want er zitten hiel wat ongerechtigdheden, die d'r nie bij lioore, tusschen. Net zoo de schipper zeit, zoo is 't, zegt de Italiaansche Rinaldo Rinaldini, de schippersknecht, die boven klaar is met zijn werk en aan het gesprek deelneemt, zoo is 't. Behalve de rommel van de Hel dersche vullesbak, zitte in die netten schelpen en zwembroekies en krabbio- nusse en vijfhoeken en dikkoppen en knorhane en ballekies en ok wel wijting; maar kijk, dat legge we allemaal op de zeef, wat groote visch is, blijft dan legge, en de kleine valle door 't fijne zeef. Zoo is 't, zegt de schipper van de H.D. 135, met zijn markante zeemanskop, tegen mij knikkend, zoo is 't persies. Kijk, daar in de hoek leit de zeef. As nou alles goed afgeruifd is, vervolgt hij, dan wordt alles netjes en fijn met schoon zee water afgewasschen; de garne gaone in de garneketel en ze worre meteen ge kookt. Vroeger kookten we in de roef en in het vooronder, maar teugeswoordig niet. Maar weet je wat, 't wordt mien tied, as je nog wat wete wil, kom je maar terug op de H. D. 135. Dan zal ik je vertelle wat ik veur dinge in de mombelesasie beleefd heb, daorvan reese je de haore te berge! Dan kom ik zeker, schipper. Tot vol gende week Vrijdag, om half zeuven, dan liouwe we mombelesasie met de visschers- vloot. Spot er maor niet mee, want het was arg, heel arg, zegt de schipper ver manend. Maar as je komme, je bint wel kom. (Wordt vervolgd.) mooi, vooial in de trombones baritons en bassen, het samenspel correct, de zuiver heid, behoudens eenige afwijkingen (meest bij de bugels) zeer bevredigend. Ook aan de voord racht was veel zorg besteed, ge tuige 0. a. verschillende mooi uitgevoerde crescendi en verdere nuancéeringen. Van de vier uitgevoerde nummers stond ongetwijfeld de ouverture „Tancrède" van Rossini qur compositie het hoogst, maar leverde ock de meeste moeilijkheid cp niet haar vlugge tempi en lichte triolen-figu ren. Eenige ongelijkmatigheid en stroef heid van deze laatste is dan ook welhaast onvermijdelijk te achten bii fanfare-uit voering; maar overigens was het met dit nummer bereikte resultaat zeer respec tabel. De beide fantasieën van M. J. H. Kes- sels, de eerste op „Faust", de andere op „Der Freischiitz", hebben qua „fantasie" geen hooge waarde, als slechts bestaande uit een aaneenschakeling van gedeelten uit de genoemde opera's; maar ze bieden het korps gelegenheid, door goede voor dracht menig fragment uit de beide be roemde werken te doen genieten. Vooral de Faust-fantasie was hiertoe geschikt door de meer voor fanfarebezetting ge paste keuze der fragmenten. Hier bereikte het korps wel zijn hoogtepunten in mooien klank en warme, toch beheerschte voor dracht, waarbij een enkele rythmische on regelmatigheid bij bugels en alt-saxo- phoons, of een enkel weigelende inzet bij de trombones nauwelijks aan den totaalin druk afbreuk konden doen. Bijzonder effectvol was het slot dezer fantasie. De genoemde omvangrijke nummers werden voorafgegaan door een marsch van onzen stadgenoot Joh. van Glabbeek, een nummer, dat geen van het gewone genre afwijkende kwaliteiten vertoont, maar met zijn populaire melodiek en levendige begin- figuren het zeer goed „doet" (al lijkt de overgang naar het Trio wat hortende). Het nummer werd vlot en pittig uitgevoerd en zou den auteur zeker een compliment heb ben ten deel doen vallen, indien niet het staatsbelang zich tegen zijn tegenwoordig heid bii deze uitvoering had verzet. Maal laten we ter wille van de „Eendracht" geen ruzie zoeken! Na de pauze was de Zangvereeniging aan het woord. En al dadelijk zette zij haar beste beentje voor met het mooie „Salve Reg.ina" van Oberhöffer. Hierop volgden „De Nacht" van Sohubert en „Zigeuner leven" van Sohumann en later „Woud zang" en „De Nieuwe Lent" van I. J. 01- man. Wij zullen niet omtrent deze ver schillende nummers in nadere biizon,der heden treden, maar constateeren, dat de algemeene indruk gunstig was en dat het gepraesteerde waardteering vond bii het publiek. Dat ook hier vlekjes waren aan tewyzen, spreekt vanzelf. We noemen b.v. een onzuiverheid je bii die alten in „De Nacht", een paar slappe intonaties in „Zi geunerleven", een verzuimden, althans vertraagden inzet in „Woudzang" bü de tenoren. De meeste van deze foutjes zou den vermeden hebben kunnen worden door meerdere oplettendheid van sommige zan gers en zangeressen ten aanzien van de directie. Maar er waren ook nogal eenige nieuwe krachten in 't veld, die nog wat training behoeven. Overigens alle reden tot tevredenheid. De koornummers werden afgewisseld door een paar instrumentale nummers, waarmee eenige jonge krachten van ,,H. F." op het Solistenooncours te Haarlem succes hebben behaald, n.1. een kwartet van vier koperinstrumenten, „Strike the Lire" van Hawkes, door de leden Bruul (3) en Van Dijk en een duo uit „Nonna" van Bellini, voor 2 saxophoons gearrangeerd, uitgevoerd door de dames Lugtenburg en Valkhoff. Met beide nummers werd een welverdiend succes behaald, waarin ook rechtmatig de leider van deze jonge krach ten deel had en niet minder de bege leidster Mej. Marie Levering, die ook bü het koornummer „De Zigeuners" het accompagnement op loffelijke wijze had verzorgd. Tot besluit van het concert speelde het Fanfarekorps met veel bravour den Vry- heidsmarsch (Marseillaise), waarbii het publiek vocale medewerking verleende. C. W. R. WINKELNIEUWS. Indertijd hebben wü melding gemaakt van de opening eener barbierszaak in de Langestraat no. 81, door den heer A. B. van Ooyen. Deze heeft thans zijn zaak uit gebreid met een dames-afdeeling, die zich achter de heeren-afdeeling bevindt en met Buitenlandsch Overzicht pag. 1 Feuilleton Radio-programma„2 Een brutale juweelendiefstal te Londen 2 Vliegtuig neergestort te Neodis- had. Elf dooden7 Zal de brandstichter van den Rijksdag worden opgehangen 2 Brutale roofoveral te Posterenk. 2 Het ontslag van rijkspersoneel op grond van revolutionaire gezind heid. Vergadering van het A.C. OP. I Engelsche reclameweek voor rei zen in Nederland1 Spoorwegongeluk in een tunnel. Twee dooden2 Rusland gezien door de oogen van een Engelschen communist t De nummering der candidaten- lijsten voor de Tweede Kamer 6 IJmuiden gaat een actie beginnen voor meer vischverbruik? „7 De ééndag-boycot tegen de joden in Duitschland7 De strijd bij den Grooten Muur in China hervat3 Brutale cftefstallen te Rotterdam. Vee in de weide geslacht6 De verdere behandeling van de zaak Sneevliet,2 Het toekomstige peil van het IJsselmeer3 Vrachtauto in het Darnsterdiep gereden. Twee passagiers ver dronken 7 Het grootste luchtschip van de wereld, „de Akron"veronge lukt. (Laatste Berichten„8 Marktberichten 8 Marineberichten8 Sportnieuws 8 Omtrek nieuws6 rWaaï §sm utz hm f Dinsdag 4 April. Vergadering Landelijk Werkloozen-Co- mité, Casino, 8 uur. Woensdag 5 April. Volksuitvoering Mij. tot bevordering der Toonkunst. „Der Messias", Nieuwe kerk 8.15 uur. Donderdag 6 April. Dezelfde uitvoering voor donateurs en leden der afdeeling. Vrijdag 7 April. Bond v. Nationaal Herstel, Casino 8.15 tt. Zaterdag 8 April. Uitvoering Zang ver. „Morgenrood", Ca sino 8 uur. Dinsdag 11 April. Tooneelvoorstelling „De Opgaande Zon" van H. Heijérmans, door T.A.V.E.N.U, een vrijen doorloop daarvan gescheiden is, en die geheel naar de eischen van den modernen tijd is ingericht. AANRIJDING. In de Middenstraat werd Zaterdagmor gen een vrouw aangereden door een vrachtauto, waardoor zij zoodanig aan den linkerschouder gewond werd, dat medische hulp moest worden ingeroepen. De politie heeft de zaak in onderzoek. De eerste tocht over den af sluitdijk. Nieuwe ontwikke lingsmogelijkheden voor Den Helder. Nieuw achterland voor Frlesland's zw-hoek. Weliswaar kwamen we aan het eind op een zypaadje terecht, waardoor we nioesten draaien en een paar honderd nieter terug, maar dat neemt niet weg, dat deze eerste tocht, door de afdeeling Den Helder van de Ned. Reis-vereeniging georganiseerd over den afsluitdijk en door een deel van Friesland, in alle op zichten geslaagd kan worden genoemd. En dat zijpaadje11011, er zijn wel menschen, die zelf ook op zijpaadjes zijn gekomen, waar ze alleen met draaiery- ijes weer uit kunnen komen. Niet, dat onze medereizigers.... maar ik wil maar zeggen, dat dat nou toch niet zoo erg was. E11 we hadden nog wel speciale, ech te Sneeker heeren bij ons als gids. Hoe je dan desondanks nog op zijpaden kunt komen, is een van die raadselen van het nicnschelijk leven. Maar met dat zijpaadje ben ik al aan 't eind van m'n verhaal, terwijl ik nog niet eens begonnen ben. En ik heb u zoo verschrikkelijk veel te vertellen over deze eersten tocht over den afsluitdijk naar Friesland, 't Was een experiment, «Hes was zorgvuldig uitgestippeld, zoo veel t 7r,0ve?l uur, men wist pre cies hoe ver men gaan kon (Sneek was het verste punt) en hoopte pl.ra. acht uur weer thuis te zijn. Helaas! 't kwam van dat diner in Sneek, de pudding en de speechen, waar door het ver over tijd werd en we eerst circa half acht Sneek verlieten. Dat gaf wel aanleiding tot gemopper van hen, die geen gebruik van dat diner maakten (en dat was de grootste helft) en een volgend maal zal men goed doen ter wille van die meerderheid het oponthoud tot een mi nimum te beperken. Nu waren al die an deren gedwongen te wachten en, wat er ger was, hun huisgenooten zouden onge rust worden. Ziezoo, als gast van de afdeeling, die dezen tocht medemaakte met de bedoe ling eens iets in de krant te vertellen, mocht dit mij toch niet weerhouden tot het uitspreken van bovenstaande opmer king, maar nu die eenmaal uit de pen is gerold, is dat een opluchting en kunnen we opgewekt verder gaan. Verder gaan? moppert de lezer, hy' is nog niet eens begonnen. Hij zeurt maar over een zijpaadje en over een diner, maar om ons nu eens iets over dien tocht te vertellen, ho maar! Stil maar, dames, we beginnen al. 't Was een heel ding 0111 Zondagmorgen zoo vroeg uit bed te komen en dan 0111 half negen in de bus te zitten. Maar we hebben het klaargespeeld, en toen we de hoofden telden, bleken er meer dan 100 te zijn, die van de gelegenheid gebruik maakten. Vier groote bussen van 22 elk, en de rest in vijf particuliere volgauto's. Een heele stoet. Teen Wieringen nog een eiland was. Met een kalm vaartje ging het langs het kanaal en door Breezand naar den eersten verbindingsdijk, die Wieringen uit zijn eiland-isolement heeft gemaakt tot een stukje vasteland. Onwillekeurig komen in je op de herinneringen aan de oorlogsjaren: toen in het-laatst van 1918 het pleit beslist was voor Duitschland, de Duitsche keizer gevlucht, de kroonprins op Wieringen zou worden geïnterneerd. Hoe we daar met de zeilvlet van Ewijck- sluis af den overtocht maakten. Johan Luger was er bij voor de Telegraaf en tal van andere journalisten, die het histo risch feit zouden vastleggen. En hoe wij daar, door de goede zorgen van den toenmaligen burgemeester, onderdak kregen bij den postbode, omdat het stoombarkasje met den kroonprins het vertikte te komen De Duitschers zelf hadden al spoedig hun woordspeling klaar op den kroon prins, wiens hooghartige woorden ge weest waren: „Wir ringen zum Siege". (Wij worstelen 0111 de overwinning). De uitdrukking „-wir ringen" leende zich prachtig voor het woordenspel met „Wieringen", zoodat van de fiere leus: „Wir ringen zum Siege" gemaakt werd het minachtende „Wieringen zum Siege" (Wieringen tot belooning). Op den afsluitdijk. Dat alles komt weer in de gedachte als we den verbindingsdijk overgaan en al spoedig Wieringer grond berijden. Westerland, Hippo, den Oever, wy pas seeren ze in een matig vaartje en dan komt het groote oogenblik: het betreden van den verbindingsdijk. Dertig kilo meter is deze dyk lang, en met de snel heid waarmede onze bussen rijden, be- teekent dat ongeveer een uur ryden. Groote bewondering wordt geuit voor de vijftien prachtige uitwateringssluizen nabij den Oever en, later, aan den Frie- schen kant, voor de tien uitwateringsslui zen aldaar. Het is hier niet de plaats over deze Zuiderzeewerken en het schit terende ingenieurswerk, dat zij te zien geven, uitte weiden; daarvoor is misschien een ander maal wel eens gelegenheid. Wij moeten verder; trouwens, wy hou den er ons ook niet bij op. Men weet, de afsluitdijk is feitelijk nog niet voor het groote verkeer openge steld. Het was dan ook aanvankelyk de bedoeling, dat deze excursie zou plaats hebben op den dag der openstelling, maar aangezien die weder tot het najaar is verschoven en deze tocht reeds vast gesteld was, is hy doorgegaan. Nog vrij hooge retributies worden geheven voor auto's, die thans reeds den dijk passee ren; onze bussen moesten betalen 5. per bus benevens 10 cent voor iederen passagier, welke gelden in de kas van het Nationaal Crisisfonds worden gestort. Behalve de vijf particuliere auto's moes ten onze vier bussen dus voor heen- en terugreis in totaal 57.60 betalen. Aan de Friesehe kust. Ont vangst te Makkum. Aan de Friesehe kust (Kornwerder- zand) werd ons gezelschap ontvangen door de heeren van de afdeeling Sneek der N.R.V., waarna wij doorreden tot het dorp Makkum (hotel Prins). Te Mak kum had de heer Tichelaars, directeur van de N.Y. Tichelaars Kleiwarenfabriek, een zeer interessant tentoonstellinkje ge organiseerd van Makkunier aardewerk. Hij heette ons welkom en sprak de hoop uit, dat de nu bestaande verbinding tus schen Den Helder en den kop van Noord- Holland en dit gedeelte van Friesland, waarvan deze tocht het symbool was, nieuwe vriendschapsbanden zou vormen. Hy' vertelde daarop zeer in het kort een en ander over deze Friesehe industrie, een voortzetting van de fabricage van oud Delftsch aardewerk, en waarvan wij verschillende stadia van afwerking kre gen te zien. Een en ander was zeer inte ressant en vooral de dames kwamen niet uitgezien. Maar daar alles met de hand werd beschilderd, was het uit den aard der zaak tamelyk kostbaar, vooral de grootere stukken. Verscheidene onzer excursionisten namen souvenirs mee naar huis. De heer Maas dankte den heer Tiche laar voor zyn explicatie en overhandigde hem de herinneringsmedaille, die iedere deelnemer van dezen tocht heeft gekre gen. Bezoek aan Hindeloopen. Verder ging het nu naar Hindeloopen, (via Workum met zijn fraai stadhuis en waaggebouw), waar wij zouden koffie drinken. Daar stond zoowat liet heele plaatsje (erg groot is het niet, de Ned. Staatsalmanak vermeldt voor 31 Dec. 1930 een zielental van 972) op straat om ons te begroeten; drie vrouwen in het typische Hindelooper costuum (een ervan met een meisje van een jaar of vyf, dat in haar leuke pakje de harten verteederde der dames) bleken later onze Hebe's te zijn, die de hongerigen en dorstigen zoudeu laven. Honderdacht hongerige magen is een groote massa; je duizelt by het bere kenen van de lieele en halve witte en bruine broodjes, die er voor noodig zyn. O111 maar niet te spreken van de verruk- kelyke sneden roggebrood, die er waren. Maar in Den Helder kent men het rogge brood ook, dames. Spiegeleieren bij dozij nen, koek, rookvleesch en kaas, jam, ja wat niet al bij enorme hoeveelheden. En er was ook voor de bescheidenen, genoeg van alles. „Welkom vreemdeling". Het was hier, dat de ons van Sneek te gemoet gereisde heer Wagemakers, secre taris van de Ver. v. Vreemdelingenver keer en vice-voorzitter van de afd. Sneek der Ned. Reis-Vereeniging, ons een „welkom vreemdeling!" toeriep. Liever hadden we dat wat later in het jaar ge daan, zoo zeide hij, maar in ieder geval is er gezorgd voor mooi weer en een stuk of wat jonge lammetjes in de weiden. En wij hopen spoedig, zoo voegde hy er bij, op onze beurt eens een tocht naar Den Helder te organiseeren. (Slot volgt).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 5