Zij" Creme wUt
Uit het leven der Heldersche haringtrekkers.
HELDERSCHE COURANT VAN DINSDAG 4 APRIL 1933.
5
Stadsnieuw s.
MET DE NED. REIS-VEREENIGING
NAAR FRIESLAND.
I icht op
voor alle voertuigen:
Winterlijd.
Dinsdag 1 April 19.06 uur.
v\ oensdag April 19.08
DE HEER KAMMAN 45 JAAR IX
GEMEENTEDIENST.
Gisteren was liet 45 jr.ar geleden, dat
onze gemeenteseeretn Is. d' heer .1. Kam
man, ia gemeentedienst trad. Aanvanke
lijk was hij werkzaam op het secretarie
van K ïinre-Blank; nham, ciaarna in Dalf-
sen e.i Delfzijl, l Januari j.1. was het
dertig jaar geleden, dat de heer Kamman
tot gemeente-secretaris werd benoemd en
wel van de gemeente Dalfsen. Op 1 Mei
1919 werd lui in die functie in onze ge
meente benoemd.
Op het raadhuis had men dit jubileum
ontdekt en den heer Kamman een ver
rassing bereid.
In intiemen kring werd de heer Kam
man gisteren op het raadhuis gehuldigd.
Namens het college van B. en W. werd
hii door den burgemeester toegesproken,
die namens dat college een bloemenmand
overhandigde. Namens het geheele perso
neel van het raadhuis sprak de heer J. H.
Wyker Jr„ die eveneens een bloemen
mand aanbood.
Een en ander was voor den heer Kam
man en zijn vrouw, zooals wij reeds zei
den, een totale verrassing. Het bleek even
wel, dat niet alleen het personeel van het
raadhuis om het jubileum had gedacht,
doch ook van tal van andere zijden mocht
de heer Kamman bewijzen ontvangen, dat
dit feit niet onopgemerkt voorbij was ge
gaan. Bii hem thuis werden verscheidene
bloemstukken en telegrammen bezorgd
om den jubilaris te feliciteeren.
EEN MOOIE PRESTATIE.
Onze stadgenoot de heer Joh. Pala,
musicus alhier, heeft op 31 Maart j.1. in
Krasnapolsky te Amsterdam, met gunstig
gevolg examen afgelegd voor het diploma
Orkest, uitgaande van den Bond van Or
kestdirigenten in Nederland. De examen
commissie bestond uit de heeren A. L.
Hazebroek, M. C. v. d. Roovaart, Sam.
Vlessing en P. Swager.
Door elf personen werd aan het examen
deelgenomen, waarvan er 5 zijn geslaagd.
De heer Pala behaalde 50 punten, als
volgt verdeeld: Harmonieleer 7, muziek
theorie 7, muzikaal gehoor 8, muziekge
schiedenis 7, vormleer 6, instrumentatie 7,
directie 8, alzoo een gemiddelde van ruim
7. Voorwaar een succes, waarmee wij den
heer Pala van harte gelukwenschen, zoo
mede ons Sted. Muziekcorps, waarvan hij
de muzikale leider is.
I)E NIEUWE POSTBRUG.
Werkzaamheden verderen goed.
Wordt in Mei opgeleverd.
De werkzaamheden aan de nieuwe
Postbrug trekken dagelijks de belangstel
ling van vele voorbijgangers. Wie een
oogenblikje missen kan, blijft even staan,
maar al te lang kan men ook alweer niet
blijven kijken, omdat de regelmatige on
onderbroken passage van voetgangers
over de houten hulpbrug dat niet toelaat.
Over 't algemeen houdt het publiek zich
goed aan de verbodsbepaling om deze
houten hulpbrug niet per rijwiel te berij
den: bijna allen hebben hun rijwiel aan
de hand als zij de brug passeeren, maar
nu en dan ziet men wel een heetgebaker-
den fietser, die de gelegenheid, dat nie
mand het ziet, waarneemt om maar te
blijven zitten op zijn rijwiel. Zelfs hebben
wij het al bijgewoond, dat dit aanleiding
gaf tot een heftig conflict met een voet
ganger, welke zeer terecht aanmer
king maakte op deze overtreding van de
oolitie-bepaling.
De werkzaamheden naderen nu snel
hun voltooiing, dank zij mede de voort
varendheid der aannemers. De vorige
weken is al de ijzeren bewapening voor
den brugbouw aangebracht en Maandag
werd begonnen met het volstorten met
beton. Daartoe was de houten schutting
voor een deel weggenomen, zoodat ook
de richtingwijzer voor auto's verdwenen
was en een politiepost geplaatst was.
Met deze betonstorting wordt heden en'
morgen voortgegaan. Woensdag hoopt
men er gereed mede te komen, en daar-1
mede is feitelijk de brugbouw voltooid.
Slechts de ijzeren leuningen moeten dan
nog worden aangebracht. Met het ver
vaard gen hiervan, alsmede met de algc-
heele afwerking van een en ander zijn
nog een week of vijf gemoeid, zoodat ver
wacht mag worden, dat in den loop van
Mei de nieuwe Postbrug zal kunnen wor
den opgeleverd. Ongetwijfeld zullen wij
hiermede een aanmerkelijk stuk stadsver-
fraaiing hebben verkregen.
TJ. JOH. DITO'S MUZIEKSCHOOL.
Door de leerlingen van genoemde mu
ziekschool zal op Maandag 24 April een
openbare voordrachtsoefening worden
gehouden. Op het een en ander zal in den
loop der volgende weken nader worden
teruggekomen.
GEMENGDE ZANGVEREENIGING
„MORGENROOD".
Dir. de heer F. v. d. Meij.
Bovengenoemde vereeniging geeft Za
terdag a.s. een Soiree Dansante in
Casino.
Medewerking wordt verleend door The
j Mixed Follies, terwijl het koor enkele
nummers zal zingen o.m. „Rozen uit het
Zuiden" van Joh. E. Strauss. De piano-
J begeleiding van dit laatste nummer is in
j handen van den heer P. v. d. Haagen.
Het belooft weer gezellig te worden,
zoodat het aanbeveling verdient deze
avond vrij te houden.
Voor verdere bijzonderheden verwij
zen wij naar de in dit blad voorkomende
advertentie.
VERBOND VOOR NATIONAAL
HERSTEL.
Wij vestigen ce aandacht op een adver
tentie in dit blad, waarin een ieder die be
lang stelt in het coei en streven van het
Verbond voor Nationaal Herstek wordt op
geroepen de openbare vergadering op
Vrijdag a.s. in Casino bii te wonen.
De sprekers zijn de heeren L. J- Quant,
gep. Vice-Admiraal. oud-Commandant oer
Marine, met het onderwerp: „Redcing of
endergang", en Mr. Dr. H. H. A. van Gy-
biand Oosterhoff. met als onderwerp:
„Neceriand's roeping in Nederlandsch-
Incië".
Mr. Dr. van Gybland Oosterhoff is een
zeer bekende persoonlijkheid op het ge
bied van Koloniale en economische vraag
stukken.
Zooals wy reeds eerder meldden, is hier
ter plaatse een afdeeling van het V erbond
voor Nationaal Herstel opgericht.
De in de advertentie van j.1. Zaterdag
aangekondigde spreker, Mr. Dr. W. M.
Westerman, is verhinderd op deze verga
dering te spreken.
HET GROOT DON-KOZAKKEN-KOOR
IN CASINO.
Na vee! moeite is de Casino-directie er
in geslaagd het Groot Don-Kozakken-
Koor, onder leiding van Serge Jaroff, te
engageeren. Het Don-Kozakken-Koor,
bestaande uit 35 zangers en solisten,1
treedt Dinsdag 11 April voor het eerst
na een maandenlange buitenlandse!^
reis in Den Haag op en komt Donderdag
13 April te Den Helder.
Liefhebbers van waar kunstgenot raden j
wij dan ook aan den avond van 13 April
voor deze voorstelling vrij te houden.
TWEEDE WINTERCONCERT
VAN „HELDERS FANFARECORPS".
Zaterdag j.1. gaf „Helder's Fanfare
corps" in Casino voor een volle zaal zijn
21 winterconcert, onder directie van den
heer Th. C. Lugtenburg, waarbij medewer
king verleende de Ar-b.-Zangver. Kunst
a. h. Volk", (dir. C. W. Rusting), terwijl
Mej. Marie Levering dé pianobegeleiding,
ibij eenige nummers op zich had genomen.
Na de gebruikelijke opening door den j
voorzitter van „H. F.", waarbij o. a. eenige
meöedeeiingen werden gegeven omtrent de
deelneming van de Vereeniging aan het
concours te Zaandijk in de superieure af
deeling, en omtrent de dezen avond te
houden collecte voor de nabestaanden der
schepelingen, betrokken bü de gebeurte
nissen in Indië, werd met de uitvoering
van het programma een begin gemaakt.
Het eerste gedeelte hiervan, vóór de
pauze, werd geheel ingenomen door num
mers van „H. F." Dat dit korps, zoo kort
na het eerste winterconcert, alweer een
viertal, meest omvangrijke nummers kon
uitvoeren, getuigt wel van den grooten
ijver, waarmee de leden onder de loeproef-
de leiding van hun dirigent studeeren. En
de kwaliteit van de uitvoering mag zeker
geroemd worden. In 't algemeen was de
klank van het geheel gaaf en dikwijls
5Ï
werkt zacht en weldadig; Uw huid ontwaakt
tot nieuwe schoonheid onder haar aanraking.
In prijzen van 20—30—45 en 75 cent.
door
YVEL DLAWNURG.
(Nadruk verboden).
HOOFDSTUK XIII.
De avonturen van de Gamevisscher.
In de ouwerwetsche tije wiste wij op
j Urk nie wat fotegrafeere was, man, en
daor hadde we ok gien cente veurMe
moeder most met acht guldes toe en wij
waren bleede as we de kost krege; nou
doen ze met de kienders niks anders as
portreteere en ze verwenne.... Nou wor
den ze bedurreve, de kienders.
Vroeger kreeg ik alleen op Zundag
Ivleesch, as me vaoder wat verdiend had, en
teugeswoordig trekken de kienders zure,
jontevreje gezichte asse ze niet iedere dag
,een groote hal gehak kriege of biefstuk.
;Op Urk wasse we dat niet gewend man.
!Op Zundag gonge we alle te gar naor de
^arke en dan luusterden we naor de
dominei.
Mien tóte, dat is mien vaoder, was ok
schipper. As jongen van twaolf jaor bin ik
met 'm oitgevaore, stikum hè, want ik
mocht niet van me moeder met mien tóte
mee. Ik most nog naor meester op school,
maar ik had nou ienmaol zinnigheid d'r
in 0111 te vaore, nou toen ben ik stiekum
in een kolenhokkie achter op de schuut
'ekrope, en as verstekeling meegevaore,
maar zoo gauw asse we boiten de Urker
haove wasse, bin ik te voorschijn 'esprun-
gen, nou toen mocht ik blieve aon boord
hè en as je eenmaal om boord bin, dan
blief deer en wor je in 't vak opgeleid,
zoo is 't.
Schipper Kramer wil een nieuwe pijp
stoppen en geeft zoo'n mep aan de vurige
tabakskop, dat de vonken als kleine vuur
ballen rondom zijn handen spatten.
U spreekt niet heelemajil meer het
Urksch dialect, zeg ik, er is Texelsch en
Heldersch dialect ook bij.
Dat is te begriepe, zegt hij, ik woon
11011 al heel wat jaartjes in Den Helder
mot je weten. As jongen van 12 jaor, zoo
ik zee, ben ik begonne, nou ben ilc zes-
sentig jaor en heb nog geen pensjoen. 't Is
op heden ok treurig, nou ja, 't is te "be
griepe, de visch is niks waard en d'r wordt
ok niks gevange.
Weet je wat we wel vange en niet al
leen de garne- en scholvisschers, maar
ok de haringtrekkers? Nou dat zei ik je
zeggen, dat is vulles man, vulles! We
hebbe zakke met puf staon, die zitte vol
met vulles, vol met papier en as 't nou
nog allienig papiere wasse, maor je hebt
er soms allerhand vuiligheid bij.
Verleje jaor deeë we een streek met de
garnenetten in 't Westgat, non toen zat er
zooveul vieze vullesrommel tusschen de
garne, dat we ze gaor nie schoon konne
kriege. Toen heb Rotgans alles overboord
'gooid, hij wilde niet dat de mensche
garne gekookt krege, die in zooveul vul
les hacide gelege, zoo'n smeerpijperij was
het. De minse motte niet vuile rommel
kriege. Niet alleenig verleje jaor, mins,
was dat zoo, maar vaak, gustere nog, kon
ne we ons lol op.
Gustere nog, herhaalt de schipper; we
willen het net ophale, 't was zoo zwaor as
I lood. Da's goeie brille met visch, denk ik,
!de takels en trossen waar het net mee an
boord mot kommen, knappen bijna af en
op het oogenblik, dat het net boven water
rijst, scheurt 't uit elkaar. Weet je wat
deerin wasse. De vullesbak van Den Hel
der en geen visch. Wie zal me stukkende
nette betaolen. Met malheur en saggerijn
zijne we an de kant 'eschote.
De directeur van de gemeente-reini-
'111 veel te goed en 't is voor de gemeente
toch een prachtige gelegenheid, 0111 zoo
van de vulles af te komen, zeg ik. Voor
de gemeente is het een uitkomst.
Dat is 't, dat is 't, zegt de schipper
klagend. Veur de gemeente is 't mooi,
maar niet veur ons. Veur ons motten ze
't met achtereb en een voorvloed op de
oiterste punt van Kapermeule gooie, dan
het niemand d'r last van, dan wier 't met
de vloed naar 't noorden 'etrokken, zoo
is 't. Maar nou worden de goeie visch-
plaotse bedurreve en onze nette verdis-
trenneweerd.
De schipper zwijgt, zijn oud verweerd
gezicht staat erg ontevreden. Om hem af
te leiden, zeg ik:
De beste vischplaatsen, lioe vinden
jullie die toch eigenlijk, schipper?
We gaon enkel de natuur na om te
wete waar de garne leggen. In 't West
gat, op Tesselstroom en op de zee, daor
zijn goeie plekken waar beste garne ge
vangen worre. Deer zijn natuurlijk tije
Achter de schoit wordt de kuul over den
bodem der zee gesleept.
voor, in de herfst begint de vangst en
dat geet zoo deur tot Paasch.
Vissollen jullie alleenig met de kuul,
schipper, vroeg ik hem opnieuw onder
brekend.
Wat zal ik je deervan zegge, her
neemt de baas van de H. D. 135. Wat zal
ik deervan zegge! We vissche naar ge
lang 't doel, dan eres met de kor, dat is
een net mit wije maoze of met de kuul
deerin zien kleine maoze. Garne vange we
met de kuul, dat zien ommers kleine
beesies, die springe door wije maoze hien,
dus deervoor is de kuul hè. Nou dat geet
zoo hè, je vaore met 't schip en de kuul
sleepe over de zeebodem, want deer op
die bodem, op 't blanke zand, leven die
garne. 't Beste visch je met dik water,
as er zwevende deele in zijn met vloed
water. As 't water helder is, zien de vis
sche de kuul en smeren '111. Onder an 't
net, is een loodpeer of een zware ketting.
Die ketting sleept dan over de grond en
woelt 't zand op de bodem los en door dat
lawaai en dat geroer wordt de visch op- j
gejaagd, nou dan begriep je wat er
'ebeurt hè? De kuul wordt wijd openge
houden door twee uitslaande borden en
daar zwemt die opgejaagde visch krek in
en dat motte we ok hebbe, hé. Die binne
binne, binne binne. As we nou zoo een
uurtje gesleept hebbe, dan gaot de riem
0111 de lier. Teugeswoordig is dat een
motorlier en dan is 't draaien en komt de
heele santekraam boven waoter. Dan wordt
de boel op dek gegooid en afgeruifd, want
er zitten hiel wat ongerechtigdheden, die
d'r nie bij lioore, tusschen.
Net zoo de schipper zeit, zoo is 't,
zegt de Italiaansche Rinaldo Rinaldini, de
schippersknecht, die boven klaar is met
zijn werk en aan het gesprek deelneemt,
zoo is 't. Behalve de rommel van de Hel
dersche vullesbak, zitte in die netten
schelpen en zwembroekies en krabbio-
nusse en vijfhoeken en dikkoppen en
knorhane en ballekies en ok wel wijting;
maar kijk, dat legge we allemaal op de
zeef, wat groote visch is, blijft dan legge,
en de kleine valle door 't fijne zeef.
Zoo is 't, zegt de schipper van de
H.D. 135, met zijn markante zeemanskop,
tegen mij knikkend, zoo is 't persies.
Kijk, daar in de hoek leit de zeef. As nou
alles goed afgeruifd is, vervolgt hij, dan
wordt alles netjes en fijn met schoon zee
water afgewasschen; de garne gaone in
de garneketel en ze worre meteen ge
kookt. Vroeger kookten we in de roef en
in het vooronder, maar teugeswoordig
niet.
Maar weet je wat, 't wordt mien tied,
as je nog wat wete wil, kom je maar terug
op de H. D. 135. Dan zal ik je vertelle wat
ik veur dinge in de mombelesasie beleefd
heb, daorvan reese je de haore te berge!
Dan kom ik zeker, schipper. Tot vol
gende week Vrijdag, om half zeuven, dan
liouwe we mombelesasie met de visschers-
vloot. Spot er maor niet mee, want het
was arg, heel arg, zegt de schipper ver
manend. Maar as je komme, je bint wel
kom.
(Wordt vervolgd.)
mooi, vooial in de trombones baritons en
bassen, het samenspel correct, de zuiver
heid, behoudens eenige afwijkingen (meest
bij de bugels) zeer bevredigend. Ook aan
de voord racht was veel zorg besteed, ge
tuige 0. a. verschillende mooi uitgevoerde
crescendi en verdere nuancéeringen.
Van de vier uitgevoerde nummers stond
ongetwijfeld de ouverture „Tancrède" van
Rossini qur compositie het hoogst, maar
leverde ock de meeste moeilijkheid cp niet
haar vlugge tempi en lichte triolen-figu
ren. Eenige ongelijkmatigheid en stroef
heid van deze laatste is dan ook welhaast
onvermijdelijk te achten bii fanfare-uit
voering; maar overigens was het met dit
nummer bereikte resultaat zeer respec
tabel.
De beide fantasieën van M. J. H. Kes-
sels, de eerste op „Faust", de andere op
„Der Freischiitz", hebben qua „fantasie"
geen hooge waarde, als slechts bestaande
uit een aaneenschakeling van gedeelten
uit de genoemde opera's; maar ze bieden
het korps gelegenheid, door goede voor
dracht menig fragment uit de beide be
roemde werken te doen genieten. Vooral
de Faust-fantasie was hiertoe geschikt
door de meer voor fanfarebezetting ge
paste keuze der fragmenten. Hier bereikte
het korps wel zijn hoogtepunten in mooien
klank en warme, toch beheerschte voor
dracht, waarbij een enkele rythmische on
regelmatigheid bij bugels en alt-saxo-
phoons, of een enkel weigelende inzet bij
de trombones nauwelijks aan den totaalin
druk afbreuk konden doen. Bijzonder
effectvol was het slot dezer fantasie.
De genoemde omvangrijke nummers
werden voorafgegaan door een marsch van
onzen stadgenoot Joh. van Glabbeek, een
nummer, dat geen van het gewone genre
afwijkende kwaliteiten vertoont, maar met
zijn populaire melodiek en levendige begin-
figuren het zeer goed „doet" (al lijkt de
overgang naar het Trio wat hortende). Het
nummer werd vlot en pittig uitgevoerd en
zou den auteur zeker een compliment heb
ben ten deel doen vallen, indien niet het
staatsbelang zich tegen zijn tegenwoordig
heid bii deze uitvoering had verzet. Maal
laten we ter wille van de „Eendracht" geen
ruzie zoeken!
Na de pauze was de Zangvereeniging
aan het woord. En al dadelijk zette zij haar
beste beentje voor met het mooie „Salve
Reg.ina" van Oberhöffer. Hierop volgden
„De Nacht" van Sohubert en „Zigeuner
leven" van Sohumann en later „Woud
zang" en „De Nieuwe Lent" van I. J. 01-
man. Wij zullen niet omtrent deze ver
schillende nummers in nadere biizon,der
heden treden, maar constateeren, dat de
algemeene indruk gunstig was en dat het
gepraesteerde waardteering vond bii het
publiek. Dat ook hier vlekjes waren aan
tewyzen, spreekt vanzelf. We noemen b.v.
een onzuiverheid je bii die alten in „De
Nacht", een paar slappe intonaties in „Zi
geunerleven", een verzuimden, althans
vertraagden inzet in „Woudzang" bü de
tenoren. De meeste van deze foutjes zou
den vermeden hebben kunnen worden door
meerdere oplettendheid van sommige zan
gers en zangeressen ten aanzien van de
directie. Maar er waren ook nogal eenige
nieuwe krachten in 't veld, die nog wat
training behoeven. Overigens alle reden
tot tevredenheid.
De koornummers werden afgewisseld
door een paar instrumentale nummers,
waarmee eenige jonge krachten van ,,H.
F." op het Solistenooncours te Haarlem
succes hebben behaald, n.1. een kwartet
van vier koperinstrumenten, „Strike the
Lire" van Hawkes, door de leden Bruul (3)
en Van Dijk en een duo uit „Nonna" van
Bellini, voor 2 saxophoons gearrangeerd,
uitgevoerd door de dames Lugtenburg en
Valkhoff. Met beide nummers werd een
welverdiend succes behaald, waarin ook
rechtmatig de leider van deze jonge krach
ten deel had en niet minder de bege
leidster Mej. Marie Levering, die ook bü
het koornummer „De Zigeuners" het
accompagnement op loffelijke wijze had
verzorgd.
Tot besluit van het concert speelde het
Fanfarekorps met veel bravour den Vry-
heidsmarsch (Marseillaise), waarbii het
publiek vocale medewerking verleende.
C. W. R.
WINKELNIEUWS.
Indertijd hebben wü melding gemaakt
van de opening eener barbierszaak in de
Langestraat no. 81, door den heer A. B.
van Ooyen. Deze heeft thans zijn zaak uit
gebreid met een dames-afdeeling, die zich
achter de heeren-afdeeling bevindt en met
Buitenlandsch Overzicht pag. 1
Feuilleton
Radio-programma„2
Een brutale juweelendiefstal te
Londen 2
Vliegtuig neergestort te Neodis-
had. Elf dooden7
Zal de brandstichter van den
Rijksdag worden opgehangen 2
Brutale roofoveral te Posterenk. 2
Het ontslag van rijkspersoneel op
grond van revolutionaire gezind
heid. Vergadering van het A.C.
OP. I
Engelsche reclameweek voor rei
zen in Nederland1
Spoorwegongeluk in een tunnel.
Twee dooden2
Rusland gezien door de oogen
van een Engelschen communist t
De nummering der candidaten-
lijsten voor de Tweede Kamer 6
IJmuiden gaat een actie beginnen
voor meer vischverbruik? „7
De ééndag-boycot tegen de joden
in Duitschland7
De strijd bij den Grooten Muur in
China hervat3
Brutale cftefstallen te Rotterdam.
Vee in de weide geslacht6
De verdere behandeling van de
zaak Sneevliet,2
Het toekomstige peil van het
IJsselmeer3
Vrachtauto in het Darnsterdiep
gereden. Twee passagiers ver
dronken 7
Het grootste luchtschip van de
wereld, „de Akron"veronge
lukt. (Laatste Berichten„8
Marktberichten 8
Marineberichten8
Sportnieuws 8
Omtrek nieuws6
rWaaï §sm utz hm f
Dinsdag 4 April.
Vergadering Landelijk Werkloozen-Co-
mité, Casino, 8 uur.
Woensdag 5 April.
Volksuitvoering Mij. tot bevordering der
Toonkunst. „Der Messias", Nieuwe kerk
8.15 uur.
Donderdag 6 April.
Dezelfde uitvoering voor donateurs en
leden der afdeeling.
Vrijdag 7 April.
Bond v. Nationaal Herstel, Casino 8.15 tt.
Zaterdag 8 April.
Uitvoering Zang ver. „Morgenrood", Ca
sino 8 uur.
Dinsdag 11 April.
Tooneelvoorstelling „De Opgaande Zon"
van H. Heijérmans, door T.A.V.E.N.U,
een vrijen doorloop daarvan gescheiden
is, en die geheel naar de eischen van den
modernen tijd is ingericht.
AANRIJDING.
In de Middenstraat werd Zaterdagmor
gen een vrouw aangereden door een
vrachtauto, waardoor zij zoodanig aan
den linkerschouder gewond werd, dat
medische hulp moest worden ingeroepen.
De politie heeft de zaak in onderzoek.
De eerste tocht over den af
sluitdijk. Nieuwe ontwikke
lingsmogelijkheden voor Den
Helder. Nieuw achterland voor
Frlesland's zw-hoek.
Weliswaar kwamen we aan het eind
op een zypaadje terecht, waardoor we
nioesten draaien en een paar honderd
nieter terug, maar dat neemt niet weg,
dat deze eerste tocht, door de afdeeling
Den Helder van de Ned. Reis-vereeniging
georganiseerd over den afsluitdijk en
door een deel van Friesland, in alle op
zichten geslaagd kan worden genoemd.
En dat zijpaadje11011, er zijn wel
menschen, die zelf ook op zijpaadjes zijn
gekomen, waar ze alleen met draaiery-
ijes weer uit kunnen komen. Niet, dat
onze medereizigers.... maar ik wil maar
zeggen, dat dat nou toch niet zoo erg
was. E11 we hadden nog wel speciale, ech
te Sneeker heeren bij ons als gids. Hoe
je dan desondanks nog op zijpaden kunt
komen, is een van die raadselen van het
nicnschelijk leven.
Maar met dat zijpaadje ben ik al aan
't eind van m'n verhaal, terwijl ik nog
niet eens begonnen ben. En ik heb u zoo
verschrikkelijk veel te vertellen over
deze eersten tocht over den afsluitdijk
naar Friesland, 't Was een experiment,
«Hes was zorgvuldig uitgestippeld, zoo
veel t 7r,0ve?l uur, men wist pre
cies hoe ver men gaan kon (Sneek was
het verste punt) en hoopte pl.ra. acht uur
weer thuis te zijn.
Helaas! 't kwam van dat diner in
Sneek, de pudding en de speechen, waar
door het ver over tijd werd en we eerst
circa half acht Sneek verlieten. Dat gaf
wel aanleiding tot gemopper van hen, die
geen gebruik van dat diner maakten (en
dat was de grootste helft) en een volgend
maal zal men goed doen ter wille van die
meerderheid het oponthoud tot een mi
nimum te beperken. Nu waren al die an
deren gedwongen te wachten en, wat er
ger was, hun huisgenooten zouden onge
rust worden.
Ziezoo, als gast van de afdeeling, die
dezen tocht medemaakte met de bedoe
ling eens iets in de krant te vertellen,
mocht dit mij toch niet weerhouden tot
het uitspreken van bovenstaande opmer
king, maar nu die eenmaal uit de pen is
gerold, is dat een opluchting en kunnen
we opgewekt verder gaan.
Verder gaan? moppert de lezer, hy'
is nog niet eens begonnen. Hij zeurt
maar over een zijpaadje en over een
diner, maar om ons nu eens iets over
dien tocht te vertellen, ho maar!
Stil maar, dames, we beginnen al.
't Was een heel ding 0111 Zondagmorgen
zoo vroeg uit bed te komen en dan 0111
half negen in de bus te zitten. Maar we
hebben het klaargespeeld, en toen we de
hoofden telden, bleken er meer dan 100
te zijn, die van de gelegenheid gebruik
maakten. Vier groote bussen van 22 elk,
en de rest in vijf particuliere volgauto's.
Een heele stoet.
Teen Wieringen nog een eiland
was.
Met een kalm vaartje ging het langs
het kanaal en door Breezand naar den
eersten verbindingsdijk, die Wieringen
uit zijn eiland-isolement heeft gemaakt
tot een stukje vasteland. Onwillekeurig
komen in je op de herinneringen aan de
oorlogsjaren: toen in het-laatst van 1918
het pleit beslist was voor Duitschland, de
Duitsche keizer gevlucht, de kroonprins
op Wieringen zou worden geïnterneerd.
Hoe we daar met de zeilvlet van Ewijck-
sluis af den overtocht maakten. Johan
Luger was er bij voor de Telegraaf en
tal van andere journalisten, die het histo
risch feit zouden vastleggen. En hoe wij
daar, door de goede zorgen van den
toenmaligen burgemeester, onderdak
kregen bij den postbode, omdat het
stoombarkasje met den kroonprins het
vertikte te komen
De Duitschers zelf hadden al spoedig
hun woordspeling klaar op den kroon
prins, wiens hooghartige woorden ge
weest waren: „Wir ringen zum Siege".
(Wij worstelen 0111 de overwinning). De
uitdrukking „-wir ringen" leende zich
prachtig voor het woordenspel met
„Wieringen", zoodat van de fiere leus:
„Wir ringen zum Siege" gemaakt werd
het minachtende „Wieringen zum Siege"
(Wieringen tot belooning).
Op den afsluitdijk.
Dat alles komt weer in de gedachte als
we den verbindingsdijk overgaan en al
spoedig Wieringer grond berijden.
Westerland, Hippo, den Oever, wy pas
seeren ze in een matig vaartje en dan
komt het groote oogenblik: het betreden
van den verbindingsdijk. Dertig kilo
meter is deze dyk lang, en met de snel
heid waarmede onze bussen rijden, be-
teekent dat ongeveer een uur ryden.
Groote bewondering wordt geuit voor de
vijftien prachtige uitwateringssluizen
nabij den Oever en, later, aan den Frie-
schen kant, voor de tien uitwateringsslui
zen aldaar. Het is hier niet de plaats
over deze Zuiderzeewerken en het schit
terende ingenieurswerk, dat zij te zien
geven, uitte weiden; daarvoor is misschien
een ander maal wel eens gelegenheid.
Wij moeten verder; trouwens, wy hou
den er ons ook niet bij op.
Men weet, de afsluitdijk is feitelijk nog
niet voor het groote verkeer openge
steld. Het was dan ook aanvankelyk de
bedoeling, dat deze excursie zou plaats
hebben op den dag der openstelling,
maar aangezien die weder tot het najaar
is verschoven en deze tocht reeds vast
gesteld was, is hy doorgegaan. Nog vrij
hooge retributies worden geheven voor
auto's, die thans reeds den dijk passee
ren; onze bussen moesten betalen 5.
per bus benevens 10 cent voor iederen
passagier, welke gelden in de kas van
het Nationaal Crisisfonds worden gestort.
Behalve de vijf particuliere auto's moes
ten onze vier bussen dus voor heen- en
terugreis in totaal 57.60 betalen.
Aan de Friesehe kust. Ont
vangst te Makkum.
Aan de Friesehe kust (Kornwerder-
zand) werd ons gezelschap ontvangen
door de heeren van de afdeeling Sneek
der N.R.V., waarna wij doorreden tot
het dorp Makkum (hotel Prins). Te Mak
kum had de heer Tichelaars, directeur
van de N.Y. Tichelaars Kleiwarenfabriek,
een zeer interessant tentoonstellinkje ge
organiseerd van Makkunier aardewerk.
Hij heette ons welkom en sprak de hoop
uit, dat de nu bestaande verbinding tus
schen Den Helder en den kop van Noord-
Holland en dit gedeelte van Friesland,
waarvan deze tocht het symbool was,
nieuwe vriendschapsbanden zou vormen.
Hy' vertelde daarop zeer in het kort een
en ander over deze Friesehe industrie,
een voortzetting van de fabricage van
oud Delftsch aardewerk, en waarvan wij
verschillende stadia van afwerking kre
gen te zien. Een en ander was zeer inte
ressant en vooral de dames kwamen niet
uitgezien. Maar daar alles met de hand
werd beschilderd, was het uit den aard
der zaak tamelyk kostbaar, vooral de
grootere stukken. Verscheidene onzer
excursionisten namen souvenirs mee naar
huis.
De heer Maas dankte den heer Tiche
laar voor zyn explicatie en overhandigde
hem de herinneringsmedaille, die iedere
deelnemer van dezen tocht heeft gekre
gen.
Bezoek aan Hindeloopen.
Verder ging het nu naar Hindeloopen,
(via Workum met zijn fraai stadhuis en
waaggebouw), waar wij zouden koffie
drinken. Daar stond zoowat liet heele
plaatsje (erg groot is het niet, de Ned.
Staatsalmanak vermeldt voor 31 Dec. 1930
een zielental van 972) op straat om ons te
begroeten; drie vrouwen in het typische
Hindelooper costuum (een ervan met een
meisje van een jaar of vyf, dat in haar
leuke pakje de harten verteederde der
dames) bleken later onze Hebe's te zijn,
die de hongerigen en dorstigen zoudeu
laven. Honderdacht hongerige magen is
een groote massa; je duizelt by het bere
kenen van de lieele en halve witte en
bruine broodjes, die er voor noodig zyn.
O111 maar niet te spreken van de verruk-
kelyke sneden roggebrood, die er waren.
Maar in Den Helder kent men het rogge
brood ook, dames. Spiegeleieren bij dozij
nen, koek, rookvleesch en kaas, jam, ja
wat niet al bij enorme hoeveelheden. En
er was ook voor de bescheidenen, genoeg
van alles.
„Welkom vreemdeling".
Het was hier, dat de ons van Sneek te
gemoet gereisde heer Wagemakers, secre
taris van de Ver. v. Vreemdelingenver
keer en vice-voorzitter van de afd. Sneek
der Ned. Reis-Vereeniging, ons een
„welkom vreemdeling!" toeriep. Liever
hadden we dat wat later in het jaar ge
daan, zoo zeide hij, maar in ieder geval
is er gezorgd voor mooi weer en een stuk
of wat jonge lammetjes in de weiden. En
wij hopen spoedig, zoo voegde hy er bij,
op onze beurt eens een tocht naar Den
Helder te organiseeren.
(Slot volgt).