Vreemde kapers sp de kust. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Builerslandsch overzicht. hlaiéche Middenslandstjank S. A. KANNEWASSER S In. Het vergaan van de Evermore 7261. EERSTE BLAD 61ste JAARGANG Het Huropeesche ministerbezoek aan Roosevelt. - De Rijkshervorming in Duitschland. - De beperking van den goedereninvoer uit Rusland, door het Engelsche Hoogerhuis aangenomen. KONINGSTRAAT 7 Spaarbank Bewaarkluis De dienstweigering te Soerabaia. in 50 dessins, kieur-scht, - wasch-echt, @i| KONIJN, Tel. 339, gelardeerde Kalfslever. FEUILLETON DONDERDAG 13 APRIL 1933 URANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen- land f 2.— Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Losse nos. 4ct.;fr.p.p.6ct. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1.—. Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, fl.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 - Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN. 20 ct. per regel (gaijard). Lngez. meded (kolombreedte als redaction. tekst! dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meet 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewjjsno. 4 ct. Het Europeesche ministerbezoek aan Washington. Het bezoek van verschillen de'Europeesche minister aan Washing ton maar in het bizonder dat van MacDo- nald heeft de noodige aandacht van de Europeesche pers. Amerika heeft be langstelling voor den benarden toestand van Europa en Roosevelt is geneigd om, zoo mogelijk, hulp te bieden. Hij wordt bierbij natuurlijk niet uitsluitend gedre ven door altruïstische beweegredenen en het eigenbelang spreekt hier ook wel een woordje mee, maar prijzenswaardig is het toch van den Amerikaanschen president dat hij, bij alle moeilijkheden, die hij in eigen land heeft op te lossen, nog denkt aan hulpmaatregelen voor de wereld aan den overkant van den Oceaan. Wij vinden in de Nw. Rott. Crt. ook een beschouwing aan dit bezoek gewijd en wij ontleenen daaraan het volgende: Roosevelt heeft MacDonald persoonlijk uitgenoodigd, als gast in zijn huis zelfs, naar het heet omdat hij in hem niet alleen den Britschen minister-president ziet, maar ook den voorzitter van de aanstaande oeconomische conferentie en bovendien nog den voorsteller van het nieuwe ontwapeningsplan van Genève. s De waarheid zal wel zijn, dat voor hem de Britsche premier de vertegenwoordi- j ger is van het voik, waarmede hij zich als Amerikaan in politiek denken het meest verwant voelt. Tevens zal het feit, dat Engeland in December zoo keurig aan zijn verplichtingen Heeft voldaan, niet vreemd zijn aan deze onderschei ding. Met de Britten, trouwe betalers, kan Roosevelt als Amerikaan nog onge dwongen spreken. Ten opzichte van de andere groote mo gendheden is de houding van Roosevelt heel anders geweest. Hij heeft duidelijk laten merken dat hij de overkomst van hun premiers volstrekt niet noodig vond; zoozeer zelfs dat het gelijk stond met den wenk hem andere vertegenwoordigers te zenden. Roosevelt en zijn raadgevers heeten diep onder den indruk van het critieke van dit tijdstip voor de beschaving van het Westen zegt het blad. En zij zijn zoo vol actie, zien zoo weinig tegen een groote daad meer of minder op, dat zij meenen de zorg voor Europa er nog wel bij te kunnen nemen. De hooge heeren die naar Washington gaan zullen zich erop moeten voorberei den, dat hun daar andere gesprekken wachten dan de ontwijkende conversatie, welke Laval in 1931 met Hoover heeft gehouden. Toen praatte men opzettelijk in den trant der oude diplomatie aan elkaar voorbij, omdat men wist te ver van elkaar te staan om tot eenig resultaat te kunnen komen. Roosevelt wil nu spijkers met koppen slaan. Moge hij erin slagen de Europeesche staatslieden wat van zijn eigen opbouwende ondernemings geest in te blazen! De rijkshervorining in Duitschland. Door de laatste hervorming in Duitsch land n.1. de wet tot instelling van Stad houders in de landen, is de macht van Hitier weer belangrijk toegenomen. Wij laten hier een Duitsche persstem volgen, waaruit dit overduidelijk blijkt, het is een stem van de D. A. Ztg. „De macht en de verantwoordelijkheid van Hitier is in elk geval door deze wet nog buitengewoon sterk gestegen." Hoe veel reeds verricht is tracht het blad dat te verduidelijken door een uitspraak van Hindenburg te citeeren. Toen iemand den veldmaarschalk, die toen nog als ambte loos te Hannover woonde, een vraag stel de over de leiding van het groote hoofd- kwartier, gaf deze ten antwoord dat een j leek zich van den omvang van het werk slechts een verkeerde voorstelling zou maken. Het werk was namelijk betrekke- j lijk eenvoudig, omdat men zeker was dat elk bevel tot in de laatste loopgraaf J aan het front stipt werd opgevolgd. Omtrent de politiek van 1933 kan men! zeggen, dat terwijl de beschikkingen der rijksregeering korten tijd geleden vaak j al aan de overzijde van de Wilhelmstrasse werden gesaboteerd, thans elk bevel vanj Hitier tot den uitersten hoek van het rijk wordt uitgevoerd, ja dat (krachtens zijn invloed als partijleider) zijn arm zelfs tot over de grenzen reikt. Dat is een buitengewoon groote macht en van dit gezichtspunt is de stadhouderswet met terdaad het begin eener historische wen ding. Det wet op de beperking van den in voer uit Rusland is door liet Engelsche Hoogerhuis in derde lezing aangenomen. Lord Halisham zeide namens de re geering dat sinds de behandeling van deze wetten in het Lagerhuis nog meer feiten bekend waren geworden nopens van wien dan ook niet ontkennen, maar een verhoor van 19 uur aan een stuk, gevolgd door 4 uur slaap en weer ge volgd door een verhoor van 21 uur, zoo als Monkhouse ondergaan had, leverde geen waarborg voor een eerlijke onbe vooroordeelde behandeling voor de recht bank en daarin lag het element waar de vreemde regeering ook een woord mocht meespreken om een rechtvaardig vonnis voor haar onderdanen te eischen. Deze noodwtt diende slechts om de Russische regeering duidelijk te maken hoe de stemming in Engelnd nopens deze rechtzaak werkelijk was en om haar te waarschuwen dat de Engelsche regeering en het Engelsche volk alles in het werk zouden stellen om recht voor hun land- genooten te verkrijgen. Lord Passfield zeide namens de oppo sitie dat personen die zich in een ander land gingen vestigen, zich eerst nauw keurig moesten vergewissen van de rechtszekerheid en bescherming die zij er zouden erlangen, maar al ware de wijze van rechtspleging in dat andere land zelfs een parodie op het algemeene recht, dan mocht de regeering van een anderen staat zich toch niet op rechten beroepen die zij Inderdaad niet bezat Bovendien vreesde spr. dat de voorge stelde maatregelen zeker niet tot het be oogde doel zouden voeren, en dus eer na- deelig dan voordeelig voor de beklaag den zouden werken. Het was begrijpelijk, dat de Russische justitie zich geprikkeld zou gevoelen door critiek op haar metho den in een vreemd parlement door een vreemden staatsman. Lord Buckmaster namens de liberalen en Lord Cecil namens de onafhankelijke conservatieven konden zich met de toe lichting van Lord Hailsham vereenigen en de wet werd zonder stemming aange nomen. KANTOOR OEN HELDER Het Russisch-Engelsche conflicL De Sovjet-Commissaris van Buitenlandsche Zaken, Litvinoff. de behandeling der Engelsche gevange nen in Rusland. Spr. wilde het recht yan een vreemde regeering op vervolging Zeekrijgsraad in Ned. Indië. Aneta meldt uit Soerabaja: Het Soer. Handelsblad meldt, dat bij het onderzoek door de daartoe ingestelde commissie naar de gevallen van dienst weigering verschillende feiten kwamen vast te staan, o.m. dat een korporaal van de ,,Java'' zich naar de ..Evertsen had be geven waar hij in een toespraak de min deren had aangezet tot massale dienst weigering. Een andere korporaal deelde mede, dat op de „Java" een roode vlag zou worden geheschen als sein tot een al gemeen verzet op de ter rede van Soera baja liggende schepen. Uit brieven van familie uit Holland aan de gevangenen blijkt, dat reeds in Decem ber plannen bestonden op de vloot voor een georganiseerde dienstweigering. De zitting van den Zeekrijgsraad werd gepresideerd door den Luit. Kolonel der Mariniers C. J. O. Dorren. Als fiscaal trad op de Off. van Adm. Ie klasse mr. H. G. van Riel. Als verdediger trad op de Off. van Adm. 2e klasse S. D. Duiversman. Voor den aanvang van de zitting hield de President een redevoering waarin hij zeide, dat in deze zitting een aanvang< werd gemaakt met massa-berechting, die niet in de annalen der Zeemacht voor komt. Wij hopen, dat de rechtspraak van de ^eekrijgsraad een saneerenden invloed zal uitoefenen hetgeen in deze tijden van het grootste belang moet worden geacht. Zich richtend tot den fiscaal wees de Pre sident op diens groote verantwoordelijk heid. Hij sprak de hoop uit, dat de Krijgs raad zou kunnen steunen op een gedegen requisitoir. Zich richtende tot de leden van den Krijgsraad, wees spr. er op, dat van de beslissingen zeer veel afhing. De zaken zijn te splitsen in 2 hoofd groepen, ten eerste zaken betrekking hebbend op de muiterij, De zaken heb ben een ernstige en tragische kant. Ern stig voor de Marine, tragisch voor dc schuldigen. De president sprak de hoop uit, dat de Raad zijn beslissingen zal nemen, met een warm hart en een koel hoofd. Wij dienen er van bewust te zijn, dat wanneer wij het sentiment laten spreken, dit si nistere gevolgen kan hebben. Bij de strafoplegging dient onderscheid te wor den gemaakt tusschen aanstokers, op ruiers, bewuste opstandelingen en dom me onberadenen Bovendien zal de raad, gesteund door het oordeel van de Regeering en door het oordeel van den fiscaal, hebben te beslis sen, over de houding van diegenen, die als meerderen, door de gevaarvolle ont knooping werden verrast en of zij dat gene gedaan hebben, wat op dat oogen- blik hun plicht was. In zijn requisitoir belichtte de fiscaal het aandeel van elk der beklaagden. Hij merkt ten aanzien van Van Kou wen op, dat diens vergrijp zeer ernstig was, o.m. in verband met zijn rang, terwijl ten aan zien van Van Schildhuizen werd aange voerd, dat diens vergrijp minder ernstig was, aangezien hij door het voorbeeld van zijn kameraden zeer ten kwade was beïnvloed. Tevens werd zijn zeer jeugdi gen leeftijd in aanmerking genomen. Voorts werd in het requisitoir ten aan zien van Dijkstra opgemerkt, dat diens delict van ongeveer gelijke zwaarte was. Immers werd hij reeds eerder in Wil lemsoord tot 3 maanden gevangenisstraf veroordeeld wegens dienstweigering Ten aanzien van de Geus werd opge merkt, dat deze geheel uit zichzelf tot zijn misdragingen is gekomen, waarbij hij als motief opgaf, hoe meer menschen in arrest, hoe lichter de straf eo hoe meer kans op intrekking van de salaris- korting. Geus was reeds eenmaal tot 1 maand voorwaardelijke gevangenisstraf veroordeeld wegens verduistering. Con- cludeerende eischte de fiscaal tegen de Geus 8 maanden gevangenisstraf en ont slag uil den militairen dienst; tegen van Kouwen 10 maanden gevangenis straf en ontslag uit den militairen dienst; tegen van Schildhuizen 6 maanden ge vangenisstraf en tegen Dijkstra 7 maan den gevangenisstraf en ontslag uit den dienst. Rc toestand on Onrust. Aneta meldt uit Batavia: Generaal-majoor De Vrieze en kolonclj Elshout van den militairen geneeskundi-1 gen dienst zijn Dinsdag naar Onrust ver trokken. De beri-beri-gevallen op Onrust blijven stationair. Het aantal gevallen wordt getaxeerd op ruim 30. De voeding wordt o.a. aangevuld door verstrekking van katjang idjoe. De troepen zuilen stel lig nog de geheele maand April op het eiland blijven. Het voorloopig onderzoek is practisch geëindigd. Thans moeten de tenlaste leg gingen daaruit worden opgemaakt, waar- j mede veel tijd gemoeid is. Daarna zullen de officieren-commissaris beëedigde ver klaringen afnemen. HET VISSCHERI4BEDRIJF TE IJMUIDEN. Het jaarverslag van de reeders- verecniging. vereeniging van reeders van visschers- vaartuigen te IJmuiden over 1932, ont leenen wij het volgende: De sterkte der vloot bedroeg 196 sche pen, waarvan 192 stoomtreilers en 4 nio- torloggers- Een stoomtreiler ging door zinken verloren, terwijl het aantal motor- loggers met één vermeerderde. Van de vloot hebben 65 stoomtreilers en 1 motor- logger in 1932 in 't geheel niet deelgeno men aan de visscherij. Het grootste aantal stoomtreilers in de vaart bedroeg 92, het kleinste aantal 29 Aan de haringvisscherij namen 3 IJmui- der-schepen deel. tegen 9 het vorige jaar, met een totaal aantal reizen van 11, tegen 45 in 1931. De bedrijfsresultaten waren zeer ongunstig, zoodat de schepen een buitengewoon lorten tocht hebben ge maakt. Aan de haringtreilvisscherij namen maar 7 schepen deel met 155 zeedagen, tegen 24 schepen met 951 zeedagen in 1930. Voor een deel was dit een gevolg van den vergrooten aanvoer door Duit sche schepen. Door 3 motorloggers werd deelgenomen aan de treilvisscherjj, met totaal 73 reizen. De inzinking van het vervoer naar Bel gië bedroeg bijna 50 pet. De achteruit gang van het vervoer naar Frankrijk is van weinig beteekenis. De verzending naar Engeland bedroeg nog slechts 10 pot. van 1928. Ook voor Duitschland is het reeds zoo sterk gereduceerde cijfer nog weer met 50 pet. teruggeloopen- De verzending naar Zwitserland is gelijk ge bleven aan 1931. Ook de nevenbedrijven ondervonden natuurlijk de terugslag van de ongunstige toestand. Het vischgebruik in het binnenland is >5^5 par el. Verkrijgbaar bij: Let op naam op den zelfkant Vraagt onze Stalen-collectie het laatste jaar niet onaanzienlijk minder geweest dan voorgaande jaren. Eensdeels door de vermindering van koopkracht, anderdeels door de lage vleesch- en eierenprijzen. De invoer van versche visch uit het buitenland, recht streeks naar consumptie-centra werkt ook zeer drukkend èn op de reederij èn op den vischhandel te IJmuiden. Een redding in den golf van Biskaje. Een onderhoud met den gezagvoerder van de „Dempo" en met dien van de „Evermore". Een reeordreis. Dinsdagmorgen is het motor-mailschip „Dempo" van den Rotterdamsche Lloyd te Rotterdam aangekomen met aan boord de volledige bemanning van het Letland- sche stoomschip „Evermoredat. gelijk wij in het nummer van Dinsdag hebben gemeld ,in de Golf van Biskaje is ver gaan. De N. R. Crt. heeft aan boord een onderhoud gehad met den gezagvoerder van de „Evermore", kapitein LIdrin uit Riga. die over het vergaan van zijn schip het volgende vertelde: Wij waren van Follonia. een Italiaan- sehe haven op reis naar Terneuzen, op 7 gr. 15' W.L. en 45 gr. 55' N.B. is met een oorverdoovenden slag de bakboordsketel ontploft. Het was des avonds om een uur of elf en er was op dat oogenblik gelukkig juist niemand op de stookplaat. Bij de ex plosie is dan ook niemand gewond, maar het schip was lek geslagen en het begon vrij snel te zinken. Wij hebben toen S.O.S. seinen gegeven en al spoedig kregen wij antwoord. Er kwamen niet minder dan 5 schepen naar ons toe, waaronder de „Dempo". Inmiddels was de „Evermore echter al zoo ver gezonken, dat wij in de booten moesten gaan. Het was weliswaar mooi weer, maar er stond nog al wat dei ning. Onze crew bestond uit 3 vrouwen en 24 mannen. Wij hadden 2 van onze booten gestreken en daar waren wij allen, op 4 na. ingegaan. Deze 4 mannen zijn in een sloep van het al heel spoedig bij ons in de buurt gekomen Portugeesche stoom schip „Zemanel" gestapt. Wij hadden de scheepspapieren mee kunnen nemen, maar onze plunje hebben wij achter moeten laten. Plm. half 3 is de „Evermore" ge zonken. Nadat het schip in de golven was verdwenen, zijn wij naar de „Dempo" ge roeid, waar wij aan boord werden geno men. Ook onze sloepen zijn aan boord van de „Dempo" gebracht. Kapitein Udrin vertelde voorts, dat de „Evermore" al eens eerder schade aan een van zijn ketels heeft gehad. Dat was toen echter niet aan de bakboordsketel. Die schade is toen te Rotterdam hersteld. Dat zal zoo wat twee maanden geleden zijn Naar het Engelsch door J. VAN DER SLUYS. 8) (Nadruk verboden.) Let op de eigenaardige volgorde der gebeurtenissen zei hij. U begint het verslag om half twee. Toen kwam juf frouw Macdonald voorbij, en, met de vaart, waarmee ze reed, kon zij in vijf minuten vanaf het hek tot hier gekomen zijn. Wanneer men nog eenigen tijd rekent voor den dood van den butler, en een minuut of vijf, dat het meisje uit het vaam van de bibliotheek keek en haar fiets ging halen, dan begon de geschie denis om een uur of twintig, of, laten we zeggen, één uur negentien. Om één uur één en dertig, of twaalf minuten later werd, naar we vernemen, op Juan Garcia geschoten, terwijl hij zijn stiefzuster ach terna ging. Hij zelf heeft tusschen twee haakjes, pog geen woord er over gezegd, dat 'emand op hem geschoten heeft. Hij verklaarde, dat hij op zijn eigen kamer Was ,toen het lawaai begon en dat de ge wapende mannen al weg waren, toen hi.j, tpgelijk met eenige verschrikte dienst- |ï1£isjps, beneden kwam. De aanvallers tëden niet de minste poging om 't huis te plunderen, en hoewel ze geen tegen stand ontmoetten schoten ze alle bedien den, die ze in het oog kregen, onmiddel lijk neer. Hoe vreemd! Hoe ongewoon voor misdadigers! Verder zou men zich kunnen voorstellen, dat deze menschen, de Garcia's bedoel ik, als Spaansclie aristocraten moeilijkheden verwachtten van den kant van oproerige landgenoo- ten, maar neen, zij bleven tot laat in den nacht op, terwijl ze een afgelegen land huis geheel onbeschermd laten, met deu ren, di ein een oogwenk opengebroken kunnen worden. De baron, die den dood van zijn beide bedienden met een vreem de onverschilligheid opvat, vertelde mij zelfs, dat hij iederen nacht tot laat zit te werken. Dat is alles. Werken? Waaraan zou hij zitten werken? Wanneer juffrouw Macdonald hem daarbij helpt, dan kan zjj daar het ant woord op geven. Dat heeft zij nog niet gedaan. Zij raakte min of meer van streek en moest naar haar kamer gebracht worden. Het is niets te verwonderen na den val dien u beschreven heeft. Ja, inspeceur, maar zij komt om vier uur bij mij thee drinken- Mijn gaan naar het dorp is een poging mijnerzijds om wat gebakjes machtig te worden. Ik ontmoette haar bij het inrijhek. toen ik u hierheen volgde. Zij had het een of ander met mij te bepraten, zooals ze zei, en omdat ik u niet zoolang kon laten wachten, stelde ik voor, dat zij hier zou komen theedrinken. 1 Hobbs keek op zijn horloge. I Ma" ik een pijp opsteken, voordat ik wegga' zei hij. Et is tijd in overvloed. Het is nog geen half drie. Royson lachte. U is zoo openhartig geweest, legde hij uit. Er bleef mij niets anders over dan het ook te zijn. Dr. Emsley is het met mij eens, dat het een bijzonder knappe jongedame is, vervolgde Hobbs. Zoo, maar haar knap gezichtje heeft niets met deze zaak te maken. Misschien niet- Voorloopig zou ik dat niet durven zeggen. Jackson en de agent, die Juan Garcia tegen het lijf liep, nadat hij u op den weg gepasseerd was, vertelden mij, dat het hem niet om de politie of den dokter te doen was. Zij vroegen hem uit en toevallig zagen ze den auto van den dokter voor het huis van een vriend staan, zoodat zij zich met hem terugspoedden naar „The Home- stead". Zelfs toen vond hij het maar half goed, dat men mij waarschuwde. Hij ging niet mee naar binnen maar vloog den weg over naar Woolcraft. Hij was om kwart over twee zoo opgewonden en va nstreek, dat ik hem vrijwel dwingen moest om in den auto mee terug te gaan, terwijl ik een van mijn mannen op zijn motorfiets liet volgen. Hij wist mij niets te vertellen over den moord en de moordenaars. Hij huilde bijna toen hij hoorde, dat zij veilig thuis gekomen was, geen vijf minuten nadat hij naar Woolcraft wegreed. Meneer Hobbs, zei Royson na een pauze, ik zal uw voorbeeld volgen en ook een pijp opsteken. Ik weet, dat het een dwaze vraag is, hernam Hobbs maar heeft u eenige aanwijzing omtrent de identiteit van die er op losschietende automobilisten? 1 Niet de minste. Ik ben er niet erg op doorgegaan, maar het is duidelijk, dat, wanneer er een ernstige poging gedaan i was, de politie den auto 0111 een uur of drie in den morgen op een der hoofd wegen had kunnen aanhouden. Ik kan het niet over mijzelf verkrij gen om er veldwachter Jackson hard over te vallen, daar ik door het gedrag van Juan Garsia evenzeer verbijsterd was als hij door de houding van den va der. Geen woord zei de jonge meneer tegen mij over een auto, of over den aan- I slag, die later op hemzelf was gepleegd. Hij kon aan niets anders denken dan aan jufrouw Sheila's veiligheid- Hebt u nagegaan, waarom die jonge 1 man eerst de richting van ons dorp in- sloeg inplaats van naar Woolcraft te gaan? Want ik zou haast zeker durven zeggen, dat de bewoners van „The Home- stead" Woolcraft als hun centrum be- schouwen. Ik heb ze geen van allen hier in de buurt gezien. Ik verwachtte die vraag, meneer Royson. De tuinbaas, Taylor, werd wak- ker van de schoten en zag juffrouw Sheila de laan afvliegen. Hij vertelde dat aan meneer Juan en kreeg den wind van voren, toen deze onverrichterzake uit liet dorp terugkwam. Niemand vermoed de natuurlijk, dat zij hier bij u was. Kom, ik ga eens opstappen. Ik loop zoover met 11 mee. Dat zou ik liever niet doen, meneer Royson. En wanneer wij elkaar toevallig .ontmoeten, laat dan niet blijken, dat we eikaar kennen. Er zijn veel te veel loer- vogels hier in de buurt. U zoudt verbaasd zijn, wanneer u wist hoe vaak uw doen en laten door een verrekijker wordt ga degeslagen. Wat zegt u, van mij? Van iedereen. Er is bijna geen man of vrouw in het dorp die niet een verre kijker of een binocle bezit en hem weet te hanteeren ook. Wat ik nog zeggen wilde, heeft de politie het schieten bij het hek gehoord? Ja en neen. Zij schreven het knal len toe aan den uitlaat van de motorfiets. Maar een van de kogels is in een boom gedrongen, dus er is geen twijfel meer aan. Dat feit is mij ontgaan, lachte Royson. Mijn excuus is dat ik niet veel tijd had. O maar toen u bij het hek was hebt u de omgeving grondig verkend. Werkelijk? Dan zult u waarschijn lijk ook wel hooren van mijn ontmoeting niet juffrouw Macdonald. Dat zou 111e niets verwonderen. Er staat een agent verdekt tusschen de hoo rnen. Zijn orders zijn 0111 zijn aanwezig heid niet te verraden, tenzij hijzelf iemand 0111 nadere inlichtingen wenscht aan te spreken. Prachtig. Nu, misschien zie ik u vanavond nog. wanneer u den man van Scotland Yard hierheenbrengt Alleen een zeer onverwachte gebeur tenis zou zijn komst verhinderen. Ik ver telde hem van u. Hij zei. dat hij jonge officieren graag mocht lijden: zij.... waren over het algemeen betrouwbaar. Wat is het woord dat u wegliet? Vertel het hem alstublieft niet. Want hij zei: dat jonge officieren gewoon lijk stem maar betrouwbaar waren. Deksels! Hoe heet hij? Furmaux. Ik heb hem nooit ontmoet, maar hij staat bekend als de kranigste men. waarover Scotland Yard beschikt. Royson had veel om na te denken, toen hij op zijn gemak naar het kleine haven plaatsje reed. Hij trof het bij den banket bakker. Het bleek, dat 's Maandags en Donderdags de ovens als hoorns des overvloeds waren, zoodat hij warme cake en andere heerlijkheden kon krijgen. Hij zag niemand, die hij kende, en verkeerde in gezegende onwetendheid van het feit, dat een jongedame hem vanuit een raam levendige teekens gaf, terwijl hij terug reed door het dorp. Hij stond buiten te kijken met de kat op zijn schouder, en Jack, vol belang stelling met zijn voorpooten op de ven sterbank, toen Sheila Macdonald hem verraste door tien minuten voor vieren te verschijnen. Ik kon eerder wegkomen, clan ik dacht, begon ze, en dus waagde ik het erop, of u thuis aou zijn- Wat een snoe zig poesje. Is het van u? Naar recht en wet niet. legde li ij uit, maar ik ben van de kat of 't poesje, dat is te zeggen, het kwam hier vannacht binnen loopen zoowat tien seconden, voordat u langs vloog; en hier denkt liet te blijven. Is u het dossier vergeten, dat ik samenstelde? Ja. Niet heelemaal, maar juist vol doende. Een nogal bedekt antwoord, vond hij. Onderwijl was juffrouw Macdonald in een stoel gaan zitten en streelde Jack's ruige kop. (Vv'oi dt vervolg 1)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 1