Vreemde kapers sp de kust.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Builerslandsch overzicht.
hlaiéche Middenslandstjank
S. A. KANNEWASSER S In.
Het vergaan van de Evermore
7261. EERSTE BLAD
61ste JAARGANG
Het Huropeesche ministerbezoek aan Roosevelt. - De
Rijkshervorming in Duitschland. - De beperking van
den goedereninvoer uit Rusland, door het Engelsche
Hoogerhuis aangenomen.
KONINGSTRAAT 7
Spaarbank
Bewaarkluis
De dienstweigering te Soerabaia.
in 50 dessins,
kieur-scht, - wasch-echt,
@i| KONIJN, Tel. 339,
gelardeerde Kalfslever.
FEUILLETON
DONDERDAG 13 APRIL 1933
URANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen-
land f 2.— Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Losse nos. 4ct.;fr.p.p.6ct. Zondagsblad
resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1.—. Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, fl.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 - Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN.
20 ct. per regel (gaijard). Lngez. meded (kolombreedte als redaction.
tekst! dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meet 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewjjsno. 4 ct.
Het Europeesche ministerbezoek aan
Washington. Het bezoek van verschillen
de'Europeesche minister aan Washing
ton maar in het bizonder dat van MacDo-
nald heeft de noodige aandacht van de
Europeesche pers. Amerika heeft be
langstelling voor den benarden toestand
van Europa en Roosevelt is geneigd om,
zoo mogelijk, hulp te bieden. Hij wordt
bierbij natuurlijk niet uitsluitend gedre
ven door altruïstische beweegredenen en
het eigenbelang spreekt hier ook wel
een woordje mee, maar prijzenswaardig
is het toch van den Amerikaanschen
president dat hij, bij alle moeilijkheden,
die hij in eigen land heeft op te lossen,
nog denkt aan hulpmaatregelen voor de
wereld aan den overkant van den
Oceaan.
Wij vinden in de Nw. Rott. Crt. ook
een beschouwing aan dit bezoek gewijd
en wij ontleenen daaraan het volgende:
Roosevelt heeft MacDonald persoonlijk
uitgenoodigd, als gast in zijn huis zelfs,
naar het heet omdat hij in hem niet
alleen den Britschen minister-president
ziet, maar ook den voorzitter van de
aanstaande oeconomische conferentie en
bovendien nog den voorsteller van het
nieuwe ontwapeningsplan van Genève. s
De waarheid zal wel zijn, dat voor hem
de Britsche premier de vertegenwoordi- j
ger is van het voik, waarmede hij zich
als Amerikaan in politiek denken het
meest verwant voelt. Tevens zal het feit,
dat Engeland in December zoo keurig
aan zijn verplichtingen Heeft voldaan,
niet vreemd zijn aan deze onderschei
ding. Met de Britten, trouwe betalers,
kan Roosevelt als Amerikaan nog onge
dwongen spreken.
Ten opzichte van de andere groote mo
gendheden is de houding van Roosevelt
heel anders geweest. Hij heeft duidelijk
laten merken dat hij de overkomst van
hun premiers volstrekt niet noodig vond;
zoozeer zelfs dat het gelijk stond met den
wenk hem andere vertegenwoordigers te
zenden.
Roosevelt en zijn raadgevers heeten
diep onder den indruk van het critieke
van dit tijdstip voor de beschaving van
het Westen zegt het blad. En zij zijn
zoo vol actie, zien zoo weinig tegen een
groote daad meer of minder op, dat zij
meenen de zorg voor Europa er nog wel
bij te kunnen nemen.
De hooge heeren die naar Washington
gaan zullen zich erop moeten voorberei
den, dat hun daar andere gesprekken
wachten dan de ontwijkende conversatie,
welke Laval in 1931 met Hoover heeft
gehouden. Toen praatte men opzettelijk
in den trant der oude diplomatie aan
elkaar voorbij, omdat men wist te ver van
elkaar te staan om tot eenig resultaat te
kunnen komen. Roosevelt wil nu spijkers
met koppen slaan. Moge hij erin slagen
de Europeesche staatslieden wat van
zijn eigen opbouwende ondernemings
geest in te blazen!
De rijkshervorining in Duitschland.
Door de laatste hervorming in Duitsch
land n.1. de wet tot instelling van Stad
houders in de landen, is de macht van
Hitier weer belangrijk toegenomen. Wij
laten hier een Duitsche persstem volgen,
waaruit dit overduidelijk blijkt, het is
een stem van de D. A. Ztg.
„De macht en de verantwoordelijkheid
van Hitier is in elk geval door deze wet
nog buitengewoon sterk gestegen." Hoe
veel reeds verricht is tracht het blad dat
te verduidelijken door een uitspraak van
Hindenburg te citeeren. Toen iemand den
veldmaarschalk, die toen nog als ambte
loos te Hannover woonde, een vraag stel
de over de leiding van het groote hoofd-
kwartier, gaf deze ten antwoord dat een j
leek zich van den omvang van het werk
slechts een verkeerde voorstelling zou
maken. Het werk was namelijk betrekke- j
lijk eenvoudig, omdat men zeker was
dat elk bevel tot in de laatste loopgraaf J
aan het front stipt werd opgevolgd.
Omtrent de politiek van 1933 kan men!
zeggen, dat terwijl de beschikkingen der
rijksregeering korten tijd geleden vaak j
al aan de overzijde van de Wilhelmstrasse
werden gesaboteerd, thans elk bevel vanj
Hitier tot den uitersten hoek van het
rijk wordt uitgevoerd, ja dat (krachtens
zijn invloed als partijleider) zijn arm zelfs
tot over de grenzen reikt. Dat is een
buitengewoon groote macht en van dit
gezichtspunt is de stadhouderswet met
terdaad het begin eener historische wen
ding.
Det wet op de beperking van den in
voer uit Rusland is door liet Engelsche
Hoogerhuis in derde lezing aangenomen.
Lord Halisham zeide namens de re
geering dat sinds de behandeling van
deze wetten in het Lagerhuis nog meer
feiten bekend waren geworden nopens
van wien dan ook niet ontkennen, maar
een verhoor van 19 uur aan een stuk,
gevolgd door 4 uur slaap en weer ge
volgd door een verhoor van 21 uur, zoo
als Monkhouse ondergaan had, leverde
geen waarborg voor een eerlijke onbe
vooroordeelde behandeling voor de recht
bank en daarin lag het element waar de
vreemde regeering ook een woord mocht
meespreken om een rechtvaardig vonnis
voor haar onderdanen te eischen.
Deze noodwtt diende slechts om de
Russische regeering duidelijk te maken
hoe de stemming in Engelnd nopens deze
rechtzaak werkelijk was en om haar te
waarschuwen dat de Engelsche regeering
en het Engelsche volk alles in het werk
zouden stellen om recht voor hun land-
genooten te verkrijgen.
Lord Passfield zeide namens de oppo
sitie dat personen die zich in een ander
land gingen vestigen, zich eerst nauw
keurig moesten vergewissen van de
rechtszekerheid en bescherming die zij
er zouden erlangen, maar al ware de
wijze van rechtspleging in dat andere
land zelfs een parodie op het algemeene
recht, dan mocht de regeering van een
anderen staat zich toch niet op rechten
beroepen die zij Inderdaad niet bezat
Bovendien vreesde spr. dat de voorge
stelde maatregelen zeker niet tot het be
oogde doel zouden voeren, en dus eer na-
deelig dan voordeelig voor de beklaag
den zouden werken. Het was begrijpelijk,
dat de Russische justitie zich geprikkeld
zou gevoelen door critiek op haar metho
den in een vreemd parlement door een
vreemden staatsman.
Lord Buckmaster namens de liberalen
en Lord Cecil namens de onafhankelijke
conservatieven konden zich met de toe
lichting van Lord Hailsham vereenigen
en de wet werd zonder stemming aange
nomen.
KANTOOR OEN HELDER
Het Russisch-Engelsche conflicL
De Sovjet-Commissaris van
Buitenlandsche Zaken, Litvinoff.
de behandeling der Engelsche gevange
nen in Rusland. Spr. wilde het recht yan
een vreemde regeering op vervolging
Zeekrijgsraad in Ned. Indië.
Aneta meldt uit Soerabaja:
Het Soer. Handelsblad meldt, dat bij
het onderzoek door de daartoe ingestelde
commissie naar de gevallen van dienst
weigering verschillende feiten kwamen
vast te staan, o.m. dat een korporaal van
de ,,Java'' zich naar de ..Evertsen had be
geven waar hij in een toespraak de min
deren had aangezet tot massale dienst
weigering. Een andere korporaal deelde
mede, dat op de „Java" een roode vlag
zou worden geheschen als sein tot een al
gemeen verzet op de ter rede van Soera
baja liggende schepen.
Uit brieven van familie uit Holland aan
de gevangenen blijkt, dat reeds in Decem
ber plannen bestonden op de vloot voor
een georganiseerde dienstweigering.
De zitting van den Zeekrijgsraad werd
gepresideerd door den Luit. Kolonel der
Mariniers C. J. O. Dorren. Als fiscaal trad
op de Off. van Adm. Ie klasse mr. H. G.
van Riel. Als verdediger trad op de Off.
van Adm. 2e klasse S. D. Duiversman.
Voor den aanvang van de zitting hield de
President een redevoering waarin hij
zeide, dat in deze zitting een aanvang<
werd gemaakt met massa-berechting, die
niet in de annalen der Zeemacht voor
komt.
Wij hopen, dat de rechtspraak van de
^eekrijgsraad een saneerenden invloed
zal uitoefenen hetgeen in deze tijden van
het grootste belang moet worden geacht.
Zich richtend tot den fiscaal wees de Pre
sident op diens groote verantwoordelijk
heid. Hij sprak de hoop uit, dat de Krijgs
raad zou kunnen steunen op een gedegen
requisitoir. Zich richtende tot de leden
van den Krijgsraad, wees spr. er op, dat
van de beslissingen zeer veel afhing.
De zaken zijn te splitsen in 2 hoofd
groepen, ten eerste zaken betrekking
hebbend op de muiterij, De zaken heb
ben een ernstige en tragische kant. Ern
stig voor de Marine, tragisch voor dc
schuldigen.
De president sprak de hoop uit, dat
de Raad zijn beslissingen zal nemen, met
een warm hart en een koel hoofd. Wij
dienen er van bewust te zijn, dat wanneer
wij het sentiment laten spreken, dit si
nistere gevolgen kan hebben. Bij de
strafoplegging dient onderscheid te wor
den gemaakt tusschen aanstokers, op
ruiers, bewuste opstandelingen en dom
me onberadenen
Bovendien zal de raad, gesteund door
het oordeel van de Regeering en door het
oordeel van den fiscaal, hebben te beslis
sen, over de houding van diegenen, die
als meerderen, door de gevaarvolle ont
knooping werden verrast en of zij dat
gene gedaan hebben, wat op dat oogen-
blik hun plicht was.
In zijn requisitoir belichtte de fiscaal
het aandeel van elk der beklaagden. Hij
merkt ten aanzien van Van Kou wen op,
dat diens vergrijp zeer ernstig was, o.m.
in verband met zijn rang, terwijl ten aan
zien van Van Schildhuizen werd aange
voerd, dat diens vergrijp minder ernstig
was, aangezien hij door het voorbeeld
van zijn kameraden zeer ten kwade was
beïnvloed. Tevens werd zijn zeer jeugdi
gen leeftijd in aanmerking genomen.
Voorts werd in het requisitoir ten aan
zien van Dijkstra opgemerkt, dat diens
delict van ongeveer gelijke zwaarte was.
Immers werd hij reeds eerder in Wil
lemsoord tot 3 maanden gevangenisstraf
veroordeeld wegens dienstweigering
Ten aanzien van de Geus werd opge
merkt, dat deze geheel uit zichzelf tot
zijn misdragingen is gekomen, waarbij
hij als motief opgaf, hoe meer menschen
in arrest, hoe lichter de straf eo hoe
meer kans op intrekking van de salaris-
korting. Geus was reeds eenmaal tot 1
maand voorwaardelijke gevangenisstraf
veroordeeld wegens verduistering. Con-
cludeerende eischte de fiscaal tegen de
Geus 8 maanden gevangenisstraf en ont
slag uil den militairen dienst; tegen
van Kouwen 10 maanden gevangenis
straf en ontslag uit den militairen dienst;
tegen van Schildhuizen 6 maanden ge
vangenisstraf en tegen Dijkstra 7 maan
den gevangenisstraf en ontslag uit den
dienst.
Rc toestand on Onrust.
Aneta meldt uit Batavia:
Generaal-majoor De Vrieze en kolonclj
Elshout van den militairen geneeskundi-1
gen dienst zijn Dinsdag naar Onrust ver
trokken. De beri-beri-gevallen op Onrust
blijven stationair. Het aantal gevallen
wordt getaxeerd op ruim 30. De voeding
wordt o.a. aangevuld door verstrekking
van katjang idjoe. De troepen zuilen stel
lig nog de geheele maand April op het
eiland blijven.
Het voorloopig onderzoek is practisch
geëindigd. Thans moeten de tenlaste leg
gingen daaruit worden opgemaakt, waar- j
mede veel tijd gemoeid is. Daarna zullen
de officieren-commissaris beëedigde ver
klaringen afnemen.
HET VISSCHERI4BEDRIJF TE
IJMUIDEN.
Het jaarverslag van de reeders-
verecniging.
vereeniging van reeders van visschers-
vaartuigen te IJmuiden over 1932, ont
leenen wij het volgende:
De sterkte der vloot bedroeg 196 sche
pen, waarvan 192 stoomtreilers en 4 nio-
torloggers- Een stoomtreiler ging door
zinken verloren, terwijl het aantal motor-
loggers met één vermeerderde. Van de
vloot hebben 65 stoomtreilers en 1 motor-
logger in 1932 in 't geheel niet deelgeno
men aan de visscherij. Het grootste aantal
stoomtreilers in de vaart bedroeg 92, het
kleinste aantal 29
Aan de haringvisscherij namen 3 IJmui-
der-schepen deel. tegen 9 het vorige jaar,
met een totaal aantal reizen van 11, tegen
45 in 1931. De bedrijfsresultaten waren
zeer ongunstig, zoodat de schepen een
buitengewoon lorten tocht hebben ge
maakt.
Aan de haringtreilvisscherij namen
maar 7 schepen deel met 155 zeedagen,
tegen 24 schepen met 951 zeedagen in
1930. Voor een deel was dit een gevolg
van den vergrooten aanvoer door Duit
sche schepen. Door 3 motorloggers werd
deelgenomen aan de treilvisscherjj, met
totaal 73 reizen.
De inzinking van het vervoer naar Bel
gië bedroeg bijna 50 pet. De achteruit
gang van het vervoer naar Frankrijk is
van weinig beteekenis. De verzending
naar Engeland bedroeg nog slechts 10
pot. van 1928. Ook voor Duitschland is
het reeds zoo sterk gereduceerde cijfer
nog weer met 50 pet. teruggeloopen- De
verzending naar Zwitserland is gelijk ge
bleven aan 1931. Ook de nevenbedrijven
ondervonden natuurlijk de terugslag van
de ongunstige toestand.
Het vischgebruik in het binnenland is
>5^5 par el.
Verkrijgbaar bij:
Let op naam op den zelfkant
Vraagt onze Stalen-collectie
het laatste jaar niet onaanzienlijk minder
geweest dan voorgaande jaren.
Eensdeels door de vermindering van
koopkracht, anderdeels door de lage
vleesch- en eierenprijzen. De invoer van
versche visch uit het buitenland, recht
streeks naar consumptie-centra werkt ook
zeer drukkend èn op de reederij èn op
den vischhandel te IJmuiden.
Een redding in den golf van
Biskaje. Een onderhoud met den
gezagvoerder van de „Dempo"
en met dien van de „Evermore".
Een reeordreis.
Dinsdagmorgen is het motor-mailschip
„Dempo" van den Rotterdamsche Lloyd
te Rotterdam aangekomen met aan boord
de volledige bemanning van het Letland-
sche stoomschip „Evermoredat. gelijk
wij in het nummer van Dinsdag hebben
gemeld ,in de Golf van Biskaje is ver
gaan. De N. R. Crt. heeft aan boord een
onderhoud gehad met den gezagvoerder
van de „Evermore", kapitein LIdrin uit
Riga. die over het vergaan van zijn schip
het volgende vertelde:
Wij waren van Follonia. een Italiaan-
sehe haven op reis naar Terneuzen, op 7
gr. 15' W.L. en 45 gr. 55' N.B. is met een
oorverdoovenden slag de bakboordsketel
ontploft. Het was des avonds om een uur
of elf en er was op dat oogenblik gelukkig
juist niemand op de stookplaat. Bij de ex
plosie is dan ook niemand gewond, maar
het schip was lek geslagen en het begon
vrij snel te zinken. Wij hebben toen S.O.S.
seinen gegeven en al spoedig kregen wij
antwoord. Er kwamen niet minder dan 5
schepen naar ons toe, waaronder de
„Dempo". Inmiddels was de „Evermore
echter al zoo ver gezonken, dat wij in de
booten moesten gaan. Het was weliswaar
mooi weer, maar er stond nog al wat dei
ning. Onze crew bestond uit 3 vrouwen
en 24 mannen. Wij hadden 2 van onze
booten gestreken en daar waren wij allen,
op 4 na. ingegaan. Deze 4 mannen zijn in
een sloep van het al heel spoedig bij ons
in de buurt gekomen Portugeesche stoom
schip „Zemanel" gestapt. Wij hadden de
scheepspapieren mee kunnen nemen, maar
onze plunje hebben wij achter moeten
laten. Plm. half 3 is de „Evermore" ge
zonken. Nadat het schip in de golven was
verdwenen, zijn wij naar de „Dempo" ge
roeid, waar wij aan boord werden geno
men. Ook onze sloepen zijn aan boord van
de „Dempo" gebracht.
Kapitein Udrin vertelde voorts, dat de
„Evermore" al eens eerder schade aan een
van zijn ketels heeft gehad. Dat was toen
echter niet aan de bakboordsketel. Die
schade is toen te Rotterdam hersteld. Dat
zal zoo wat twee maanden geleden zijn
Naar het Engelsch
door
J. VAN DER SLUYS.
8)
(Nadruk verboden.)
Let op de eigenaardige volgorde der
gebeurtenissen zei hij. U begint het
verslag om half twee. Toen kwam juf
frouw Macdonald voorbij, en, met de
vaart, waarmee ze reed, kon zij in vijf
minuten vanaf het hek tot hier gekomen
zijn. Wanneer men nog eenigen tijd
rekent voor den dood van den butler, en
een minuut of vijf, dat het meisje uit het
vaam van de bibliotheek keek en haar
fiets ging halen, dan begon de geschie
denis om een uur of twintig, of, laten we
zeggen, één uur negentien. Om één uur
één en dertig, of twaalf minuten later
werd, naar we vernemen, op Juan Garcia
geschoten, terwijl hij zijn stiefzuster ach
terna ging.
Hij zelf heeft tusschen twee haakjes,
pog geen woord er over gezegd, dat
'emand op hem geschoten heeft. Hij
verklaarde, dat hij op zijn eigen kamer
Was ,toen het lawaai begon en dat de ge
wapende mannen al weg waren, toen hi.j,
tpgelijk met eenige verschrikte dienst-
|ï1£isjps, beneden kwam. De aanvallers
tëden niet de minste poging om 't huis
te plunderen, en hoewel ze geen tegen
stand ontmoetten schoten ze alle bedien
den, die ze in het oog kregen, onmiddel
lijk neer. Hoe vreemd! Hoe ongewoon
voor misdadigers! Verder zou men zich
kunnen voorstellen, dat deze menschen,
de Garcia's bedoel ik, als Spaansclie
aristocraten moeilijkheden verwachtten
van den kant van oproerige landgenoo-
ten, maar neen, zij bleven tot laat in den
nacht op, terwijl ze een afgelegen land
huis geheel onbeschermd laten, met deu
ren, di ein een oogwenk opengebroken
kunnen worden. De baron, die den dood
van zijn beide bedienden met een vreem
de onverschilligheid opvat, vertelde mij
zelfs, dat hij iederen nacht tot laat zit te
werken. Dat is alles.
Werken? Waaraan zou hij zitten
werken?
Wanneer juffrouw Macdonald hem
daarbij helpt, dan kan zjj daar het ant
woord op geven.
Dat heeft zij nog niet gedaan. Zij
raakte min of meer van streek en moest
naar haar kamer gebracht worden.
Het is niets te verwonderen na den
val dien u beschreven heeft.
Ja, inspeceur, maar zij komt om
vier uur bij mij thee drinken- Mijn gaan
naar het dorp is een poging mijnerzijds
om wat gebakjes machtig te worden. Ik
ontmoette haar bij het inrijhek. toen ik
u hierheen volgde. Zij had het een of
ander met mij te bepraten, zooals ze zei,
en omdat ik u niet zoolang kon laten
wachten, stelde ik voor, dat zij hier zou
komen theedrinken.
1 Hobbs keek op zijn horloge.
I Ma" ik een pijp opsteken, voordat ik
wegga' zei hij. Et is tijd in overvloed.
Het is nog geen half drie.
Royson lachte.
U is zoo openhartig geweest, legde
hij uit. Er bleef mij niets anders over
dan het ook te zijn.
Dr. Emsley is het met mij eens, dat
het een bijzonder knappe jongedame is,
vervolgde Hobbs.
Zoo, maar haar knap gezichtje heeft
niets met deze zaak te maken.
Misschien niet- Voorloopig zou ik
dat niet durven zeggen. Jackson en de
agent, die Juan Garcia tegen het lijf liep,
nadat hij u op den weg gepasseerd was,
vertelden mij, dat het hem niet om de
politie of den dokter te doen was. Zij
vroegen hem uit en toevallig zagen ze
den auto van den dokter voor het huis
van een vriend staan, zoodat zij zich met
hem terugspoedden naar „The Home-
stead". Zelfs toen vond hij het maar half
goed, dat men mij waarschuwde. Hij
ging niet mee naar binnen maar vloog
den weg over naar Woolcraft. Hij was
om kwart over twee zoo opgewonden en
va nstreek, dat ik hem vrijwel dwingen
moest om in den auto mee terug te gaan,
terwijl ik een van mijn mannen op zijn
motorfiets liet volgen.
Hij wist mij niets te vertellen over
den moord en de moordenaars. Hij huilde
bijna toen hij hoorde, dat zij veilig thuis
gekomen was, geen vijf minuten nadat
hij naar Woolcraft wegreed.
Meneer Hobbs, zei Royson na een
pauze, ik zal uw voorbeeld volgen en
ook een pijp opsteken.
Ik weet, dat het een dwaze vraag is,
hernam Hobbs maar heeft u eenige
aanwijzing omtrent de identiteit van die
er op losschietende automobilisten?
1 Niet de minste. Ik ben er niet erg
op doorgegaan, maar het is duidelijk, dat,
wanneer er een ernstige poging gedaan
i was, de politie den auto 0111 een uur of
drie in den morgen op een der hoofd
wegen had kunnen aanhouden.
Ik kan het niet over mijzelf verkrij
gen om er veldwachter Jackson hard
over te vallen, daar ik door het gedrag
van Juan Garsia evenzeer verbijsterd
was als hij door de houding van den va
der. Geen woord zei de jonge meneer
tegen mij over een auto, of over den aan-
I slag, die later op hemzelf was gepleegd.
Hij kon aan niets anders denken dan
aan jufrouw Sheila's veiligheid-
Hebt u nagegaan, waarom die jonge
1 man eerst de richting van ons dorp in-
sloeg inplaats van naar Woolcraft te
gaan? Want ik zou haast zeker durven
zeggen, dat de bewoners van „The Home-
stead" Woolcraft als hun centrum be-
schouwen. Ik heb ze geen van allen hier
in de buurt gezien.
Ik verwachtte die vraag, meneer
Royson. De tuinbaas, Taylor, werd wak-
ker van de schoten en zag juffrouw
Sheila de laan afvliegen. Hij vertelde dat
aan meneer Juan en kreeg den wind van
voren, toen deze onverrichterzake uit
liet dorp terugkwam. Niemand vermoed
de natuurlijk, dat zij hier bij u was.
Kom, ik ga eens opstappen.
Ik loop zoover met 11 mee.
Dat zou ik liever niet doen, meneer
Royson. En wanneer wij elkaar toevallig
.ontmoeten, laat dan niet blijken, dat we
eikaar kennen. Er zijn veel te veel loer-
vogels hier in de buurt. U zoudt verbaasd
zijn, wanneer u wist hoe vaak uw doen
en laten door een verrekijker wordt ga
degeslagen.
Wat zegt u, van mij?
Van iedereen. Er is bijna geen man
of vrouw in het dorp die niet een verre
kijker of een binocle bezit en hem weet
te hanteeren ook.
Wat ik nog zeggen wilde, heeft de
politie het schieten bij het hek gehoord?
Ja en neen. Zij schreven het knal
len toe aan den uitlaat van de motorfiets.
Maar een van de kogels is in een boom
gedrongen, dus er is geen twijfel meer
aan.
Dat feit is mij ontgaan, lachte
Royson. Mijn excuus is dat ik niet
veel tijd had.
O maar toen u bij het hek was hebt
u de omgeving grondig verkend.
Werkelijk? Dan zult u waarschijn
lijk ook wel hooren van mijn ontmoeting
niet juffrouw Macdonald.
Dat zou 111e niets verwonderen. Er
staat een agent verdekt tusschen de hoo
rnen. Zijn orders zijn 0111 zijn aanwezig
heid niet te verraden, tenzij hijzelf
iemand 0111 nadere inlichtingen wenscht
aan te spreken.
Prachtig. Nu, misschien zie ik u
vanavond nog. wanneer u den man van
Scotland Yard hierheenbrengt
Alleen een zeer onverwachte gebeur
tenis zou zijn komst verhinderen. Ik ver
telde hem van u. Hij zei. dat hij jonge
officieren graag mocht lijden: zij....
waren over het algemeen betrouwbaar.
Wat is het woord dat u wegliet?
Vertel het hem alstublieft niet.
Want hij zei: dat jonge officieren gewoon
lijk stem maar betrouwbaar waren.
Deksels! Hoe heet hij?
Furmaux. Ik heb hem nooit ontmoet,
maar hij staat bekend als de kranigste
men. waarover Scotland Yard beschikt.
Royson had veel om na te denken, toen
hij op zijn gemak naar het kleine haven
plaatsje reed. Hij trof het bij den banket
bakker. Het bleek, dat 's Maandags en
Donderdags de ovens als hoorns des
overvloeds waren, zoodat hij warme cake
en andere heerlijkheden kon krijgen. Hij
zag niemand, die hij kende, en verkeerde
in gezegende onwetendheid van het feit,
dat een jongedame hem vanuit een raam
levendige teekens gaf, terwijl hij terug
reed door het dorp.
Hij stond buiten te kijken met de kat
op zijn schouder, en Jack, vol belang
stelling met zijn voorpooten op de ven
sterbank, toen Sheila Macdonald hem
verraste door tien minuten voor vieren
te verschijnen.
Ik kon eerder wegkomen, clan ik
dacht, begon ze, en dus waagde ik het
erop, of u thuis aou zijn- Wat een snoe
zig poesje. Is het van u?
Naar recht en wet niet. legde li ij
uit, maar ik ben van de kat of 't poesje,
dat is te zeggen, het kwam hier vannacht
binnen loopen zoowat tien seconden,
voordat u langs vloog; en hier denkt liet
te blijven. Is u het dossier vergeten, dat
ik samenstelde?
Ja. Niet heelemaal, maar juist vol
doende.
Een nogal bedekt antwoord, vond hij.
Onderwijl was juffrouw Macdonald in
een stoel gaan zitten en streelde Jack's
ruige kop.
(Vv'oi dt vervolg 1)