pe spionnage in den grooten oorlog.
592
VAN ZATERDAG 11 MEI 1933.
(AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
De Bollenvelden.
Met Paschen goede zaken
gedaan.
Voor de vuist weg.
Tl UITEET IE
Op de eilanden in de Middel-
landsche zee.
Ais de Intelligence Service zich van
knappe jonge vrouwen bediende, en
noc bedient, waren en zijn het, die on
danks een zacht en lieftallig uiterlijk
vall binnen hard zijn als staal en ijzer.
Hoe zou het ook anders kunnen, want
liet beroep van den spion is niet
slechts gevaarlijk, het is ook meedoo-
eenloos. De spion dringt zich in het
vertrouwen van anderen in, doet dit
p||(]er elk denkbaar voorwendsel, en
ais dat vertrouwen is verkregen en
door dat vertrouwen berichten zijn ont-
i vaneen, wordt het geschonden en heeft
l,et in het meerendeel der gevallen den
dood ten gevolge. Tot zoodanige agen-
Ifii van de Intelligence Service behoor
de een zekere Emma, uit Weenen af
komstig, een dergenen, die lang voor
den oorlog dienst namen in het Engel-
sclie land. doch die, hetzij door toeval
lige omstandigheden, hetzij door de
banden die hen met dit land gingen
binden, in het andere kamp terecht
kwam. Voor de Intelligence Service
had deze Emma haar Weensche af
komst, manieren en spraak in het voor
deel, waarvan op allerlei denkbare
vijzen werd gebruik gemaakt. Slechts
zeiden trok zij er twee keer in dezelfde
gedaante op uit, en zij, die haar als
medewerkster kenden, waren ook al
weer nimmer verbaasd haar in het
meest onverwachte gezelschap in de
meest zonderlinge omstandigheden te
ontmoeten.
Het is deze Emma, die er in slaagde
een bombardement van Parijs, dat bij
kans 100 dagen tevoren werd aange
kondigd, aan het licht te brengen.
Maar te voren had zij een Zwitserschen
apotheker, die in Duitschen dienst
bleek te staan, ontmaskerd. Deze
apotheker ging wat erg veel de grens
naar Frankrijk over, intusschen zonder
dat dit het wantrouwen van den Fran
sehen veiligheidsdienst had opgewekt.
Emma fungeerde als zijn vriendin,
want haar lieftalligheden waren zoo
danige, dat weinigen daaraan weer
stand konden bieden. En op de eerste
wis. dat zij hem vergezelde, werden zij
ia hot speciale bureau van het station
ran Bellegarde, waar het Fransehe ge-
bied oen aanvang neemt, geleid. Men
sprak hen daar toe in dier voege, dat
Hen zeide alles van hen te weten; dat
"P spionnage de doodstraf stond, en
dat er slechts een kans voor hen was
°m hot leven te redden: zich als ge
woonlijk naar de gewone adressen te
begeven, waardoor dan de veiligheids
dienst een spoor kreeg. Emma wierp
21c'h handenwringend aan de voeten
rail den Fransehen commissaris, en zij
las het, die haar Zwitserschen vriend
jammerend en weeklagend er toe be
woog om te bekennen, dat hij inder
daad spionnagediensten verrichtte. In
zijn verwarring stotterde hij de veront
schuldiging, dat men hem geen rap
porten medegaf, maar dat men hem
deze dicteerde en hij ze dan in cijfer
schrift overschreef. Het een zoowel
als het ander was voor den Franschen
veiligheidsdienst van belang; men liet
den man naar zijn correspondent gaan
en greep hem opnieuw toen hij, met
een grooten schat berichten beladen,
diens huis verliet; slechts korten tijd
later konden vijf agenten van de Duit-
sc-hers aan den Franschen krijgsraad
worden overgeleverd!
Een anderen keer was het deze zelf
de Emma, die de aandacht van de con
trole te Pentarlier vestigde op pakken
couranten, die schijnbaar onschuldige
advertenties bevatten, welke, teneinde
de aandacht te verkrijgen van het toe
gezonden adres waren aangestreept. In
den oorlogstijd maakte men van aller
lei soorten inkt en potlood gebruik, dat
men onleesbaar kon maken en dan met
bepaalde middelen weer uit den slaap
kon opwekken! Ook hier geschiedde
dat, en het eigenaardige was, dat men
toen twee cijfers op het spoor kwam,
met deze geheimzinnige inkt geschre
ven en wel: 87, 12. Men slaagde er m
den werkelijken afzender der couran
ten te vinden, en deze Hartmann, zoo
was hij geheeten, werd nauwkeurig
gevolgd. Men zou echter niets op of bij
hem gevonden hebben wanneer Emma
zich niet in zijn vertrouwen had inge
drongen. Zij werd zijn vriendin, en hij
Vertrouwde haar toe, dat naar zijn mee
ning de oorlog niet lang meer kon
duren. Want, zoo zeide hij, over enkele
weken zouden de Parijzenaars bemer
ken over welke kracht de Duitschers
beschikten; ja hij gaf zelfs nauwkeu
rig den datum aan, waarop die verras
sing moest plaats hebben, en het aan
tal door hem genoemde dagen stelde
het ontdekte cijfer in nog helderder
licht. Dat Emma voor die geschiedenis
belangstelling had, wie zou het niet be
grijpen? Het eenige wat eerst latei-
bleek, was dat deze Hartmann als niet
veel meer diende dan als brievenbus;
men bracht hem berichten en hij had
deze door te geven, maar de werkelijke
beteekenis ervan kende hij slechts ten
deele, en de juiste vertaling ervan in
het geheel niet. Naar aanleiding van
het door Emma ingediend rapport
namen de Generale Staven der Ge
allieerden hunne maatregelen, en het
is juist op den dag, door de cijfers aan
gegeven. dat de geweldige beschieting
van Parijs door de beroemde dikke
Bertha begon, en aanvankelijk een
soort paniek veroorzaakte. De bereke
ning was drie dagen later dan gedacht
werd, maar dat kon noch Hartmaan
noch de Fransehe veiligheidsdienst
helpen, want eerst later bemerkte men,
dat bij die cijfers een drie diende te
worden gesteld.
Gezien het vrij onschadelijk karak
ter van dezen Hartmann, werd hij niet
terechtgesteld, doch onder nauwkeu
rige bewaking in dienst genomen. Zijn
intermediair leidde er toe, dat Emma
met een jong officier van den Duit
schen Generalen Staf, die te Lugano
vertoefde en die verdacht werd van het
volbrengen eener zeer belangrijke op
dracht, in aanraking kwam. Maar, zie
daar de wegen van het noodlot: Emma
raakte op dezen officier zoodanig ver
liefd, dat het haar onmogelijk was zijn
vertrouwen te misbruiken. Dat heeft
er niettemin toe geleid, dat zij later op
nieuw in dienst werd gesteld, en zij
heeft daarna het vertrouwen, in haar
gesteld, niet beschaamd.
CSlot volst.)
Hollands glorie.
Waar de blanke effen luchten
spiegelen in zonnebrand,
waar de groote meeuwen-vluchten
klepperen over 't vruchtbre land,
Daar staat weelderig te geuren
bij de wijde waterplas,
Hollands beeld'van bonte kleuren,
Hollands jongste tuingewas
't Bloemenveld lag kalm en rustig,
als een uitgerafeld lint;
maar parmantig, levenslustig
ruischte toen de lentewind.
Ieder sappig sprietje tooide
zich in 't licht der lentedag,
en haast elke tulp ontplooide
trots haar purper-roode vlag.
Hoog over de rechte wegen,
uit het donker-gonzend riet,
komt de leeuwerik gestegen
fluitend, jubelend zijn lied.
Boven 't groen der malsche dreven
rijst al hooger 't morgenrood,
toovert nieuw en jeugdig leven,
ronkend, ritslend in de sloot.
Stil nu, luister! in het loover,
wiekt en wiegt het van 't .getier;
met zijn klokkend keelgetoover
roept de krekel sjier re sjier.
Door de gouden tulpen-vveelde
schiet een driftige zonnevonk,
toovert onbewust de beel len,
waar een menschenziel in blonk....
Heel de aarde roept victorie,
torst de blonde lentetooi;
komt, beziet die kleur en-glorie,
vol en glanzend, wondermooi.
Waar de velden staan te geuren.
bij de groote waterplas,
wuiven Hollands bonte kleuren,
Hollands jongste tuingewas.
T. J. DEKKER.
Hoe zal het met Pinksteren gaan?
(Een enquête onder vooraanstaande
kooplieden).
Het schijnt wel, alsof deze lente van
1933 ook het begin van een finan-
cieele opleving zal brengen; telkens
nemen wij verschijnselen waar, die
daarop wijzen en de interviews, die
hieronder in het kort worden weerge
geven, stemmen in de groote lijnen
alle met deze verwachting overeen.
In de confectiebranche.
„Met Paschen hebben wij verras
send goede zaken gedaan; vergeleken
met verleden jaar was êr een belang
rijke verbetering op te merken. En het
waren geen inkoopen uit noodzaak,
maar wij kregen werkelijk den indruk,
dat er meer vertrouwen op de toe
komst bestaat en er hier en daar al
wat meer wordt verdiend ook."
Uw uitspraak verrast mij, want over
al hoort men spreken van de vermin
derde koopkracht der bevolking. Er is
toch niets gebeurd, waardoor die koop
kracht noemenswaardig kan zijn toe
genomen!
„Bij de opleving van thans dient
men in aanmerking te nemen, dat vele
aankoopen reeds langen tijd zijn uit
gesteld, zoodat het nu voor menigeen
dringend noodig was om zich eens wat
nieuws aan te schaffen. Doch deze
factor had niet zoo'n gunstigen invloed
kunnen uitoefenen, wanneer het volk
als geheel niet meer vertrouwen in de
toekomst had dan eenigen tijd geleden.
Wij kooplieden hebben ons er ook
over verwonderd, dat wij zooveel ver-
„Nou, nooit in mijn leven zal ik weer
een weddenschap aangaan!"
„Och, dat gelooft immers niemand!"
„Zoo? Waarom zullen we wedden,
dat ik mijn woord houd?"
(„Muskete").
door
HENRIKA.
Hallo.... hallo....
Hallo.met wie?
t>~77 Mpt Overbeek. Bent U het dokter
«minan?
orde'/a' '10,e maa'c -ie het? Alles weer in
j.,~7 "H*. ja, dank zij uw goede zorgen.
T.vro) Pen heerlijken tijd gehad in
floT" C'0(H me genoegen. Maar
ïftmet te hard van stapel icopen hoor!
zpo*' wat kalmpjes aan. ik zou
's S halve dagen op kantoor en
"UCMags in c'e zon en 's avonds met
du kippen op stok.
Ja, ja, dokter. Maar één fuif is
toch wel geoorloofd?
Een.... eenfuif? Maar ben
je zestig; Overbeek?! Geen sprake van
hoor! Wat voor fuif?
O, dokter, ik ga mijn vijf en twin
tigste verjaardag vieren en tegelijk
mijn herstel- Ik bel u juist op om te
vragen of u óók komt. Wij vieren het
op de club, ziet u, want de datum valt
samen met het zilveren jubileum van
onze vereeniging. Uw collega's Dr.
Doorman en Dr. van Dam komen ook
En...."
Het is mogelijk, beste jongen,
maar ik kom niet. Ten eerste heb ik
geen tijd voor fuifjes en ten tweede
geen lust.
Hé, toe dokterik heb er mij
zóó op verheugdik heb er zóó vast
op gerekend.... ziet U, ik hoopte, dat
U als oud-lid der club en als geneesheer
van mijn gewichtigheid.... misschien
een van Uw prachtige toespraken....
O, ho! Ik denk er niet aan.
Zet het gerust uit je hoofd en als je na
afloop ziek bent behoef je niet op mij
te rekenen. Bonjour!
Hé dokter.... hé.... wacht U
even. Mag ik even Uw dochter aan de
telefoon?
Eva! Hier is Overbeek, die wil je
spreken. Maar(dit werd weer in
het toestel gezegd) reken niet op haar
om mij over te halen. Goeien dag!
Hallohallo.... mijnheer
Overbeek?
Ja, Eva schat. Kan je vader ons
niet hooren
Ja mijnheer, waarmee kan ik U
van dienst zijn?
O, ik wou je bedanken voor al je
heerlijke brieven in mijn verbannings
oord ik verlang zóó naar je. Jij ook
naar mij?
Ja mijnheer. Nog iets?
Vreeselijk, zeg- Stuur je vader de
kamer uit en zeg me dan iets liefs.
Neen, mijnheer.
De d-okter, die aan zijn schrijftafel
zat, riep dreigend:
Neen, hoor! Zeg hem, dat ik niet
kom! En dan een toespraakbe
lachelijk!
Wat mompelt de ouwe heer? klonk
weer Bob Overbeek's stem aan het einde
van de draad.
Vader zegt. dat hij in géén geval
komt en als hij tóch komt
Neen, neen! ''klonk de stem van de
schrijftafel.
En als hij toch komt! ging de fris-
sche meisjesstem onverstoorbaar door,
zal vader toeh in geen geval een toe
spraak houden. Wanneer is de bedoelde
feestavond?
Och, lieveling, a.s. Donderdag ge
loof ikmaar ik wou dat je vader
kwam. Ik zou dan gelegenheid hebben
bij het naar huis gaan over onze toe
komst te spreken. Het mooie meisjje
aan de telefoon bloosde diep.
Ik zal het hem nog eens vragen,
maar.... rekent U in geen geval op de
toespraak, mijnheer!
Het was Donderdagnacht. In de ge
zellige, voornaam ingerichte clubzaal,
was de feestvreugde ten top gestegen.
Bob Overbeek was als in een roes,,
hoewel hij op dokters advies slechts één
glas champagne had gedronken. Heel.
wat deftige meesters in de rechten, dok
toren en leeraren, allemaal oud-leden,
hadden ter gelegenheid van het zilveren
club-jubileum getoast.