1
Beste jongens en meisjes!
Mijn voorspelling is gedeeltelijk uit
gekomen. Gestormd heelt het niet, alle
dakpannen liggen nog bij me op dak,
maar tochhet is slecht weer ge
worden. Als ik 's morgens wakker word
dan kijk ik altijd gauw naar een be
paalden hoek van de kamer en dan
weet ik of het mooi weer is. Want als
de zon schijnt, dan valt er een breed?
lichtstraal door het gordijn en dan is
er natuurlijk niet veel tijd nooaig om
aangekleed te zijn en naar buiten te
wippen. Maar van de week was het licht
er niet, alles was grauw en somber en
droefgeestig buiten. O nee, er was toch
iets dat blij scheen te zijn dat het
water uit den hemel stroomde en dat
waren de boomen en de bloemen. Heb
je wel gezien hoe in een paar dagen de
plantenwereld veranderd is, hoe alles
frisch groen staat en hoe de boomen
zijn uitgeloopen, 't ziet er alles zoo biij
uit, dat je eigenlijk wel die droeve
dagen er voor over had, want de wereld
is nu toch mooier geworden. Het was
ook zoo noodig dat er wat regen kwam,
de planten en bloemen hebben er reik
halzend naar uitgezien en zouden we
daarom mopperen.
Weet je wat de regen ook gebracht
heeft? Nu, raad eens? Een heel stel
nieuwe vriendjes en vriendinnetjes,
want deze week waren er 106 goede op
lossingen. We hebben dus het eerste
honderdtal overschreden, dat is spoe
diger dan ik dacht en dat komt door
den regen, want als het niet zoo had
geregend, dan hadden jullie niet zoo
veel huisarrest gehad en hadden dus
geen tijd gehad om me te schrijven. En
nu wilden jullie natuurlijk ook wel
weten wie er van de week een boek ge
wonnen heeft en de laatste zaklantaarn.
Nu, dat is:
Harm Leyen, Binnenhaven 90.
En nu de briefjes. Nummer één is:
Joop van Bommel. Maar, Joop, dat weet
je nu toch wel, hoe de regeling nu is. Tegen
woordig wordt er iedere week een bock ver
loot onder de goede oplossers. Vroeger was
dat eens in de maand vier doozen bonbons,
maar dat is allang geleden. Voor kleine snoe
pers en snoepsters is dat misschien wel jam
mer, maar voor kinderen die graag lezen vast
niet.
Mientje Tol. Hoe weet je dat, dat je
me wel eens gezien hebt? Ik zie er toch pre
cies uit als alle andere kantoorheeren en hoe
kan jij dan zien dat ik het ben?
Klazina Schmidt. Ik ben Zondagmorgen
om 8 uur naar de donkere duinen geweest,
Klazina en '*>en we teruggingen/toen kregen
we een h.<_ iijke stortbui, zoodat we hals
over kop in een huisje gevlucht zijn. Maar
het was evengoed een fijne tocht.
Lies je de Vries. Scheepje varen in een
grootcn teil water is niet gevaarlijk, Liesje,
maar je mag met je broertje bij het kanaal en
aan de Buitenhaven wel oppassen, want het
water is niet alleen koud, maar het is ook
dun, je zakt er zoo doorheen en 't is ook diep,
je kruipt er zoo maar niet uit, zoodat ik
maar wil zeggen, dat je voorzichtig moet zijn.
Nellie van Dok. Dus je hebt gekregen
op je verjaardag wat je graag wilde hebben
Nellie, nu dan zal je wel heel blij geweest zijn
en je heele familie heeft het zeker gezien,want
als je ergens blij mee bent, dan laat je het
natuurlijk ook aan anderen zien en dat zijn
jo ooms en je tantes en je neefjes en nichtjes.
Of heb je die niet in Den Helder wonen?
Hetty van Alphen. Dat is een verre reis
voor die kleine broer van jou, Hetty, heele-
maal naar Weert, want het is toch eigenlijk
nog maar een kleine jongen, al vind jij veer
tien natuurlijk al tamelijk oud. Hij vond het
zeker wel fijn drie weken met vacantie te zijn
en jullie, natuurlijk niet minder.
Grietje Mastemakcr. Jij bent nog klein
genoeg, hoor, Grietje, om met de raadsels
mee te doen, je vader heeft je maar een
beetje willen plagen, denk ik. Jij plaagt hem
zeker ook wel eens? Wat leuk dat ik je
naam geraden had, hè?
Huib IVijnants. Het is niet gemakkelijk,
Huib, om het alle kinderen naar den zin te
maken. Als de raadsels te moeilijk zijn. zuch
ten ze: „Hè, u geeft ook altijd van die moei
lijke raadsels op", en zijn ze te gemakkelijk,
dan hoor ik weer: „Meneer, maak ze weer
eens wat moeilijker". Wat moet ik nu doen?
Nelly v. d. Bruul. Dat vierde raadsel
was toch heel eenvoudig, Nelly, vraag het
maar aan Huib Wijnants en als je dien niet
kent. nu dan zie je maar naar de oplossing
op de andere pagina en geef je je. vast een
klap voor je hoofd, omdat je dat niet op hebt
kunnen lossen. Dat rijmpje rijmde niet,
Nelly, dus was het ook geen rijm meer en
niet geschikt voor ,,'t Juttertje".
Hennie Hollander. Ja, als ik er nu geen
voorstander van was, dat kinderen zooveel
mogelijk in de buitenlucht moeten zijn, dan
zou ik zeggen, kom me na schooltijd maar
helpen, Henny. want ik kan wel een beetje
hulp gebruiken, maar ik ben bang dat je dan
een erge bleekneus zoudt worden en dat zou
ik niet graag willen hebben.
Nettie Lap, Den Hoorn (T.). Wat een
leuk gezicht zal dat zijn, Nettie, als al die
vuren van de „Meierblis" worden aangesto
ken en over heel Texel dus misschien wel
vijftig vuren tegelijk oplaaiert. Ik zou wel
eens op zoon 30sten April over willen komen
om dat te zien. Misschien doe ik het nog wel
eens.
Marictje Boekei. Nou, natuulrijk vind
ik het leuk dat ik jou er als raadselvriendin-
netje bij heb, Marictje, en jij hebt nog wel
zulk een leuk papier, met Kerstklokken er op.
Japie Boekei. Dat is het broertje van
Marictje en jij hebt ook al zoo'n mooi vel
letje postpapier en je zendt zoo'n aardig
versje in. Ik begrijp dat je dat niet zelf ge
maakt hebt en heb er dus een regeltje bijge-
s hreven. Je vindt dat natuurlijk goed, hè
Japie?
Corrie Smit. Daar botste ik warempel
van de weck bijna tegen jc op, Corrie, toen
je je raadsels op kantoor bracht. Toen ik op
je briefje keek, zag ik, dat jij het was, maar
jij had zoo'n haast, want je moest gauw naar
de „Strecpjesclub" en dan buitel je over alle
kindervrienden heen. zonder dat je ze ziet.
Gretha Kroeders. Dus jij bent een „regen
vriendinnetje". Je hebt alleen maar tijd om
me iets van je te laten hooren als het buiten
zoo giet, dat je je neus niet buiten de deur
durft te steken. Nu, maar ik moet ook op
zonnige dagen eens iets van je hooren, hoor.
Lieny van Lopik. Ja, je kan met regen
weer beter met een vroolijk gezicht
binnen gaan spelen, als met een zwarte snoet
voor het raam gaan staan pruilen, want daar
door verandert het weer toch niet en bederf
je je plezier.
Dinie Karsman Dat was wel jammer dat
die wandeltocht met jullie onderwijzer niet
door kon gaan, Dinie, maar je kon toch ook
niet met een parapluie op stap gaan, daar
zou niet veel aardigheid aan geweest zijn.
Het had dan precies geleken of er een tehuis
voor ouden van dagen op stap ging inplaats
van een klas schoolkinderen.
Agatha Koelemey. Weet je wat je doen
moet, als je denkt dat het herfst inplaats van
lente is, Agatha, dan moet je door de ramen
naar den tuin kijken en als je naar school
gaat, dan zie je naar de boomen en dan weet
je dat de lente in het land is en dat de zon
het wint van alle donkerheid die er nu
nog is.
Rietje IVullems. 'f Is waar, Rietje, dat
dit weer niet zoo fijn is, maar toch, nu kom
je er weer eens aan toe om een mooi,boek
te lezen en als je dan een boek leest over
heerlijke spelletjes, over de zon en den zomer,
dan is het net of je het alles zelf meemaakt
en dat is ook fijn.
Tiny Wilmink. Ik begrijp best, dat als
je moeder aan de schoonmaak is ze niet van
die kleine spring in het velds als jij bent kan
gebruiken en dat ze zegt: ga maar naar bui
ten spelen of fietsen en dan komt er natuurlijk-
niéts van briefjes schrijven. Maar gelukkig,
aan de schoonmaak komt een einde en van
daag was je briefje er weer, dus het terrein
is thuis weer veilig.
Sientje Nieuwdorp. Gelukkig, dat die
moederpoes haar kindje niet veigeten is,
Sientje, en na twee dagen weer boven water
kwam. Ik kan 't me ook niet indenken dat ze
zoo'n klein lief poesje vergeten zou. Jij zeker
ook niet?
Bcppie Al. Dat weet ik nu heusch niet
meer, Bcppie, of je nu Tjibbe of Rita gezien
hebt, als het een jongen was, was het natuur
lijk Tjibbe en had ze rokjes aan, dan was
het Itapiet. Dus nu weet je hetzelf wel. Leuk
dat je zoo eens even binnen kwam wippen,
hè? Ik zou zoo alle raadselvriendjcs en
-vriendinnetjes wel eens thuis willen heb
ben. Als ze maar niet alle 106 tegelijk komen,
want dan zou er een verkeersagent bij moe
ten.
Cobus Nieuwdorp. Zondagmorgen heb
ik in den vijver zooveel kikkerrit gezien,
Cobus, dat wanneer dat allemaal kikkers
worden, van het water niet veel meer te zien
zal zijn. Dat zal me een gekwaak geven van
den zomer.
Nellie Nieuwdorp. Ik denk dat die bloe-
metjes van jou van de week toch liever
de regen op hun kopjes hebben gehad dan de
koestering van de zonnestralen, Nellie, want
ze hadden er meer behoefte aan en je ziet
het wel aan ze hoe ze er van opgefleurd zijn.
Tini Wullcms. Wat zullen alle kinderen
van de week op school hun lessen goed heb
ben gekend, Tini, want ze hadden volop tijd
ze te maken, toen ze niet buiten konden
spelen. Had jij ook mooie cijfers voor jc
schoolwerk?
Nelly v. d. Zee. Of de boeren het fijn
vinden 3at het zoo regent, Nelly, ze steken
'smorgens vroeg, als jij nog lekker ligt te
droomen, hun neus al buiten de deur en
kijken naar de lucht en als ze dan op regen
staat, dan zeggen ze: „Gelukkig, plas maar
neer, regen, het land drinkt jullie drupjicls
wel op en het gras groeit als Nellie v. d. '/.cc,
als ze met haar bloote hoofd in den Mei
regen loopt". Of zouden ze dat soms niet
zeggen?
Jeantje Fclkers. Dat heb ik nog nooit
gehoord, Jeantje, dat als je tegen zoo'n pauw
zegt: „Pauwtje pronk eens met je staart',
dat hij dan zijn staart opzet. Maar bij jullie
deed hij het, dus het zal wel zoo zijn.
Lidi Thijssen. Wat zal je moe zijn na
zoo'n trainingsdag voor den afstanclsmarsch,
Lidi, je kan vast niet meer tot tien tellen en
je tong rolt denk ik bijna uit je mond, net
als bij de hondjes als ze moe zijn.
Geertje Putting. Ziezoo, Geertje, jij hebt
beetje benieuwd hoe lang jij mee zal doen,
want jij doet dus eigenlijk maar mee om een
bock te winnen en als dat nu in vier of vijf
weken tijd niet gebeurt, dan geef je natuur
lijk den moed op. Ik zal eens opletten.
Geetje Putting. Ziezoo, Geertje, jij hebt
het antwoord van de weeTc alvast te pakken.
Ik heb jou tenminste niet vergeten en jij mij
niet, hè? De menschen vergeten elkaar an
ders gauw, hoor. Als je drie weken lang
niet meer met de raadsels meedoet zal je
zien dat je vergeten bent dat er nog een
kindervriend bij de Helderschc Crt. is.
Trijnie en Adriaan Aggcnbach. Jc zusje
heeft met haar verjaardag een heele massa
speelgoed gehad, Trijnie, waar jij ook fijn
mee spelen kan. Die pop bijvoorbeeld, die
ligt vast net zoo vaak in jouw armen als in
die van je zusje, denk ik en Adriaan zal
wel vaak in het sprookjesboek lezen van
„Bruintje Beer".
Tony Sinnige Dat is wat leuk, Tony,
als de koeien weer voor het eerst buiten
komen. Dan hollen ze als dollen door het
land, hè, dan springen en buitelen ze van
vreugde dat ze uit den donkeren winterstal,
nu weer de vrijheid van het land in mogen.
Germaine Franken. Dat is een goede
naam voor jullie clubje, Germaine, T.O.P
(tot ons plezier), je kon die club toch ook
moeilijk noemen T.O.V, (tot ons verdriet).
Toch is het maar een letter verschil.
Ina Boels. Jc ziet wel, Ina, da- niet ieder
een tegen zulke lange wandelingen kan. Jij
werd er tenminste akelig van. Ik zou maar
niet aan den afstandsmarsch meedoen, of jc
zou in een auto mee moeten rijden, dan ls
er geen bezwaar tegen.
Joop Pottinga. Nu, dat briefje van jou
kan er ook nog wel bij. Joop. Een meer of
minder geeft niet en die schrijfmachine is
nogal gehoorzaam. Ik sla maar op de toetsen
en de letters komen vanzelf op het papier.
Tini Daems. Wat een gezellig stel
broertjes en zusjes heb jij, Tini. Jullie vech
ten zeker ook wel eens. Of doe je daar niet
aan. Ben jij thuis vredestichtster? Nu, dat
kleine meisje van mij niet. Vorige week
hoorde m'n vrouw Tjibbe gillen en trappe
len van de pijn en toen ze vroeg wat er was,
toen riep hij: „Iet eet me op". En toen bleek
zijn zusje hem in zijn arm te hebben gebe
ten, omdat hij niet op zij ging. Toen ze daar
voor in de kast werd gestopt, had hij al
weer gauw medelijden met haar en waren
ze direct weer goede vriendjes.
Annie Jansen. Jij krijgt van de week
het laatste briefje, Annie, ik heb geen tijd
meer en moet dus weer een paar kinderen
teleurstellen. Ik kan er niets aan doen, maar
ook mijn andere werk moet klaar en dat
lukt niet als ik niet direct eindig met de
briefjes.
Dcdi de Vroome. Daa. was ik al ge
ëindigd, Dcdi, toen ik jouw briefje zag dat
je een paar weken tevergeefs naar een
briefje had uitgezien. Ik kon het niet over
mijn hart krijgen je vandaag weer teleur te
moeten stellen. Hier is dus nog een briefje
voor jor
Tot volgende week dus.
kindervriend.
Het regent, het regent, het sputtert
Al vallen de druppels, wat hindert
Mei-regen brengt zegen en druip"
Mei-regen prengt zegen en druip
Wc worden zoo fleurig als bloem
Femmi v. j v.
"tlf!
HUISWERK.
Die nare sommen wat verdriet
Ik kan ze niet, ik maak ze niet
Ze denken dat je alles weet
En nooit een snars vergeet.
Je hebt tien duizend kapitaal,
Dat lees ik nu al twintig maal
Tienduizend kapitaal, da's lak.
Ik heb geen duit op zak,
En buiten staat de zon zoo blij
ls dat geen plagerij?
(Overgenomen uit een leesboek!,
Nelly v. d. Zee.)
DE THEEVISITE.
Liesjes poppen zitten klaar,
ln haar beste spullen,
En zij zelf zet Grootmoe's hoed
Boven op haar krullen.
Blonde Jet heeft thee gezet,
In haar nieuw serviesje,
Want zij krijgt vandaag bezoek
Van haar buurvrouw Liesje.
Tingeling, daar gaat de bel,
Juist op tijd warempel,
Lies zegt stil jij kindertjes,
Jet vliegt naar den drempel,
't Is een buigen heen en wee-
Dag Mevrouw, dag popjes,
Jetje kijkt heel vergenoegd,
Lies is in haar nopjes.
Jetje schenkt de kopjes vol,
Liesje maakt een praatje,
En de j>opjes alle vier,
Luisteren naar mammaatje,
Om het lage tafeltje
Zitten ze zoo knusjes,
En zij hebben toch zoo'n pret,
Die twee zoete zusjes.
(Overgenomen uit een schoolboekt
een raadselvriendinnetje.)
WEL TE RUSTEN'.
Kleine zus mag mee op reis,
In 't spoor dat vindt ze fijn,
Ze is niet bang, ook niet verleern
En heeft beloofd heel stil te zijn.
Heel nieuwsgierig kijkt ze toe,
Wie in den wagen stapt,
Tot de conducteur hard roept
En dan de deur dicht klapt.
Zus wipte toen van moe haar schoot
En vroeg toen aan een heer:
Wat zit er in dat groote pak,
Is dat een teddy beer?
Dat is een kussen, kleine meid.
Daar ga ik nu op slapen,
Omdat ik vroeg ben opgestaan
Want kijk. ik ga al gapen.
Zus werd toen boos en met een ruk
Trok zij toen aan het kussen,
U mag zoo maar niet slapen gaar.
Eerst zeggen wel te rusten.
Harm. Ip'"
U.G.:. POESJES.
Onze poes heeft kleine poesjes.
Het zijn werkelijk snoesjes,
Kleine oortjes.
Grappige staartjes
En nog kleinere snorrebaardje-
O, die poesjes,
Ze zijn zoo klein,
Alles bij hen is even fijn-
JooP1
IN MEI.
Er staat geschreven dat in MC1
Alle vogeltjes leggen een ei.
Maar met dat vieze weer
Leggen zij geen eitjes meer.
Er staat geschreven dat in dc
De kinders gaan naar de wei,
Om te gaan plukken bloemen.
Daar, waar de bijtjes zoemen-
Er staat geschreven dat in M
Alle kindertjes in een rij
Met de juf uit wandelen gaan
En bij de wei stil blijven staJ'1,
Er staat geschreven, dat in ''e -
De kalfjes weer komen in de
L/L I\<tlIJCo W CCI KUlllt-t'
Om dan weer heerlijk te gaan -•
En te springen als groote dwazf
Ann"
j*