i
S. I. UlinUSEI i In.
Vreemde kapers op de kust.
TOBRALCO
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht.
DONDERDAG 18 MEI 1933
61ste JAARGANG
Een beroep van Roosevelt op de volkeren. - De
aansluiting van Oostenrijk bij Duitschland. - De oorlog
tusschen China en Japan.
De kabinetscrisis.
Wat is het geheim van een
vroolijk gezicht?
Zware ontploffing aan de
Boompjes te Rotterdam.
in 50 dessins,
kleur-eoht, - wasch-echt,
per el.
HE
COUKAH1Y
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f l 60- voor
Koegras, Anna Pauiowna, Breezand, Wieringen en Texel f t.Lfbi'nnen-
mail piï' i ,°St" e" West'Indië Per zeepost f 2.10, idem per
r,n fnTl'TJf 3,2°- L0SSC nos- 4ct.; fr. p.p. 6ct. Zondagsblad
P- -oO 0..Q, f 0..0,f 1Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, f 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct.
-
Roosevelt heelt een beroep gedaan op
de volkeren, waarin hij allereerst de na
druk legt op de noodzakelijkheid om de
wapeningen te verminderen, de aanvals
wapenen geheel af te schaffen en zich te
onthouden van het zenden van troepen
van welken aard ook buiten de lands
grenzen, de „kleinzielige" nationale doel
einden te vergeten en oprecht deel te ns-
men aan de beweging tot verzekering
van den vrede en de. economische ophef
fing.
Hoover zegt o.m. in zijn boodschap:
Het geluk, de welvaart, ja, het leven
van de mannen en vrouwen in deze we
reld hangen van de beslissingen af,
welke de regeeringen in de naaste toe
komst zullen treffen. De wereld kan niet
op lang sleepende beraadslagingen wach
ten; zij heeft in plaats van den tegen-
woordigen chaos spoedige orde noodig
door stabilisatie der valuta's, ontdooiing
van de kanalen van den wereldhandel en
door internationale stappen tot verhoo
ging van het prijsniveau.
Kort gezegd, de binnenlandsche maat
regelen moeten door internationale sa
menwerking aangevuld worden. De ont
wapeningsconferentie, die reeds meer
dan een jaar bijeen is, heeft nog geen
bevredigende beslissingen kunnen ne
men. Steeds nog stooten tegengestelde
doeleinden op gevaarlijke wijze op elkan
der. Het is plicht een practisch resultaat
te bereiken, dat aan zooveel mogelijk
naties nut geeft.
De redenen van wapening, ondanks het
bittere gevaar van een wereldoorlog zijn
lste, hoewel bij slechts enkele naties, de
wensch om hun gebied op kosten van
anderen uit te breiden, 2de de vrees van
vele regeeringen voor een vijandelijken
overval. De meeste staten wenschen de
handhaving van bovenmatige wapenin
gen niet, omdat ze zelf willen aanvallen,
maar omdat ze een aanval van andere
zijde vreezen. Daarin ligt een zekere
rechtvaardiging, want de moderne aan
valswapenen zijn veel sterker dan de ver
dedigingsmiddelen.
De naties zullen automatisch een ge
voel krijgen van veiligheid, als zij eens
gezind toestemmen in het aanschaffen en
niet gebruiken van aanvalswapenen. Dat
is tenslote het uiteindelijk doel van het
ontwapeningsconferentie.
Drie etappen liggen voor ons, waarin
alle naties moeten toestemmen: 1. oogen-
blikkelijke maatregelen in den zin van
het plan MacDonald; 2. het verkrijgen
van overeensteming betreffende den da
tum en het verdere optreden tot het doen
van de volgende stappen; 8. overeenstem
ming dat gedurende den tijd van den eer
stén en de volgende stappen geen natie
haar bewapening zal verhoogen boven do
haar bij verdrag toegekende sterkte.
Maar de vrede in de wereld moet ver
zekerd zijn gedurende de geheele ontwa
peningsperiode. Ik stel daarom een vier
den stap voor en wel parallel met en vol
komen afhankelijk van de nakoming van
deze drie voorschriften en onder voorbe
houd der bestaande verdragen:
Alle staten der wereld moeten een
plechtig en definitief niet-aanvalspact
sluiten. Zij moeten plechtig de verplich
ting bevestigen, welke zij op zich hebben
genomen voor de beperking en vermin
dering van hun bewapeningen en mits
deze verplichtingen getrouw worden ver
vuld door alle staten-onderteekenaars
ieder voor zich de verklaring afleggen,
geen bewapende macht, van welken aard
ook, over haar grenzen te zenden.
Roosevelt doet voor Amerika de be
lofte, dat het aan een consultatief ver
drag en een niet aanvalsverdrag zal deel
nemen. Daardoor zal Duitschland tegen
elke aanval beschermd zijn en kan het
aanvalswapenen ontberen. Frankrijk zou
dan gedwongen zijn, kleur te bekennen.
In tegenstelling met de oude diploma
tieke practijk is de boodschap van Roose
velt direct gericht tot de koningen, pre
sidenten en machthebbers der 44 staten,
welke op de oeconomische conferentie
vertegenwoordigd zullen zijn, daaronder
begrepen de Sowjet-Unie.
De aansluiting van Duitschland bij
Oostenrijk, de vervulling van de „Groot-
Duitsche" gedachte dus, wordt door de
Nationaal-socialisten vurig verlangd en
het is in het geheel niet onmogelijk dat
deze wensch binnen afzienbaren tijd in
vervuling zal gaan. Naar Wloff nu uit
Weenen meldt, hebben Proksch, de
landsaanvoerder van de Nationaal-socia- j
listische arbeiderspartij in Oostenrijk, en
Foppa, de voorzitter van de Groot-Duit-
sche volkspartij Maandag te Linz een
overeenkomst getroffen over de toetre
ding van de Groot-Duitsche volkspartij
tot het nationale eenheidsfront. Daarin
zeggen zij o.a.:
De eindstrijd om Oostenrijk is begon
nen. De fronten zijn duidelijk. Aan den j
eenen kant staat een regeering, die nog j
slechts een kleine minderheid des volks
achter zich heeft. Daar tegenover staat
het nationale front, dat de overwegende
meerderheid van het Duitsche volk in1
Oostenrijk omvat en dat zich met een
duidelijke en welbewuste afwijzing van
een zelfstandigheid van Oostenrijk in
den geest van het voorschrift van St. j
Germain verklaart voor een lotsgemeen-
schap van het gansche Duitsche volk en
voor de gedachte van de aaneensluiting
van Oostenrijk met het Duitsche Rijk.
De beslisingsstrijd tusschen beide fron
ten vereischt de vaste aaneensluiting van
het nationale eenheidsfront.
Op grond van deze erkenning hebben
de N.S.D.A.P. in Oostenrijk en de Groot-
Duitsche volkspartij de volgende over
eenkomst gesloten:
„Met het oog op de gemeenschappe
lijke geestelijke goed in hun program
ma's in nationaal opzicht onvoorwaarde
lijke bekentenis tot Groot-Duitschland, in
sociaal opzicht volksgemeenschap zonder
klassestrijd sluit de Groot-Duitsche
volkspartij onder behoud van haar zelf-
standigheid aan bij het strijdverbond,
dat door de nationaal-socialistische Duit-
sche arbeiderspartij gesloten is met de
Duitsch-Oostenrijksche (Stiermarker)
vertegenwoordigers en aanhangers was
reeds naar de N.S.D.A.P. overgeloopen.
De Groot-Duitsche volkspartij stond voor
haar ontbinding. Op deze wijze redt zij
in schijn haar naam en redden haar over
gebleven vertegenwoordigers misschien
nog hun zetels.
De Weensche corr. van de Nw. Rott.
Crt. seint aan zijn blad dat het besluit
van - de Groot-Duitschers, gezien het
voorbeeld van de Stiermarker burger
wacht, feitelijk op een opgaan in de
nazi's neerkomt.
De strijd tusschen China en Japan
blijft onverkwikkelijk. Iedere strijd is
onverkwikkelijk en iedere oorlog uit den
booze, maar het optreden van Japan in
China is wel zoo verregaand onbe
schaamd, dat zelfs de anti-militairist zijn
vingers voelt tintelen om Japan een af
rammeling toe te dienen. Men leze b.v. het
volgende Reuterbericht om zicht te er
geren aan de methoden van Japan ten
opzichte van haar optreden in China:
De Japansche opperbevelhebber in
Mantsjoerije, veldmaarschalk Noboejosji,
heeft verklaard, dat als de Chineezen
hun provoceerende houding opgeven en
hun troepen van de grenslijn verwijderen,
de Japansche bevelhebbers hun troepen
zullen terugtrekken tot de oorspronke
lijke posities langs den Grooten Muur en
dat zij zich er dan toe zullen bepalen de
rust en de vrede in Mantsjoerije te hand
haven. Indien de Chineezen hun houding
echter niet wijzigen, aldus maarschalk
Moeto, dan zullen wij onze actie met
grimmige vastberadenheid voortzetten.
Intusschen duren de gevechten voort.
In den strijd bij de Loean-rivier zijn tal
rijke slechtoffers gevallen. Te Tientsin
heerseht groote verwarring.
Is het niet om uit je vel te springen, om
eens een heel populaire uitdruking te ge
bruiken. Een ander bericht, betreffende
den strijd, deelt mede:
Uit Shanghai wordt officieus gemeld,
dat twee Chineesche legercorpsen, die
zich in de provincie Sjansi bevinden, mo
biel wroden gemaakt om naar Peking te
worden overgebracht. De sterkte der in
den omtrek van Peking en in de stad zelf
geconcentreerde troepen wordt geschat
op 200,000 man.
Heimatschutz. De ontembare drang tot
aaneensluiting bij het huidige Duitsch
land is een bekentenis van het Oostenrijk-
sche volk tot het nieuwe Duitschland.
Dat sluit in zich de plaatsing onder
Adolf Hitier als de aanvoerder van het
geheele Duitsche volk. In dit ernstige
i uur, dat beslist over het Duitsche lot,
trekt het nationale Duitsche eenheids
front op tegen alle vijanden van de Duit-
jsche eenheid, vrijheid en grootheid, vast
besloten te volharden tot aan de over-
1 winning."
Tot zoover Wolff. Het besluit van de
Groot-Duitsche volkspartij is niet meer
dan een beweging van den bestaanden
toestand. Overal maakten de Groot-
Duitschers reeds gemeene zaak met de
nationaal-socialisten. Een deel hunner
UITZETTING VAN EDELKARPERS
IN HET IJSSELMEER.
De Nederlandsche Heidemaatschappij
heeft in overleg met den rijksdienst voor
uitvoering der Zuiderzeesteunwet 10.000
één-jarige kaperrs uitgezet op het z.g.
Kamperzand van de uiterste punt van de
Ramspol op het Kampereiland af.
Daar het verzoetingsproces van water
in het IJsselmeer langzaam voortschrijdt
en er langs de kust tusschen de mondin
gen van Keteldiep en Ganzediep een
breede strook water bijna geheel zoet is,
mag met vrij groote zekerh'>:'-' worden aan
genomen, dat de karpers daaT wel zullen
groeien.
Dr. Colijn niet geslaagd.
H. M. de Koningin heeft gisteren dr.
Colijn, minister van Staat, ontvangen, die
mededeelde, dat hij niet geslaagd was in
het vormen van een parlementair kabinet.
Vervolgens heeft Hare Majesteit de
heeren jhr. mr. De Geer en mr. Aalberse,
voorzitters van de Christelijk-Historische
en Roomsch-Katholieke Kamer-fracties,
ontvangen.
Daarna heeft H. M. aan dr. Colijn een
nieuwe opdracht verstrekt, thans tot vor
ming van een crisis-kabinet.
Dr. Colijn heeft, als gebruikelijk, xfi-
zocht, die opdracht in beraad te mogen
houden.
Dr. Colijn als een phoenlx uit
zijn asch herrezen.
De opdracht om een crisis-kabinet te
vormen, in tegenstelling tot het z.g. parle
mentaire kabinet, waarvan de eerste op
dracht sprak, schijnt er op te duiden, dat
thans bedoeld wordt een z.g. extra-parle
mentair kabinet.
De partijen aanvaarden dan niet bij
voorbaat de verantwoordelijkheid voor het
nieuwe bewind, waarvoor speciaal de
roomsch-katholieken zoo huiverig waren,
omdat ook de liberalen tot medewerking
waren uitgenoodigd.
Parlementair blijft intusschen zoowel het
eene als het andere, indien het kabinet zijn
steun wenscht te zoeken bij een vaste
meerderheid in de Tweede Kamer. De
formateur geniet echter thans voor de for
matie van zijn crisis-kabinet een groote
vrijheid, doordat hij niet zoo afhankelijk
is van speciale wenschen der partijen.
Het verzoek van dr. Colijn om van de
eerste opdracht ontheven te worden, wijst
er op, dat hij voornemens is ook het crisis
kabinet op de breedere basis der vijf
groote partijen te vestigen en niet te vol
doen aan het verzoek der Roomsch-Katho-
lieken om de liberalen bij de formatie van
zijn kabinet prijs te geven.
Deze standvastigheid om zich niet te
vreden te stellen met halve oplossingen,
waarin het radicale element een grooter
overwicht had verkregen, siert hem.
NEDERLANDSCHE VISSCHERS
OP DEN DUITSCHEN RIJN.
Kritiek van nat.-soc. kant.
De National Ztg., het nat. soc. orgaan
te Essen, schrijft, dat de aal-visscherij op
den (Duitschen) Rijn bijna uitsluitend
door Nederlanders wordt uitgeoefend, die
het vischrecht in onderpacht hebben van
de Duitsche pachters. Ofschoon het blad
tot de uitspraak komt: „Duitschers heb
ben geen verstand van aalvisscherij; dat
kunnen alleen de Nederlanders" laat het
daarop volgen:
„Telken jare komen 160 tot 170 Neder
landsche schokkers den Rijn op, hetgeen
wil zeggen, dat het Duitsche volk jaarlijks
900.000 Mark voor een verbloemden visch-
invoer aan het buitenland betaalt en bo
vendien een 90.000 Mark aan belasting
derft, omdat de Nederlandsche visschers
geen belasting betalen. Het wordt, naar
het oordeel der Nat. Ztg., hoog tijd, dat
de aalvisscherij in Duitsche handen over
gaat. 160 a 170 Duitsche gezinnen kunnen
er een goed bestaan in vinden, want de
vangst is zoo loonend dat de kosten om
nieuwe vaartuigen en vischgerei er ge
makkelijk uit te bestrijden zijn. De finan
ciering daarvan ligt op den weg van de
Duitsche scheepskredietbank. De werven
zouden voor den bouw van nieuwe sche
pen bestellingen ten bedrage van onge
veer 11 millioen Mark tegemoet kunnen
zien.
De origineele KING Pepermunt.
KING kweekt eiken dag nieuwe
optimisten, dank zij de opwek
kende en verkwikkende eigen
schappen, die het bezit tengevolge
van de bereiding uit een edel
natuurproduct. Ook U zult KING
waardeeren, eenerzijds als een
goedkoope lekkernij met een
heerlijke smaak en geur, ander
zijds om de verfrisschende wer
king, die er van uit gaat.
KING Pepermunt.
Gevolgd door hevigen brand.
Verscheidene gewonden en
één vermiste.
Dinsdagmorgen omstreeks 11 uur is in
do beneden-verdieping van pand 17 aan de
Boompjes te Rotterdam in welk pand zijn
gevestigd het kantoor en het magazijn van
de Koninklijke Pharmaceutische fabrie
ken, voorheen de firma's Brocades, Sthee-
man en Pharmacia, een flesoh met een
chemisch product, vermoedelijk aether
ontploft. In het pand werd een groote
verwoesting aangericht. Er brak dadelijk
ook een felle brand uit, welke alle verdie
pingen van het pand vrijwel onmiddellijk
heeft aangetast. In het pand bevonden
zich op het oogenblik van de ontploffing,
naar schatting een 70 of 75 personen, die
zoo snel mogelijk een goed heenkomen
zochten. Drie van hen zijn zeer ernstig
gewond geraakt, zes anderen moesten
eveneens in het ziekenhuis worden opge
nomen, ongeveer 10 personen konden ter
plaatse worden verbonden en toen men
later op den dag appèl hield1, bleek er één
.jonge man te ontbreken. Of hij in het
pand is omgekomen, is nog niet bekend.
Het huis is totaal uitgebrand en er be
staat op verscheidene plaatsen groot ge
vaar voor het instorten van gedeelten van
muren.
De Rotterdamsche vrijwillige brand
weer heeft op kranige wijze den brand tot
het ééne pand weten te beperken .Aanvan
kelijk hebben beide belendende perceelen
in het eene is het Maashotel en in het
andere zijn een groot aantal kantoren en
een ijzerhandel gevestigd telkens groot
gevaar geloopen.
Het is voor de tweede maal, dat ter
plaatse een zware brand in een opslag
plaats van chemicaliën heeft gewoed. Het
thans verwoeste pand dateerde uit 1905.
De brandweer heeft het vuur met 13
stralen van motorspuiten, 3 vaste straal-
I Pijpen van drijvende stoombrandspuiten
en 6 stralen op de waterleiding bestreden.
Bij het blusschingswerk, dat onder leiding
van hoofdman Bakker stond, is een aantal
brandweerlieden tengevolge van glas
scherven licht gewond geraakt- Zij zijn
allen ter plaatse verbonden.
i
Een ooggetuige vertelt.
Een van de mensehen, die op het oogen
blik van de ontploffing zich vrijwel vóór
het pand van de Pharmaceutische fabrie-
van de Willemsbrug, vertelde ons het
volgende:
Verkrijgbaar bij:
Let op naam op den zelfkant
Vraagt onze Stalen-collectie
Het was even over elven, dat ik opeens
werd opgeschrikt door een oorverdoovende
knal. Glassplinters vlogen mij om de
ooren. Ik hoorde een luid gegil en zag uit
het pand van de Pharmaceutisch fabrie
ken een man naar huiten rennen, temid
den van een wervelwind van splinters,
stroo en stof. Dadelijk daarop joeg een
felle steekvlam uit de deur naar buiten,
welke vlam even plotseling weer verdween.
Nog geen twee tellen later zag ik een man
naar buiten komen, gekleed in een brui
nen overall, welke man brandde als een
fakkel. Even voorbij de deur zakte hü in
een. Vlak achter hem aan kwam een
tweede man waggelend te voorschijn. Deze
greep zich aan de muren vast en zakte
toen op straat ook ineen, tegelijkertijd dat
een derde man naar buiten kwam rennen,
die evenwel op straat gekomen ook al in-
eenzeeg.
Voorbijgangers hebben met hun jassen
de brandende kleeren van den eersten
man gedoofd en hem en de beide anderen
een eind verder gedragen.
Inmiddels kwam het kantoorpersoneel
van de Pharmaceutische fabriek als één
verward kluwen de trap af rollen en vech
tende en worstelende wrongen mannen en
vrouwen zich naar buiten.
Op het dak werden menschen zichtbaar,
die haastig een goed heenkomen zochten.
Juist op dat moment werd er geroepen,
dat er een tweede ontploffing dreigde en
een ieder ging op den loop, om weldra
haastig terug te keeren.
Onderwijl was zoowel beneden als boven
in het pand rook te voorschijn gekomen
en in minder dan geen tijd stond het heele
huis in lichter laaie. Trouwens, al wat ik
hier nu heb verteld, heeft zich in een on
gelooflijk korte tijd afgespeeld.
Na het kantoorpersoneel zijn nog enkele
leden van liet magazijn personeel door den
gewonen uitgang naar buiten gekomen-
Anderen zijn pardoes door de ruiten van
de eerste verdieping op straat gesprongen.
Tot zoover het verhaal van den oogge
tuige.
FEUILLETON
Naar het Engelsch
door
J. VAN DER SLUYS.
(Nadruk verboden.)
23)
Ik weet werkelijk niet boe ik begin
nen moet, zei ze, met een bedeesdheid,
cïie niet geheel en al geveinsd was. ik be-
schouw u als een vriend en ben er ze kei
van dat ik u vertrouwen kan. Maar bet is
zoo moeilijk 0111och, het is maar het
beste 0111 het ronduit te zeggen. Ik »iaaK
mij bezorgd over Arthur en juffrouw
Macdonald... Sheila, zooals wij haar zijn
gaan noemen.
Werkelijk?
Gladys wierp een steelschen buk op
haar metgezel. Zijn gezicht verried even
reinig emotie alsof het uit graniet gehou
wen was; hij was zeer zeker niet van plan
qm haar taak te vergemakkelijken. Maai
ze moest verder gaan.
Ziet u, misschien komt alles terecht,
hiaar dergelijke dingen verontruste
fmand toch, vervolgde ze zacht. Ml
een lief meisje, heel, heel knap en aan-
f|ekkelijk. Eigenlijk geef ik haar ook
,g|en schuld. Maar wie zou zooiets var
Srthur gedacht hebben! Ik. zqn zusU'
hem zijn leven lang gekend liee
^ker niet.
'iIs u bezig 111e te vertellen, dat uw
■Koer gecharmeerd is v®ü juffrouw nc
donald? vroeg Royson toen op effen toon.
Hij is dol verliefd op haar. Is het u
nu duidelijk?
En zij ook op hem?
Ik ik geloof van wel. Waarom
niet?
Ja, waarom niet? Er is eenig verschil
van leeftijd, maar men leest tegenwoordig
wel vaker, dat jonge vrouw-en hun geluk
vinden door zich aan de hoede van veel
oudere mannen toe te vertrouwen. Heeft
hij al met den baron gesproken?
Royson's plotselinge woordenvloed zou
sommige vrouwen misschien van streek
gebracht hebben. Maar Gladys Hethcott
viel heftig uit:
Wat een ouderwetsclie nonsens!
Tegenwoordig v aagt men enkel en alleen
het meisje.
Brrr! Wat een beproeving!
Wees alstublieft niet onaardig. Ik
vraag uw raad, uw sympathie en u maakt
van mijn moeilijkheden een grapje.
Het spijt me. dat u dat denkt. Ik moet
een ongekenden zin voor humor hebben;
ik zelf kan namelijk niets grappigs vin
den in hetgeen u gezegd hebt. Ik begrijp
zelfs niet precies, wat de moeilijkheid is.
Uw broer zal vermoedelijk toch wel eens
trouwen. Waarom zou zijn vrouw niet
mooi zijn en misschien nog een flinke
bruidsschat meebrengen?
Ja, dat weet ik wel. Ik geloof ook,
dat het in vele opzichten een aardig paar
zou zijn.
Waarom moet ik dan eigenlijk raad
Gladys bloosde en haar lippen trilden
een weinig.
U hoeft niet zoo onaardig te zijn,
protesteerde ze.
Toen lachte hij plotseling en viel uit:
Ik vrees, dat ik vanmiddag in een
slecht humeur ben, juffrouw Hethcott. Ik
ben bang, dat ik heusch iets onaardigs
zou zeggen als ik door bleef praten. Laat
ik u daarom een goeden raad geven. Loop
geen stap verder met mij. Den volgenden
keer dat ik u weer ontmoet, zal ik mijn
excuses maken.
Hij stond stil en nam zijn hoed af. De
vrouw zou haar tong wel hebben willen
afbijten, want het gesprek, waarvan zij
zooveel verwacht had, was tot een misluk
king gedoemd.
Ik moest er met iemand over spre
ken, stamelde zij, met echte tranen in haar
oogen. Maar het moet een geheim tus
schen ons tweeën blijven. Arthur zou het
mij nooit vergeven, als hij hoorde, dat Ik
over zijn particuliere aangelegenheden
met iemand gesproken had zelfs met
een vriend als u.
Maak u daar geen zorgen over. Tot
ziens.
Hij liep snel door, terwijl hij zichzelf
voor dwaas uitmaakte. Een onzinnig
schepsel, met wie hij voor geen geld ter
wereld zou willen trouwen, had het pant
ser vernield, dat hij 0111 zijn eigen gevoe
lens had aangebracht. Waarom zou hij de
bittere waarheid nog langer verbloemen?
Hij hield van Sheila. Zij was de vrouw-
van wie hij zijn leven lang gedroomd had.
E11 1111 zou zij een ander toebehooren.
Gladys Hethcott had hier natuurlijk de
hand in. Broeder en zuster hadden zich
stilzwijgend verbonden 0111 Sheila en hem
van elkaar af te houden. Zelfs die idiote
detectives waren in het complot met hun
dwaze wenken om Hethcott's huis te ver
mijden en „The Homestead" bepaald te
schuwen.
Voor den0, het was kinderachtig
om te vloeken! Kon hij maar zijn koffers
pakken en nog dezen avond dit oord ver
laten! Misschien zou Hobbs er wel van af
willen zien, hem bij het onderzoek te
hooren.
Hij smeet de deur open. Jack en Geor-
gette hielden een vriendschappelijke stoei
partij op de mat, maar de terrier sprong
hem vroolijk tegemoet. Georgette kwam
bedaarder, al spinnende en met den staart
in de hoogte.
Juffrouw Smithers! riep hij met een
commando-stem.
Ja kapitein, en de gezette figuur van
zijn kostjuffrouw verscheen in de deur.
Een vrouw uit het dorp komt hier
omstreeks half zeven. Ik beloofde haar
vijf shilling voor de kat, die zij beweert,
dat van haar is. I11 ieder geval, geef haar
vijf shilling en de kat op den koop toe,
als 11 haar niet houden wil.
Juffrouw Smithers, die een groot men-
schenkenster was, begreep dadelijk, dat
er iets ernstigs met haar pensiongast aan
de hand was,
Ja kapitein, zei ze. En toch glim
lachte ze.
Ik moet naar Wooleraft.U hoeft
voor mij niet voor eten te zorgen!
Goed, kapitein. Maar er ligt een
briefje voor u op de tafel. Het was on
der de deur ges' lioven.
Royson stormde als een donderwolk de
kamer in. Hij wensehte van ganscher
harte, dat hij een goed rijpaard inplaats
van een fiets bezat, Een snelle galop van
twaalf mijlen zou het best opwekkende
middel zyn, dat men zich denken kon.
Toen nam hij het briefje op. Zijn pols
ging wat sneller toen hij het adres las.
Hij riep juffrouw Smithers opnieuw,
maar dezen kear klonk zijn stem heel
anders.
Mijn tocht naar Wooleraft gaat niet
door, verklaarde hij, terwijl hij min of
meer schaapachtig lachte. Het is mis
schien wel wat dwaas van me, maar als
die vrouw, die beweert dat Georgette van
haar is, komt, geef haar dan dit biljet
van een pond.
Ik denk er niet over! verklaarde
juffrouw Smithers. Een pond voor een
doodgewoon katje! Heb je ooit zulken on
zin gehoord? En nu zou ik wel eens wil
len weten, wie dat vrouwspersoon is.
Wacht maar tot ze komt.
Maar, juffrouw Smithers, ik zou
Georgette voor geen honderd pond kwijt
willen zijn!
Neen, naturlijk niet. Ze zullen het
u ook heusch niet aanbieden.
Maar werkelijk, ik zou dolgraag wil
len, dat die vrouw het geld kreeg. Maak
haar geen standjes. Ze vroeg maar vijf
shilling.
En dat is alles wat zij krijgen zal.
Waarom geeft ze haar katten niet behoor
lijk te eten? Toen dat beest hier binnen
kwam, was het uitgehongerd. Zijn ribben
staken uit als de tralies in een vogelkooi.
En nou hebben ze met z'n tweeën, die
dekselsche hond en die kat, een pond
vleesch, dat ik voor uw avondeten had,
soldaat gemaakt. Gulzigaards en dieven
zjjn het allebei.
Royson nam, wat zij zeide, natuurlijk
letterlijk op.
Ik zal wel met Jack afrekenen, ant
woordde hij, maar de kat staat boven
de wet... Hier, jij ruige snoodaard!
Kapitein! jammerde juffr. Smithers,
die met een verschrikte uitdruk-
king op haar dikke, roode gezicht. Sla
die armen hond alstublieft niet. 't Is
heelemaal mijn schuld. Ik heb ze het
vleesch gegeven. Ik.ik heb het briefje
van juffrouw Sheila gelezen, 't Kwam al
lemaal door die feeks, die op een man uit
is, de zuster van den advocaat.
Royson begreep er niets meer van.
Wat zegt u? vroeg hij.
Juffrouw Smithers bracht een punt
van haar schort naar haar oogen.
Ze liep me overal na, waarachtig!
kw-am met horten en stooten de verkla
ring.
Moest weten w aar u was en kletste
maar over haar broer en Sheila. Maar ik
heb 'r lekker de w aarheid gezegd.
Juffrouw Smithers.weet u, wat
meneer Furneaux van u zei?
Wat zegt u? Meneer Furneaux? Hij
sloeg zoo door.
Hij is een genie. Hij wist dadelijk
uw goede hoedanigheden te waardeeren.
Maar ik moet weg. Later zullen we wel
eens samen praten. Krijg ik wat warm
water van u? Dan is u een beste.
Hij kleedde zich in een oogwenk en
was bezig Jack aan het verstand te bren
gen dat hij hem tot zijn spijt thuis moest
laten, toen agent Roberts op zijn fiets
aan kwam rijden.
Ik ben blij, dat ik u nog net tref,
meneer, begon hij. Brigadier Jackson
dacht, dat liet u wel interesseeren zou,
dat die schuit, de Jeanne, met het getij
het anker gelicht heeft en nu al een eind
uit de kust is.
Prachtig! zei Royson, ik schijn mij
daar leelijk te hebben vergist.
(Wordt vervolgd.)