i S. I. UlinUSEI i In. Vreemde kapers op de kust. TOBRALCO NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlandsch overzicht. DONDERDAG 18 MEI 1933 61ste JAARGANG Een beroep van Roosevelt op de volkeren. - De aansluiting van Oostenrijk bij Duitschland. - De oorlog tusschen China en Japan. De kabinetscrisis. Wat is het geheim van een vroolijk gezicht? Zware ontploffing aan de Boompjes te Rotterdam. in 50 dessins, kleur-eoht, - wasch-echt, per el. HE COUKAH1Y Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f l 60- voor Koegras, Anna Pauiowna, Breezand, Wieringen en Texel f t.Lfbi'nnen- mail piï' i ,°St" e" West'Indië Per zeepost f 2.10, idem per r,n fnTl'TJf 3,2°- L0SSC nos- 4ct.; fr. p.p. 6ct. Zondagsblad P- -oO 0..Q, f 0..0,f 1Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, f 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct. - Roosevelt heelt een beroep gedaan op de volkeren, waarin hij allereerst de na druk legt op de noodzakelijkheid om de wapeningen te verminderen, de aanvals wapenen geheel af te schaffen en zich te onthouden van het zenden van troepen van welken aard ook buiten de lands grenzen, de „kleinzielige" nationale doel einden te vergeten en oprecht deel te ns- men aan de beweging tot verzekering van den vrede en de. economische ophef fing. Hoover zegt o.m. in zijn boodschap: Het geluk, de welvaart, ja, het leven van de mannen en vrouwen in deze we reld hangen van de beslissingen af, welke de regeeringen in de naaste toe komst zullen treffen. De wereld kan niet op lang sleepende beraadslagingen wach ten; zij heeft in plaats van den tegen- woordigen chaos spoedige orde noodig door stabilisatie der valuta's, ontdooiing van de kanalen van den wereldhandel en door internationale stappen tot verhoo ging van het prijsniveau. Kort gezegd, de binnenlandsche maat regelen moeten door internationale sa menwerking aangevuld worden. De ont wapeningsconferentie, die reeds meer dan een jaar bijeen is, heeft nog geen bevredigende beslissingen kunnen ne men. Steeds nog stooten tegengestelde doeleinden op gevaarlijke wijze op elkan der. Het is plicht een practisch resultaat te bereiken, dat aan zooveel mogelijk naties nut geeft. De redenen van wapening, ondanks het bittere gevaar van een wereldoorlog zijn lste, hoewel bij slechts enkele naties, de wensch om hun gebied op kosten van anderen uit te breiden, 2de de vrees van vele regeeringen voor een vijandelijken overval. De meeste staten wenschen de handhaving van bovenmatige wapenin gen niet, omdat ze zelf willen aanvallen, maar omdat ze een aanval van andere zijde vreezen. Daarin ligt een zekere rechtvaardiging, want de moderne aan valswapenen zijn veel sterker dan de ver dedigingsmiddelen. De naties zullen automatisch een ge voel krijgen van veiligheid, als zij eens gezind toestemmen in het aanschaffen en niet gebruiken van aanvalswapenen. Dat is tenslote het uiteindelijk doel van het ontwapeningsconferentie. Drie etappen liggen voor ons, waarin alle naties moeten toestemmen: 1. oogen- blikkelijke maatregelen in den zin van het plan MacDonald; 2. het verkrijgen van overeensteming betreffende den da tum en het verdere optreden tot het doen van de volgende stappen; 8. overeenstem ming dat gedurende den tijd van den eer stén en de volgende stappen geen natie haar bewapening zal verhoogen boven do haar bij verdrag toegekende sterkte. Maar de vrede in de wereld moet ver zekerd zijn gedurende de geheele ontwa peningsperiode. Ik stel daarom een vier den stap voor en wel parallel met en vol komen afhankelijk van de nakoming van deze drie voorschriften en onder voorbe houd der bestaande verdragen: Alle staten der wereld moeten een plechtig en definitief niet-aanvalspact sluiten. Zij moeten plechtig de verplich ting bevestigen, welke zij op zich hebben genomen voor de beperking en vermin dering van hun bewapeningen en mits deze verplichtingen getrouw worden ver vuld door alle staten-onderteekenaars ieder voor zich de verklaring afleggen, geen bewapende macht, van welken aard ook, over haar grenzen te zenden. Roosevelt doet voor Amerika de be lofte, dat het aan een consultatief ver drag en een niet aanvalsverdrag zal deel nemen. Daardoor zal Duitschland tegen elke aanval beschermd zijn en kan het aanvalswapenen ontberen. Frankrijk zou dan gedwongen zijn, kleur te bekennen. In tegenstelling met de oude diploma tieke practijk is de boodschap van Roose velt direct gericht tot de koningen, pre sidenten en machthebbers der 44 staten, welke op de oeconomische conferentie vertegenwoordigd zullen zijn, daaronder begrepen de Sowjet-Unie. De aansluiting van Duitschland bij Oostenrijk, de vervulling van de „Groot- Duitsche" gedachte dus, wordt door de Nationaal-socialisten vurig verlangd en het is in het geheel niet onmogelijk dat deze wensch binnen afzienbaren tijd in vervuling zal gaan. Naar Wloff nu uit Weenen meldt, hebben Proksch, de landsaanvoerder van de Nationaal-socia- j listische arbeiderspartij in Oostenrijk, en Foppa, de voorzitter van de Groot-Duit- sche volkspartij Maandag te Linz een overeenkomst getroffen over de toetre ding van de Groot-Duitsche volkspartij tot het nationale eenheidsfront. Daarin zeggen zij o.a.: De eindstrijd om Oostenrijk is begon nen. De fronten zijn duidelijk. Aan den j eenen kant staat een regeering, die nog j slechts een kleine minderheid des volks achter zich heeft. Daar tegenover staat het nationale front, dat de overwegende meerderheid van het Duitsche volk in1 Oostenrijk omvat en dat zich met een duidelijke en welbewuste afwijzing van een zelfstandigheid van Oostenrijk in den geest van het voorschrift van St. j Germain verklaart voor een lotsgemeen- schap van het gansche Duitsche volk en voor de gedachte van de aaneensluiting van Oostenrijk met het Duitsche Rijk. De beslisingsstrijd tusschen beide fron ten vereischt de vaste aaneensluiting van het nationale eenheidsfront. Op grond van deze erkenning hebben de N.S.D.A.P. in Oostenrijk en de Groot- Duitsche volkspartij de volgende over eenkomst gesloten: „Met het oog op de gemeenschappe lijke geestelijke goed in hun program ma's in nationaal opzicht onvoorwaarde lijke bekentenis tot Groot-Duitschland, in sociaal opzicht volksgemeenschap zonder klassestrijd sluit de Groot-Duitsche volkspartij onder behoud van haar zelf- standigheid aan bij het strijdverbond, dat door de nationaal-socialistische Duit- sche arbeiderspartij gesloten is met de Duitsch-Oostenrijksche (Stiermarker) vertegenwoordigers en aanhangers was reeds naar de N.S.D.A.P. overgeloopen. De Groot-Duitsche volkspartij stond voor haar ontbinding. Op deze wijze redt zij in schijn haar naam en redden haar over gebleven vertegenwoordigers misschien nog hun zetels. De Weensche corr. van de Nw. Rott. Crt. seint aan zijn blad dat het besluit van - de Groot-Duitschers, gezien het voorbeeld van de Stiermarker burger wacht, feitelijk op een opgaan in de nazi's neerkomt. De strijd tusschen China en Japan blijft onverkwikkelijk. Iedere strijd is onverkwikkelijk en iedere oorlog uit den booze, maar het optreden van Japan in China is wel zoo verregaand onbe schaamd, dat zelfs de anti-militairist zijn vingers voelt tintelen om Japan een af rammeling toe te dienen. Men leze b.v. het volgende Reuterbericht om zicht te er geren aan de methoden van Japan ten opzichte van haar optreden in China: De Japansche opperbevelhebber in Mantsjoerije, veldmaarschalk Noboejosji, heeft verklaard, dat als de Chineezen hun provoceerende houding opgeven en hun troepen van de grenslijn verwijderen, de Japansche bevelhebbers hun troepen zullen terugtrekken tot de oorspronke lijke posities langs den Grooten Muur en dat zij zich er dan toe zullen bepalen de rust en de vrede in Mantsjoerije te hand haven. Indien de Chineezen hun houding echter niet wijzigen, aldus maarschalk Moeto, dan zullen wij onze actie met grimmige vastberadenheid voortzetten. Intusschen duren de gevechten voort. In den strijd bij de Loean-rivier zijn tal rijke slechtoffers gevallen. Te Tientsin heerseht groote verwarring. Is het niet om uit je vel te springen, om eens een heel populaire uitdruking te ge bruiken. Een ander bericht, betreffende den strijd, deelt mede: Uit Shanghai wordt officieus gemeld, dat twee Chineesche legercorpsen, die zich in de provincie Sjansi bevinden, mo biel wroden gemaakt om naar Peking te worden overgebracht. De sterkte der in den omtrek van Peking en in de stad zelf geconcentreerde troepen wordt geschat op 200,000 man. Heimatschutz. De ontembare drang tot aaneensluiting bij het huidige Duitsch land is een bekentenis van het Oostenrijk- sche volk tot het nieuwe Duitschland. Dat sluit in zich de plaatsing onder Adolf Hitier als de aanvoerder van het geheele Duitsche volk. In dit ernstige i uur, dat beslist over het Duitsche lot, trekt het nationale Duitsche eenheids front op tegen alle vijanden van de Duit- jsche eenheid, vrijheid en grootheid, vast besloten te volharden tot aan de over- 1 winning." Tot zoover Wolff. Het besluit van de Groot-Duitsche volkspartij is niet meer dan een beweging van den bestaanden toestand. Overal maakten de Groot- Duitschers reeds gemeene zaak met de nationaal-socialisten. Een deel hunner UITZETTING VAN EDELKARPERS IN HET IJSSELMEER. De Nederlandsche Heidemaatschappij heeft in overleg met den rijksdienst voor uitvoering der Zuiderzeesteunwet 10.000 één-jarige kaperrs uitgezet op het z.g. Kamperzand van de uiterste punt van de Ramspol op het Kampereiland af. Daar het verzoetingsproces van water in het IJsselmeer langzaam voortschrijdt en er langs de kust tusschen de mondin gen van Keteldiep en Ganzediep een breede strook water bijna geheel zoet is, mag met vrij groote zekerh'>:'-' worden aan genomen, dat de karpers daaT wel zullen groeien. Dr. Colijn niet geslaagd. H. M. de Koningin heeft gisteren dr. Colijn, minister van Staat, ontvangen, die mededeelde, dat hij niet geslaagd was in het vormen van een parlementair kabinet. Vervolgens heeft Hare Majesteit de heeren jhr. mr. De Geer en mr. Aalberse, voorzitters van de Christelijk-Historische en Roomsch-Katholieke Kamer-fracties, ontvangen. Daarna heeft H. M. aan dr. Colijn een nieuwe opdracht verstrekt, thans tot vor ming van een crisis-kabinet. Dr. Colijn heeft, als gebruikelijk, xfi- zocht, die opdracht in beraad te mogen houden. Dr. Colijn als een phoenlx uit zijn asch herrezen. De opdracht om een crisis-kabinet te vormen, in tegenstelling tot het z.g. parle mentaire kabinet, waarvan de eerste op dracht sprak, schijnt er op te duiden, dat thans bedoeld wordt een z.g. extra-parle mentair kabinet. De partijen aanvaarden dan niet bij voorbaat de verantwoordelijkheid voor het nieuwe bewind, waarvoor speciaal de roomsch-katholieken zoo huiverig waren, omdat ook de liberalen tot medewerking waren uitgenoodigd. Parlementair blijft intusschen zoowel het eene als het andere, indien het kabinet zijn steun wenscht te zoeken bij een vaste meerderheid in de Tweede Kamer. De formateur geniet echter thans voor de for matie van zijn crisis-kabinet een groote vrijheid, doordat hij niet zoo afhankelijk is van speciale wenschen der partijen. Het verzoek van dr. Colijn om van de eerste opdracht ontheven te worden, wijst er op, dat hij voornemens is ook het crisis kabinet op de breedere basis der vijf groote partijen te vestigen en niet te vol doen aan het verzoek der Roomsch-Katho- lieken om de liberalen bij de formatie van zijn kabinet prijs te geven. Deze standvastigheid om zich niet te vreden te stellen met halve oplossingen, waarin het radicale element een grooter overwicht had verkregen, siert hem. NEDERLANDSCHE VISSCHERS OP DEN DUITSCHEN RIJN. Kritiek van nat.-soc. kant. De National Ztg., het nat. soc. orgaan te Essen, schrijft, dat de aal-visscherij op den (Duitschen) Rijn bijna uitsluitend door Nederlanders wordt uitgeoefend, die het vischrecht in onderpacht hebben van de Duitsche pachters. Ofschoon het blad tot de uitspraak komt: „Duitschers heb ben geen verstand van aalvisscherij; dat kunnen alleen de Nederlanders" laat het daarop volgen: „Telken jare komen 160 tot 170 Neder landsche schokkers den Rijn op, hetgeen wil zeggen, dat het Duitsche volk jaarlijks 900.000 Mark voor een verbloemden visch- invoer aan het buitenland betaalt en bo vendien een 90.000 Mark aan belasting derft, omdat de Nederlandsche visschers geen belasting betalen. Het wordt, naar het oordeel der Nat. Ztg., hoog tijd, dat de aalvisscherij in Duitsche handen over gaat. 160 a 170 Duitsche gezinnen kunnen er een goed bestaan in vinden, want de vangst is zoo loonend dat de kosten om nieuwe vaartuigen en vischgerei er ge makkelijk uit te bestrijden zijn. De finan ciering daarvan ligt op den weg van de Duitsche scheepskredietbank. De werven zouden voor den bouw van nieuwe sche pen bestellingen ten bedrage van onge veer 11 millioen Mark tegemoet kunnen zien. De origineele KING Pepermunt. KING kweekt eiken dag nieuwe optimisten, dank zij de opwek kende en verkwikkende eigen schappen, die het bezit tengevolge van de bereiding uit een edel natuurproduct. Ook U zult KING waardeeren, eenerzijds als een goedkoope lekkernij met een heerlijke smaak en geur, ander zijds om de verfrisschende wer king, die er van uit gaat. KING Pepermunt. Gevolgd door hevigen brand. Verscheidene gewonden en één vermiste. Dinsdagmorgen omstreeks 11 uur is in do beneden-verdieping van pand 17 aan de Boompjes te Rotterdam in welk pand zijn gevestigd het kantoor en het magazijn van de Koninklijke Pharmaceutische fabrie ken, voorheen de firma's Brocades, Sthee- man en Pharmacia, een flesoh met een chemisch product, vermoedelijk aether ontploft. In het pand werd een groote verwoesting aangericht. Er brak dadelijk ook een felle brand uit, welke alle verdie pingen van het pand vrijwel onmiddellijk heeft aangetast. In het pand bevonden zich op het oogenblik van de ontploffing, naar schatting een 70 of 75 personen, die zoo snel mogelijk een goed heenkomen zochten. Drie van hen zijn zeer ernstig gewond geraakt, zes anderen moesten eveneens in het ziekenhuis worden opge nomen, ongeveer 10 personen konden ter plaatse worden verbonden en toen men later op den dag appèl hield1, bleek er één .jonge man te ontbreken. Of hij in het pand is omgekomen, is nog niet bekend. Het huis is totaal uitgebrand en er be staat op verscheidene plaatsen groot ge vaar voor het instorten van gedeelten van muren. De Rotterdamsche vrijwillige brand weer heeft op kranige wijze den brand tot het ééne pand weten te beperken .Aanvan kelijk hebben beide belendende perceelen in het eene is het Maashotel en in het andere zijn een groot aantal kantoren en een ijzerhandel gevestigd telkens groot gevaar geloopen. Het is voor de tweede maal, dat ter plaatse een zware brand in een opslag plaats van chemicaliën heeft gewoed. Het thans verwoeste pand dateerde uit 1905. De brandweer heeft het vuur met 13 stralen van motorspuiten, 3 vaste straal- I Pijpen van drijvende stoombrandspuiten en 6 stralen op de waterleiding bestreden. Bij het blusschingswerk, dat onder leiding van hoofdman Bakker stond, is een aantal brandweerlieden tengevolge van glas scherven licht gewond geraakt- Zij zijn allen ter plaatse verbonden. i Een ooggetuige vertelt. Een van de mensehen, die op het oogen blik van de ontploffing zich vrijwel vóór het pand van de Pharmaceutische fabrie- van de Willemsbrug, vertelde ons het volgende: Verkrijgbaar bij: Let op naam op den zelfkant Vraagt onze Stalen-collectie Het was even over elven, dat ik opeens werd opgeschrikt door een oorverdoovende knal. Glassplinters vlogen mij om de ooren. Ik hoorde een luid gegil en zag uit het pand van de Pharmaceutisch fabrie ken een man naar huiten rennen, temid den van een wervelwind van splinters, stroo en stof. Dadelijk daarop joeg een felle steekvlam uit de deur naar buiten, welke vlam even plotseling weer verdween. Nog geen twee tellen later zag ik een man naar buiten komen, gekleed in een brui nen overall, welke man brandde als een fakkel. Even voorbij de deur zakte hü in een. Vlak achter hem aan kwam een tweede man waggelend te voorschijn. Deze greep zich aan de muren vast en zakte toen op straat ook ineen, tegelijkertijd dat een derde man naar buiten kwam rennen, die evenwel op straat gekomen ook al in- eenzeeg. Voorbijgangers hebben met hun jassen de brandende kleeren van den eersten man gedoofd en hem en de beide anderen een eind verder gedragen. Inmiddels kwam het kantoorpersoneel van de Pharmaceutische fabriek als één verward kluwen de trap af rollen en vech tende en worstelende wrongen mannen en vrouwen zich naar buiten. Op het dak werden menschen zichtbaar, die haastig een goed heenkomen zochten. Juist op dat moment werd er geroepen, dat er een tweede ontploffing dreigde en een ieder ging op den loop, om weldra haastig terug te keeren. Onderwijl was zoowel beneden als boven in het pand rook te voorschijn gekomen en in minder dan geen tijd stond het heele huis in lichter laaie. Trouwens, al wat ik hier nu heb verteld, heeft zich in een on gelooflijk korte tijd afgespeeld. Na het kantoorpersoneel zijn nog enkele leden van liet magazijn personeel door den gewonen uitgang naar buiten gekomen- Anderen zijn pardoes door de ruiten van de eerste verdieping op straat gesprongen. Tot zoover het verhaal van den oogge tuige. FEUILLETON Naar het Engelsch door J. VAN DER SLUYS. (Nadruk verboden.) 23) Ik weet werkelijk niet boe ik begin nen moet, zei ze, met een bedeesdheid, cïie niet geheel en al geveinsd was. ik be- schouw u als een vriend en ben er ze kei van dat ik u vertrouwen kan. Maar bet is zoo moeilijk 0111och, het is maar het beste 0111 het ronduit te zeggen. Ik »iaaK mij bezorgd over Arthur en juffrouw Macdonald... Sheila, zooals wij haar zijn gaan noemen. Werkelijk? Gladys wierp een steelschen buk op haar metgezel. Zijn gezicht verried even reinig emotie alsof het uit graniet gehou wen was; hij was zeer zeker niet van plan qm haar taak te vergemakkelijken. Maai ze moest verder gaan. Ziet u, misschien komt alles terecht, hiaar dergelijke dingen verontruste fmand toch, vervolgde ze zacht. Ml een lief meisje, heel, heel knap en aan- f|ekkelijk. Eigenlijk geef ik haar ook ,g|en schuld. Maar wie zou zooiets var Srthur gedacht hebben! Ik. zqn zusU' hem zijn leven lang gekend liee ^ker niet. 'iIs u bezig 111e te vertellen, dat uw ■Koer gecharmeerd is v®ü juffrouw nc donald? vroeg Royson toen op effen toon. Hij is dol verliefd op haar. Is het u nu duidelijk? En zij ook op hem? Ik ik geloof van wel. Waarom niet? Ja, waarom niet? Er is eenig verschil van leeftijd, maar men leest tegenwoordig wel vaker, dat jonge vrouw-en hun geluk vinden door zich aan de hoede van veel oudere mannen toe te vertrouwen. Heeft hij al met den baron gesproken? Royson's plotselinge woordenvloed zou sommige vrouwen misschien van streek gebracht hebben. Maar Gladys Hethcott viel heftig uit: Wat een ouderwetsclie nonsens! Tegenwoordig v aagt men enkel en alleen het meisje. Brrr! Wat een beproeving! Wees alstublieft niet onaardig. Ik vraag uw raad, uw sympathie en u maakt van mijn moeilijkheden een grapje. Het spijt me. dat u dat denkt. Ik moet een ongekenden zin voor humor hebben; ik zelf kan namelijk niets grappigs vin den in hetgeen u gezegd hebt. Ik begrijp zelfs niet precies, wat de moeilijkheid is. Uw broer zal vermoedelijk toch wel eens trouwen. Waarom zou zijn vrouw niet mooi zijn en misschien nog een flinke bruidsschat meebrengen? Ja, dat weet ik wel. Ik geloof ook, dat het in vele opzichten een aardig paar zou zijn. Waarom moet ik dan eigenlijk raad Gladys bloosde en haar lippen trilden een weinig. U hoeft niet zoo onaardig te zijn, protesteerde ze. Toen lachte hij plotseling en viel uit: Ik vrees, dat ik vanmiddag in een slecht humeur ben, juffrouw Hethcott. Ik ben bang, dat ik heusch iets onaardigs zou zeggen als ik door bleef praten. Laat ik u daarom een goeden raad geven. Loop geen stap verder met mij. Den volgenden keer dat ik u weer ontmoet, zal ik mijn excuses maken. Hij stond stil en nam zijn hoed af. De vrouw zou haar tong wel hebben willen afbijten, want het gesprek, waarvan zij zooveel verwacht had, was tot een misluk king gedoemd. Ik moest er met iemand over spre ken, stamelde zij, met echte tranen in haar oogen. Maar het moet een geheim tus schen ons tweeën blijven. Arthur zou het mij nooit vergeven, als hij hoorde, dat Ik over zijn particuliere aangelegenheden met iemand gesproken had zelfs met een vriend als u. Maak u daar geen zorgen over. Tot ziens. Hij liep snel door, terwijl hij zichzelf voor dwaas uitmaakte. Een onzinnig schepsel, met wie hij voor geen geld ter wereld zou willen trouwen, had het pant ser vernield, dat hij 0111 zijn eigen gevoe lens had aangebracht. Waarom zou hij de bittere waarheid nog langer verbloemen? Hij hield van Sheila. Zij was de vrouw- van wie hij zijn leven lang gedroomd had. E11 1111 zou zij een ander toebehooren. Gladys Hethcott had hier natuurlijk de hand in. Broeder en zuster hadden zich stilzwijgend verbonden 0111 Sheila en hem van elkaar af te houden. Zelfs die idiote detectives waren in het complot met hun dwaze wenken om Hethcott's huis te ver mijden en „The Homestead" bepaald te schuwen. Voor den0, het was kinderachtig om te vloeken! Kon hij maar zijn koffers pakken en nog dezen avond dit oord ver laten! Misschien zou Hobbs er wel van af willen zien, hem bij het onderzoek te hooren. Hij smeet de deur open. Jack en Geor- gette hielden een vriendschappelijke stoei partij op de mat, maar de terrier sprong hem vroolijk tegemoet. Georgette kwam bedaarder, al spinnende en met den staart in de hoogte. Juffrouw Smithers! riep hij met een commando-stem. Ja kapitein, en de gezette figuur van zijn kostjuffrouw verscheen in de deur. Een vrouw uit het dorp komt hier omstreeks half zeven. Ik beloofde haar vijf shilling voor de kat, die zij beweert, dat van haar is. I11 ieder geval, geef haar vijf shilling en de kat op den koop toe, als 11 haar niet houden wil. Juffrouw Smithers, die een groot men- schenkenster was, begreep dadelijk, dat er iets ernstigs met haar pensiongast aan de hand was, Ja kapitein, zei ze. En toch glim lachte ze. Ik moet naar Wooleraft.U hoeft voor mij niet voor eten te zorgen! Goed, kapitein. Maar er ligt een briefje voor u op de tafel. Het was on der de deur ges' lioven. Royson stormde als een donderwolk de kamer in. Hij wensehte van ganscher harte, dat hij een goed rijpaard inplaats van een fiets bezat, Een snelle galop van twaalf mijlen zou het best opwekkende middel zyn, dat men zich denken kon. Toen nam hij het briefje op. Zijn pols ging wat sneller toen hij het adres las. Hij riep juffrouw Smithers opnieuw, maar dezen kear klonk zijn stem heel anders. Mijn tocht naar Wooleraft gaat niet door, verklaarde hij, terwijl hij min of meer schaapachtig lachte. Het is mis schien wel wat dwaas van me, maar als die vrouw, die beweert dat Georgette van haar is, komt, geef haar dan dit biljet van een pond. Ik denk er niet over! verklaarde juffrouw Smithers. Een pond voor een doodgewoon katje! Heb je ooit zulken on zin gehoord? En nu zou ik wel eens wil len weten, wie dat vrouwspersoon is. Wacht maar tot ze komt. Maar, juffrouw Smithers, ik zou Georgette voor geen honderd pond kwijt willen zijn! Neen, naturlijk niet. Ze zullen het u ook heusch niet aanbieden. Maar werkelijk, ik zou dolgraag wil len, dat die vrouw het geld kreeg. Maak haar geen standjes. Ze vroeg maar vijf shilling. En dat is alles wat zij krijgen zal. Waarom geeft ze haar katten niet behoor lijk te eten? Toen dat beest hier binnen kwam, was het uitgehongerd. Zijn ribben staken uit als de tralies in een vogelkooi. En nou hebben ze met z'n tweeën, die dekselsche hond en die kat, een pond vleesch, dat ik voor uw avondeten had, soldaat gemaakt. Gulzigaards en dieven zjjn het allebei. Royson nam, wat zij zeide, natuurlijk letterlijk op. Ik zal wel met Jack afrekenen, ant woordde hij, maar de kat staat boven de wet... Hier, jij ruige snoodaard! Kapitein! jammerde juffr. Smithers, die met een verschrikte uitdruk- king op haar dikke, roode gezicht. Sla die armen hond alstublieft niet. 't Is heelemaal mijn schuld. Ik heb ze het vleesch gegeven. Ik.ik heb het briefje van juffrouw Sheila gelezen, 't Kwam al lemaal door die feeks, die op een man uit is, de zuster van den advocaat. Royson begreep er niets meer van. Wat zegt u? vroeg hij. Juffrouw Smithers bracht een punt van haar schort naar haar oogen. Ze liep me overal na, waarachtig! kw-am met horten en stooten de verkla ring. Moest weten w aar u was en kletste maar over haar broer en Sheila. Maar ik heb 'r lekker de w aarheid gezegd. Juffrouw Smithers.weet u, wat meneer Furneaux van u zei? Wat zegt u? Meneer Furneaux? Hij sloeg zoo door. Hij is een genie. Hij wist dadelijk uw goede hoedanigheden te waardeeren. Maar ik moet weg. Later zullen we wel eens samen praten. Krijg ik wat warm water van u? Dan is u een beste. Hij kleedde zich in een oogwenk en was bezig Jack aan het verstand te bren gen dat hij hem tot zijn spijt thuis moest laten, toen agent Roberts op zijn fiets aan kwam rijden. Ik ben blij, dat ik u nog net tref, meneer, begon hij. Brigadier Jackson dacht, dat liet u wel interesseeren zou, dat die schuit, de Jeanne, met het getij het anker gelicht heeft en nu al een eind uit de kust is. Prachtig! zei Royson, ik schijn mij daar leelijk te hebben vergist. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 1