KAPITEIN KLAKKEBOS GAAT NAAR AMERIKA De kleine roode stoei. RAADSELS. Anneke wordt onderwijzeres door ELISE MARTIN. was op de kweekschool. Zij A.nnL hoogste klas, nog een jaar en zatzjj onderwijzeres zijn en zich I 0n de fröbelklas toeleggen, speciaa ezeujge kleine kinderen i n haar heele hart. Maar juist had je vacantie op een paar dagen na toe" was en zi dus weer haar intrede °n> hoogste klasse zou doen, kwam ar met zijn treurige tijding thuis, hii zijn ontslag gekregen had en dat ao heele fabriek, waar hij opzich- dat oe_ was stil gelegd door de Dat was een slag voor ter Mo tiiden. Dat was een siag voor fnie want zij begreep heel goed, dat igeen sprake was van naar de kweekschool gaan ^Ifzi^de Put, er scheen heele- *ail geen uitweg voor haar te zijn. m de huishouding was niet veel te Als Moeder en Annie des mor- flink aanpakten, waren zij des was, er n".?®qo1 gaan, want waar moesten het geld vandaan halen? Ach middags klaar. Annie wist niet wat zij met die lange middagen moest doen en besloot daarom of zij niet eens kon probeeren ergens werk te krijgen. Zij ging eens naar de bibliotheek om te vragen of zij daar helpen kon, maar i was bezet. Zij wendde zich naar verschillende andere zaken, doch de plaats waar zij woonde was klein en het leek wel of iedere plaats was in genomen. Op een middag dat zij in haar ka mertje moedeloos zat te dommelen, kwam haar vriendin Knnenstormen er: zei: Kom Annie, ga je even mee, ik tioet nog verschillende boodschappen men en morgen begint de school weer. jetty wist wel, dat Annie dit jaar niet laar school kon, maar omdat Annie laar vriendin was, wilde zij haar toch nee nemen om boodschappen te doen. Annie gunde het haar vriendin graa^, en was blij haar een genoegen te kun nen doen. Zoo liepen zij samen naar de groote bazar, die het stadje bezat en waar van alles te koop was. En terwijl Betty stond uit te zoeken wat zij noodig had, keek Annie eens om haar heen. Er stonden allerlei stoelen om haar heen, gemakkelijke, rechte, stoelen, ja wat jo maar voor soorten bedenken kon, doch opeens viel haar blik op een klein rood stoeltje, dat daar als verdwaald tus- schen al die groote stoelen in stond. Onderweg naar huis was zij stil en toen zij later in de huiskamer zat, ko» zij de gedachten aan dat kleine roode stoeltje maar niet van zich- zetten. En opeens begon zij te praten, een woordenstroom, die niet te stuiten was. Vader en moeder luisterden ver baasd naar hetgeen Annie hen voorstel de. Het kwam er n.1. op neer, dat zij wilde probeeren zelf geld te verdienen om het laatste jaar nog op school te kunnen zijn. Daarom wilde zij naar de men- schen, die in de buurt woonden en kleine kin deren hadden, toe gaan en hen vragen of zij er niets voor voelden de kleintjes bij haar op school te doen, zij zou dan zelf een kleuter- klasje oprichten. Vol gens haar berekening waren er elf kinderen in de huurt, die allemaal veel van haar hielden. Vader en moeder keurden het plan goed, doch zeiden haar dat zij zich niet teveel moest voorstellen van het suc ces. Maar Annie liet zich niet uit het veld slaan. Den volgenden morgen ging zij er da delijk op af. Eerst naar haar buurvrouw en vroeg of deze er wat voor zou voelen, als Annie 's morgens van 9 tot 12 uur haar kind bij zich op een kleuter klasje deed. De buurvrouw was daarover erg ver heugd en zei: „Het zal een uitkomst voor mij zijn, want dan kan ik des morgens onge stoord mijn huishouden doen, de nood zakelijke boodschappen in buis h-Ten om des middags met de kleine uit te gaan of te spelen." Aangemoedigd door dat succes ging Annie naar de overige moeders, en weldra kon zij thuis ver tellen dat zij niet alleen de elf kinderen die in de buurt woonden maar ook nog vier die een paar blokken verder weg woonden op haar kleuterklasje inge schreven had. Dat was een feest! Er werden allerlei leermiddelen aan geschaft. In den tuin kwam een zand bank, waarin de kinderen naar harte lust zandtaarten en andere lekkernijen konden maken en tenslotte kocht zij tegen e en lagen prijs veertien van die aardige roode stoeltjes, zooals zij in die bazar had gezien, met tafeltjes erbij. Toen de kinderen den eersten morgen op haar schooltje kwamen waren zij uitgelaten over wat zij daar van mooR nieuwe dingen zagen, en toen het twaalf uur sloeg, kwam de kleine dikke Tommie naar haai- toe en zeide: „Magge ik morgen terug komen?" Vol blijdschap zat zij des middags aan tafel en was blij dat zij op die ma nier sparen kon om dan wel niet dit jaar maar dan wel volgend jaar examen te doen. Maar Betty had ondertusschen ook niet stilgezeten. Zij vertelde aan de directrice van de kweekschool wat er niet Annie was gebeur en dat deze nu probeerde geld te verdienen. De direc trice zei niet veel maar toen er eenige weken voorbij waren, stapte zij op zekeren morgen zonder het vooraf te laten weten naar het huis van Anniu en kwam ineens het klasje binnen, waar ieder kind druk bezig was met een of ander spelletje. Annie keek op, wie daar binnenkwam en was verrast de directrice onaange diend voor zich te zien. Deze vertelde dat zij eens een kijkje kwam nemen en vroeg Annie of zij net wilde doen of zij er niet was en rustig met haar kinde ren doorgaan. Er kwam het stilte-minuutje, dan het loopen op de streep, het zingen bij de piano en eindelijk sloeg het 12 uu> Annie hielp de kinderen weg en kwam met een opgewonden kleur naai de directrice toe. Deze gaf haar ceTi nand en zei: „Ik heb eerst mezelf willen over tuigen, of je werkelijk zo( flink was als ik had gedacht, maar je hebt mijn ver wachtingen verre overtroffen. Daarom wil ik je een kans geven je lessen die des morgens gegeven orden mag je in je vrije tijd inhaien en de lessen des middags mag je volgen. Je hoeft dan niets te betalen." Annie kon haar ooren niet gelooven maar tenslotte begreep zij, dat het P'^rst "M*** P0J1 1)°"" v"VMT'-n zij in de huiskamer, waar zij met een paar onsamenhangende woorden ver telde, dat de directrice tegen haar had gezegd. En zoo g^eurde het, dat Annie des m^T-n-ppg r?!i.r pt>n V'oi'tprhlRsip en des middags naar school ging en juist toen zij met haar diploma als onderwijzeres naar huis kwam had haar vader zijn plaats op de fabriek, die weer heropend was terug gekregen. Zco wr9 die dag een blijde in haar geheugen. Met wien moet ik nu boksen. met dat kleintje daar ginds of met dien grooten daar op den hoek? De oplossingen van de vorige week zijn: I. Pier, Piet. II. Hulst. III. Musch, merel, sijsje, specht. IV. Tijd is geld. Gist, les, gij, distel, deel. Goede oplossingen ontvangen van: B. M.; A. v. S.; J. K.; J. P.; J. v. B.; R. V.; M. v. R.; A. O.; C. K.; A. de B.; H. v. A.; F. de S.; H. K.; J. v. D.-, G. B.; J. en K. K.: M- v. D.; Joh. v. B.; B. K.; Cor K.; R. R.; H. H.; M. B.; M. B.; Toon T.; A. H.; M. V.; J. B.; M. B.; Ada B.; T. B.: C. L.; .i -. N.; Sientje N.; N. K.; M. K.; R. K.; M. K.J I. -v. T.; R. v. B.; H. L.; A. K.; N. v. d. Z.; A. v. S.; D. K.; L. v. L.; A. T.; M. T.; G. en I. M.; B. B.; T. B.; Trijnie en Adr.? N. v. d. Z.; J. v. d. Z.; W. M. D. W.; N. N.; H. A.; G. P.; G. P. G. M.; L. d. V.; J. K.; Bep A.; Ge B. Jo B.; W. K.; Rie W.; M. G.; Fr. Z. Cor S.; S. A.; M. S.; Tr. v. d. W.; T D.; Fem. v. d. W.; Henk O.; Jan G. Ina B.; Mien de V.; Tini W.; Nel K. Tony S.; Joh. B.; Joop O.; Alh. B. Tini S.; J. Z.; J. v. d. H.; Mientje T. J. v. d. W.; L. O.; D. de V.; Germ. F. Cor J. M. L- Het boek is deze week gewonnen door: Geertje Putting, Brouwerstraat 19. Nieuwe raadsels: I. Lina en David hebben, als ze gaan wandelen, altijd hun kleine zusje tus- sehen hen in. Wie kan zeggen, hoe dat zusje heet? II. E OOO DDD H NN RR. Maak van deze letters een plant, die vroeg in den zomer mooie bloemen draagt. Hl. Maak door omzetting van de letters een zeer bekend spreekwoord uit den volgenden zin: „Zeg Cor en Henny, Nans komt!" IV. Mijn geheel wordt met 9 letters ge schreven en is een ambachtsman. 3, 8, 8, 6, 1 is de naam van een maand. Een 4, 2, 5, 6 is een zeer ijverig insect. 1, 8, 7 is het tegenovergestelde van wild. 6, 5, 2, 9, 2, 5, 6 is een jongensnaam. door G. Th ROTMAN ^•Pang! de slang was van kapitein Mom' beencn aigewikkeli, ;.e Ver achteruit en de kapitein tui- steeds draaiend als een tol, Srcmd in.... Gelukkig had hij ;2e i den stoel vast, en daar Da> i!'8 0,1 was, werkte hij achute en temperde den val. 34. Een meter of twintig lager kwam de kapitein op den grond terecht; of liever ,hij kwam i n den grond terecht, want hij boorde zich door het snelle draaien tot aan z'n middel er in. De beer had zich daarboven intusschen met de slang uit de voeten gemaakt; daar had hij voorloopig genoeg aan. 36. Nu de beer weg was, kwamen ook de professor en de twee jongens weer te voorschijn. Voorzichtig over het randje van den afgrond kijkend, zagen ze heelemaal beneden het kale hoofd van den kapitein in de tropische zon flikkeren. Ze haalden 'n flink lang touw uit 't bootje, maakten er een ioopende lus in en lieten het zakken- 36. De kapitein, door den val buiten westen, hoorde of zag niets. Zachtjes zakte de lus, tot ze eindelijk om des kapiteins hals vlijde. En toen.... één tweee, drie! Trekken, jongens! Halenf Maar wat was dat opeens voor een lawaai daar beneden?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 19