vergoeding ontvangen van den automo
bilist, die .ie aangereden heeft? En wat
wat heb .ie met dat geid gedaan?
O, ik heb er direct een wagen voor
gekocht!
Deskundig.
Piet: Wat men op school van de
Mars-kanalen vertelt, is allemaal on
zin, zegt m'n vader.
Wat is .ie vader?
Kanaalwerker!
„Heeft u misschien een ouwe oroek
voor mij?" vroeg de man beleefd, toen
op zijn bellen een vriendelijke juffrouw
verscheen.
,,'n Oogenblik," verzocht de men-
schenvriendin. En even later bracht zij
inderdaad het verlangde kleedingstuk.
„Moet natuurlijk nog gestopt worden,"
voegde zij er half verontschuldigend
aantoe.
„Mooi!" meende de man. „Kan ik
zoolang wachten?"
Een boosdoener komt voor den rech
ter.
„U heeft gestolen!"
„Neen, Edelachtbare, ik niet, mijn
arm
„Aha, je arm heeft het dus gedaan!
Mooi, dan veroordeel ik je arm tot zes
maanden gevangenisstraf."
„Allright!"
En de man nam zijn kunstarm uit
het scharnier, plaatste deze behoed
zaam op de tafel van den rechter en
verdween
Vader, ik was vandaag de eenige
jongen, die den leeraar op zijn vraag
antwoord kon geven
Wat vroeg hij dan?
Wie die ruit bij hem thuis had
ingegooid!
keiring. Nog meer een kind van den
riieuweren tijd dan Gemeentebedrijven
is haar tijdens den oorlog ingestelde
zusterafdeeling Levensmiddelen, met
de onder haar staande diensten: Markt
wezen, Veemarkt en Abattoir, Keurings
dienst van Waren, Dienst dier Schoon
maak Bad- en Zweminrichtingen, enz.
We hebben dan tenslotte nog de Afdee-
lingen Maatschappelijken Steun (cie op
het oogenblik, met haar uitgaven
van20 millioen per jaar, tegen
in „normale" jaren 5lA millioen!,
helaas wel zeer op den voorgrond
staat!); de Afdeeling Openbare C' >zond-
heid en Ziekenhuiswezen, de afdeelin-
gen Burgerlijke Stand en Bevolkings-
regis'o-. Financiën, Belastingen en Ar
beidszaken, die ik snel voorbijga, ten
eerste omdat u zonder nog verder in
details te gaan, nu wel langzamerhand
eerbied zult gekregen hebben voor een
man als dr. De Vlugt, die het aan het
hoofd van al deze „werelden op zich
zelf", die hü harmonisch moet doen sa
menwerken, niet is gaan duizelen,
en ten tweede omdat ik een oogenblik
bü datbaden en zwemmen wil blij
ven toeven
Baden en zwemmen. De
„Sportfondsen".
We doen dat eenerzijds ter eere van
de officieele opening van het openlucht
zwemseizoen kenbaar aan het weer
openstellen van het De Miranda-terrein
in Zuid en andere zwembaden aan den
rand der stad aan het begin van deze
eerste zomersche week in Mei; en an
derzijds naar aanleiding van de, thans
door de architecten Baanders geëxpo
seerde maquette van het nieuwe Sport-
fondsenbad, dat tusschen den Adm. de
Ruijterweg en de Admiralengracht in
West zal gebouwd worden. De Sport
fondsenbeweging, eenmaal door mr.
Bierenbroodspot in zijn studententijd
beginnen, die financieel berust op
een soort spaarkassensysteem (ieder die
een gedurende 12 jaar een rijksdaalder
per maand stort wordt aandeelhouder
in een stel toekomstige overdekte bad
en zweminrichtingen) heeft de laatste
jaren wel zéér opgenomen. De Sport
fondsen N.V. in 1923 begonnen met een
kapitaal vanf 40. zal hier in de
stad, als dit „bad-West" gereed is, twee
groote inrichtingen (de eerste is in de
voormalige Oostergasfabriek reeds en
kele jaren een groote aanwinst voor de
„zwem gegadigden" in Oost) beheeren
en heeft er in vijf andere plaatsen van
ons land verder nogvijf in aanbouw,
zóódat zij binnenkort meerdere millioe-
nen aan eigendommen zal bezitten. Men
zou een en ander een knap staaltje van
„sportief koopmanschap" kunnen noe
men!
Gedeputeerden contra B. en W.
Is het ook sportief, gerechtvaardigd
koopmanschap van degemeente
om het crisisfonds, dat voor de finan
ciering van onze extra werkloozenzorg
in deze jaren gesticht is, voor een groot
deel af te wentelen op het nageslacht?
Is het' geoorloofd m.a.w. naast de drie-
en-een-half millioen, die de burgerij
van heden door middel van extra hef
fingen in dat fonds stort, het nage
slacht,, door middel van leeningen,
daarin ruim 4 >2 millioen te doen bij
dragen? Ja, dat is het, zegt ons ge
meentebestuur, in dezen met den wet
houder voor de Financiën vooraan.
Neen, dat is het niet, zeggen Gedepu
teerde Staten, die onlangs te kennen
gaven, dat zij hun goedkeuring van de
begrooting van dit jaar niet kunnen
geven, tenzij er minstens nog een twee
millioen bezuinigd wordt. Zij meenen,
dat onze begrooting slechts in schijn en
niet werkelijk „sluit", omdat naar hun
oordeel een te aanzienlijk bedrag moet
worden geleend ter dekking van de
crisisuitgaven. Er wordt te dezer zake
den laatsten tüd voortdurend tusschen
B. en W. en Gedeputeerden „over
legd"; de eersten verdedigen daarbij
hun opvatting, dat er toch eens wel weer
wat meer vette jaren zullen aanbreken
en we dus de Amsterdammers, die het
in die toekomstige jaren „weer wat rui
mer zullen hebben", gerust een deel
van onze schulden op den hals mogen
schuiven; dê Gedeputeerde tegenpartij
acht deze speculatie op die komende
vette jaren een slag in de lucht en niet
strokend met een solide beheer. Aan
gezien de economische wetenschap nu
eenmaal geen wiskunde is en men al
stelt men nog zulke fraaie theorieën op
over kortere en langere golfbewegin
gen in het economisch getij, nooit
iets zekers over die toekomst voorspel
len kan, kan men ten dezen wel ein
deloos aan het overleggen blijven zon
der tot een resultaat te komen, tenzij
men tenslotte dan maar tot een com
promis komt en het verschil gaat dee-
len. En men zal daartoe dan ook wel
binnenkort komen, want de tijd
dringt en wij zijn al dicht bij de helft
van het betreffende begrootingsjaar..
Diamantstad exit.
Al valt er dan niet veel met zekerheid
over onze economische toekomst te
voorspellen, dat onze eirmautin-
dustrie in het bijzonder, eens de
glorie van onze stad, ten doode staat
opgeschreven, is een stel ing, die daar
entegen reeds lang door velen met zeer
sterke en allerminst speculatieve ge
gevens werd verdedigd. Van honderd
fabrieken, die we eertijds in ouiniant-
siad" bezaten, zijn er thans neg maar
een twaalftal open; van de duizenden
diamantbewerkers aan het IJ werken
er thans nog maar een goede negen
honderd; tegen het totaal aan loonen
van ruim 11 millioen, dat in 1928 nog
werd uitbetaald, staat een totaal van
iets meer dan1 millioen, dat d>it
.jaar waarschijnlijk te zien zal geven.
Het ziekte-proces is inderdaad al vér
voortgeschredenEen lichtpunt was
tot nu toe nog het feit, dat de zeer
groote industrie van de firma Asscher
nog draaide.... Maar ook dit laatste
lichtpunt staat op het punt te gaan
dooven.
Deze firma toch overweegt, naar
dezer dagen bekend werd', een gedeelte
van haar werk naar het concurreerende
Antwerpen te gaan verleggen. Doet zij
dat inderdaad, dan schijnt het einde wel
voorgoed en onherroepelijk bereikt....
Verleden jaar heeft het gemeente
bestuur met het z.g. plan-Douwes
(waarbij een zekere toeslag op de loonen
van overheidswege mogelijk werd ge
maakt, zoo, dat de werkgevers hier
tegen Antwerpsche loonen konden laten
werken en aldus met kans op succes
konden blijven ooncurreereit) de zwaar
zieke een kamfer-injêctie toegediend;
een kleine opleving was daarvan bet
gevolg. Wil men die opleving min of
meer bestendigen, dan is thans wéér
een kleine injectie nooddg en de Alg.
Juweliersvereeniging heeft dan ook
voorgesteld het genoemde plan-Douwes
uit te breiden tot de bewerking van
grovere diamantsoorten, die tot nu toe
buiten de regeling vielen.
Overheid en werkgevers beiden zijn
tot zulk een nieuwe injectie bereid. De
Diamantbewerkersbond echter niét! In
den boezem van dien Bond is men het
wel hevig over deze aangelegenheid on
eens, maar tenslotte hebben de
„anti's" het toch gewonnen, Moeten
wij nu de handen maar heelemaal van
de zieke aftrekken, de injectie nalaten
en den dood zonder meer maar laten in
treden? Of moet er .desnoods met den
sterken overheidsarm, alsnog worden
ingegrepen en de injcetie, tegen den
wil van dat eene famüielid in, tóch wor
den toegediend?
Met deze vraag houdt men zich hier
de laatste dagen veel bezig. Zij, die
vraag, werd ook officieel door het
Raadslid Weiss geformuleerd in de
vragen, die hü verzocht heeft aan B.
en W. te mogen stellen,
Tooneel-koortsen.
Van een ziekteproces kan men ook
nog steeds bij het tooneel spreken. Het
uit zich echter hier niet in een vrijwel
volslagen gebrek aan leven, maar in
een koortsachtig verhoogde activiteit,
vooral als men die afmeet naar het aan
tal gezelschappen, dat thans aan den
strijd op leven en dood deelneemt. Er
is slechts ééu gezelschap, dat in dien
strijd, naar men zou kunnen zeggen,
reeds zijn „Eindexamen" (het stuk dat
het onlangs, met zulk een succes
speelde) met goed gevolg heeft afge
legd! Het is de Amsterdamsche Too
neel vereeniging onder van Dalsum-
Defresne, dat, had de Raad niet beslo
ten ook het komende seizoen nog den
stadsschouwburg „los" te verhuren,
ongetwijfeld voor „vaste bespeler" op
het Leidsche Plein in aanmerking zou
gekomen zijn. Thans wordt het voor-
loopig nog maar de „voornaamste" be-
speler en zal het over 28 weekends kun
nen beschikken. Daarnaast zijn andere
avonden afgestaan aan het gezeischap-
Saalborn, het öroot-Nederlandsch Too
neel (Johan de Meester en het oude ge
zelschap Verkade), het nieuwe gezel
schap Musch-Arnoldi en het Nieuwe
Schouwtooneel (mevr. Ro.yaards-Ko van
Dijk).... altemaal troepen, die uit een
vrijwel niet meer bü te houden stuiver
tje-wisselen zijn voortgekomen.
Behalve deze genoemden zullen er
dan nog niet minder danveertien
gezelschappen en troepjes zijn, d;ie in
of tijdelijk buiten de stad naar de gunst
en de klandizie van de, door dit alles
lichtelijk verbijsterde tooneelliefheb-
bers, dingenGelukkig dat zij,
die liefhebbers, nu eerst nog enkele
zomermaanden respijt hebben om op
adem te komen en krachten op te doen
waarmede de aanval van den koorts
lijder die „Tooneel" heet, kan worden
weerstaan.
Herbenoeming burgemeester.
Wat hij te beheeren heeft!
Om dezen keer van bovenaf, van
den top der gemeentelijke pyramide,
te beginnen: dr. De Vlugt werd, blij
kens een dezer dagen in de Staatscou
rant verschenen mecedeeling, wederom
voor een periode van zes jaar als burge-
nt-fster van de hoofdstad herbenoem!.
Toen hij, nu twee jaar geleden, bij zijn
10-jarige ambtsvervulling, in den Raad
(na een driejarig wt (houders-hap werd
hij voor het eerst in 1921 als kapitein
op de brug van het Koggeschjp geroe
pen) deden er, uit zjjn naaste omgeving
afkomstige geruchten c'.e ronde, dat hi.j
een tweede herbenoeming niet meer zou
vnschen. Dat hij, niettegenstaande 'ie
moeilijkheden der navigatie in de jong
ste jaren zeer zeker nog in ongekende
mate zijn toegenomen, tenslotte, zoo
als thans gebleken is, toch besloten beef
op de brug te blijven, is een teeken.
dat zijn energie, zoowel als zijn „benij
denswaardig goed humeur" (ook dezer
cagen weer terecht in hem geprezen)
iwg steeds niets onder het klimmen der
jaren en het vele werk dat hü dag in
dag uit blijft verzetten, geleden heeft
en dat hü ook nu nog niet tegen de in
derdaad uitermate groote verantwoorde
lijkheid van het gezagvoeren over Am
sterdam opziet.
Over de groote sympathie, waarin de
burgemeester zich in vele uiteenloo-
pence kringen onzer gemeentelijke sa
menleving mag verheugen, hebben wij
ln deze brieven reeds dikwijls geschrs-
V!)n. Bij deze gelegenheid kan dan ook
jolstaan worden met te constateer en,
dat zjjn recente herbenoeming door,
men mag gerust zeggen, de over-
Proote meerderheid der bevolking aan
Jmstel en IJ met vreugde werd ver
nomen.
Dat het gemeentelijk hoofdschap van
Amsterdam waarlijk geen sinecure is
"Ulkt wel uit het feit, dat iemand als
r- De Vlugt op het oogenblik chef is
®n een personeel van niet minder dan
®en goede 26.000 mannen en vrouwen
'ambtenaren, onderwijzers en werklie-
.P1). Daarbij komt dat de gemeentelijke
fusten hier in vele gevallen „model"
tin ingericht en cok tot op groote
00gte model werken, zóó dat, maakt
pn een vergelijking met hetgeen op
,'fbied in vele plaatsen in het buiten-
D en ook hier en daar in het binnen-
Jr? vertoond wordt, het gunstige ver
jon 'n het. oog springt. Wie als
ianH11au9t ve^e excursies van liuiten-
csehe deskundigen, die onze stad en
v ®r gemeentelijke inrichtingen en
mzieningen kwamen bekijken, heeft
SM^maakt, herinnert zich tailooze
Jjf ntanc uitingen van deze bezoekers,
van groote be-, zoowel als verwon-
Iln£ ^tuigden!
beelit verbar|d, ook om een denk-
Va e geven van den enormen omvang
Schin or>Pei'leiding heeft, is het mis-
W,n interessant even, in korte
gem0!n; de werkzaamheden van onze
entesecretarie, die tot taak heeft
„de gemeentelijke overheid behulpzaam
te zjjn", te schetsen. Daar is dan al
lereerst de afdeeling Algemeene Zaken,
die de Politie de Brandweer, de Haven
politie en het Gemeentearchief „behan
delt"; en tevens die tailooze en veel
soortige vergunningen, benevens pas
poorten, enz., enz. afgeeft. Vervolgens
o'e Afdeeling Militaire Zaken, die ook
niet over weinig werk te klagen heeft;
bedenkt men alleen maar, dat zij do
aangelegenheden behandelt van de ruim
5000 jaarlijks in te schrijven Amster
dammers, waarbij dan nog de zorg komt
voorlichtingen van vele voorafgaande
jaren. Dan de Afdeeling Onderwijs,
een naam, die eigenlijk te „eng" is,
want al wat de gemeente ook buiten de
school op het uitgestrekte terrein der
„volks-ontwikkeling" doet, wordt hier
bewerkt. Het schoolonderwijs is overi
gens voor deze afdeeling op zichzelf al
een heele kluif: zij heeft het beheer
over de Universiteit, de 15 gymnasia,
lycea, hoogere burgerscholen en han
delsscholen en de ruim 400 lagere en
voorbereidende scholen (waarbij pl. m.
65.000 leerlingen en 2C00 leerkrachten
betrokken zjjn); daarnaast dan nog de
bemoeiingen met het bijzonder onder
wijs, dat te Amsterdam ongeveer 250
lagere en voorbereidende scholen met
ongeveer 40.000 leerlingen telt! Ook
met wat er voor ouderen gedaan wordt
door instellingen als de Volksuniversi
teit, Ons Huis, bibliotheken, avondscho
len heeft deze afdeeling te maken,
om van de lichamelijke opvoeding.
met haar speeltuinen, sportterreinen,
enz. dan nog niet te spreken. Onder de
döchterafdeeling Kunstzaken valt het
beheer van verschillende musea; zij
houdt zich verder bezig met alles wat
het gemeentebestuur ter bevordering
van de beoefening van vocale, instru
mentale. beeldende en dramatische kun
sten doet. Publieke Werken is de af-
deeürg. die uit dm aard der zaak het
meeste „aan den weg timmert". Zji zorgt
voor „den bouw der stad". Waterafvoer,
waterverversching, rioleering, bestra
ting, grachtenaanleg, bruggen en slui
zenbouw, gereedmaken van bouwter
rein, erfpacht-uitgifte van grond,
het is alles haar werk. Niet met de wijze
waarop de stad gebouwd wordt, houdt
de Afdeeling Volkshuisvesting zich be
zig met behulp der bepalingen van de
Woningwet en de Hinderwet. De Af
deeling Gemeentebedrijven beweegt
zich op het terrein waar de overheid ten
bate van de volksgemeenschap optreedt
als groot leverancier. Het gemeentebe
stuur als exploitant van grootbedrü'ven
is een verschijnsel, dat voornamelijk uit
het laatste der vorige eeuw dateert en
dientengevolge is deze afdeeling dan
ook de laatste tientallen jaren, tot
vreugde van den een en tot spijt, dan
wel ergernis van den ander,uitermate
snel gegroeid. Dicht in de buurt van
Gemeentebedrijven werkt. kan men
zeggen, de Afdeeling Handelsinrich
tingen. Hout- en petroleumhavens,
de kaden met loodsen, kranen, dokken,
de entrepots, de Beurs, de vlieghaven
Schiphol, liet komt alles voor haar re-