Spaansche gevangenissen. Een moderne modelgevangenis. Opvoeding der misdadige jeugd. (Door een bijzondere correspondente.) Madrid, Juni 1933. De „Careel Modelo" te Madrid, is de gevangenis voor verdachten, wier zaak nog onderzocht wordt. Zij is in 1883 gebouwd. Toen wij aankwamen, moes ten wij even wachten in de vestibule van den directeur. Daar was het tame lijk druk. Een groot aantal menschen, meerendeels goed gekleed en belioo- rend tot den beteren burgerstand, ver zocht een ambtenaar om toestemming, hun bloedverwanten of vrienden in de gevangenis te mogen bezoeken. De toe stemming werd steeds verleend, want als de gevangene het reglement der inrichting niet heeft overtreden, mag hij dagelijks tusschen half elf en twaalf uur bezoek ontvangen. De bezoekers worden in groepen geleid naar ruime vertrekken, omgeven door een met tralies afgesloten galerij voor de ge vangenen. Particuliere gesprekken in de cellen worden slechts bij uitzonde ring toegestaan. Op het oogenblik zijn er in de Car eel Modelo 955 gevangenen, w.o. onge veer 100 politieke gevangenen, anar chisten en monarchisten. Onder de laatsten bevinden zich ook personen van den hoogsten adel, welke hebben deelgenomen aan den mislukten staats greep van 10 Augustus. In het midden van de gevangenis bevindt zich het waarnemingscentrum; van hieruit loo- pen er straalsgewijs vijf gangen met cellen, waarin de gevangenen gerang schikt zijn naar hun misdrijf. Boven het waarnemingscentrum ligt de kapel. De cellen zijn niet verwarmd en heb ben steenen vloeren, over de koude wordt echter weinig geklaagd en nu in het voorjaar stonden in bijna alle cellen de ramen wijd open. Slechts in één cel, in het gedeelte voor politieke gevangenen, zagen wij een-'electrisch kacheltje branden, maar hier zijn de De we.g naar de Car cel Modelo le Madrid. cellen dan ook kleine hotelkamertjes; tegen betaling van 2.25 peseta's per dag heeft men er een bed met sgring- veeren, een vaste waschtafel met stroomend water, een gemakkelijke rieten stoel, een kapstok, een lamp en het recht om zelf uit te zoeken, wat men eten wil. In een cel daarnaast zitten vier anar chisten rondom een vuurtje gezellig te praten. De reden van al deze facili teiten voor politieke gevangenen is, dat de directeur van de gevangenis, Don José de Elozza, tijdens de dicta tuur zelf driemaal in de Gareel Modelo gevangen heeft gezeten. Hij weet dus, wat een eenzame opsluiting in een el beteekent en oefent ook geen censuur uit op de boeken en kranten, die de ge vangenen ontvangen. Ruim 70 der gevangenen zijn overigens analpha- beten en hebben dus niets aan lectuur. verschillende provincies ten opzichte van elkaar worden aangetrolten, be treffen slechts kleinigheden. Jeugdige gevangenen (van 18 tot 25 jaar out worden niet in de gewone gevangenis sen ondergebracht, doch in een spe ciale gevangenis te Alcola de llenaies, de geboortestad van den beroemden Spaanschen dichter Cervantes, welke ongeveer 40 km van Madrid is rtolegen. Ook dit instituut, dat reeds in lb»S werd opgericht, hebben wij bezocht. Geen ziekenhuis, maar een gevangenis; operatiekamer in een Spaansche strafinrichting. Het verblijf in deze gevangenis kan tot twee jaar toe duren, doch de nor male duur bedraagt zeven of acht maanden. De gevangenen, die dat wen- schen en zich goed gedragen, kunnen te werk worden gesteld in de werk plaatsen der gevangenis. Er waren bijv. ong. 20 gevangenen werkzaam in de smidse. Ze maken ledikanten en waschtafels op bestelling van waren huizen en engroszaken, die er ook het materiaal voor leveren en kunnen op die wijze 2.50 a 3 peseta's per dag ver dienen (de leerlingen 1.25 peseta's). In een andere werkplaats maken gevan genen voor 2 a 3 centimos per stuk tegels; goede werkkrachten kunnen er wel zes peseta's verdienen. Het geld, dat de gevangenen verdie nen wordt op een rekening geschreven en kan er alleen door henzelf worden afgehaald. Dit doen zij met behulp van een soort chèquesysteem; bonte kaarten zijn in rechthoekjes verdeeld, waarop verschillende geldswaarden zijn gedrukt. De gevangenen, die niet tevreden zijn met het gewone eten meestal „cocido", een Spaansch natio naal gerecht van grauwe erwten, spek en rundvleesch, dan wel witte boonen, rijst of erwten kunnen in een spe ciale keuken laten klaarmaken, wat zij hebben willen. Meer dan voor eten be steden de gevangenen hun geld voor tabak en wijn, zij mogen echter niet meer dan 1/4 liter wijn per dag koo- pen. Rooken wordt alleen verboden aan wie zich slecht gedraagt. In het belang van de gezondheid der gevangenen wordt er tweemaal per dag gewandeld, terwijl er 's Zondags voetbalwedstrijden worden gehouden. Verder zorgen radio en bioscoop voor afleiding. In principe wordt hetzelfde systeem gevolgd in alle Spaansche ge vangenissen, de afwijkingen, die in de eind aan het onaangename gesprek. Waar is Willem? vroeg hij. Natuurlijk op zijn kamer, luidde *t scherpe antwoord. Toen ging Jasper de trap op, naai de kamer van zijn zoontje. Maar hij bleef in de open deur staan. Willem zat ijverig te snijden. Voor hem stond een houten tobbetje. Handwerk! En hij maakte er een copie van. Wil je dat wel eens laten, schreeuwde Jasper. Heb je niets beters te doen? Ga aan je schoolwerk! Verschrikt liet de jongen het kunststuk vallen. Ik dacht, dat u het aardig zou vinden, Pa, zei hij. Ik had er een willen maken voor uw verjaardag. Kijk, met van die leuke foutjes. Niet alles zoo echt machinaal, weet u. En het biesje ook een beetje slordig, dat staat beter. Vindt u pok niet? Willem heeft nooit begrepen waar om zijn vader zoo rood werd en hem een draai om de ooren presenteerde, terwijl hij het half afgewerkte verjaar- dags-cadeautje opnam en in een hoek gooide. De griep-epidemie, die toen juist haar eerste slachtoffers begon op te eischen, maakte twee dagen later een einde aan Jasper's loopbaan als fabri kant van houten tobbetjes, zoodat Wil lem het onaangename incident voor- loopig vergat. Toen hij er later met zijn moeder over sprak, zei deze, dat vader vermoe delijk de griep al onder de leden had gehad en zich daarom, tegen zijn ge woonte, over iets had opgewonden, dat eigenlijk niets met dat tobbetje te ma ken had gehad. Willem moest er ver der maar nooit meer aan denken. Va der was toch altijd zoo trotsch op hem geweest en had er zoo'n schik in ge had, dat zijn jongen zoo vlijtig leerde. Hij zag in hem een uitstekenden opvol ger in de fabriek. Pin dat wil je toch graag worden, antwoorde zij, half vra gend. Natuurlijk moeder, zei de jongen. Vader heeft misschien gedacht, dat ik artist wilde worden, maar daar is eigenlijk zoo weinig mee te verdienen, nietwaar? De moeder antwoordde niet. Ze dacht na over dien eersten en laatsten twist in haar huwelijk. Willem aardde naar zijn vader. Ze moest daar toch blij om 2ijn? 'Nadruk verboden). Het doel ervan is allereerst, den jeug digen misdadiger een beroep te lee- ren; zij kunnen er schoen- of kleer maker, timmerman, schrijnwerker, sloten- of klokkenmaker, boekdrukker, zetter, boekbinder enz. worden. De vertrekken zijn ruim en licht, vooral de algemeene reusachtige slaapzaal en laten uit hygiënisch oogpunt niets te wenschen over. Op het oogenblik bevinden er zich 125 jeugdige misdadigers in de inrich ting. De 18- en 19-jarige misdadigers zijn het talrijkst. De meest voorkomen de delicten zijn roofmoord, verzet tegen de overheid bij politieke botsin gen en handel in blanke slavinnen. Dat armoede en ellende vaak het motief voor de misdaad zijn, blijkt wel uit het feit, dat de wegens roof en doodslag veroordeelden meerendeels afkomstig zijn uit de zeer arme provincies Cace- res en León en uit de industriecentra Madrid en Bilbao. De meesten, n.1. 60 zijn analphabet, als zij in de in richting komen, doch als zij haar ver laten kunnen zij allen lezen en schrij ven, uitgezonderd de zwakzinnigen, die gemiddeld 5 van het totaal uit maken. Bij het onderwijs komt voorts aan het licht, dat gemiddeld 20 dezer jeugdige misdadigers minder dan mid delmatig begaafd is. Men geef zich ook geen moeite de gevangenen nog iets anders te leeren dan lezen en schrijven;'er waren er in de geheele gevangenis dan ook slechts 6 die meer ontwikkeld waren en 5 daarvan waren nog Duitsche soldaten uit het Marokkaansche vreemdelingen legioen, die wegens muiterij tot de maximum straf van zes jaar waren veroordeeld. De gevangenen van Al- cola kunnen bij bijzonder goed gedra gen, ook kwijtschelding van een deel hunner straf verkrijgen, ze blijven dan echter onder voortdurend politietoe zicht, gedurende een tijd, die ongeveer de helft bedraagt van hun oorspron- kelijken straftijd. De uit deze gevan genis ontslagen jongelui moeten zich later over het algemeen voorbeeldig gedragen; de reden hiervan zoekt men in het feit, dat recidivisten practisch nooit in deze gevangenis worden toe gelaten. Niet bang zijn voor de vm„ t-a 'einIn Marseille heb ik zelfs sP ische prinses een oorvijg ?1.„pv n W Waarom dan? ven. Is die van Gogh werkelijk echt? L^,geef. u, dlie .iaar garantie op de echtheid, mijnheer! („Ric el Kat"). - Omdat ze mü voorgelogen hal l as geen prinses. n«t Een onhandige kelim-,- iwee glazen „ranja" over de japon*8"® een dame O dame, het hindert niets vpi- schuldigde hij zich, het is toeh8°if maal maar water! Nou weten jullie allemaal wel het fijn weer is geweest aan H strand hè met de Pinksterdagen en i? ben der ook geweest, maar als dat z0 door gaat dan is het strand niks J ders meer als water en ik heb der >i weer op m'n kop gehad en dat fc di meneer met die vliegmachine schuld. Want der is immers een vliegma chine in de luch geweest die dat va". Ata heb geschreven. Nou dat heb ik ook gezien en daarom heb ik op m'n kop gehad en dat kwam zoo. Ik had net een ijssie gekocht van vijf centen die ik van m'n vader haa gekregen en Heintje ook. We stonden der net aan te likken vlak bij een heele dikke meneer die met een zwem. broekkie aan op het strand lag om bruin te worden toen die vliegmachine deraan kwam en toe zei ik tegen Hein. tje dat ie deraan kwam maar Heintie zag 'm niet en toen wees ik 'm. Maar m'n ijsie, die ik heelemaal vergeten was, vloog daardoor uit m'n hand èn net op de buik van die dikke meneer. Ik dacht dat alleen de meissies maar konden gillen, maar die dikke meneer kon het ook goed en toen die ons ach ter na wou loopen zijn we hard weg- geloopen, maar Heintje viel en toen kreeg die een wats om z'n orren 1 n die meneer en ik een van m'n vader toen die 't van die meneer hoorde toen ie 't ging vertellen. Toch gemeen hè, nou denkt die dikke man alleen maar aan z'n eigen en dat ik m'n ijssie kwijt was dat geef allemaal niks. Hij had best kennen zegge; „Hier brave jongen, daar heb je etereen van een dubbeltje!" Is dat nou zoo erreg as je een ijssie op je buik krijg??? En toen ik thuis was 's avonds was ik heelemaal bruin en had de kat van ons vijf jongen gekregen maar nou zijn ze al allemaal weg behalve een en als ik deraan kom dan krabt de poes me want dat mag ik niet en de burre- germeester zal nou de motballetjes wel v. eer in z'n hooge hoed gestop hebben omdat de brug toch niet met 'm open gemaakt wordt. Die gaat nou vanzelf open as die klaar is, niet gewoon open maar an ders. Dat komp omdatte ze de brug niet open kenne draaien maar as de men schen derover magge loopen dan is die ook open en met de pinksteren is dat gewees maar toen moes je hijra je nek breken van de rommel as denver ging. maar 't was tcch 1 En nou zeg m'n vader flat die meneer, die de baas is van de Nuts- spaarbank, dat die nou een stand beeldje krijg op het Koningsplein om dat die een advertentie in de krant heb gezet dat alle menschen hun belasting- pampieren naar hem maggen komen brengen en dan gaat hij die betalen, dus das fijn he. Eerlijk waar, want ie heef d'r le"e' niet bij gezet dat de menschen eerst centen op de bank hebben moeten staan maar hij heeft alleen gezet o<j belastingpampieren brengen en ik zal ze betalen dus die heef wel een stanw beeld verdiend he en wat de n,ees nou gedaan heeft das niet eerlijk wan de meester zeg op school altijd dat de meissies niet magge piaagen als w school uitgaat en ik heb zelf op h strand gezien dat ie een meissie on derste boven in het water gooide ma dat was zeker omdatte het Zondag anders weet ik het ook niet. Maar nou zeg m'n zuster weer dat iiwu III I» ik eon suffert ben omdat Ik wel ee meer niet wat weet maar dat is ze ker zelf. ïk moet non weer gaar ophot'Wf want de groote poes Is weg en nou s ik dan lekker met de kleine ga spelen. Daaaa"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 14