j_
1
amsterdamsche: I*
*1 BRIEVEN
HET SPROOKJESEILAND.
Het Intern. muziek-fecst.
Ging men geheel af op liet gezegde
Bcse Menschen haben keine Lieder",
1 dan zou men de conclusie moeten
(rekken, dat Ave hier de laatste weken
vel bijzonder weinig booze of slechte
mensehen in de stad hadden. Lie
deren, muziek en nog eens muziek,
overal, zoowel binnen- als buitenshuis
was Amsterdam er vol van. Dat begon
al Vrijdagmiddag toen het 11de Inter
nationaal Muziekfeest van de Vereeni-
glng voor Hedendaagsche Muziek met
.een receptie in het Paviljoen van het
Vondelpark geopend werd, een re
ceptie waarop alle kopstukken uit
onze stedelijke en vaderlandsche mu
ziekwereld, benevens ettelijke muzikale
grootheden en critici uit het buiten
land verschenen waren en waarop
burgemeester de Vlugt een openings
rede uitsprak en de gasten in het mu
zikale centrum, dat de hoofdstad is,
verwolkomde. Hij sprak daarbij de
hoop uit, dat zij die hier uit vele lan
den der wereld waren samengekomen
en die zich aan elkander verwand voe
len door de taal der muziek, ook bood
schappers des vredes zouden zijn. Men
kan natuurlijk niet beter doen dan die
hoop met hem deelen, al weet men
dan ook, dat er'misschien geen wereld
is, waarin de strijd en de onderlinge
naijver zoo groot is als de wereld der
kunst en speciaal dan nog de wereld
der vak-musici en vak-critici!! In-
tusschen dient gezegd, dat er ter ge
legenheid van deze receptie een zang-
demonstratie plaats had, bedoeld
als muzikale verwelkoming van onze
muzikale gasten, die toch wel met
recht een demonstratie mocht beeten
van de saambindende en vrerle-stieh-
tende macht der muziek. Daar stonden
in de openlucht voor de terrassen ili
het Vondelpark n.1. opgesteld een aan
tal zangvereenjgingen uit de stad, die
anders onder geheel verschillend ge
kleurde vaandels van zeer uiteenloo-
pende levensbeschouwing en politiek
optrekken, maar die thans „één van zin
en één van zang'' enkele liederen Aan
Alphons Diepenbroek deden op
klinken, waarvan de tonen ook nog
door middel ast loudspeakers tot bui-
ter het Vondelpark gedragen werden
en zich vermengden met liet claxon-
geloei en ander verkeersrumoer op de
Stadhouderskade.
Na deze opening is liet voor de deel
nemers aan dit muziekfeest een voort
durend heen en weer trekken geAveest
van uitvoeringen naar ontvangsten en
w eer naar uitvoeringen. Zaterdagavond
heeft bet groote publiek. dat overi
gens van al de gebeurtenissen min of
meer gespeend bleef. het extra-tje
gehad van een zanguitvoering op den
Dam, onder leiding van Ferd. Roeske,
die door het gemeentebestuur was aan
geboden, Een van de hoogtepunten van
bet feest werd gevordm door de uit
voering van het muziekdrama Hale-
V'ijn iri den Stadsschouwburg, een
uitvoering, die door de Wagnerver-
eeniging was mogelijk gemaakt en die
door haar als een geheel Nederland-
sche prestatie bedoeld Avas Het ge
geven was Nederlandsch: de oude
*?JIfldel-\ederlandsche legende Heer
halewijn; de bewerking daarvan was
Nederlandsch: Emmy van Lokhorst
Aerzorgde, aan de hand van een ge
jacht van M. Njjhoff het libretto; de
muziek was Nederlandsch: Willem Pij-
Pev componeerde haar; de uitvoeren-
zooAvel op het tooneel ais in den
Pc -S waren Nederlandsch. Het
Se wat tenslotte niet Nederlandsch
j s; Was de orkestleider Pierre Mon-
ma l"aar we hebben dezen Fransch-
t n' die nu al zoovele seizoenen ach-
een een groot deel van de winter-
lpirif ons Concertgebouworkest
helft' eigenlijk ook al voor de
voe gean.nexeerd- T)eze Halewijn-uit
Prin1"^' *^e. °'a" vverd bijgeAvoond door
„ph Ses Juliana, mocht een belangrijke
tiinn in het Nederlandsch e
pl ®tlee_en lieeten. Zonder er te dezer
atse in bijzonderheden verder over
i. te weiden of kritiek op te geven,
gezegd worden, dat zij in alle
heff hewjjs geleverd heeft voor
aai c'aj er in ons land krachten
tiJp ez'S.zijn, die op muzikaal-drama-
11 gebied niet onder behoeven Ie
tenT \00t'. vele m°dernen in het bui-
a«d. Niet echter is hiermede beAve-
cjp zooals het nu van sommige zij-
ep w°rdt voorgesteld, dat ook nu
e'gen, nationaale muziek-dramati-
kunst ontstaan kan. als men haai
maar de materieele voorwaarden
schenkt.
Onze zomerfeesten.
We zijn met dat Internationaal Mu
ziekfeest onze Zomerfeesten ingetreij
den en enkele programmapunten daai-
van kwamen met de opening van een
Breitner- en een Mankes-tentoonstel-
ling eveneens aan de orde. De eerste
heeft in het Stedelijk Museum plaats;
de tweede in het Museum Willet Holt-
huijsen. Er zijn veel menschen, wie
de werkelijkheid niet wil ontgaan moet
het erkennen, die het bezoek aan
een museum een vervelende geschie
denis vinden en die speciaal voor
schilderijen niets voelen; schilder
kunst is niets voor hen, zeggen zij dan.
Ze hebben er „geen verstand van".
Maar laten zij, die zoo spreken, dan
nu A ooral eens naar deze Breitner- en
Mankes-tentoonstelling gaan! Zij zul
len geAvaarworden, dat de wijze waar-
op Breitner, deze Rotterdammer, die
later zulk een hartstochtelijk minnaar
van Amsterdam werd, het hoofdstede
lijk schoon wist te „zien" en wist weer
te geven en op te roepen in zijn doe-*
ken, ook wel degelijk hen pakt en
boeit en vreugde bereidt, die „niets
Aan schilderijen moeten hebben"; zij
zullen ook ondervinden, dat de stille
droomer die Mankes was hen, in
het fraaie oude Heerengrachthuis,
waar thans een collectie van zijn wer
ken bijeen kwam, met zijn teere tee-
keningen en doeken van voornamelijk
dieren wel degelijk „iets te zeggen
heeft".
In nog nauwer verband met het Mu
ziekfeest stond nog een derde tentoon
stel ing, die dezer dagen in het Stede
lijk Museum te bezichtigen valt, n.1.
die van de z.g. collectie Scheurleer,
een unieke en wonderlijk-volledige col
lectie muziekinstrumenten, zooals die
vanaf de oudste tijden tot op heden in
gebruik waren.
Diamant-ATede.
Wel niet door den invloed der mu
ziek, maar door den invioed voor
namelijk van het optreden der beide
wethouders de Miranda en Douwes, die
hier beiden, als oud-diamantbewerkers
op bekend terrein waren, is er op
een bepaald gebied der noofdstedelijke
samenleving, - in de diamantwereld
namelijk, voorloopig weer iets meer
vrede gekomen. In een aantal confe
renties ten stadhuize wisten deze wet
houders de werkgevers en werknemers
nader tot elkaar te brengen, zoo dat er
dan toch nog een zekere overeenstem
ming werd bereikt inzake de bekende
uitbreiding van het z.g. Douwes-plan.
Men zal het nu voorloopig zes maan
den met die uitbreiding, die het getal
werkende diamantbewerkers met een
700 kan vermeerderen, probeeren. Het
is allemaal wel erg „voorloopig",
vooral als men bedenkt, dat de Regee
ring, naar onlangs juist bekend werd,
deze zes-maandsche voorloopige zaak,
van haar kant „voorloopig" slechts
drie maanden wil steunen!, maar
alle kleine beetjes helpen en mogelijk
is de algemeene toestand in dien tus-
schentijd wel weer wat verbeterd. Op
genoemde conferentie werd ook beslo
ten een permanente kleine Commissie
in te stellen „ter bescherming en ver
dediging van de Amsterdamsche Dia
mantindustrie", een commissie waarin
het gemeentebestuur zal vertegenAvoor-
digd zijn. Er wordt nu, met dit een
en ander wel het noodige gedaan, om
te redden wat er te redden valt, maar
desalniettemin kan men toch blijven
betwijfelen of we hier ooit weer oe oude
„diamantstad" zullen worden, die we
eenmaal waren.
Afgezien nog van de wereldsituatie,
die binnen afzienbaren tijd Avel geen
groote vraag naar diamant meer zal
opleveren, doet het feit zich. voor, dat
als men zoojuist het eene gevaar voor
onze diamantindustrie met de grootste
moeite min of meer heeft afgewend,
een ander doodelijk gevaar weer aan
den horizont verschijnt. Zulk een
nieuw gevaar is thans weer de voor
gestelde „omzetbelasting". Die belas
ting toch zal, Avanneer zij in werking
treedt, mag men den heer Asscher
gelooven, voor den diamanthandel
in ons land vrijAvel neerkomen „op
een verplichting de zaken naar het
buitenland te verplaatsen". De Ka
mer A'an Koophandel heeft thans aan
den Minister van Financiën een adres
gezonden, waarin op dit gevaar nóg
n«ns speciaal gewezen wordt
Gebouw voor den Werken
den Stand 50 jaar.
'Ware het niet dat zoovele feestelijke
zoowel als ernstige beslommeringen,
in verband met de muziek- en zomer
feesten en de diamantindustrie kAves-
ties, de aandacht geheel in beslag
genomen hebben, dan zou ongetwijfeld
aan het begin van deze week meer aan
dacht gewijd zijn aan een gouden jubi
laris, die thans min of meer in stilte dit
feit herdacht.
Het gebouw voor den Werkenden
Stand aan den Kloveniersburgwal en
Groenburgwal was de „jubilaris", op
Avien wij hier het oog hebben. Het ge
bouw met zijn groote tooneelzaal met
gaanderijen, is bij tal van hoofdstede
lijke vereenigingen en organisaties, die
er hun feestelijke bijeenkomsten, ver
gaderingen en congressen plegen te
houden, een goede bekende. Misschien
is in den loop der jaren het gebouw als
zoodanig wel een grootere rol in het
sociale leA'en van Amsterdam gaan spe
len dan de Maatschappij voor den Wer
kenden Stand zelf. Toch zijn de be
moeienissen, die deze Maatschappij met
het maatschappelijk leren heeft nog
vele; haar afdeelingen Werkverschaf
fing, Industrieschool, Volksvoordrach
ten, Kosthuizen, spelen nog steeds een
zekere rol, al werd eenzelfde rol dan
ook door anderen mede opgenomen. De
rol. die zij inzake Ambachtsscholen en
Arbeidsbemiddeling indertijd speelde,
en dat was toen een zeer groote rol,
werd geheel en al overgenomen, zoo
dat haar Ambachtsscholen thans zijn
overgegaan in zelfstandige vereenigin-
gen en haar Arbeidsbeurs een gemeen
te-instelling werd.
Het koloniaal Instituut in
het gedrang.
Overneming door de Overheid van
particuliere instellingen, die hun nut
bewezen hebben, maar die het onder
dat particuliere beheer niet goed meer
kunnen bolwerken, kwam in vroeger
jaren, niet alleen met deze Arbeids
beurs, maar herhaaldelijk voor. We
leven echter niet meer in die vroegere,
voor de Overheid zoo veel gemakke
lijker en ruimer jaren. Komt thans een
particuliere instelling in het nauw te
zitten met een door haar beheerde in
stelling, dan doemen al gauw schrik
beelden van een geheel en al verdwij
nen van zulk een instelling op. Wie
eenigszins Aran den toestand op de
hoogte is, ziet nu den Iaatsten tijd bo
ven ons Koloniaal Instituut aan de
Mauritskade zulk een schrikbeeld zwe
ven! Het heeft, dit Instituut, alle moeite
het hoofd boven Avater te houden: as
Zooals je weet zal er A'an den zomer
in Ghicago in Amerika een enorme ten
toonstelling geopend worden, een we
reldtentoonstelling, waaraan alle volke
ren ter wereld deelnemen en waaraan
men reeds langer dan een jaar werkt.
Ieder volk exposeert hier de kunst
voortbrengselen, de landbouwproduc
ten en de industrie-producten van eigen
land.
Opdat de kinderen zich nu hier niet
zullen vervelen, heeft men voor hen een
speciaal park geschapen. In dit park is
een groote vijver, en midden in dezen
vijver is, zooals de teekening het aan
geeft, een rotseilandje. Over vier fraaie
bruggen komt men op het „Sprookjes
eiland". Daar kan men door grotten, en
vrijwillige bijdragen, die het in s' and
moeten houden, verminderen schrik
barend en het bezoek van het publiek,
dat met zijn entreegelden ook nog wet
steun kan bieden, neemt eveneens zicn-
derooge af. De kans dat gemeente of
(en) Rijk hier afdoende hulp zouden
kunen bieden, is wel zeer gering. Er
werd reeds van de zijde van het Be
stuur alarm geblazen, maar veel
acht heeft „men" hier nog niet op ge
slagen. Het wordt evenwel tijd dat
men dit doet! Pas als een instelling als
het Koloniaal Institut met zijn over-
rijke verzamelingen, zijn onuitputte-
iijKe kennis-bronnen over het „grooter
Nederland" bij den evenaar, waar ons
volksbestaan nog altijd voor zulk een
groot deel van afhangt, van den aard
bodem verdwenen Avas, zou „men"
gaan beseffen wat men hier verloren
had. Er moeten inderdaad middelen
gevonden Avorden om deze instelling,
die zooAvel voor onze gemeente aïs
voor het Rijk in het algemeen, van on
schatbaar nut is, voor ondergang te
behoeden. Het is belangrijk genoeg er
in een volgenden brief nog eens meer
in bijzonderheden op terug te komen,
waarbij dan ter sprake kan komen wat
„men", dat zijn u en ik, in dezen
vermogen te doen.
Jordaan-verandering.
Op den ouden voet voortzetten zal
misschien niet mogelijk zijn. Maar
dan maar op kleineren voet. We leeren
dat trouwens in deze tijden Avel aller-
Avege, dat komen van' een grooten op
een kleineren voet. Zelfs de Gemeente,
die in dezen nu niet zoo bijster goed-
leersch is. Zoo heeft zij, die gemeente,
om dit keer met dit eene voorbeeld te
eindigen, onlangs haar Jordaan-sanee-
ringsplan, dat zij indertijd op groo
ten voet had opgezet (vijf mililoen zou
het kosten) op den veel kleineren voet
van anderhalf mililoen moeten plaatsen.
Zij zal zich voorloopig moeten beper
ken tot een opruimen van de allererg
ste krotwoningen en het veel meer om
vattende plan tot veel later moeten be
waren.
holen wandelen, daar ziet men Sneeuw
witjes Rijk bij de dAvergen en de groote
Reus van Klein Duimpje, daar ziet men
het kasteel vaii Doornroosje en Ali
Baba met zijn roovers. Wie het Avaoht-
Avoord' „Sesam, open U" goed kent, daar
voor opent zich ook inderdaad de berg.
Heelemaal boven is een prachtig ridder
kasteel met ophaalbrug, muren en to
rens. Een heeleboel tinnen soldaatjes in
fraaie uniformen houden de wacht en
elk uur wordt die AA-acht met getrommel
en gefluit afgelost. Nèt echt! Zooals
jullie ziet. is dat werkelijk een „sprook
jes-eiland" en men kan best begrijpen,
dat tal van kleine Amerikaantjes al
popelen van ongeduld om er eens heen
te mogen!....
J
Een kinderpraatje op de wereldtentoonstelling.