s. 1. mimi s ti.
TOBRALCO
Transpireerende Voeten,
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht.
Nederlandsche fJiddenstatidsbank
De wereldtentoonstelling te Chicago.
„Omdat jij mijn geluk bent".
No-
7291 EERSTE BLAD
DONDERDAG 22 JUNI 1933
61ste JAARGANG
Geen vordering op de economische conferentie -
MacDonald optimistisch gestemd. - Het Amerikaansche
oorstel inzake het herstel van het goud - Het ce-
metamorphoseerde Duitschland.
KONINGSTRAAT 7
Handelscredieten - Girorekening
Rusland en Japan.
in 30 dessins,
kleur-»«htf - wasch-echt,
COURANT
KoegraTAmS Heldersch*. Courant 1-50; voor
laud f2.-, Nederl Oost' w ngen en Pexel f ]-65binnen-
mail en overige landen f 3 20 Los" "1 ZCeP°St 2'10, idem per
resp. f 0.50 f 0.70, f 0 70 flModahi T*" fl'-p-p-6ct" Zon<fagsblad
u.(U,ri._Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, f 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 60 en 412
Post-Girorekening No. 16060.
ADVERTENTIÊN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te buur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meeL 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4ct.
Geen vordering op de economische con
ferentie. Er zit geen schot in de con
ferentie te Londen. Dat verwondert ons
niet. Het is de gang van zaken op iedere
conferentie. Men blijft een beetje om
elkaar heen praten om toch vooral maar
niet te spoedig tot handelen te komen,
tegen den tijd dat men tot resultaat moet
komen, wordt dan de conferentie ver
daagd, voor onbepaalden tijd.
De „Nw. Rott. Crt." schrijft er o.m.
over:
Het is in de vergadering soms moeilijk
sprekers te vinden; dan neemt iemand
maar het woord, omdat men toch genoeg
op het hart heeft, maar piet werkelijk on
derhandelen wacht men tot de grondsla
gen zullen zijn gelegd voor een vrucht
baar werk.
Men eischt grondslagen van tweeërlei
aard. Het is reeds herhaaldelijk gezegd,
dat men ten opzichte van de tariefkwes
ties niet verder kan komen, zoolang liet
gevaar bestaat dat de belangrijkste lan
den van uitvoer door verdere verlaging
van de waarde van hun geld de markten
zullen bederven, waartegen men, als men
zich wat zijn tarieven betreft, gebonden
heeft, machteloos zou zijn.
De andere grondslag wordt in het bij
zonder door Frankrijk geëischt; dit zegt:
bevrijding van den handel van drukkende
tarieven en andere belemmeringen kan
eerst goed worden wanneer men weet
geen nieuwe verrassingen van overpro
ductie meer te duchten te hebben. Het
verlangt dus eerst een organisatie van
productie en markten, die de ontwrichtin
gen van dien aard moeten verhelpen.
Daarom wordt deze organisatie nu on
middellijk in studie genomen.
Wat de organisatie van de productie
betreft, dit zal een uiterst moeilijk onder
werp blijken. Het Is een contingenteèring
aan de bron, waarbij de verschillende
producten moeilijk zijn af te grenzen,
voorais als het landbouwproducten be
treft.
Nemen wij als voorbeeld ons eigen
land; wij kunnen ons zeer wel verbinden
onzen graanbouw niet uit te breiden; dan
echter moeten wij ook de zekerheid heb
ben dat onze veeteelt dus zuivelpro-
ductie den bodem zal kunnen gebrui
ken die men door gebrek aan afzet op het
punt staat vrijwillig aan den verbouw van
tarwe te onttrekken.
Onze afzet van zuivelproducten is ech
ter sterk afhankelijk van Duitschland, en
dat is op dit punt juist een bijzonder
moeilijk land; daar hebben niet slechts
oeconomische, doch ook politieke over
wegingen van zeer heftig karakter groo-
ten invloed op de regeling van den in
voer. Dit probleem is alleen bij algemee-
ne deelneming op zeer breeden basis op
te lossen. Men kan ter conferentie nog
niet den indruk krijgen, dat de stemming
daarvoor reeds rijp is.
Niettegenstaande er dus zoo weinig vor
dering is, zooals uit bovenstaande blijkt,
KANTOOR DEN HELDER
js MacDonald, de voorzitter van deze con
ferentie, optimistisch gestemd ten op
zichte van haar slagen. Zoo verstrekte hij
aan den berichtgever van de „Excelsior"
de volgende boodschap:
X1 p-eni v-eek geleden is de oeconomische
\V ereldconferentie geopend. Als mijn eer
lijke overtuiging kan ik verklaren, dat
het resultaat van deze week, in wegrwil
|Van de vele moeilijkheden, veroorzaakt
door de overstelpende hoeveelheid arbeid,
bevredigend is.
Ik ben er van overtuigd, dat de tweede
week positieve resultaten zal brengen,
welke er toe zullen dienen diegenen in
het ongelijk te doen staan, die van een
mislukking spreken.
Ik spreek mijn vertrouwen uit in het
komend verloop der besprekingen en ik
verzoek de openbare meening geduld te
willen oefenen.
Het succes lijkt mij thans verzekerd te
zijn.
De Engelsche pers is minder optimis
tisch, doch toont zich integendeel, in de
beoordeeling van de conferentie, zeer
pessimistisch.
Het Amerikaansche voorstel inzake het
herstel van het goud. Omtrent een
voorstel dat de Amerikaansche senator
Pittmann in de tweede sub-commissie der
valuta-commissie heeft ingediend, ver
neemt de „Nw. Rott. Crt.", dat in deze
resolutie de volgende verplichtingen wor
den voorgesteld, welke de aan de confe
rentie deelnemende staten op zich zouden
nemen:
1. Spoedig herstel van de stabiliteit dei-
valuta;
2. Herstel van het goud als valutastan-
üaard;
3. Het gebruik van goud zal beperkt
worden tot de dekking der bankbiljetten-
circulatie en de regeling van de inter
nationale betalingsbalans;
4. Standaardiseering van de wettelijke
gouddekking, welke lager moet zijn dan
de huidige gemiddelde dekking;
5. Uitnoodiging aan de centrale circu
latiebanken direct bijeen te komen ter
bespreking van de kwestie der metaalre
serve. Hiervoor wordt voorgesteld 25 pet.;
6. Met het oog op de belangrijkheid van
het zilver en de noodzakelijkheid het
vertrouwen in dit metaal in het Verre
Oosten te herstellen, wordt voorgesteld,
dat de
a. landen, welke het meeste zilver voort
brengen, den verkoop van zilver beper
ken;
b. de staten gaan er toe over zilver
weer te gebruiken voor valuta-doelein
den;
d. den centralen circulatiebanken wordt
aanbevolen 80 pet. van hun valutadekking
in goud te houden en de overige 20 pet.
naar verkiezing in goud of zilver, dat
tegen lageren prijs dan den algemeenen
prijsstand van dit metaal moet worden
gekocht.
Het nieuwe Duitschland. We hebben
hier reeds verschillende malen gesproken
over het nieuwe Duitsche rijk en aanha
lingen gedaan uit tal van redevoeringen,
die daarover zijn gehouden; hier volgt een'
uittreksel uit een redevoering van dr. Lu-
ther, de Duitsche ambassadeur te New-
York, die voor de Duitsch-Amerikaansche
handelskamer, aldaar, een rede heeft ge
houden over de taak en de bedoelingen
van het nieuwe Duitschland. Hij zeide o. a..
dat het program van Roosevelt in menig
opzicht overeenkomst vertoont met het
program der regeering ven Hitier.
Luther verklaarde, dat ieder, die be
grijpt hoe gehavend Duitschland uit den
wereldoorlog is te voorschijn getreden,
begrip moet hebben voor Duitsehland's
positie. De naties hebben opnieuw erkend,
dat in vele kwesties, in het bizonder die
van oeconomischen aard, internationale
samenwerking onontbeerlijk is. Hitier
heeft herhaaldeliik uiteengezet hoe be
langrijk de ontwikkeling van het interna
tionale oeconomische net is. Thans heeft
Duitschland zijn hoop gevestigd op de
oeconomische conferentie van Londen,
voorts is Duitschland geïnteresseerd bij
de ontwapeningskwestie en andere belang
rijke problemen der internationale poli
tiek. Voor de principieele wijzigingen in
Duitschland is niets zoo karakteristiek als
de verklaring van den eersten Mei tot na-
tionalen feestdag van den Duitschen ar
beid. De hoeksteen der oecononrie van het
Derde Rijk is de these, dat algemeen be
lang boven persoonlijk belang gaat. Dr.
Luther schilderde vervolgens het Duitsche
opbouwprogram.
Duitschland moet zijn kleine goud- en
deviezendekking beschermen, hetgeen dui
delijk is, daar deze dekking thans nog
slechts 8 pet. bedraagt. Dr. Luther be
sloot zijn rede met een beroep te doen op
een verdere uitbreiding van den Duitsch-
Amerikaanschen handel.
A\ onderen van wetenschap en industrie. Een eereleeken voor den
vooruitgang. Er Is 20 millloen dollar in gestoken.
door
RUFUS C. DAWES.
President der wereldtentoonstelling
Chicago.
DE KOERS VAN DEN DOLLAR.
De regeering der Vereen. Staten
laat hem zijn eigen evenwicht vin
den.
Reuter meldt uit Washington:
Acheson, de waarnemende secretaris
van de schatkist, heeft verklaard, dat de
stabilisatie van de wisselkoex-sen slechts
één van de talrijke vraagstukken voor de
oeconomische conferentie is en daarvan
niet de hoeksteen moet zijn. Acheson
deelde verder mede, dat de regeering dei-
Vereen. Staten niet intervenieert op de
wisselmarkt en den dollar zijn eigen even
wicht laat vinden.
Een visscberij-lncident.
In verband met het feit. dat op 14 Juni
drie Japansche visschers doodgeschoten
zijn door Sowjet Russische kustwachters
te Olga-punt (Oostkust van Kamjatska)
hebben de Japansche autoriteiten ernstig
geprotesteerd. Volgens een door het mi
nisterie van mai-ine uitgegeven commu
niqué zijn ondei-handelingen gaande.
De Japansche visschei-sboot „Foemima-
roe" bevond zich op 14 Juni ter lioogte van
Kamjatska, in overeenstemming met het
Russi sch- Japa n sche v i sscherijverdrag,
toen hij door den storm werd ovei-vallen.
Bovendien ontstond er een defect aan de
machine, zoodat het schip ligplaats zocht
in de buurt van Olga-punt. Den volgen
den middag om half vier begaven drie vis
schers zich per boot naar den wal om
versch drinkwater te halen, toen op hen
werd gevuurd door Russen, naar het
schijnt kustwachters. Ook op de „Foemi-
maroe" werd geschoten. Het schip werd
door verscheidene schoten getroffen, doch
men slaagde er in buiten schot te komen.
De boot met de dlrie visschers kon evenwel
niet worden opgepikt.
Toen de Japansche duikboot „Tasjikaze"
van het geval op de hoogte was gesteld,
spoedde zij zich naar Olga-punt. De lijken
der drie Japansche visschers werden door
kogels dooi-boord op een mij] ten Noord
Oosten van Olga-punt aangetroffen, even
als hun boot, welke door meer dan dertig
kogels was getroffen. De drie lijken en de
boot ziin door de duikboot aan booi'd ge
nomen.
De wereldtentoonstelling van 1933,
welke zoojuist te Chicago is geopend
onder den naam „Een eeuw van vooruit
gang", geeft een overzicht van alle inte
ressante, leerzame en amusante dingen,
welke de huidige wereld biedt. Het is een
tentoonstelling van wonderen en tegelijk
van feiten, feiten, die nog wonderbaarlij
ker zijn dan de fantasieën van den
mensch. Die wetenschappelijke wonderen
ziet men niet als doode dingen, maar in
volle werking voor de oogen der toe
schouwers. Men ziet bijv. een volledige
autofabriek in bedrijf, zoodat elke bewer
king kan worden gevolgd. In de andere
stands is er op dezelfde wijze naar ge
streefd om in gemakkelijk te begrijpen
vorm een fabricagemethode uit te leg
gen, dan wel de werking van een appa
raat op de veelzijdige bruikbaarheid van
een bepaald artikel.
Er zijn in de 200 gebouwen ongeveer
500 exposities en deze vertegenwoordi-
gen elk op zichzelf weer honderden voor
werpen. De tentoonstelling is dan ook
niets minder dan een volledige stad, die
een millioen menschen zou kunnen her
bergen. Voor haar opbouw en afwerking
zijn 20 millioen dollars uitgegeven. De
waterleidingbuizen, riolen, electrische
draden en kabels zijn vele kilometers
lang. Groote gebouwen zijn opgetrokken
en uitgestrekte terreinen op de fraaiste
wijzen beplant met hoornen, struiken, gras
en bloemen. Het geheele terrein beslaat
een 5 km lange strook langs het Michi-
ganmeer en wel in het mooie parkachtige
gedeelte, dat de „Front yard" (het voor
tuintje) van Chicago genoemd wordt en
ten Oosten van de Michigan Avenue is
gelegen in het Grant park. Hier verwach
ten wij tot aan de sluiting op November
a.s. een gemiddeld dagelijksch bezoek van
350.000 personen.
De grondgedachte van de tentoonstal-
ling is dus de dieixst, welke de weten
schap aan de industrie bewijst. In over
eenstemming hiermee vertoonen de ten
toonstellingsgebouwen een nieuwe, mo
derne architectuur. Vele ervan hebben
geen ramen en worden dag en nacht op
deze electrische wijze verlicht. Ze zijn
in schitterende kleuren uitgevoerd en
bieden daardoor een prachtig schouwspel
aan, ook bij avond, wanneer zij door
schijnwerpers worden verlicht. Ook het
licht dezer schijnwerpers wisselt telkens
van tint, zoodat de meest verrassende ef
fecten worden verkregen.
Sommige gebouwen zijn reusachtig. Het
grootst is de hal der Wetenschap, die op
alle verdiepingen bij elkaar een vloerop
pervlakte van 37.948 m2 heeft, een reus
achtig U-vormig gebouw van ongeveer
210 bij 120 m. Daarna volgt het reis- en
transportgebouw met een vloeropper
vlakte van 32.215 m2. De technici, welke
deze tentoonstelling tot stand brachten,
hebben er millioenen dollars aan besteed
om hun exposities te maken tot de mooi
ste, die men ooit heeft gezien. Het geld
is goed besteed, want de opvoedende
waarde van deze tentoonstelling is groo-
ter dan die v» vele jaren studie aan ver-
schillende universiteiten. De tentoonstel-
ling kan met recht een tot werkelijkheid
geworden encyclopaedie worden genoemd,
i Uit zuiver commercieel standpunt be-
i schouwd is zij voorts van onschatbare
i waarde voor de industrie, die zij nieuwe
I bestellingen ter waarde van millioenen
dollars moet inbrengen, iu aanmerking
genomen, dat millioenen haar zullen be-
zoeken en dat elke bezoeker er althans
een artikel zal leeren kennen, dat hij zal
willen bezitten of geregeld gaat gebrui
ken. Dit artikel kan een woning van een
nieuw type zijn of een klein gebruiks-
j voorwerp voor de keuken. De bezoeker
wordt attent gemaakt op eenvoudige din
gen, die in zijn dagelijksch leven een
klein gemak kunnen beteekenen en zoo
komen de menschen er weer toe om te
koopen. Dit is juist, wat de handel op het
oogenblik noodig heeft.
Hoe de eeuw der electriciteit zich heeft
ontwikkeld, wordt aangetoond in een
schitterend overzicht vol licht, kleur, ge
luid en beweging. De dynamo, de trans
formator, de elctromotor in al zijn toepas
singen, apparaten, die zoo nauwkeurig
werken, dat zij bijna schijnen te denken,
dat alles en nog meer kan men in wer
king zien. Het geheim van de radiolamp
wordt uitgelegd, evenals het opwekken
van de radiogolven en het omzetten daar
van in geluid aan de ontvangzijde. De foto
electrische cel, waardoor televisie moge
lijk is, wordt op dezelfde wijze gedemon
streerd. Men ziet haar ook werken met
stralen, die voor het menschelijk oog on
zichtbaar zijn en dientengevolge kunnen
dienen als afsluiting tegen misdadigers.
In de Hal der Wetenschap laten de ge
leerden zien wat natuur-, schei- en wis
kunde, biologie, geologie en astronomie
hebben bijgedragen tot den vooruitgang
der menschheid. Men ziet, waarom een
waterdruppel rond is en hoe moleculen
zich samenvoegen tot een kristal. Men
ziet de werking van explosiemotoren,
stoommachines en koelkasten. Er wordt
gedemonstreerd, hoe ziektekiemen rea-
geeren op verschillende behandelingen en
op welke wijze vergiften op de weefsels
inwerken. In één stand ziet men den jaar-
lijkschen groei van een boomtakje in 75
seconden. Men ziet den voortuitgang van
de chemie en de medische wetenschap;
zeer interessant is de inzending van het
Institut Pasteur te Parijs en die van het
Robert Koch-instituut te Berlijn. Hier kan
men zien op welke wijze Koch gekomen
is tot zijn ontdekking van de tuberculose-
bacil. Een „doorzichtig mensch" uit het
hygiënisch museum te München stelt den
bezoeker in staat om de anatomie van den
mensch te bestudeer en, alsof hij met X-
stralen zag.
In een complete bandenfabriek wordt
om de tien minuten een afgewerkte auto
band afgeleverd; men ziet het geheele
proces, tot de inspectie en de verpakking
toe. Geweven en machinaal gebreide goe
deren worden gemaakt door machines
met bijna menschebjke handigheid. In
ten hoogoven wordt staal vervaardigd
uit ruw erts en men ziet de meest moder
ne vervoermiddelen. Hoe ons eten en
drinken wordt, tot wat het is op onze
tafel, een groote legwedstrijd voor be
kroonde hennen, een tentoonstelling van
bloemen en tuinarchitectuur, die 2 ha be
slaat, vindt men op deze tentoonstelling
evengoed als een reproductie van het
oude Ford Dearborn, waar men ziet hoe
de eerste kolonisten leefden op de plaats
van het latere Chicago, terwijl voor de
oogen der toeschouwers tevens de massa
slachting herleeft, waardoor deze kolonie
ophield te bestaan.
In een expositie, die in een apart ge-
per el.
Verkrijgbaar bij:
L»t op naam op den zelfkant
Vraagt onze Stalen-cclleotie
bouw is ondergebracht en een millioen
dollar heeft gekost, ziet men de wijze,
waarop de Vereenigde Staten worden be
stuurd, terwijl de bezoeker er veel kan
leeren, wat hem in het dagelijksch leven
van nut kan zijn. Men ziet er ook zeer dui
delijk de verschillen in wetgeving en be
stuur, welke er tusschen de verschillende
staten bestaan. Het leven van Lincoln
ziet men in alle bijzonderheden.
Interessant is dat gedeelte der tentoon
stelling, waar men een reproductie vindt
van den grooten Mayatempel te Uemal in
Yucatan, van een Indianendorp met ver
tegenwoordigers van verschillende Noord-
Amerikaansche Indianenstammen, van
't Gouden Paviljoen van Jehol, den mooi-
sten Chineeschen tempel, verder van een
Afrikaanschen negerdorp, een Seminolen-
dorp, een Oost-Aziatisch dorp, een deel
van Parijs, enz. In de afdeeling „Holly
wood" worden er echte geluidsfilms ge
maakt voor de toekijkende menigte.
Natuurlijk is ook het amusement niet
vergeten. Wij kunnen met trots wijzen
op de snelle ritten 60 m boven den grond
in wagentjes, die aan geweldige kabels
zijn opgehangen. Men vliegt tusschen de
hooge gebouwen door en .heeft bij dag
een prachtig uitzicht over de stad, terwijl
's nachts het kleurrijke schouwspel even
schoon als indrukwekkend is. De wagen
tjes laten wolken gekleurdeix damp achter
zich. Eigenlijk bewegen zij zich voort
langs een hangbrug; deze is langer dan
alle hangbruggen der Vereenigde Staten
de Wasliingtonbrng over de Hudsori
alleen uitgezonderd. De beide torens voor
de kabels, waarlangs de wagentjes zich
voortbewegen, zijn 191 meter hoog; bo
venop bevindt zich een platform, dat men
met een lift kan bereiken. Van hieruit
Handen en Oksels behandele men met
Purolpoeder. Dit is het meest afdoende
middel. In bussen van 45 en 60 ct.
Alleen bi] Apoth. en Drogisten.
FEUtLLETO N
Een Heldersche roman
door
W1LLIARIS
2)
Het was als voorvoelde hij iets ver
schrikkelijks.
„Ja Hans, jongen, je arme vader is.
dood."
Snikkend vertelde zij, hoe zij als ge
woonlijk om vijf uur naar beneden was
gegaan, om hem een kopje thee te bren
gen op zijn kantoor, zoaols ze altijd deed.
Daar had ze hem gevonden, zittend in
zijn bureau-stoel, het hoofd op de borst
gezonken en de hand nog op liet hart,
alsof hij daar zijn laatste oogenblikken
pyn had gehad.
Zij was hevig geschrokken, maar ze han
toch dadelijk 0111 den dokter getelefoneerd
en daarna aan zijn broer die aan de Hyop-
Btraat woonde.
De dokter was al weer weg, die bad
slechts den dood kunnen constateeren.
Zijn oom was er nog, die zat op het
kantoor van zijn vader 0111 de zaken te
regelen.
Hans luisterde niet verder meer. maar
vloog haar voorbij, de trap op, naar de
slaapkamer van zijn vader, waar men den
doode had neergelegd.
Sedert waren drie maanden verloopen.
Hans woonde bij zijn oom in en hij ging
1111 niet meer op de H. B. S. Hij moest nu
in den winkel of op het kantoor van zijn
oom werken.
Toen na de begrafenis van zijn vader,
zijn oom hem den toestand had blootge
legd, had hij zwijgend geluisterd.
Een diep medelijden met zijn vader ver
vulde hem.
Maar toen zijn oom hem op harden toon
had gezegd dat hij er nog een paar om
zeild gulden moest bijleggen, om tenmin
ste hun goeden naam te redden, was Hans
opgesprongen en had op even kouden
toon zijn oom verzocht om niet minach
tend over zijn vader te spreken en had hij
hem verzekerd dat hij de schuld zou vol
doen, al zou het misschien lang duren.
Zijn oom had slechts achteloos de schou
ders opgehaald en hem gezegd dat hij
voortaan in de zaak moest w erken en dus
van school af moest.
„Dan zal ik probeeren een f linken han
delsman van je te maken," had hij erbij
gevoegd.
Zijn tante, de vrouw van zijn oom war.
ziekelijk, die lag altijd op haar kamer, dus
zag hij haar bijna nooit.
Alleen zijn nichtje die een jaar jonger
was dan hij, had een diep medelijden met
haar neef.
Hü gevoelde zich daar heelemaal met
thuis en hij begreep heel goed dat zijn
00111 hem slechts duldde, omdat het nu
eenmaal niet anders kon. maar dat hij
veel liever van hem af zou zijn.
Ook het werk zinde hem niet.
De kleine, prutserige karweitjes die
hem werden opgedragen, en het beetje
schrijfwerk dat hij zoo nu en dan te doen
kreeg, maar wat volgens zijn oom nooit
deugde, waren evenveel ergernissen voor
hem. Het liefst deed hij nog maar bood
schappen, dan was hij tenminste uit het
gezicht van zijn oom en in de buitenlucht.
Nu had hij echter het plan gevormd om
naar zee te gaan en was hij al bij verschil
lende maatschappijen geweest om een
plaats op een schip te krijgen. Maar dat
was hem niet gelukt.
Overal waar hij kwam werd dadelijk ge
vraagd of hij al eens meer gevaren had.
Op zijn ontkennend antwoord werd hem
duidelijk gemaakt dat men hem dan niet
gebruiken kon, dat er veel meer vraag
dan aanbod was e. d.
Tenslotte gaf hij den moed op.
Op zekeren dag echter, toen hij een
boodschap deed kwam hij over den Plan-
tageweg en zag hij daar een bord aan een
deur bevestigd, waarop stond: „Aanne
ming voor de Marine".
„Wel, waarom niet?" dacht hij.
's Avonds thuiskomend, vertelde hij zijn
oom dat hij graag dienst wilde nemen bij
de Marine, en of 00111 zijn toestemming als
voogd wilde geven, daar hij die noodig had
als hij teekende.
Zijn oom dacht er niet lang over.
Die was blij op zulk een gemakkelijke
cn weinig kostbare manier van zoc'n last
post af te kunnen komen.
Hij liet dit echter niet merken en deed
alsof het hem maar matig beviel, dat zijn
j neef bij de Marine ging.
Tenslotte gaf hij toe, maar zei hij erbij:
„Ik wil je niet tegenwerken en zal je je
zin geven, maar je behoeft later, als je ei
soms spijt van mocht hebben, nooit met
praatjes bij me aan te komen van: „Had
u me maar niet laten gaan." Want dan
zal ik me daaraan niet storen."
Hans doorzag zijn oom wel, maar bij liet
niets merken. Een diepe verachting groei
de slechts in zijn hart voor den man, die
hem alleen in huis nam, omdat de men-
ischen er anders over zouden spreken.
Hans beloofde, blij dat hij toch zijn zin
kreeg en uit die benauwde sfeer kon
vluchten.
Zoo kwam Hans Berg bij de Marine.
HOOFDSTUK II.
Harer Majesteits pantserkruiser „De
IJzeren Hertog" was op de thuisreis.
De kruiser had een reis van 8 maanden
gemaakt.
Toen het schip 8 maanden geleden uit
Nieuwediep was vertrokken, was een rei»
bevolen van 5 maanden naar de Midde-
landsclie Zee en de Zwarte Zee.
Het schip had plaatsen bezocht als:
Algiers, Tunis, Constantinopel en Con-
stanza, de mooie stad in Roemenië met
onvergelijkelijk sehoone vrouwen.
Op de thuisreis werden Nice en Baree-
lona aangedaan en nog juist voordat de
j Hertog zijrr ijzeren neus door de StraaT
van Gibraltar stak, ontving de comman
dant per draadlooze de order 0111 de reis
voort te zetten voor den duur van 3 maan-
jden, en wel naar de Belgische Congo en
j vandaar naar Zuid Afrika, terwijl op de
thuisreis de Canarische eilanden aange
daan moesten worden.
Toen men de Straat was gepasseerd,
wendde het schip den steven dus niet naar
het Noorden, naar het vaderland, maar
i naar het zonnige Zuiden. Het bericht van
de verlenging der reis, werd door bijna
de heele equipage met gejuich ontvan
gen. Behalve misschien de gehuwden, die
I natuurlijk veel liever naar vrouw en kin
deren waren teruggekeerd, waren allen
in de beste stemming 0111 het verlengen
der reis.
De getrouwden hoorde men echter ook
niet kankeren, want kankeren hoorde
men aan boord van „den IJzeren Hertog"
nooit.
De meesten van hen waren er erg mee
in hun schik, want als je een tijd in het
zonnige Zuiden hebt rondgezwalkt en je
hebt de heerlijke natuur van de Rivièra
genoten, dan valt het lang niet mee 0111
in het einde van December in het koude,
vochtige Holland aan te komen, met zijn
mist, regen, sneeuw en guren wind.
E11 vooral aan de Noordkaap, het uiter
ste puntje van Noord-Holland, waar men
alles uit de eerste hand heeft en het al
licht nog onaangenamer is dan op meer
beschutte plaatsen.
Maar buiten dat, waren er nog andere
redenen. De voornaamste was wel de
commandant, Kolonel Munter.
Deze wist zoo met zijn volk om te gaan,
dat de menschen graag bij hem aan
boord dienden. Hij behandelde hen niet
als iemand die torenhoog boven hen ver
heven staat, maar hij sprak met hen zoo
gemakkelijk en joviaal, dat de menschen
bij hem dadelijk op hun gemak waren. Zij
konden altijd bii hem komen, als ze eens
iets op het hart hadden.
Als anderen inspectie maken over het
schip is liet al dagen van te voren be-
kend, zoodat er dan uit alle macht ge-1
werkt wordt 0111 den boel er netjes te j
laten uitzien.
Dan is alles naturlijk altijd in de beste
orde en gaat het nut van zoo'11 inspectie j
verloren. Kolonel Hunter deed het echter
heel anders. Op ongeregelde tijden en al- i
tijd onverwachts kwam hy ergens binnen
stappen, keek het eetgerei na, liet kasten
en laden openmaken en keek zelf in aller
lei hoeken en gaten, onderwijl zijn op- of
aanmerkingen makend.
Hij leefde mee met zijn equipage: on
derzocht de grieven als die er waren, en
als er iemand op het raport kwam, deed
hijzelf grondig onderzoek.
Hij gaf niet zoomaar den meerdere ge
lijk om gauw van zoo'n zaak af te zijn.
Beschuldiger en beschuldigde stonden
op dat moment bij hem gelijk en bleek
het dat de meerdere ongelijk had, dan
was de kolonel lang niet malsch voor zoo
iemand.
Op zee zijnde werd er geducht ge
oefend.
Hij wist echter ook van uitscheiden en
liet alleen oefenen in den tijd die daar
voor bestemd was. Hij deed nooit zooals
sommige commandanten, die de menschen
bijna dag en nacht in het tuig houden.
Was de gelegenheid gunstig, zooals b.v.
bij Monte Carlo, dan voer hij dicht onder
de kust langs, soms zoo dicht dat de na
men van de hotels te lezen waren. Op vel
schillende plaatsen liet hij tochten maken
naar bezienswaardigheden.
In Constantinopel was een gedeelte der
bemanning onder leiding van den dominé
die toevallig de reis meemaakte, een be
zoek wezen brengen aan de beroemde
moskee, de Aya Sofia, en op Tunis had
den ze de doode stad Carthago bezocht.
Een dag voor binnenkomst liet bij altijd
een lezing houden over de plaats, die zou
worden aangedaan.
Op 5 December was hy 's middags aan
de Spaansohe kust een stille baai binnen-
geloopen en werd de geheele beman
ning in de gelegenheid gesteld om het
St. Xicolaasfeest te vieren.
(Wordt vervolgd1).