s. 1. mimi s ti. TOBRALCO Transpireerende Voeten, NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlandsch overzicht. Nederlandsche fJiddenstatidsbank De wereldtentoonstelling te Chicago. „Omdat jij mijn geluk bent". No- 7291 EERSTE BLAD DONDERDAG 22 JUNI 1933 61ste JAARGANG Geen vordering op de economische conferentie - MacDonald optimistisch gestemd. - Het Amerikaansche oorstel inzake het herstel van het goud - Het ce- metamorphoseerde Duitschland. KONINGSTRAAT 7 Handelscredieten - Girorekening Rusland en Japan. in 30 dessins, kleur-»«htf - wasch-echt, COURANT KoegraTAmS Heldersch*. Courant 1-50; voor laud f2.-, Nederl Oost' w ngen en Pexel f ]-65binnen- mail en overige landen f 3 20 Los" "1 ZCeP°St 2'10, idem per resp. f 0.50 f 0.70, f 0 70 flModahi T*" fl'-p-p-6ct" Zon<fagsblad u.(U,ri._Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, f 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 60 en 412 Post-Girorekening No. 16060. ADVERTENTIÊN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te buur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meeL 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4ct. Geen vordering op de economische con ferentie. Er zit geen schot in de con ferentie te Londen. Dat verwondert ons niet. Het is de gang van zaken op iedere conferentie. Men blijft een beetje om elkaar heen praten om toch vooral maar niet te spoedig tot handelen te komen, tegen den tijd dat men tot resultaat moet komen, wordt dan de conferentie ver daagd, voor onbepaalden tijd. De „Nw. Rott. Crt." schrijft er o.m. over: Het is in de vergadering soms moeilijk sprekers te vinden; dan neemt iemand maar het woord, omdat men toch genoeg op het hart heeft, maar piet werkelijk on derhandelen wacht men tot de grondsla gen zullen zijn gelegd voor een vrucht baar werk. Men eischt grondslagen van tweeërlei aard. Het is reeds herhaaldelijk gezegd, dat men ten opzichte van de tariefkwes ties niet verder kan komen, zoolang liet gevaar bestaat dat de belangrijkste lan den van uitvoer door verdere verlaging van de waarde van hun geld de markten zullen bederven, waartegen men, als men zich wat zijn tarieven betreft, gebonden heeft, machteloos zou zijn. De andere grondslag wordt in het bij zonder door Frankrijk geëischt; dit zegt: bevrijding van den handel van drukkende tarieven en andere belemmeringen kan eerst goed worden wanneer men weet geen nieuwe verrassingen van overpro ductie meer te duchten te hebben. Het verlangt dus eerst een organisatie van productie en markten, die de ontwrichtin gen van dien aard moeten verhelpen. Daarom wordt deze organisatie nu on middellijk in studie genomen. Wat de organisatie van de productie betreft, dit zal een uiterst moeilijk onder werp blijken. Het Is een contingenteèring aan de bron, waarbij de verschillende producten moeilijk zijn af te grenzen, voorais als het landbouwproducten be treft. Nemen wij als voorbeeld ons eigen land; wij kunnen ons zeer wel verbinden onzen graanbouw niet uit te breiden; dan echter moeten wij ook de zekerheid heb ben dat onze veeteelt dus zuivelpro- ductie den bodem zal kunnen gebrui ken die men door gebrek aan afzet op het punt staat vrijwillig aan den verbouw van tarwe te onttrekken. Onze afzet van zuivelproducten is ech ter sterk afhankelijk van Duitschland, en dat is op dit punt juist een bijzonder moeilijk land; daar hebben niet slechts oeconomische, doch ook politieke over wegingen van zeer heftig karakter groo- ten invloed op de regeling van den in voer. Dit probleem is alleen bij algemee- ne deelneming op zeer breeden basis op te lossen. Men kan ter conferentie nog niet den indruk krijgen, dat de stemming daarvoor reeds rijp is. Niettegenstaande er dus zoo weinig vor dering is, zooals uit bovenstaande blijkt, KANTOOR DEN HELDER js MacDonald, de voorzitter van deze con ferentie, optimistisch gestemd ten op zichte van haar slagen. Zoo verstrekte hij aan den berichtgever van de „Excelsior" de volgende boodschap: X1 p-eni v-eek geleden is de oeconomische \V ereldconferentie geopend. Als mijn eer lijke overtuiging kan ik verklaren, dat het resultaat van deze week, in wegrwil |Van de vele moeilijkheden, veroorzaakt door de overstelpende hoeveelheid arbeid, bevredigend is. Ik ben er van overtuigd, dat de tweede week positieve resultaten zal brengen, welke er toe zullen dienen diegenen in het ongelijk te doen staan, die van een mislukking spreken. Ik spreek mijn vertrouwen uit in het komend verloop der besprekingen en ik verzoek de openbare meening geduld te willen oefenen. Het succes lijkt mij thans verzekerd te zijn. De Engelsche pers is minder optimis tisch, doch toont zich integendeel, in de beoordeeling van de conferentie, zeer pessimistisch. Het Amerikaansche voorstel inzake het herstel van het goud. Omtrent een voorstel dat de Amerikaansche senator Pittmann in de tweede sub-commissie der valuta-commissie heeft ingediend, ver neemt de „Nw. Rott. Crt.", dat in deze resolutie de volgende verplichtingen wor den voorgesteld, welke de aan de confe rentie deelnemende staten op zich zouden nemen: 1. Spoedig herstel van de stabiliteit dei- valuta; 2. Herstel van het goud als valutastan- üaard; 3. Het gebruik van goud zal beperkt worden tot de dekking der bankbiljetten- circulatie en de regeling van de inter nationale betalingsbalans; 4. Standaardiseering van de wettelijke gouddekking, welke lager moet zijn dan de huidige gemiddelde dekking; 5. Uitnoodiging aan de centrale circu latiebanken direct bijeen te komen ter bespreking van de kwestie der metaalre serve. Hiervoor wordt voorgesteld 25 pet.; 6. Met het oog op de belangrijkheid van het zilver en de noodzakelijkheid het vertrouwen in dit metaal in het Verre Oosten te herstellen, wordt voorgesteld, dat de a. landen, welke het meeste zilver voort brengen, den verkoop van zilver beper ken; b. de staten gaan er toe over zilver weer te gebruiken voor valuta-doelein den; d. den centralen circulatiebanken wordt aanbevolen 80 pet. van hun valutadekking in goud te houden en de overige 20 pet. naar verkiezing in goud of zilver, dat tegen lageren prijs dan den algemeenen prijsstand van dit metaal moet worden gekocht. Het nieuwe Duitschland. We hebben hier reeds verschillende malen gesproken over het nieuwe Duitsche rijk en aanha lingen gedaan uit tal van redevoeringen, die daarover zijn gehouden; hier volgt een' uittreksel uit een redevoering van dr. Lu- ther, de Duitsche ambassadeur te New- York, die voor de Duitsch-Amerikaansche handelskamer, aldaar, een rede heeft ge houden over de taak en de bedoelingen van het nieuwe Duitschland. Hij zeide o. a.. dat het program van Roosevelt in menig opzicht overeenkomst vertoont met het program der regeering ven Hitier. Luther verklaarde, dat ieder, die be grijpt hoe gehavend Duitschland uit den wereldoorlog is te voorschijn getreden, begrip moet hebben voor Duitsehland's positie. De naties hebben opnieuw erkend, dat in vele kwesties, in het bizonder die van oeconomischen aard, internationale samenwerking onontbeerlijk is. Hitier heeft herhaaldeliik uiteengezet hoe be langrijk de ontwikkeling van het interna tionale oeconomische net is. Thans heeft Duitschland zijn hoop gevestigd op de oeconomische conferentie van Londen, voorts is Duitschland geïnteresseerd bij de ontwapeningskwestie en andere belang rijke problemen der internationale poli tiek. Voor de principieele wijzigingen in Duitschland is niets zoo karakteristiek als de verklaring van den eersten Mei tot na- tionalen feestdag van den Duitschen ar beid. De hoeksteen der oecononrie van het Derde Rijk is de these, dat algemeen be lang boven persoonlijk belang gaat. Dr. Luther schilderde vervolgens het Duitsche opbouwprogram. Duitschland moet zijn kleine goud- en deviezendekking beschermen, hetgeen dui delijk is, daar deze dekking thans nog slechts 8 pet. bedraagt. Dr. Luther be sloot zijn rede met een beroep te doen op een verdere uitbreiding van den Duitsch- Amerikaanschen handel. A\ onderen van wetenschap en industrie. Een eereleeken voor den vooruitgang. Er Is 20 millloen dollar in gestoken. door RUFUS C. DAWES. President der wereldtentoonstelling Chicago. DE KOERS VAN DEN DOLLAR. De regeering der Vereen. Staten laat hem zijn eigen evenwicht vin den. Reuter meldt uit Washington: Acheson, de waarnemende secretaris van de schatkist, heeft verklaard, dat de stabilisatie van de wisselkoex-sen slechts één van de talrijke vraagstukken voor de oeconomische conferentie is en daarvan niet de hoeksteen moet zijn. Acheson deelde verder mede, dat de regeering dei- Vereen. Staten niet intervenieert op de wisselmarkt en den dollar zijn eigen even wicht laat vinden. Een visscberij-lncident. In verband met het feit. dat op 14 Juni drie Japansche visschers doodgeschoten zijn door Sowjet Russische kustwachters te Olga-punt (Oostkust van Kamjatska) hebben de Japansche autoriteiten ernstig geprotesteerd. Volgens een door het mi nisterie van mai-ine uitgegeven commu niqué zijn ondei-handelingen gaande. De Japansche visschei-sboot „Foemima- roe" bevond zich op 14 Juni ter lioogte van Kamjatska, in overeenstemming met het Russi sch- Japa n sche v i sscherijverdrag, toen hij door den storm werd ovei-vallen. Bovendien ontstond er een defect aan de machine, zoodat het schip ligplaats zocht in de buurt van Olga-punt. Den volgen den middag om half vier begaven drie vis schers zich per boot naar den wal om versch drinkwater te halen, toen op hen werd gevuurd door Russen, naar het schijnt kustwachters. Ook op de „Foemi- maroe" werd geschoten. Het schip werd door verscheidene schoten getroffen, doch men slaagde er in buiten schot te komen. De boot met de dlrie visschers kon evenwel niet worden opgepikt. Toen de Japansche duikboot „Tasjikaze" van het geval op de hoogte was gesteld, spoedde zij zich naar Olga-punt. De lijken der drie Japansche visschers werden door kogels dooi-boord op een mij] ten Noord Oosten van Olga-punt aangetroffen, even als hun boot, welke door meer dan dertig kogels was getroffen. De drie lijken en de boot ziin door de duikboot aan booi'd ge nomen. De wereldtentoonstelling van 1933, welke zoojuist te Chicago is geopend onder den naam „Een eeuw van vooruit gang", geeft een overzicht van alle inte ressante, leerzame en amusante dingen, welke de huidige wereld biedt. Het is een tentoonstelling van wonderen en tegelijk van feiten, feiten, die nog wonderbaarlij ker zijn dan de fantasieën van den mensch. Die wetenschappelijke wonderen ziet men niet als doode dingen, maar in volle werking voor de oogen der toe schouwers. Men ziet bijv. een volledige autofabriek in bedrijf, zoodat elke bewer king kan worden gevolgd. In de andere stands is er op dezelfde wijze naar ge streefd om in gemakkelijk te begrijpen vorm een fabricagemethode uit te leg gen, dan wel de werking van een appa raat op de veelzijdige bruikbaarheid van een bepaald artikel. Er zijn in de 200 gebouwen ongeveer 500 exposities en deze vertegenwoordi- gen elk op zichzelf weer honderden voor werpen. De tentoonstelling is dan ook niets minder dan een volledige stad, die een millioen menschen zou kunnen her bergen. Voor haar opbouw en afwerking zijn 20 millioen dollars uitgegeven. De waterleidingbuizen, riolen, electrische draden en kabels zijn vele kilometers lang. Groote gebouwen zijn opgetrokken en uitgestrekte terreinen op de fraaiste wijzen beplant met hoornen, struiken, gras en bloemen. Het geheele terrein beslaat een 5 km lange strook langs het Michi- ganmeer en wel in het mooie parkachtige gedeelte, dat de „Front yard" (het voor tuintje) van Chicago genoemd wordt en ten Oosten van de Michigan Avenue is gelegen in het Grant park. Hier verwach ten wij tot aan de sluiting op November a.s. een gemiddeld dagelijksch bezoek van 350.000 personen. De grondgedachte van de tentoonstal- ling is dus de dieixst, welke de weten schap aan de industrie bewijst. In over eenstemming hiermee vertoonen de ten toonstellingsgebouwen een nieuwe, mo derne architectuur. Vele ervan hebben geen ramen en worden dag en nacht op deze electrische wijze verlicht. Ze zijn in schitterende kleuren uitgevoerd en bieden daardoor een prachtig schouwspel aan, ook bij avond, wanneer zij door schijnwerpers worden verlicht. Ook het licht dezer schijnwerpers wisselt telkens van tint, zoodat de meest verrassende ef fecten worden verkregen. Sommige gebouwen zijn reusachtig. Het grootst is de hal der Wetenschap, die op alle verdiepingen bij elkaar een vloerop pervlakte van 37.948 m2 heeft, een reus achtig U-vormig gebouw van ongeveer 210 bij 120 m. Daarna volgt het reis- en transportgebouw met een vloeropper vlakte van 32.215 m2. De technici, welke deze tentoonstelling tot stand brachten, hebben er millioenen dollars aan besteed om hun exposities te maken tot de mooi ste, die men ooit heeft gezien. Het geld is goed besteed, want de opvoedende waarde van deze tentoonstelling is groo- ter dan die v» vele jaren studie aan ver- schillende universiteiten. De tentoonstel- ling kan met recht een tot werkelijkheid geworden encyclopaedie worden genoemd, i Uit zuiver commercieel standpunt be- i schouwd is zij voorts van onschatbare i waarde voor de industrie, die zij nieuwe I bestellingen ter waarde van millioenen dollars moet inbrengen, iu aanmerking genomen, dat millioenen haar zullen be- zoeken en dat elke bezoeker er althans een artikel zal leeren kennen, dat hij zal willen bezitten of geregeld gaat gebrui ken. Dit artikel kan een woning van een nieuw type zijn of een klein gebruiks- j voorwerp voor de keuken. De bezoeker wordt attent gemaakt op eenvoudige din gen, die in zijn dagelijksch leven een klein gemak kunnen beteekenen en zoo komen de menschen er weer toe om te koopen. Dit is juist, wat de handel op het oogenblik noodig heeft. Hoe de eeuw der electriciteit zich heeft ontwikkeld, wordt aangetoond in een schitterend overzicht vol licht, kleur, ge luid en beweging. De dynamo, de trans formator, de elctromotor in al zijn toepas singen, apparaten, die zoo nauwkeurig werken, dat zij bijna schijnen te denken, dat alles en nog meer kan men in wer king zien. Het geheim van de radiolamp wordt uitgelegd, evenals het opwekken van de radiogolven en het omzetten daar van in geluid aan de ontvangzijde. De foto electrische cel, waardoor televisie moge lijk is, wordt op dezelfde wijze gedemon streerd. Men ziet haar ook werken met stralen, die voor het menschelijk oog on zichtbaar zijn en dientengevolge kunnen dienen als afsluiting tegen misdadigers. In de Hal der Wetenschap laten de ge leerden zien wat natuur-, schei- en wis kunde, biologie, geologie en astronomie hebben bijgedragen tot den vooruitgang der menschheid. Men ziet, waarom een waterdruppel rond is en hoe moleculen zich samenvoegen tot een kristal. Men ziet de werking van explosiemotoren, stoommachines en koelkasten. Er wordt gedemonstreerd, hoe ziektekiemen rea- geeren op verschillende behandelingen en op welke wijze vergiften op de weefsels inwerken. In één stand ziet men den jaar- lijkschen groei van een boomtakje in 75 seconden. Men ziet den voortuitgang van de chemie en de medische wetenschap; zeer interessant is de inzending van het Institut Pasteur te Parijs en die van het Robert Koch-instituut te Berlijn. Hier kan men zien op welke wijze Koch gekomen is tot zijn ontdekking van de tuberculose- bacil. Een „doorzichtig mensch" uit het hygiënisch museum te München stelt den bezoeker in staat om de anatomie van den mensch te bestudeer en, alsof hij met X- stralen zag. In een complete bandenfabriek wordt om de tien minuten een afgewerkte auto band afgeleverd; men ziet het geheele proces, tot de inspectie en de verpakking toe. Geweven en machinaal gebreide goe deren worden gemaakt door machines met bijna menschebjke handigheid. In ten hoogoven wordt staal vervaardigd uit ruw erts en men ziet de meest moder ne vervoermiddelen. Hoe ons eten en drinken wordt, tot wat het is op onze tafel, een groote legwedstrijd voor be kroonde hennen, een tentoonstelling van bloemen en tuinarchitectuur, die 2 ha be slaat, vindt men op deze tentoonstelling evengoed als een reproductie van het oude Ford Dearborn, waar men ziet hoe de eerste kolonisten leefden op de plaats van het latere Chicago, terwijl voor de oogen der toeschouwers tevens de massa slachting herleeft, waardoor deze kolonie ophield te bestaan. In een expositie, die in een apart ge- per el. Verkrijgbaar bij: L»t op naam op den zelfkant Vraagt onze Stalen-cclleotie bouw is ondergebracht en een millioen dollar heeft gekost, ziet men de wijze, waarop de Vereenigde Staten worden be stuurd, terwijl de bezoeker er veel kan leeren, wat hem in het dagelijksch leven van nut kan zijn. Men ziet er ook zeer dui delijk de verschillen in wetgeving en be stuur, welke er tusschen de verschillende staten bestaan. Het leven van Lincoln ziet men in alle bijzonderheden. Interessant is dat gedeelte der tentoon stelling, waar men een reproductie vindt van den grooten Mayatempel te Uemal in Yucatan, van een Indianendorp met ver tegenwoordigers van verschillende Noord- Amerikaansche Indianenstammen, van 't Gouden Paviljoen van Jehol, den mooi- sten Chineeschen tempel, verder van een Afrikaanschen negerdorp, een Seminolen- dorp, een Oost-Aziatisch dorp, een deel van Parijs, enz. In de afdeeling „Holly wood" worden er echte geluidsfilms ge maakt voor de toekijkende menigte. Natuurlijk is ook het amusement niet vergeten. Wij kunnen met trots wijzen op de snelle ritten 60 m boven den grond in wagentjes, die aan geweldige kabels zijn opgehangen. Men vliegt tusschen de hooge gebouwen door en .heeft bij dag een prachtig uitzicht over de stad, terwijl 's nachts het kleurrijke schouwspel even schoon als indrukwekkend is. De wagen tjes laten wolken gekleurdeix damp achter zich. Eigenlijk bewegen zij zich voort langs een hangbrug; deze is langer dan alle hangbruggen der Vereenigde Staten de Wasliingtonbrng over de Hudsori alleen uitgezonderd. De beide torens voor de kabels, waarlangs de wagentjes zich voortbewegen, zijn 191 meter hoog; bo venop bevindt zich een platform, dat men met een lift kan bereiken. Van hieruit Handen en Oksels behandele men met Purolpoeder. Dit is het meest afdoende middel. In bussen van 45 en 60 ct. Alleen bi] Apoth. en Drogisten. FEUtLLETO N Een Heldersche roman door W1LLIARIS 2) Het was als voorvoelde hij iets ver schrikkelijks. „Ja Hans, jongen, je arme vader is. dood." Snikkend vertelde zij, hoe zij als ge woonlijk om vijf uur naar beneden was gegaan, om hem een kopje thee te bren gen op zijn kantoor, zoaols ze altijd deed. Daar had ze hem gevonden, zittend in zijn bureau-stoel, het hoofd op de borst gezonken en de hand nog op liet hart, alsof hij daar zijn laatste oogenblikken pyn had gehad. Zij was hevig geschrokken, maar ze han toch dadelijk 0111 den dokter getelefoneerd en daarna aan zijn broer die aan de Hyop- Btraat woonde. De dokter was al weer weg, die bad slechts den dood kunnen constateeren. Zijn oom was er nog, die zat op het kantoor van zijn vader 0111 de zaken te regelen. Hans luisterde niet verder meer. maar vloog haar voorbij, de trap op, naar de slaapkamer van zijn vader, waar men den doode had neergelegd. Sedert waren drie maanden verloopen. Hans woonde bij zijn oom in en hij ging 1111 niet meer op de H. B. S. Hij moest nu in den winkel of op het kantoor van zijn oom werken. Toen na de begrafenis van zijn vader, zijn oom hem den toestand had blootge legd, had hij zwijgend geluisterd. Een diep medelijden met zijn vader ver vulde hem. Maar toen zijn oom hem op harden toon had gezegd dat hij er nog een paar om zeild gulden moest bijleggen, om tenmin ste hun goeden naam te redden, was Hans opgesprongen en had op even kouden toon zijn oom verzocht om niet minach tend over zijn vader te spreken en had hij hem verzekerd dat hij de schuld zou vol doen, al zou het misschien lang duren. Zijn oom had slechts achteloos de schou ders opgehaald en hem gezegd dat hij voortaan in de zaak moest w erken en dus van school af moest. „Dan zal ik probeeren een f linken han delsman van je te maken," had hij erbij gevoegd. Zijn tante, de vrouw van zijn oom war. ziekelijk, die lag altijd op haar kamer, dus zag hij haar bijna nooit. Alleen zijn nichtje die een jaar jonger was dan hij, had een diep medelijden met haar neef. Hü gevoelde zich daar heelemaal met thuis en hij begreep heel goed dat zijn 00111 hem slechts duldde, omdat het nu eenmaal niet anders kon. maar dat hij veel liever van hem af zou zijn. Ook het werk zinde hem niet. De kleine, prutserige karweitjes die hem werden opgedragen, en het beetje schrijfwerk dat hij zoo nu en dan te doen kreeg, maar wat volgens zijn oom nooit deugde, waren evenveel ergernissen voor hem. Het liefst deed hij nog maar bood schappen, dan was hij tenminste uit het gezicht van zijn oom en in de buitenlucht. Nu had hij echter het plan gevormd om naar zee te gaan en was hij al bij verschil lende maatschappijen geweest om een plaats op een schip te krijgen. Maar dat was hem niet gelukt. Overal waar hij kwam werd dadelijk ge vraagd of hij al eens meer gevaren had. Op zijn ontkennend antwoord werd hem duidelijk gemaakt dat men hem dan niet gebruiken kon, dat er veel meer vraag dan aanbod was e. d. Tenslotte gaf hij den moed op. Op zekeren dag echter, toen hij een boodschap deed kwam hij over den Plan- tageweg en zag hij daar een bord aan een deur bevestigd, waarop stond: „Aanne ming voor de Marine". „Wel, waarom niet?" dacht hij. 's Avonds thuiskomend, vertelde hij zijn oom dat hij graag dienst wilde nemen bij de Marine, en of 00111 zijn toestemming als voogd wilde geven, daar hij die noodig had als hij teekende. Zijn oom dacht er niet lang over. Die was blij op zulk een gemakkelijke cn weinig kostbare manier van zoc'n last post af te kunnen komen. Hij liet dit echter niet merken en deed alsof het hem maar matig beviel, dat zijn j neef bij de Marine ging. Tenslotte gaf hij toe, maar zei hij erbij: „Ik wil je niet tegenwerken en zal je je zin geven, maar je behoeft later, als je ei soms spijt van mocht hebben, nooit met praatjes bij me aan te komen van: „Had u me maar niet laten gaan." Want dan zal ik me daaraan niet storen." Hans doorzag zijn oom wel, maar bij liet niets merken. Een diepe verachting groei de slechts in zijn hart voor den man, die hem alleen in huis nam, omdat de men- ischen er anders over zouden spreken. Hans beloofde, blij dat hij toch zijn zin kreeg en uit die benauwde sfeer kon vluchten. Zoo kwam Hans Berg bij de Marine. HOOFDSTUK II. Harer Majesteits pantserkruiser „De IJzeren Hertog" was op de thuisreis. De kruiser had een reis van 8 maanden gemaakt. Toen het schip 8 maanden geleden uit Nieuwediep was vertrokken, was een rei» bevolen van 5 maanden naar de Midde- landsclie Zee en de Zwarte Zee. Het schip had plaatsen bezocht als: Algiers, Tunis, Constantinopel en Con- stanza, de mooie stad in Roemenië met onvergelijkelijk sehoone vrouwen. Op de thuisreis werden Nice en Baree- lona aangedaan en nog juist voordat de j Hertog zijrr ijzeren neus door de StraaT van Gibraltar stak, ontving de comman dant per draadlooze de order 0111 de reis voort te zetten voor den duur van 3 maan- jden, en wel naar de Belgische Congo en j vandaar naar Zuid Afrika, terwijl op de thuisreis de Canarische eilanden aange daan moesten worden. Toen men de Straat was gepasseerd, wendde het schip den steven dus niet naar het Noorden, naar het vaderland, maar i naar het zonnige Zuiden. Het bericht van de verlenging der reis, werd door bijna de heele equipage met gejuich ontvan gen. Behalve misschien de gehuwden, die I natuurlijk veel liever naar vrouw en kin deren waren teruggekeerd, waren allen in de beste stemming 0111 het verlengen der reis. De getrouwden hoorde men echter ook niet kankeren, want kankeren hoorde men aan boord van „den IJzeren Hertog" nooit. De meesten van hen waren er erg mee in hun schik, want als je een tijd in het zonnige Zuiden hebt rondgezwalkt en je hebt de heerlijke natuur van de Rivièra genoten, dan valt het lang niet mee 0111 in het einde van December in het koude, vochtige Holland aan te komen, met zijn mist, regen, sneeuw en guren wind. E11 vooral aan de Noordkaap, het uiter ste puntje van Noord-Holland, waar men alles uit de eerste hand heeft en het al licht nog onaangenamer is dan op meer beschutte plaatsen. Maar buiten dat, waren er nog andere redenen. De voornaamste was wel de commandant, Kolonel Munter. Deze wist zoo met zijn volk om te gaan, dat de menschen graag bij hem aan boord dienden. Hij behandelde hen niet als iemand die torenhoog boven hen ver heven staat, maar hij sprak met hen zoo gemakkelijk en joviaal, dat de menschen bij hem dadelijk op hun gemak waren. Zij konden altijd bii hem komen, als ze eens iets op het hart hadden. Als anderen inspectie maken over het schip is liet al dagen van te voren be- kend, zoodat er dan uit alle macht ge-1 werkt wordt 0111 den boel er netjes te j laten uitzien. Dan is alles naturlijk altijd in de beste orde en gaat het nut van zoo'11 inspectie j verloren. Kolonel Hunter deed het echter heel anders. Op ongeregelde tijden en al- i tijd onverwachts kwam hy ergens binnen stappen, keek het eetgerei na, liet kasten en laden openmaken en keek zelf in aller lei hoeken en gaten, onderwijl zijn op- of aanmerkingen makend. Hij leefde mee met zijn equipage: on derzocht de grieven als die er waren, en als er iemand op het raport kwam, deed hijzelf grondig onderzoek. Hij gaf niet zoomaar den meerdere ge lijk om gauw van zoo'n zaak af te zijn. Beschuldiger en beschuldigde stonden op dat moment bij hem gelijk en bleek het dat de meerdere ongelijk had, dan was de kolonel lang niet malsch voor zoo iemand. Op zee zijnde werd er geducht ge oefend. Hij wist echter ook van uitscheiden en liet alleen oefenen in den tijd die daar voor bestemd was. Hij deed nooit zooals sommige commandanten, die de menschen bijna dag en nacht in het tuig houden. Was de gelegenheid gunstig, zooals b.v. bij Monte Carlo, dan voer hij dicht onder de kust langs, soms zoo dicht dat de na men van de hotels te lezen waren. Op vel schillende plaatsen liet hij tochten maken naar bezienswaardigheden. In Constantinopel was een gedeelte der bemanning onder leiding van den dominé die toevallig de reis meemaakte, een be zoek wezen brengen aan de beroemde moskee, de Aya Sofia, en op Tunis had den ze de doode stad Carthago bezocht. Een dag voor binnenkomst liet bij altijd een lezing houden over de plaats, die zou worden aangedaan. Op 5 December was hy 's middags aan de Spaansohe kust een stille baai binnen- geloopen en werd de geheele beman ning in de gelegenheid gesteld om het St. Xicolaasfeest te vieren. (Wordt vervolgd1).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 1