De effectenbeurs. Er is dezer uiigcn overigens genoeg gaande buiteniandsche aanvaten op onzen gulden, disconto verhooging van de Nederlanösehe Bank. enz., dat de aandacht doet richten op.... de Beurs, waar wij in gedachten nog steeds zijn blijven vertoeven. Vooral dan natuur lijk op de 'Effectenbeurs met zijn koer sen, die tot op groote hoogte een goede aanwijzing geven van hetgeen in de naaste toekomst algemeen verwacht wordt. Het is verkeerd te denken, dat de financieele koersen alleen van be lang zijn voor effectenbezitters. De po sitie der effecten is tenslotte weer af hankelijk van het wel en wee van groote ondernemingen en deze hebben op hun beurt weer het grootste belang bij de marktpositie van de vooornaamsle goe deren. De geheele constellatie van handel, bedrijf en financiën is veel nauwer in elkaar geweven dan de meeste men- sclien wel denken. Jn het feit dat onze Goederenbeurs (die van Berlage) door een „overloop" verbonden is met de in 1913 apart gebouwde Effectenbeurs, die wat meer naar achteren aan het Beurs plein tje staat, komt dit „dooreengewe ven-zijn" als het ware symbolisch tot uiting. Men zou die Effectenbeurs een van knooppunten van het economisch herstel kunnen noemen en zeker, al hoewel velen haar als zoodanig voorbij gaan, een van de Amsterdamsche be zienswaardigheden. Bezienswaardig is het leven en bedrijf, dat daar in de groote hal van de effectenbeurs op de beurs-uren gaande is, zeer zeker. An ders dan op de Goederenbeurs waar nieuwsgierigen op de galerij vrij entrée hebben, moet men om als buitenstaan der op de galerij van de effecten beurs te komen een introductie van een lid van de Vereeniging voor den Effec- X'inhandel hebben, waar echter gemak- zenu%jk aan te komen is. Men heeft ver- der, als men het gekrioel, het dringen en schreeuwen van hoekmannen, make laars, gemachtigde en niet-gemachtigde bedienden (van elkaar te onderkennen doordat de eersten als teeken hunner waardigheid een knoopje in de jas- revers dragen) eenigermate wil begrij pen wel «enige deskundige toelichting noodig en wij zullen nog wel eens ge legenheid. hebben heel deze wonderlijke streng besloten wereld met zijn typi sche eigen zeden en gebruiken, waartoe b.v. ook het „ontgroenen" van een nieuwe bediende behoort, wat nader te beschrijven. Laat ons echter dezen keer volstaan met enkele staaltjes van beurs-humor weer te geven, die hier, vooral als de zaken slecht gaan, nooit ontbreekt. Men kan er. in sombere tij den als de huidige, in sommige gevallen een voorbeeld aan nemen! Er brak dan eens wat men noemt een „krach" los; een groote krach, waarbij tonnen en millioenen in enkele weken verloren gingen en ook vele Beursmen- schen allerzwaarste dagen beleefden. Juist toen kwamen ook weerde., grap pen los. Zoo sprak toen een van de oude Beursrotten: „Geen pils meer te krijgen teegenwmordig. „Pilsvroeg een ander ver wonderd „Ja. 't is alles „lager".... ant woordde de woordspeler. Ten besluite nog een soortgeliike aar digheid, waarbii echter dit keer ook de beroemde Amsterdamsche tramconduc teur een rol speelde. Een koopman hoorde, terwijl hii op bet aohterbalcon van de tram stond1, den conducteur roepen: „Beurs uitstappen!" ..Dat had je me veertien dagen ge leden moeten zeggen, vóór de crisis weer erger werd1', gromde de effecten handelaar.. Waarop de conducteur tersnede op merkte: „Dat kón ik niet. meneer, want teen reed U nog in een eigen auto „Hoe vindt u dat nou, papa, Josef zei gisteren tegen me, dat hij zoo ver liefd op me was, dat hij me opeten kon!" „Zoo, en waarom deed hij het niet?" „Omdat de dokter hem den vorigen dag juist gezegd had, dat hij vegeta riër moest worden 1" MARINE-BRIEVEN UIT INDSË. Er gebeurt nou ook heelemaai niks liè, en nou weet ik niet, waarover ik nou weer sohrijven moet. Alleen weet ik wel, dat de drukkers van de drukkerij nog al veel van bananen houwen, want ze hebben de vorige week van m'n neus in de krant een banaan gemaaktomet druppeltjes der aan, maar dat er nou ook al verkouwen bananen bestonden, dat weet ik niet. En nou ben ik van de week naar mijnheer de Boer van de krant gegaan en toen heb ik hem gevraagd of ik 'n politieagent een vullesblik met een touw der aan aan de knoopen van z'n jas van agteren binden mog en het dan in de krant zetten, maar dat wou ie niet hebben. Jammer hè en ik vroeg 't toch alleen maar om 't in de krant te mag- gen zetten. Als der nou niks gebeurt, dan moet je zellef maar wat maken hè, en Winnubst heb nou alweer medajes gewonnen om aan de vlag te hangen, als het mooi weer is. Nou. mooi weer hebben we niet veel, als dat nou zomer is, dan weet ik het wel en m'n tante Neeltje is nou ook weer w*eg en ik mocht 'r nou geen zoen geven omdatte ze nog altijd niet uitge- sohrikt is vanwege de arm waar ik de vorige week over geschreven heb. Nou, ik vind het niks erreg, alleen vind ik het jammer, dat ik nou geen dubbeltje heb gehad. Die prijsvraag wordt mooi hè, maar nou gaan ze dingen geven waar de kin deren niks an hebben. Als der nou eens iemand belooft, dat ik alle dagen een iissie of een zakkie balletjes mag komen halen, dan doen ik ook mee met slag zinnen maken en wii hebben van de week ook gespeeld zooals dat in Duits land1 de groote mannen doen. Nou hier hebben we geen Hitteler hè en omdat de jongens nou niks anders wisten, riepen ze maar Heil Wimpie. En Jan van de slager, die wou leuk zijn en toen zei die Heil W immer de- pilnnietje, nou en toen heb ik 'm maar een wats op z'n neus gegeven omdatte ze dat ook wei in Duitsland doen en ze hebben in Den Helder ook wat nieuws uitgevonden en als je dat eet dan moet je springen. Ik heb 't niet gegeten maar die poli tieagent die dat wou doen op den ■Ruijghweg moest liet wel doen toen ie die deur wou open maken waar ze elec- tries ijs aan 't maken waren, maar hij kon geen ijssie meer krijgen, omdat die mannen weggeloopen waren en nou nog een paar weken en dan hebben we vakansie. Fijn hè en nou heb ik dat mooie zwem broekie van 't vorig jaar ook weer eens opgezocht, maar der zitten alle maal gaten in en dat komp omdatte de motten zoo'n honger hadden en m'n zus is nog altijd kwaad omdat ik een papier tje op der rug spelden wou waarop stond, dat ze een gepensioneerde onder officier was. Ze ken ook nergens tegen hè en ik moet maar altijd een net lief jongetje zijn en ik mag dit niet doen en ik mag heelemaai niks doen en 't is toch altijd der eigen schuld als der wat gebeurd, want ze gaat overal maar opzitten als ik ergens wat neerleg, net zoo als van de week, want toen komp er een meneer tbuis en toen mog ik z'n hoed op de kapstok hangen, maar omdat ik der niet bij kon, heb ik 'm maar op een stoel gelegd. Nou en toen kwram m'n zuster weer en die ging der bovenopzitten en 't was een nieuwe bolhoed. Nou, toen had ik 't natuurlijk weer gedaan en zii ging der op zitten. Dat zc dan eerst kijkt waar zij gaat zitten hè, want dat doen ik ook altijd omdat de jongens op school altijd pu- naisen op de bank leggen maar. ik doen dat niet, want toen ik dat thuis wou doen, trapte poes derop en toen had dat arme beest een heele zeere poot en toen heb ik een doekje derom gedaan, en die punaise was bedoeld omdat m'n zus derop zou gaan zitten, want daar is het toch zoo erreg niet voor hè, maar voor poes wel, omdatte wil' op .school altijd leeren van: Behandel de dieren met zachtheid hè, dus dan kennen de meis- sies der wel tegen. Daaaag! M In zee, 20 Mei 1933. Beste Jan, Dezer dagen kocht ik voor mijn .ion gen een vlieger. Nu moet je niet den ken, dat dat net zoo'n vlieger is als in Holland. Mis hoor, een drakekop of een visch, althans het een of ander w anstal tige figuur, die wel weer uit de mytho logie der inlanders zal stammen. Maar het gekke van het geval is. dat zoo'n ding geheel zonder staart maar goed de lucht in gaat, iets wat in Hollan 1 toch ten eenenmale onmogelijk zou zijn, maar hier in dit vreemde land gaat dat allemaal maar zoo ineens. Neem nu eens wat anders, als je vrouw in Nieuwediep bij Coltof of Gerzon of een andere zaak wat gaat koopen krijgt ze voor de kin deren een luchtballon aan een touwtje mee. d'ie je duvels goed' vast moet hou- Co.-, bii den Helderschen wind, anders vliegt ie los en stijgt net zoo lang tot hij stuk springt. Moet je in Inidië ko men. Ook een ballon, maar aan een stokje van een sapoelidi (een soort be zem waarmee u 's avonds voor u achter de klamboe kruipt, het bed mee vrij van muskieten maakt). Ik herschrijf, van een sapoelidi, gebonden om aan 't dan nog naieve Indische kind den schijn te geven, (Jat het luchtballonnetje stijgen wil. maar niets is minder waar, want als het losraakt valt het presentje als een kei op den grond en na een uurtje is hij óf zoo slap als een vaatdoek, óf opgegeten door de witte mieren. Moet je zoo'n kind zien knikkeren, een heel ander spel als in Holland, in de eerste plaats niet met gewone knikkers, maar met wat wij op school „hammetjes" noemden (gewone knikkers van klei zouden hier al heel gauw tot stof over- baan), dan graven ze een kuiltje net als de meisjes in Holland doen en dan gooien ze die knikkers op c'e een of an dere rare lenige manier weg. kortom, griezelig, tot aan het kuiltje graven toe, want je zit ieder moment in doodsangst dat er het een of ander voorhistorisch, raar gevaarlijk binatang (beest) voor den dag komt. Je zult zeggen hoe kom je tot deze overdreven overpeinzingen, er dan zou ik jou wel eens willen zien kijken als je op een Zondagmiddag, als iedereen slaapt bij 88 graden Fahren- hei't, in je pendekje (onderbroekje, ver geef mij lezerosjes) een brief aan de Helderscbe Courant wilt gaan tikken en je merkt dat de een of andere kak- keriak of ander dier des velds hier tus- schen de toetsen zit en de zaak onklaar heeft gemaakt, blijf jij dan maar eens enthousiast voor dezen gordel van smaragd. Zeg, waarde amicus, nog eens even, weet jij wat straat-heest is? Nee natuur lijk. Je weet, ik schreef in een van mijn eerste brieven over dat nieuwe middel van vervoer hier de „Demmo", nu die dingen beginnen nu de straat in Soera- baja te overheerschen, er komen er steeds meer bii en het lawaai dat ze ma ken is steeds oorverdoovender. Heusch als je straatgenoot (er zün er bijna geen meer, want bijna alle huizen in onze straat staan leeg), 's middags of des avonds met een Demmo geliefdt thuis te komen, dan zijn al je kinderen wak ker en zijn ze zoo geschrokken, dat je ze zelfs met geen glaasje „rozenstroop" meer in slaap krijgt. Nu, en als je dan zooals de meesten van ons, in de buurt van een hoofdverkeersweg woont, dan hoor je ze den Godganschen dag door razen en als het volle maan is en Jan de Inlander niiet naar bed wil, nu dan kun je wel lachen, want dan snorren ze met hun open knalpotten den heel er. nacht door, je, in Indië toch al zoo wei nig verkwikkende slaap en dat heet nu op het oogenblik „straathoest", wat een naam hè? Maar onze goede vroedschap nam reeds maatregelen en het is be reids verboden om met open uitlaat te rijden, dus denk ik dat als we terug zün op Soerabaja, het euvel wel hersteld zal zijn. De gevechtsschictoefeningen zijn af- geloopen en man, we hadden gaten in de schijf, wat jou niet-artillerist natuur lijk veel meer zegt als alle andere be- toogen, dat er goed geschoten zou zijn, en dat terwijl we de oefeningen met de verminderde groote lading niet eens geschoten hebben van wege de bezuini ging. Zooals het na iedere gevechtsschiet- oefening betaamt hebben we op een naburig eiland een speenvarken ge kocht en bijna had ik je geschreven, dat jij dat daar in Holland toch maar niet had, toen ik me bedacht in de courant te hebben gelezen, dat je ze in ons Boe- renlandje om zoo te zeggen te geef hebt, omdat de hoeren het voer te duur vinden om die beestjes te onderhouden. Moet. jp net aan bnord Jrof en als de menschen het daar op hun heupen heb ben, eten ze met lieide een paar dagen geen vleescli om hun varkentje het leven te redden en is zoo'n beest dc lie veling aan boord en duurt het niet heel lang en hii komt tot schrik van den of ficier van de w-acht precies op parade van onder een kanonbordes vandaan en schiet luid knorrend voor de voeten van en kolonel weg. Ja, heusch, dat is me overkomen. Jk meen zelfs, dat jij toen ook nog aan boord van de „Zeven Pro vinciën" was. Nauwelijks zijn we bekomen van den schrik, die het nieuwe belastingbiljet ons de vorige w-eek bracht, of daar doen zich wilde geruchten hooren, dat met Januari wederom een korting te wach ten staat van acht procent. Enfin, we houden zoo de zaak drijvende. Perio dieke verhooging, tractementsveria- ging, uit de schuld vanwege de uitzen ding, een in zes maanden af te betalen belastingbiljet, is dit begin Januari be- taalrl dan krijgen we misschien een tractementsverlaging. Zoo gaan we net het kringetje rond, maar van sokvaren of delegeeren komt geen jota meer, dat kun je begrijpen. Maar het zal bij jou in Holland w el niet vee! anders zijn, al hoewel ik dan moet zeggen, dat je oeter in Holland kunt zitten als in Indië, als de charme van het sokvaren nu van ons Orientalisoh verblijf afgaat. De berechting van de zaak (Piet Hein" is thans ook achter den rug en hier is het merkwaardige naar voren gekomen, dat een ieder vond, dat het cp dat schip fijn dienen was, daar- was een goede geest aai boord, en wat is het gevolg? Dat het saamhoorigheids- gevoel zoo groot was, dat de één voor den ander niet onder wilde doen en er procentsgewijs hier vrij veel dienstwei geraars waren. Aan boord van de „Piet Hein" heeft het zich ook voorgedaan, dat een der eerste weigeraars bij som matie en na weigering om aan het werk te gaan, dusdanig van streek was, dat hii bewusteloos neerviel en in de zie kenboeg, na uit het oog der massa te zijn, den Commanaeerend officier te spreken vroeg of hij op zijn genomen besluit inoclit- terugkomen. Meester van Driel heeft ziclr in deze zitting ook tot de Soerabajaansche pers geweend en onder meer dëze verweten, dat zij de rustige sfeer, zoo noodig voor een -goe de rechtspraak, bënadeelen. Nu, je be grijpt, naar al wat ik zoo in mijn laatste brieven geschreven heb, deed dit weer een storm van verontwaardiging op gaan. 't Is heusch Jan, net wat ik de vorige keer schreef, hoe gauwer deze rechtspraak afgeloopen is hoe beter, want zoolang houden wij een- mee- döogenlooze kritiek. Dezer dagen kwam het stoomschip „Uckermarck" van de IT.D.A.G.-lijn hier de haven binnen met de nieuwe Duit- sohe vlag voorgeheschen; zoo is deze dus thans weer over de heele wereld verspreid. Ik hoorde een aardig voorbeeld hoe je soms de dupe kunt zijn "door je vrouw en kinderen mee te nemen hier naar de „Tanna boesoek". Een zee-officiers familie heeft hier een zoon, die eind examen gedaan heeft en nu adelborst worden wil. Waarschijnlijk valt deze hopelijk aanstaande jonker onder de plaatsen die in Indië voor de marine open zijn (en dat zün er niet veel) ter wijl, als die jongen in Holland ware ge bleven, hij denk ik wel meer kans ge had zou hebben. De „Johan Maurits van Nassau" gaat nu zeker binnen af- zienbaren tijd naar de West toe, en komt de „Van Nes" dan terug in Hol land? Ik ben benieuwd wanneer „B.K." en „V.N." in Indië komen en of er dan. twee van de onze naar Holland terug moeten. Dan maken we dat ook weer eens mee, het thuisvaren per „Nieuwe- dieper Lloyd". Nu beste kerel, ik ga weer eens eindigen, straks gaat de mail weg en vanavond heb ik geen tijd, want er is een Bridge drive Java versus Jagers en Onderzeebooten, met mis schien als hoofdprijs een speenvarken, Gonje, HENK. Mr. O'Corny, de Schot, zat voor zijn landhuisje, toen er een heele drom bezoekers kwam. Het was een warme dag, de zon brandde en de lucht was zoelen vochtig. De bezoekers had den dorst en waren op van vermoeie nis en verhitting. Mr. O'Corny ontving hem in den salon. Willen de heeren en dames mis schien een kleine verfrisschlng ge bruiken? vroeg hij en op het vroolijk- instemmende antwoord van de gasten, liep hij naar het venster en opende datl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 17