KAPITEIN KLAKKEBQS GAAT NAAR AMERIKA
Ons \inderverhaai.
De vreeselijke draak
HET TEEKEN-APPARAA"»"
RAADSELS.
Hoe de Prinses gered werd ea de
Draak door zijn vraatzucht zijn
eigen verderf tegemoet ging
door
PETER VAN HOFLAND.
Onderstaand verhaal bevat enkele
levenswaarheden, die we ln onze
ooren en oortjes moeten knoopen; het
leert ons altijd beleefd te zijn, het
leert ons altijd hulpvaardig te zijn en
het leert ons eveneens altijd goed te
wezen voor katten en andere dieren....
Het begon hiermede, dat een schat
van een prinsesje in den tuin van het
paleis aan het spelen was met een bal.
Zij wierp de bal hoog in de lucht en
zelfs één keer zóó hoog, dat de bal niet
meer terugkwam! Hoe kan dat? zul je
zeggenDat wist niemand te vertel
len. Maar opeens weerklonk een
vreeselijk geloei en gesis, of er tien
duizend locomotieven tegelijk hun
stoomfluit openzetten. Alle hofdames
vielen op slag flauw en de menschen
in de buurt werden allemaal doof!
Maar de kapitein van de wacht was een
flinke kerel en hij aarzelde geen oogen-
blik, maar rende den tuin in, greep het
beeldschoone prinsesje in zijn armen
en zette haar op zijl paard. Toen druk
te hij de sporen in de flanken van zijn
edel ros en. voort ging het in vlie
genden galop, met alle sodaten achter
zich aan, naar een kasteel, dat hoog in
de bergen gelegen was. Daar bracht
hij de prinses naar de hoogste kamer en
toen zij een beetje van den schrik be
komen was, vertelde hij haar, waarom
hij dat allemaal had gedaan.
„Juffrouw," zei hij, en vergat in zijn
zenuwachtigheid heelemaal,, hoe je met
een prinses moet spreken, „Uw bal
heeft de Vreeselijke Draak in het oog
geraakt en daarom schreeuwde hij zoo
hard! En de vreeselijke Draak vergeet
en vergeeft nooit iets, daarom heb ik
U toen maar hierheen gevoerd, naai
het kasteel van de Witte Katten! Bij
de deur zitten er zeventien en op de
stoep zitten er nog eens zevenentwin
tig en U bent hier zoo veilig, als het
maar kan, want de Vreeselijke Draak
krijgt rillingen van angst, zoodra hij
een Witte Kat ziet, want witte katten
beteekenen voor Draken ongeluk. En
nu juffrouw, moet ik teruggaan naar
Uw Koninklijke Pa en heb ik de eer
U te groeten"
En toen hij dit alles gezegd had,
schoot het den kapitein plotseling te
binnen, dat hij feitelijk tegen een prin
ses heel anders moest spreken en op
z'n minst steeds „Hoogheid" zeggen,
inplaats van „juffrouw"! Hij werd ver
legen en kreeg een kleur. Achteruit,
zooals het hoort, liep hij de kamer uit,
waar hij bij de deur over de 17 katten
viel, zoodat hij de trap afrolde en tus-
schen de 27 andere witte katten terecht
kwam, die juist aan een schotel heer
lijke muizen-ragout zaten te smullen.
De kapitein trapte per ongeluk de
schaal om en hij brandde zich zoo aan
de warme ragout, dat hij dankbaar was
eindelijk weer op zijn paard te zitten
en met zijn soldaten terug te rijden
naar den Koning. De Koning was bui
tengewoon tevreden over den kapitein
en hij werd op staanden voet bevor
derd tot generaal van de garde! Of de
moedige kapitein ook blij was. Hij was
weliswaar erg in de war geweest, maar
hij had buitengewoon veel tegenwoor
digheid van geest gehad en de prinses
van een wissen dood gered!
En hoe maakte het intusschen de
arme, kleine prinses?.... Zij had
eerst een beetje gehuild, maar de kat
ten hadden haar een beetje ragout ge
bracht en dat was zóó heerlijk ge
weest. Toen had ze wat met de klei
ne poesjes gespeeld, zoodat ze den Vree-
selijken Draak al heel spoedig heele
maal vergeten was! Maar de Vreese
lijke Draak had haar niet vergeten,
dat moet je niet denken! Hij was ach
ter den kapitein aangevlogen, toen
deze met de prinses was weggereden,
maar toen hij de Witte Katten zag,
kreeg hij zoo'n huivering, dat zijn tan
den als biljartballen door zijn bek rol
den en hij eerst een nieuw stel moest
gaan koopen, voordat hij kon eten. Hij
dronk een paar emmers zwavelwater,
ging in een badkuip met kokend wa
ter liggen en legde zijn staart in den
oven. Zoo bleef hij een paar dagen
liggen om de opgeloopen buiveringen
kwijt te raken. Maar hij is weer gauw
zoo frisch als een hoentje en meer dan
ooit heeft hij trek in de prinses.
Naast de vreeselijke Draak woonde
een leelijke heks. Dadelijk ging de
Vreeselijke Draak op weg om haar te
vragen, hoe hij de prinses in z'n macht
moest krijgen. Toen de leelijke heks
hoorde, welk een slechte uitwerking
Witte Katten op de gezondheid van
den Draak hadden, zei ze, „dat ze ge
meend had, dat een draak met zooveel
kronkels meer verstand had gehad!"
„De nietigste worm weet...." zei ze,
„dat de meeste katten veel meer van
muizen houden, dan van prinsesjes.
Koop een grooten zak vol muizen en laat
die vlak voor het kasteel los. Als de
katten de muizen zien, loopen ze er
allemaal achteraan en kan jij de prin
ses rustig opeten!"
De Vreeselijke Draak was zoo in
zijn schik met het plan van de leelijke
Heks, dat hij haar een nieuwen hek
senketel en een nieuwen bezemsteel
ten geschenke gaf. Daarna vloog hij
ijlings weg naar het naastbijzijnde
stadje, waar hij bij een dierenverkoo-
per twaalfhonderd muizen kocht, van
de beste kwaliteit, extra vet-gemeste
muizen. Het was de geheele voorraad
van den verkooper en de Draak vloog
er dadelijk mee weg naar het kasteel
van de Witte Katten. Een eindje daar
vandaan liet hij de muizen los. Nu
wachtte hij, totdat de katten zouden
wegloopen. Maar niet één kat liet zich
zien. Zij rooker. weliswaar de muizen
dadelijk en ze watertandden ervan,
maar ze hadden zich vast voorgeno
men het kasteel onder geen voorwend
sel in den steek te laten. De Vreeselijke
Draak kreeg er bijna een beroerte van!
Brieschend vloog hij naar het huis
van de Leelijke Heks, en vlak bij het
huis nam hij even gauw een locomo
tief op en smeet die door het dak!....
Toen ging hij gauw een dutje doen....
Den volgenden dag kwam hij op het
idee om zijn ouden vriend, den Kwa
den Reus, eens op te zoeken en om
raad te vragen! Toen de Kwade Reus
zijn verhaal had aangehoord, bromde
hij met de kwaadste stem, die men
ooit van hem gehoord had: „Muizen?
Wat zijn muizen! Katten houden veel
meer van vogeltjes!"....
(Slot volst.)
voor duizenden kleine voorbeelden.
Hoe dikwijls zullen jullie reeds den
wensch gekoesterd hebben, ter ver
fraaiing van het een of ander een
symmetrisch voorbeeld te kunnen na-
teekenen. Het zij voor een handwerkje
voor moeder of zuster, hetzij voor een
houtsnéde of figuurzaakwerkje. Dan
is het altijd prettig, als de teekening
precies, tot in onderdeelen op het voor
beeld lijkt, terwijl ook de tweede tee
kening geen verschillen oplevert.
Wij hebben een aardig toestelletje
bedacht, waarmee je wel duizend van
ie mooiste patronen kunt maken, die
precies gelijk zijn aan het voorbeeld!
Zooals jullie uit de teekening ziet,
hebben wij een grondplaat noodig van
hard hout, beter nog van metaal.
Daarop draait een schijf, die een dia
meter heeft, die ongeveer overeen moet
komen met de teekening, die we ma
ken. Maten geven we hierbij niet aan,
daar iedereen het werktuig zoo groot
kan bouwen, als hij zelf wil! Aan den
anderen kant zijn er twee kleine schijf
jes aangebracht, met 8 gaten voor de
te- kenstiften die door wrijving vanzelf
met de groote schijf meedraaien. Een
dezer kleinere schijven is zoo aange
bracht, dat zij concentrisch tot de
groote schijf kan worden verplaatst.
De afstand tusschen de beide schijfjes
kan dus vergroot en verkleind worden,
van beide schijfjes loopen twee armen
uit, die zich boven de groote schijf
vereenigen tot een scherpen hoek. In
het ontmoetingspunt is een huls beves
tigd en daaraan kan men een potlood
(zacht) bevestigen. De lengte der ar
men kan zooals op onze teekening
duidelijk zichtbaar is, veranderd wor
den. 18 verschillende instellingen voor
iedere arm, dat zijn de combinatiemo
gelijkheden, waarmede men moet wer
ken. Door een kleine aandruk-schijf,
die wij duidelijk boven rechts op onze
teekening zien, wordt de groote schijf
over gelijke afstanden heen en weer
bewogen en zoo wordt de teekening
uitgevoerd!
Tracht het ook eens te doen, en je
zult zien, welke aardige effecten je
kunt bereiken. Eenige fantasie om de-
voorbeelden nu wat aardig te combi
neeren tot één bruikbaar en artistiek
geheel, moet je zelf echter bezitten.
Daar bestaat geen school voor!....
Oplossingen der vorige raadsels.
L
N O R A
O D E R
REET
ARTS
II.
Lei - ster p - Pleiser.
III.
Inkt, Boek, Gom, Atlas, Pen.
IV.
Bal, Gal, Mal, Dal.
Goede oplossingen van de raadsels
ontvangen van: I. B.; G. J.; G. O.;
H. A.; C. J.; A. H.; G. F.; B. A.; S. N.;
B. H.; J. v. d. R.; G. M.; G. P.; W. R.;
A. T.; M. T.; W. M.; J. v. d. W.; M.
B.; H. H.; A. L.; J. v. B.; N. B.; D. v.
G.; M. L.; W. L.; G. v. S.; D. W.; L.
G. de G.; M. C. de G.; B. de G.; H.
L.; N. K.; D. P.; J. N.; N. N.; K. v. d.
B.; J. G.; H. G.; G. K.; T. S.; A. P.;
F. W.; T. v. T.; C. S.; J. en K. K.;
B. S.; J. H.; R. W.; B. M.; N. v. D.;
J. d. S.; A. B.; T. B.; J. B.; J. D.; L.
d. G.; N. B.; M. B.; T. T.; T. d. S.; M.
V.; W. v. W.; J. B.; A. B.; R. H; A.
H.; R. V.; T. Z.; M. L.; A. G.; J. Og
N. B.; J. d. W.
door G. Th ROTMAN
81. Nu, 't begon dan ook allesbe
halve mooi. „Trek dien vent een ma
trozenpak aan en laat hem het dek
zwabberen!" beval de kapitein van het
schip. En nog geen kwartier later was
kapitein Klakkebos bezig, zwabber je
niet, zoo heb je niet. Een pootige ma
troos stond vlak achter hem, die hem
telkens, als hij niet genoeg naar zijn
zin opschool, een schop gaf.
82. „Ach, ach," zuchtte kapitein
Klakkebos, terwijl hij het zweet van
zijn voorhoofd veegde, „ach, ach, zoo
moest m'n arme Ophelia me nou eens
zien! Ach, wie weet, hoever ze hier
op 't oogenblik vandaan is!" „Op
schieten! Niet staan suffen!" brulde
de matroos achter hem. En tegelijk
kreeg kapitein Klakkebos een schop,
dat hij van den grond omhoog vloog.
84 Tengevolge van den schop deed
kapitein Klakkebos net, alsof hij aan
het hoogspringen was; de zwabber
deed dienst als polstok en hij kwam
aan den anderen kant krak! krak!
boven op een presenteerblad terecht,
waarome juist een koksmaatje aan
kwatn loopen en dat met flesschen en
glazen beladen was. Kapitein Klakke
bos en de koksmaat rolden vlak naast
elkaar op het dek neer.
84. Maar toen kapitein Klakkebos
den koksmaat eens goed'aankeek, gin
gen zijn oogen steeds wijder open van
verbazing. Dat leek wel. nee maar,
heusch, dat was ze écht! Dat was
Ophelia, met 'n matrozenpakje aan en
met kortgeknipte haren, maar toch.
Ophelia! En van bak- tot stuurboord,
ja, tot ver over de ongewisse baren,
daverde de juichkreet van kapitein
Klakkebos: „Ophelia!!"