i i i i0k\ m. Éfif i&A cn DIMMEN. 1 Lj Ut 1. 8. Bridgerubriek. Contractbridge De oplossing van het probleem van Pradignat is 1 Tf4. Dit offer van beide torens in zulk een licht probleem doet prettig aan. Na het slaan van een der beide torens volgt KI6 en na h4 (gedwongen) volgt Th4f. De beide mats zijn eikaars diagonaal spiegelbeeld. De oplossing van het probleem van Mackenzie is 1 Ld8. Mooi zijn de varianten Pe5 Lb6 :f en Dd6 :f, Dd6 :f. Beide zijn uitstekende half pin mats. Deze week verraste ons de uitgave van50 Schaak problemen van Dr. M. Niemeyer, voorzitter van den bond van Probleemvrien den. Hierbij een keuze van een niet te moeilijke driezet: Dr. M. Niemeyer. Deutsche Tageszeitung 1924. Opgedragen aan Dr. A. Kraemer. UK. 83 1 De tegen Wit begint en geeft mat in drie zetten. Wit: Xh2, Dd6, Lg8 en h8, Pe5 en e7, pi a2, d2 en g3. Zwart: Kf6, Da4, Tg7, Pe6, pi d7, d5, g6, g4 en a3. sensatie van het landentournooi te Folkestone was het verlies van Aljechin Tartakower. Ik geef de partij zonder aanteekeningen, daar ze nogal lang is. Aljechiu. Tartakower. 1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pc3 d5 4. Lg5 Le7 5. e3 h6 6. Lb4 0-0 7. Pf3 b6 8. Dc2 Lb7 9. Tdl Pbd7 10. cd5 ed5 U. Ld3 Ph5 12. Lg3 cö 13. Lf5 c4 14. Da4 Pdf6 15. Pe5 g6 16. Lbl a6 .17. Dc2 b5 18. 0-0 b4 19. Pe2 De8 20. Pf4 Pg3: 21. hg3: Ld6 22. Tfel Tc8 23. e4 de4 24. Pc4: Lf4 25. gf4: De6 26. b3 Dg4 27. Dd2 Dh4 28. De3 Pg4 29. Dg3 Dg3 30. fg3: f5 31. d5 Tfd8 32. d6 Tc5 33. Td4 Ld5 34. Tedl Lc4 35. Tc4 Pe3 36. Tc5 Pel: 37. Tc6 Pc3 38. Lc2 Pe2f 39. 40. Kf2 Tc4 Pd4 Td6 Buitengewoon mooi! 41. g4 Kg7 42. gf5: gf5: 43. Le4 fe4 44. Ke3 Pc6 45. Ke4: Kf6 46. g4 Tc5 Ke6 47. Kd7 48. g5 hg5: 49. f'gö Td4t 50. Ke3 Th4 51. Tf5 Th2 52. gö Ta2: 53. Tg5 Tb2 54. g" Tb3 :t 55. Kf2 Pe7 56. Tdöf Ke6 57. Td8 Kf7 58. Td7 Kg7: 59. Te7 :f Kf6 60. Ta7 Ta3 61. Tb7 aó 62. Tb5 Ke6 63. Ke2 Kd6 64. Kd2 Kc6 65. Th5 Kb6 66. Kc2 Tc3f 67. Kb2 Tc 5 68. Th8 Tg5 69. Th2 Kb5 en wit gaf na nog enkele zetten op. Hij had dit op den 61sten zet kunnen doen. Dr. P. FEENSTRA KUIPER. Eindspel van C. Blankenaar, Rotterdam. tÉÉlÉll iÉli m». m m, m. wm mm. m, w. m B li tmz -mm Zwart 2 sch. op 9 en 40 en dam op 43. Wit 3 sch. op 19, 39 en 50 en dam op 48. Wit speelt en wint. Jïen juweeltje. Van Joh. de Bree, Amsterdam. 6 16 26 36 46 i M. 5 15 25 35 45 Zwart 3,10,11,13/16,19, 23 en dam op 6. Wit 21, 22, 25, 27, 28, 30, 32/4, 40, 45, 49. Wit speelt en wint. Hoewel een groot gedeelte van het werk van dezen blinden componist reeds vrij oud is, heeft het niets van zijn frischheid verloren. Men kan ge rust voorspellen, dat de geheple pro ductie van dezen problemist in de loekomsr als klassiek zal worden be schouwd. Oplossingen: Zw. 5,8,9,13,16, 20,25, 26 en dam op 12. Wit 17, 21, 27/29, 33, 34, 37, 38, 44, 47. Wit speelt en wint door: 37—31 26X37 2. 47—41 37X46 27-22 16X18 4. 29-23 12X29 5. 23X14 46X10 6. 33X4 13—19 7. 4—18 w. Zw. 2 sch. op 5 en 35 en dam Wit 3 sch. op 10, 14, 30 en dam op 24. Wit speelt en wint door: 1. 24—47 35X24 Op 4X151 30-24, 15X29; 47X24, 35—40; 24-33; 40-45; 33-50 w. 2. 47X15 4-27 Op 4-36 10—4, 36—41 (1) (2)15-47, 41X10; 4X15 w. 36—47; 4-36. 5—10; 14X*5 w. (2)5-10; 14X5, 36-47; 4—36 w. 3. 10-4 27—29 Op 27—36; 15-47 w. Op 27-16; 4-27, 16X10; 16X4 w. Op 5-10; 4X36 w. 4. 15—38 49X20 5. 4X15 w. Oplossing Leekenprobleem Zw. 4 sch. op 10, 19, 29 en 37. Wit 4 sch. op 25, 39, 43 en 47. Wit speelt en wint door 47 naar 42 te spelen, zwart slaat van 37 naar 48, wit schuift van 39 op 34, zwart moet twee schijven slaan van 48 naar 30 en de witte schijf 25 slaat de 4 zwarte schijven naar 5. Nieuwe opgave: Zw. 4 sch. op 9, 10, 20 en 37. Wit 4 sch. op 29, 32, 35 en 41. Wit speelt en wint in totaal drie zetten. De cijfernotatie is aangegeven bij een der diagrammen. Wit speelt naar boven, zwart naar beneden. Alleen de oO ruiten, waarop wordt gespeeld, val len onder de nummering. Alles betreffende deze rubriek te adresseeren aan; G. L. GORTMANS Roerstraat 10111 Amsterdam (Z.) De electricien: „Nou, da's ook wat! Nou laten ze me hipr komen om de belieiding te repareeren en ik bel, maar niemand doet open" („Tidens Tegn"). Oplossing van de mislukte teekeniug. Meester Woutens maakte de volgen de fouten: le. Het kleine meisje schudt met schijnbaar succes een boom, die zij on mogelijk zou kunnen bewegen, van wege den omvang. 2e. Er vallen peren uit een appel boom. 3e. Een kikvorsch neemt een vrucht mee. 4e. De sterren staan er bij helderen zonneschijn. 5e. Een ooievaar heeft zich op een molen genesteld, hetgeen voor een vogel veel te onrustig is, terwijl 6e. de verhouding van ooievaar en molen (en molenaar) verkeerd getee- kend is; de ooievaar is veel te groot! 7e. Het bovenlichaam van den mo lenaar is verkeerd. 8e, De meelzak op den ezel hangt met den ingang omlaag, hetgeen on logisch is. De penalty of stral'-double. Is het noodzakelijk, dat de partner weet, wanneer hij met een afneem- double te doen heeft en dus, indien de tussohenzittende speler past, in elk ge val een bod moet doen, net zoo noodza kelijk is het, dat hij weet, met een stral'- double te doen te hebben. Hiervoor bestaan 2 regels en wel: 1Ben doublé, gericht tegen een 2-S.A. bod of tegen een 3 in een kleur bod, of tegen een hooger bod dan de hier genoemde, is altijd, een strafdouble; 2. Ren doublé, gegeven nadat de part.' ner van den doubleer der bü de bie dingen in een spel reeds iets anders heeft gezegd dan pas, is een straf, doublé. De straf-doublé van een kleuren bod. Voordat men er toe overgaat een kleurenbod te doubleeren als straf double, moet men er zoo goed als zeker van zijn, dat de tegenpartij minstens 2 1 trekken down zal gaan, heeft men I slechts de zekerheid van 1 down, dan is de doublé dikwijls verkeerd. Bovendien moet men er zeker van zijn minstens 1 trek in de troefkleur te kunnen maken; een straf-double, uit sluitend gebaseerd op trekken in de bij- kleuren, blijft altijd gevaarlijk en moet men, zeer zeker wanneer uit de biedin gen is af te leiden, dat de tegenpartij sterk in de troefkleur is, achterwege laten. De berekening van het aantal te ma ken trekken lijkt bijzonder lastig, doch is dit niet, wanneer door den partner uitsluitend volgens de regels is gebo den. Dan toch is het eenvoudig uit die biedingen het aantal honneur-trekken in de hand van den partner af te lei den, deze samen te teilen met de hon- neurtrekken in eigen hand en het totaal van de te maken 13 trekken in elk spel af te trekken, waardoor men weet hoe veel slagen de tegenpartij hoogstens kan maken. Voorbeeld: Het bieden wordt door Z. geopend met 1 K. niet kwetsbaar, zoo dat in die hand minstens ongeveer 2') honneur-trek zitten. W. antwoordt met 1 S.; N. heeft «ie volgende kaart: S. v.b. 10.9.6.4; H. 8.5; R, a.h. 7; K. 9.4 heeft dus bijna zeker 4 slagen in S. en 2 in R„ tezamen met ce Honneur-trek ken van zijn partner Z. dus 8 slagen, zoodat de tegenpartij er slechts 5 kan maken en dus 2 down zal gaan met een spel van 1 S. Een bijzonder zuivere strafdouble. Voordat men echter doubleert, zal men altijd nog- na moeten gaan of een zelf gespeeld spel niet me* r punter; op zal brengen. In gevallen waarbij het té behalen aantal punbm op beide manie ren ongeveer hetzelfde zal zijn, is het het beste te doubleeren. De partner van Oen doubleerde za' in d» meeste gevallen passen; alleen wanneer hij door strategisch of foutief bieuen zijn partner foutieve inlicht bi- gen heeft gegeven, moet hij een amier bod doen tenzij hij van te voren kan weten, dat een zelf gespeeld spel groote verli. zen zou opleveren, in elk geval grooter, dan d- dooi de tegenpartij te maken punten indien zij het g 'dou bleerde bod zonder winnen. De straf-double van SA. Evenals de S X L'edingen is de srraf- aouhle hiervan gebaseerd op het aar,tal lionreur-trekker. bi beide 1 anden teza men, omdat het te maken aantal s'agen buiten de vaste, in dezelfde verhouding staat als de vaste. Bij eén totaal van 5 honneur-trekken zal men ongeveer 5/8 van de 5 niet-vaste slagen maken, dus 3. tezamen 8, de tegenpartij gaat dus 2 down, als zij 1 S.A. moet spelen; bij meerdere slagen door de tegenpartij geboden, rekent men on dezelfde wijze. Kan men echter uit de biedingen op maken, dat de tegenpartij een lange kieur heeft, die zij achter elkaar kun nen uitspelen, of die gemakkelijk vrij te spelen is, dan moet men S.A. niet doubleeren. De hiervoor gegeven vereischten be treffen alle het doubleeren van biedin gen, waarmede de tegenpartij geen manche zou kunnen maken; bereiken zfj met hun bod toch reeds de manche, dan mag op iets minder gedoubleerd worden, de z.g. sportieve of vrije doublé. De vereischten zijn tamelijk zwaar, omdat in de meeste gevallen, een gedou bleerd gewonnen spel, waarmede de manche niet zou zijn bereikt, de partij de marehe wel doet winnen, doQ de dubbele telling van de punten. SL JD. S-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 20