Piloten bonwen een stad in het oerwoud.
VAN ZATERDAG 15 JULI 1933.
Stuk voor stuk door Vliegtuigen aangevoerd.
(AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
De nieuwe bewoners.
Iets over de goudgraversstad Boololo.
door
G. C. VAN LAREN.
Eenige jaren geleden deed het sen
sationeele bericht de ronde, dat in het
N.O. gedeelte van Nieuw-Guinea groote
hoeveelheden goud gevonden waren.
Een Papoea-dorpje, op 60 mijl afstand
van de Huon-Baai, Boololo genaamd,
werd plotseling beroemd. Doch de
goudzoekers kwamen er niet op af,
zooals men in dergelijke gevallen toch
mag verwachten. Zij werden afge
schrikt door het oerwoud met zijn war
net van lianen.
Enkele waren er toch heengegaan en
hadden hun concessie afgebakend. Er
zijn tenslotte menschen, die nergens
voor terugschrikken, als er kans is op
goud. Zij trotseerden koortsen, giftige
insecten, allerlei ontberingen. Velen
kwamen om op de lange marschéh van
de kust naar het goudveld. Het was
duidelijk, dat de exploitatie ondanks
nood en doodsverachting niet mogelijk
zou zijn zonder een verkeersverbin
ding.
Aan een spoorweg viel in verband
met de enorme onkosten niet te den
ken. Men besloot dus tot een luchtlijn
onder leiding van de New-Guinea Air
ways Ltd, welke voor dit doel werd
opgericht. Men begon met houten
vliegtuigen, doch deze bleken voor hel
tropische klimaat ongeschikt te zijn.
Bovendien konden zij slechts met
moeite opstijgen van en landen op de
zeer primitieve vliegvelden. De lucht
lijn werd opgegeven, voordat zij nog
geopend was.
Toen kwamen er op goed geluk
drie Junkers vracht-vliegtuigen naar
New-Guinea vliegen, drie witte, ge
heel metalen reuzenvogels. Zouden de
directeuren van de nog bestaande
New-Guinea Airways Ltd. hiermede
een nieuwe poging willen wagen? De
directeuren waren sceptisch gestemd,
maar de eerste vluchten verliepen zoo
vlot, dat niets meer de openstelling
der luchtlijn in den weg stond.
Het handjevol goudzoekers, dat be
houden te Boololo was aangekomen,
was enthousiast. Zij zochten daar nu
al jaren lang in het binnenland naar
nuggets, zonder een rooden cent er voor
te kunnen krijgen en wat erger was,
ook aan geld hadden zij niets, want de
eenvoudigste levensbehoeften waren
daar eenvoudig niet te krijgen. En zij
hadden geen gelegenheid om het met
moeite uitgewasschen stofgoud naar de
handelaars aan de kust te brengen.
De vliegtuigen waren het middel om
hun goud in te wisselen tegen tenten,
nes van meer dan 4000 ton stuk voor
stuk van het vliegveld van Boololo af
gehaald en in elkaar gezet.
Het vliegveld was een probleem op
zichzelf. Moeizaam heeft men het oer
woud weg moeten kappen en als het
vliegtuig er na eenigen tijd terugkwam
moesten de inboorlingen er soms in
allerijl het manshooge gras verwijde-
Een vliegveld temidden van het oe rwoud; zoolang dit veld niet aan de
tropische vegetatie was ontluikt, konvan een landing geen sprake zijn.
Uit het reusachtige transportvlieg
schijn.
gereedschappen, medicijnen en gecon
serveerde levensmiddelen. Maar zij
brachten ook nieuwe goudgravers aan.
Deze behoefden niet maanden achter
een, telkens verdwalend, door het oer
woud en over de rivieren te trekken;
na een vlucht van anderhalf uur be
reikten zij reeds het doel der reis.
Nu bestaat de luchtverbinding an
derhalf jaar. Zeer véél is er in dien
tijd veranderd. Boololo is een echt
Amerikaansch aandoende goudzoe-
kersstad geworden, waar meer dan
2000 blanken wonen. Alles wat men
hier vindt, een stoel of een spijker,
een pan of een nagelborsteltje, is aan
gevoerd door de vliegtuigen. De onder
deden van de aardige huisjes, waaruit
Boelolo thans bestaat, eveneens, en
wat meer is, hetzelfde kan gezegd wor
den van een complete waterkracht
centrale, die 4000 K.W. produceert.
Van de turbine tot de kleinste schake
laar is alles om zoo te zeggen uit de
lucht komen vallen. Zoo heeft men
hier ook een houtzagerij, goudwas-
scherij, chemische laboratoria, machi
Hein en Henk houden een diepzin
nig gesprek over de mogelijkheden
van een terugkomen op aarde na den
dood.
Karei, zegt Henk, veronderstel, dat
ik nu eens als aap op de wereld zon
komen.
Neen, zegt Hein, ik gelooof niet dat
dat mogelijk is: men wordt toch niet
steeds hetzelfde?....
tuig komt een complete auto te voor
ren, dat intusschen was opgeschoten,
voordat men kon landen. Binnenkort
zullen de vliegtuigen echter ook hun
eigen vliegveld meebrengen in den
vorm van groote zakken beton. In 1200
vluchten hebben zij Boololo reeds alles
gebracht, wat 2000 goudzoekers zich
maar wenschen kunnen, ook de ver
makelijkheden, die typeerend zijn voor
alle goudsteden; bars, dansvloeren, en
speelzalen en electrische piano. De
piloten hebben een geheele stad in het
oerwoud opgebouwd.
(Nadruk verboden).
Eea onwaarschijnlijke fantasie van
twee bohémiens
door
MOMUS.
(Vervolg van Zaterdag 8 Juli.)
Nou, meende Job vriendelijk we
zullen wel eens zien hè! Hoe heet je?
Derksen, meneer....
O, juist. nou, eh.Derksen, ik
zal je wel een boodschap sturen, hooi,
als ik je noodig heb! en Job wilde de
voordeur sluiten.
Jawel meneer.... ziet u! begon de
man opnieuw.
Nog iets op je hart? vroeg Job
vriendelijk.
Ja ziet u, en nou wou ik u es vra
gen. of dat ik u soms een. eh.
proefpakket mag sturen ziet u. dat
is zoo de gewoonte hier... dan kunt
u zeivers oordeelen asdat ik véél be
tere waar lever as m'n.eh.con.
con-current! hielp Job minzaam, die
zich hier plotseling een perspectief
zag geopend, waarvan de mogelijk
heden vele waren!
Maar...och.doe dat maar niet,
vrindantwoorde hij dan want
stel nu dat ik je concurrent eens beter
vind.... of een andere melkboer bij
voorbeeld, dan heb je voor niks dat
pak gestuurd.... dat vind ik geen
prettige gedachte.
O, meneer! lachte de man da's
niks. die proefpakkies beteekenen
voor ons niks, hoor.... heelegaar
niks! Da's alleenig maar een forme-
lasie...of hoe heet dat! Om te laten
proeve wie de béste is op 't dorp!
Zoo, zoo.haperde Job.
Dus maar sturen, meneer! noteerde
de man.
Och ja.. eh.. stuur maar 'es, hè?
Zonder verplichting natuurlijk, Nou..
eh.. bonjour Derksen. bonjour.
en haastig sloot Job de voordeur.
Ze waren juist op de eerste étage de
keurige ingebouwde badkamer aan het
bewonderen, waarbij Pim de opmer
king maakte, dat „ze" toch niet de wa
terleiding voor hun neus hadden moe
ten afdraaien, wat echter Job een zeer
onbillijke uitlating vond. wijl niemand
van hun plotseling bezoek op de hoogte
kon zijn, niewaar? toen werd er ge
beld.
Brutaal, heftig rinkelde de schel
door het leege huis.
Dat is de eigenaar, oordeelde nu ook
Job, gedecideerd en met looden schre
den toog hij naar beneden.
Menéér, begon de man die op de
stoep stond ik heb gehoord.
Jawel, jawel meneerantwoordde
Job we gaan direct weg, hoor, we
wilden alleen maar even kijken.
O, juist, meneer.... o, juist, maar
als u nog één kwartiertje wilt wachten,
ik heb juist iemand naar u toegestuurd
met een proefpakket, begrijpt u, ik ben
de bakker.... de éénige, begrijpt u..
dat wil zeggen, de eenige, die werke
lijk ook bakken kan, want m'n con
current méneer. enfin.... als u
m'n proefpakket eens grondig wilt
keuren, dan zult u zeker niet aarzelen!
M'n kaartje meneer. alstublieft
meneer.... moge m'neer!
Job stond perplex.... staarde den
man na, die alweer aan het einde van
de laan was gekomen.
Dat kon goed worden!
Een alleraardigst dorp, meesmuilde
hij, toen hij even later Pim op de vlie
ring had teruggevonden, waarbij hij.
gedachtig het zoo mogelijk nóg hooger
gelegen atelier van z'n vriend, de
geestige opmerking had gelanceerd:
Kijk, kijk, on revient toujours.
welke opmerking Pim evenwel met
een achteloos schouderophalen had ge
negeerd!
Dien ochtend stond de bel niet meer
stil. Met een juichkreet had Job het
eerste pak binnengehaald en samen
hadden ze in zenuwachtige haast de
touwen eraf gewurmd.
Hap! lachte Job, toen een versch
kadetje als eerste naar buiten rolde,
spoedig gevolgd door een, in perka
mentpapier verpakt wittebrood... een
een half pond boter, 'een pakje marga-
en een gemberkoek.
Wacht nou even! stelde de practi-
sche Pim voor we krijgen nog wel
wat erop ook! en hij bleek juist gezien
te hebben, want een tweede daarop
volgende zending bleek te bevatten.. t
een half jond boter, een pakje marga
rine, een ons zoete en een ons Leid-
sche kaas, benevens vier eieren!
Een ideaal oord! prees nu ook Pim
als ik me ooit nog ergens ga vesti
gen. nou, dan weet ik het wel!
De plotselinge verhuring van villa
Zonnehoeck, waarvan de eigenaar tij
delijk buiteniands vertoefde, bleek op
gang gemaakt te hebben in het vrien
delijke dorpje, want achtereenvolgens
arriveerden nog een proefzending van
kruidenier Willemse. een tweede
proef pak van bakker van Drieleen
tweetal zakken anthraciet van den toe-
komstigen kolenleverancier Crau-
mans. alsmede nog een groote taart
van den banketbakker ten Haaf, waar
op met witte schuimleters stond te
lezen: Welkom, op de taart wel te ver
staan!
Doch toen een en ander nog verge
zeld bleek te gaan van een regen van
bezoeken, kaartjes, drukwerken, e.d.,
terwijl ze zelfs het twijfelachtige ge
noegen hadden mogen smaken, den r®-