DE MOLEN. E ZOON VAN BO Wie wijst beiden den weg? den hun commando's tenminste daar leek het veel op, want zij zwon men dan naar links, dan naar recht dan «eer rechtuit en maakten keuri rechtsomkeert! Soms bleven zij doodst in het water staan, soms ook schoten zij bliksemsnel vooruit en terug in het plantenrijk, om ergens anders weer op te duiken. Ik meende, dat ik ze ver schrikt had, toen ze wat lang in hun .antenrijk bleven vertoeven, hoewel roerloos-stil had gezeten. Maar al •el gauw keerden zij weer terug en t „exerceeren" begon weer Het was allergrappigst om te zien n het is mij een bijzondere troost om nu met eigen oogen te kunnen zien, dat ook vischkindertjes naar school toe moeten!" (Nadruk verboden). Afbeelding 1 geeft je een indruk van de molen, zooals die moet worden. Je kunt er een plat dak op maken en een spits dak, al naar je eigen smaak en handigheid. Aan de naar achteren ver lengde bcxlem kan men het vasthouden en door aan het touwtje te trekken en dat weer terug te laten loopen, kan men het geregeld aan den gang maken. De andere hand is bestemd om aan het touwtje te trekken en de vleugels, de wieken, of hoe men ze noemen wil, in draaiing te brengen. Afbeelding 2 toont de molen (voor een plat dak) geopend. Wij zien de draad, die om de as is gewikkeld en eerst door een gaatje er in is gestoken, zoodat die er stevig aan is bevestigd. Deze rolt uit en op, net als bij de yo-yo en de wieken snorren bliksemsnel in staaf je, dat je met schuurpapier des noods een beetje rond kan maken en dat aan de achterzijde door middel van een spijker tegen wegglijden beschut is, aan de voorzijde zitten de wieken er op gelijmd, waarvan je de afwerking in afbeelding 3 ziet. Onder aan de draad wordt een dwarshoutje beves tigd, dat bestemd is om gemakkelijker aan de draad te kunnen trekken en om te verhoeden, dat de draad door het gaatje schiet. De achterzijde kun je des noods geheel openlaten of met punai ses een stuk karton er tegen aan prik ken, zoodat je later, bij eventueele on gevallen in de molen, gemakkelijk bij het „mechanisme" kunt komen (Nadruk verboden). WIE LACHT EENS FIJN MEE? Wie kan mij zeggen, wanneer Rome gebouwd werd? vroeg de ge- schiedenis-leeraar in de klas. 's Nachts, meneer! zei Karei. Hoezoo dat? vraagt de leeraar. Wel, zegt Karei met overtuiging, Rome werd immers niet op een dag ge bouwd, zegt het spreekwoord? Is de olifant niet boos, oppas&er! Doet hij niets? Neen, beste jongen, die is zoo zachtmoedig, die kan je om je vinger wikkelen Paultje ziet, hoe papa de scharnieren van de 'deur oliet, opdat zij niet piepen. Papa, zegt Paultje beleefd, kan je baby ook niet eens oliën? EEN OUDE KONING...???? Een raadselachtig versje. Een oude koning met ezelsooren, Heeft plotseling hoofd en voet verloren! Zoodat hij 't is waarachtig, hoor! Een meisje was geworden. En toen dat kind haar hart verloor, Aan u, o, raadsellezer, Toen balkte het lieve kind precies Als een volmaakte ezel. (Nadruk verboden). Oplossing: Midas, Ida, Ia. Je behoeft niet weg te loopen. Je kunt hier een haasje koopen! Spotgoedkoop is hier een haas! Vraag het maar eens aan den baas, Die het beestje hier laat zien. Hij heeft er nog een stuk of tien, Hij eischt slechts ervoor, dat men In één streekje met de pen... Zijn portret ten voeten uit Teekent. Kan je het? Vooruit, Toon mij dan eens wat je kunt, 't Haasje is je best gegund! Vandaag zullen wij in een verloren oogenblikje een aardig stuk speelgoed maken, waar je nog lang plezier van zult kunnen hebben. Het is heel ge makkelijk te maken, het ziet er aller aardigst uit enhet verveelt je nooit! het rond. De geheele molen is onge veer 20 centimeter hoog. Van licht hout (triplex) of stevig karton is dat alles heel gemakkelijk te vervaardi gen. Vader of groote broer helpt wel een handjeDe as is een houten Wij zien op dit plaatje een kat en een hond begeerig naar het veraf ge legen lekkere hapje kijken. Over het algemeen zijn katten en honden niet bepaald „vrienden" van elkaar, maar je ziet hieruit, dat ze, net als de men- schen, als ze eenzelfde doel vooi oogen hebben, hun vijandschap tijde lijk vergeten en erover peinzen, hoe het aan te leggen, de lekkere ham en worstjes te veroveren. „Wie wijst beiden den weg door den doolhof?" wordt er gevraagd. Wie weet of ze straks, als ze den buit te pakken hebben, er niet om gaan vech ten! Zou het daarom niet het beste zijn, hun maar liever niet den weg te wij zen? Wat denken jullie hiervan? door G. Th ROTMAN lomt, kind'ren luisteri allemaal! l Begin vandaag een nieuw verhaal', let is van Bobbys zoontje Jim, 'recies als Pa zoo loos en slim; Natuurlijk is hij zeer gesteld >p alles wat papa vertelt, 'an wat die in zijn vroeger leven "aarginds in Holland heeft bedreven. Maar op het hooren van die streken, Die op het o^g zoo aardig leken, Geraakte Jimmy's apebol Zoo langzaam aan totaal op hol; „Ik wil naar Holland! O, papa, Ik hou 't niet uit in Afrika!" Zoo riep hij daag'lijks met een zucht, En eind'lijk nam hij stil de vlucht. Na dagen richt hij, zwervensmoe, Zijn schreden naar een palmboom toe; Misschien vindt hij een kokosnoot.... Want ach, zijn honger is zoo groot! Juist komt daar docter Dikbuik aan; Hij gaat vlak bij den palmboom staan, Terwijl hij door zijn kijker spiedt, Of hij ook ergens leeuwen ziet. Verzadigd door een lekK're noot, En met een palmblad in zijn poot, Klimt Jim, belust op plagerij, Valsch grijnzend stiekum naderbij, Terwijl hij 't blad hoe snood, hoe stout! Pardoes vlak voor den kijker houdtl Ach, hoe de doctor tuurt en spiedt, 't Is diepe nacht, al wat hij ziet.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 19