EEN OPT8M1ST WORDT 70 JAAR.
VAN ZATERDAG 29 JULI 1933. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN}
VreeMée liefde.
603
„IK KAN NIET STRANDEN, OMDAT IK NIET WIL!"
DE „EEUWIGE YANKEE"
VAN ARBEIDER TOTMILLIONAIR
Ter gelegenheid
van den
70sten verjaardag van den
automobielkoning
HENRY FORD
op 30 Juli a.s.
door
een bij-zonderen medewerker.
De „eeuwige Yankee".
Welk superlatief heeft de wereld ten
opzichte van Henry Ford deze
schrale, kalme door een fanatieke ar-
beidswoede bezielde en niet onder te
krijgen Yankee al niet gebruikt?
Het is tenminste in de oogen van
bewonderende leeken alles, wat maar
op -ste eindigt; hij is de rijkste en suc
cesvolste fabrikant der Aarde, hij is de
vlijtigste ondernemer, de gesiepenste
HENRY FORD.
hisscbenpersoon, de handigste reclame
chef de ervarenste verkooper
Het kan waar zijn of niet. véél treffen
der dan al deze adjectieven wordt Ford
i
door
LESLY ROON.
Eens, we kenden elkaar toen al
twee jaren, waagde ik het, hem dat
te vragen: „Waarom ben je eigenlijk
toch nooit getrouwd?" Ik had dadelijk
berouw, want ik kende zijn gesloten-
beid, zijn onwil, om over zichzelf te
spreken. Hii was de beminnelijkste
mensch, d-ien men zich kon voorstellen,
maar men moest niet naar hemzelf vra
gen. Ik had dit reeds ondervonden en
verwachtte een van die ontwijkende ant
woorden, die voor beide partijen pijn
lijk zijn.
In-plaats daarvan keek hij mij eens
aan, en zei toen:
Dat zal ik je vertellen.
We hadden op de sociëteit sarren ge
luncht. het was rustig om ons heen.
Tk merkte, dat hij eensklaps behoefte
gevoelde, zich te uiten en de vriend
gekarakteriseerd door den bijnaam,
dien de Amerikanen hem zélf gaven: de
groote, oude vos!
Daar staat hij in zijn lichtgrijze cos-
tuum, dat hem als een veel te wijd vel
om het lijf hangt. Hii is een en al be
weging, staat te wiegelen op zijn plaats
en zijn gezicht met de leeren huid,
straalt: Ford is een optimist, een
optimist van het zuiverste water:
„Ik kan niet stranden", zegt hij,
„omdat ik niet wil!" En Ford
wil niet. Hii is taai als de oeroude
schommels, die met zijn bandteeke-
ning gemerkt sedert onheuglijke
tijden reeds over de hobbelige wegen
van Westelijk Amerika ratelen, veihi-
kels, die er afschuwelü'k-onooglük uit
zien, maar die niet willen stilstaan, die
niet dood te krijgen zijn, met den bes
ten wil van de wereld niet! Als een ty
pische vertegenwoordiger van de Ame-
rikaansche properiteit heeft hij. Henry
Ford, tegenover zijn „collega's" dit
voor, dat hii met duizendmaal meer
energie uitgerust ten strijde komt, dan
zü endat hij zoo sterk in zich
zelf gelooft!
Zoo staat hij daar: de handen in de
zakken van zijn jasje, op twee slanke,
maar krachtige beenen, vast-veramkerd
in de aarde, met een glundere roofvogel-
kop: de Eeuwige Yankee. En hii impo
neert ons slechts.... door te zijn, zoo
als hii is!
Ford Is een bijzondere per
soonlijkheid.
Zeer zeker: men zou Ford een uit
buiter, een slavenhouder en nog veel
meer kunnen noemen. Het systeem, den
schap tusschen ons groot genoeg daar
voor vond.
Hij stak een sigaar op en zei toen:
Maar je moet me beloven, er niet over
te spreken. Ik heb geen zin, door onze
staügenooten en kennissen voor gek te
worden gehouden!
Ik lachte. Dat zou niet licht ge
beuren!
Hii keek me aan, met een glimp van
humor in zijn grijze oogen.'
Daar ben ik niet zoo zeker van.
Misschien zal jijzelf wel, na mijn ver
haal te hebben gehoord, bij jezelf den
ken: „Die brave, oude jongen zal toch
niet een héél klein beetje
Lachend schonk hii zich een likeur in
bij zijn koffie en begon.
Ik weet, dat een boel menschen
zich daarover hebben verwonderd.
Iedereen weet. dat ik goed geld heb
verdiend in zaken, dat ik een huiselijk
man ben en geen vrouwenhater. Ik ben
gezond, niet al te leelijk, maar zie je..
er 9taat iets, iemandeen vrouw
tusscben iedere vrouw die als echtge-
noöte voor me in aanmerking zou kun
nen ko-men.
Ach zoo.
Neen, niet wat ie denkt. Geen on
gelukkige liefde, geen geheime zonde..
o neen! Die vrouw ehdiie vrouw..
wel laat ik van den beginne af vertellen.
Je moet dan weten, dat ik gezegend
ben geweest met twee allerbeste brave,
oude lieve tantes, die me vreeselijk ver
arbeider het zuurverdiende loon in
eigen café's, in eigen restaurants, in
eigen warenhuizen weer af te nemen
en niet alleen aan zijn arbeidsprestatie,
maar ook aan zijn verdiensten te ver
dienen, is zonder twijfel niet precies
voorbeeldelijk.
Ford's uitvinding, de loopende band,
schijnt wel eenige overeenkomst te ver-
toonen met een moderne slavernij, een
slavernij, die erop uit is de arbeiders
De droomer aan de schouw:
Henry Ford in zijn blokhuis, dat hij ter
herinnering aan zijn vader liet bouwen.
den laatsten druppel zweet te ontnemen
en zijn hersens buiten werking te stel
len, doch slechts machinaal te doen, wat
er avn hem verlangd wordt, zonder
rekening te houden met hetgeen
uit hem zal zijn geworden, als hij eens
zal zijn uitgeperst en niet meer in staat
tot werken, hetgeen bij het Amerikaan-
sche tempo in deze omstandigheden
zeer spoedig bereikt is. En of al deze
op die manier geschapen Fordjes zon
der eenig gebrek zijn ik geloof, dat
Ford dat zélf zal betwijfelen.
Maar dat is geenszins het essentieele
van dit karkater. Ford verdient niet
om der wille van 't verdienen zelf. Van
bcteekenis is het ook niet. dat bij hem
het eerst de loopende band werd inge
voerd, dat bij hem weer het eerst men-
schelijke arbeid-sparende rationalisatie
methodes werden ingevoerd. Dat alles
zou (en misschien niet eens veel later)
ook zonder hem tot stand gekomen zijn.
Dat hij het productieproces onderver
deelde in een aantal precies-berekende
verrichtingen, die bijna zonder uitzon
troetelden, toen ik klein was en nog
meer toen mijn oudere dood waren. Die
goede menschen hadden een fout, maar
dat was een ernstige.
Ze wilden me met alle geweld laten
trouwen. En daargelaten, dat ik toen
ik spreek van minstens tien jaar ge
leden nog iets er voor voelde me te
binden, maar de meisjes, die zü geschikt
voor me vonden, waren voldoende, om
me gezworen vrijgezel te maken! Het
waren van die degelijke meisjes weet
jebeste kinderen hoor, konden goed
koken en waren bezield van het heilige
vooornemen, haar eventueelen echtge
noot zielsgelukkig te maken, maar
enfin, je kent het spreekwoord: het is
zelden de mooiste van de familie die de
be9te cake bakt. Hoe het zü, er waren
al eenige pijnlijke geschiedenissen ge
weest, ik had de tantes een tijdje ont
weken, hetgeen beter ging dan eertijds,
omdat ik in een andere stad was gaan
wonen, maar toen begon opeens het ge
zeur weer.
Eeret kwamen brieven met toespelin
gen op een zekere, allerliefste Francine!
En opeens, als een bom uit de lucht,
verscheen er een brief, waarin de tan
tes mij haar komst aankondigden. „Toe
vallig" kwam Francine óók naar de stad.
De tantes zouden me komen opzoeken.
Ik twijfelde geen moment, of Francine
zou meekomen!
Toen besloot ik tot een radicalen
maatregel, om meteen van alle pogin
dering door arbeiders zonder eenige
vakkennis kunnen worden verricht, dat
hii zijin totaalproductie tot enkele mo
dellen beperkte, doch dat zijn modellen
tot in de kleinste kleinigheden vol
maakt berekend en geconstrueerd wa
ren, waarmede hij kostbare experimen
ten bespaarde, dat is reeds van meer
belang!
Het essentieele van Henry Ford, den
grooten, ouden vos, is echter het feit,
dat hii de mcest-vooiaanstaande en be
langwekkendste vertegenwoordiger van
een tijd is (of was hii dat reeds)?, welke
is gestorven, bü ons en in Amerika,
Het systeem van het grootkapitalisme
van verstreken jaren met al zijn con
junctuur en alle baisses zal, ook als de
crisis op zekeren dag volkomen achter
den rug is, nooit meer terugkeeren. En
ook een man als Ford zal dus nooit
meer terugkeeren. En ondanks zijn vele
aanvechtbare zwakheden, maakt het
hem interessant, dat hij zoo'n aparte
verschijning is en zal hij evenals Edi
son, Dante, Lenin en zelfs Kreuger,
daarmede een wereldplaats veroverd
hebben.
De zoon van een farmer
„Het grootschere morgen" (zooals de
titel van een door hem geschreven boek
luidt) heeft Ford van den beginne af
aan nagestreefd, met een bijna onver
woestbare taaiheid. Als kleine man, als
zoon van een eenvoudigen farmer van
IersChe afstamming, geboren in de
buurt van Detroit, had hü reeds van den
beginne af aan een wilde honger naar
hetgeen „boven" hem lag. Deze honger
drijft hem voorwaarts en niet zooals
een of andere vrome sage ons wil wijs
maken de wensch om den landbou
wer het handwerk gemakkelijker te
maken.
In 1879 komt het voor het eerst in
hem op, een auto te bouwen. Maar het
komt nog niet daartoe, daar hii eerst
geld verdienen moet om zich door het
leven heen te slaan. Hii is leerling-mon
teur, dient bü een groot houtzaagwerk,
waar hii de machines leert bedienen,
hü wordt monteur in Edison's neder
zetting in Detroit, hij knutselt, teekent,
peinst in 1895 heeft hü iets gemaakt,
dat op een auto lijkt: twee eylinders,
4 P.K. Detroit lacht zich kapot om het
ding! In 1896 bouwt de zoon van den
farmer, thans reeds in zijn eigen werk
plaats, zijn tweede, in 1897 zijn derde
wagen., sticht hü zonder veel geld, maar
met veel optimisme de „Detroit Auto-
mobile-Company", die hem een zesde
van haar 50.000 Dollar bedragende
werkkapitaal ter beschikking stelt, en
gen tot koppelarij verlost te zijn; toen
de tantes verschenen, mèt Francine,
ontving ik het drietal met een stralen-
den glimlach en de medecleel'ing, dat het
zoo jammer was, dat nu net raijm
vrouwtje op reis was gegaan.
Och, het was misschien niet aard®
van me, de goeie menschen waren doo-
deliik ontsteld en diiep gegriefd, omdat
ik niets van ons huwelijk had laten
weten. Maar ze hadden me in zóóveel
vervelende situaties gebracht met hun i
huwelijksmanie, Cf r ze wel een .esje i
hadden verdiend.
Dus besloot ik, ze een beetje verder
voor den gek te hcuden en dan later de
waarheid te schrijven. Dan zouden ze
toch wel eindelijk hun hinderlijke po
gingen opgeven.
Mooi, nadat ik ze met glaasjes water
en daarna met thee weer wat had bij
gebracht, begonnen ze te vragen. Daar
op had ik gerekend. En op nog héél
wat meer.
Ik had ^en portret op een schriif'bu
reau staan, dat had me een kennis ge
leend. Een beeld eau een meisje! Ik had
een tasehje van ecu kennisje dat slin
gerde suggestief op een tafe tje. Ik had
een heel verhaal in "lkaar, hoe we el
kander leerden -rennen. Enfin, ik vond
dat ik hztl mooi verzonnen h?.d maar
heeiemaal overtuigd leken ze me toch
niet. En er kwam een strop bü: Ze bic
ven twee weken logeeren.
Ik begon het benauwd te krijgen,