II AM SI rERDAMSCHEL 1! BRIEVEN MARINE-BRIEVEN UIT INDIË. De sterke hand In Den Haag Zoo is dan, om kort te zeggen, Am sterdam ten laatste toch gezwicht voor de sterke hand, waarmede men den laatsten tijd in den Haag is gaan re- geeren, een sterke hand, die via Haarlem de-hoofdstad in haar finan- cieele kraag dreigde te pakken.... Vlakbij, in Zaandam, heeft dit zelfde hand al een gemeente bij de kraag gepakt en Den Haag, oftewel de Regeering, staat in dat Zaandam- sche geval al reeds gereed de macht te gaan uitoefenen, die zij, bij „grove verwaarloozing" van de gemeentelijke zaken zélf, volgens de wet, in handen mogen nemen. Nu zeide de waarne mende wethouder voor de hoofdstede lijke financiën in zijn verdediging van de ingediende suppletoire begroo ting, die moet dienen om de bezwa ren van Gedeputeerden tegemoet te komen, wel, dat hij „Zaandam" niet als hoeman wilde gebruiken, maar, dat „Zaandam" toch voor een deel der Raadsleden als zoodanig gefungeerd heeft is duidelijk. Er zullen op de loopende be grooting alsnog, volgens de, tenslotte met 21 tegen 16 stemmen aangenomen, voorstellen, twee millioen uit het Cri sisfonds naar „Gewoon" worden over gebracht en deze nieuwe post zal dan gedekt worden door 1.2 millioen uit de onlangs aanvaardde loonkorting en de rest uit het grondbedrijf; wat dit laat ste betreft redeneerden B. en W. zot dat „waar betaling van de aflossingen op geldleeningen, aangegaan ten be hoeve van grond-exploitatie, uit ge wone middelen kapitaalvorming betee- kent, overbrenging van den druk de zer aflossingen van den gewonen dienst naar den kapitaaldienst in de zen buitengewonen tijd alleszins ge rechtvaardigd is." Het spreekt vanzelf, dat de roode minderheid van B. en W. het met dit zwichten voor hooger gezag allerminst eens was; tijdens de debatten over een en ander, deze week op het Prinsen hof gevoerd, verlieten wethouder de Miranda en weth. Boekman dan ook demonstratief de zaal. De eerste heeft echter op het einde dier debatten toch nog even het woord gevoerd namens de minderheid. Hij meende, dat, in dien men nu toegaf, „de gevolgen niet te overzien waren"; het zou dan wel niet blijven bij de eischen die Gedepu- eerden thans stelden. Het zou van kwaad tot erger worden. Het pres tige en de waardigheid van Amster dam verlangde dat de geheele Raad zich alsnog als één blok aaneensloot en B. en W. naar Haarlem delegeerde om nader met Gedeputeerden te onder handelen. Tegen dit laatste wethouder- lijke plan kwam toen de Burgemeester nog even ernstig in verzet- Hij draaide daarbij de zaak juist om. Zulk een op treden van den Raad als de heer de Miranda wilde, zou, zeide hij, slechts een „onbekookte revolutionaire daad" en zeker „beneden de waardigheid van Amsterdam zijn". Waarschijnlijk heb ben overigens de meeste voorstemmers (waartoe op het laatste oogenblik ook de Middenstanders, die eerst als een soort Sphinx op de wip waren blijven zitten, zich bekenden) heelemaal niet aan dat waardigheids- of prestige- probleem gedacht; zij zullen wel een voudigweg geredeneerd hebben, dat ze op het oogenblik wel niet veel anders konden doen dan Gedeputeerden hun zin geven; er zou anders, dit waren zij met wethouder Abrahams eens, „nog wel heel wat ergers kunnen gebeuren". Met dit al is niet gezegd, dat de meerderheid van B. en W. nu op haar beurt ook geen grieven tegen de Haar- lemsche heeren zou hebben overgehou den. Dat heeft zij zeer zeker! En die komen vooral hierop neer, dat die Ge deputeerden niet direct na ontvangst van de begrooting van het hoofdstede lijk Crisisfonds hun eischen hebben ge steld; waarom hebben zij dat niet reeds in December '32 gedaan en er zoovele maanden mee gewacht?Zoo, dat nog maar kort geleden B. en W. er geen vermoeden van hadden, dat het Provinciaal Bestuur een „zoo star standpunt zou innemen"?.... Aldus vroeg wethouder Abrahams, wel wat iaïevel ijk, namens die meerderheid, "«"aïeveiyk.Immers het antwoord op 5en en ander ligt voor 't grijpen- Toen in December voelde men nog niet ie nieuwe „sterke hand" in Den Haag *ehter zich!. Tenslotte gaf die meerderheid wel I toe, ook al weer bij monde van laatst genoemden wethouder,dat de positie van het Crisisfonds, zelfs voor een ge meente als Amsterdam, op den duur niet op den bestaanden voet valt te handhaven. Dit jaar zal 27 millioen noodig zijn, waarvan 20 millioen voor crisisondersteuning. Daarvan, van dit laatste, betaalt het Rijk 10.5 mil lioen- Zoo kan het, ook volgens die meerderheid, niet blijven.... Aangename vooruitzichten. Komt nu inderdaad, door toedoen van deze suppletoire begrooting de ge meentelijke rekening voor 1933 ter elfder ure nog in orde, dan zijn we toch nog lang niet, om het populair te zeggen, met onze begrooting '34 ge lukkig! Vanachter de groene tafel werd nu dan ook reeds aan den Raad „ver zocht er zich mede vertrouwd te ma ken", dat er op de begrooting van het, volgend jaar „nog heel wat dieper zal moeten worden ingegrepen. Men be reide zich op ernstige maatregelen voor doch andere mogelijkheden zijn er niet meer over". Met deze.... opwekkende mededeeling konden H.H. Raadsleden dan eindelijk ook hun vacantie, tot begin September durende, ingaan.» Niet echter dan, voor dien, reeds een voorproefje van die maatregelen ge noten te hebben in den vorm van een voorstel tot verhooging der personeel belasting, hetwelk in arren moede, met 19 tegen 16 stemmen, werd aangeno men. De brullende Stadion-directie. Er werd de laatste dagen, al hebben de drie socialistische wethouders dan nog niet officieel bedankt, natuurlijk ook al hard achter de schermen ge werkt aan de vorming van een nieuw college van B. en W. Hier en daar hoort men al reeds van pogingen die gaande zijn om te komen tot een „crisis-college", waarin alle partijen met uitzondering van de communisten en middenstanders zouden zitting nemen. Maar voor dezen keer genoeg over onze bestuurlijke aangelegen heden. Laten w;j ons liever wenden tot zaken die meer dan de politiek passen bij dit seizoen, dat dan eindelijk zijn naam van warme seizoen eer is gaan aandoen. Tot die zaken behooren natuur lijk allereerst de zomersporten: tennis, zeilen, canoën, dit laatste, dat in korten tijd voor de Amsterdam mers een druk beoefende massa-sport is geworden, vooraan! De wielersport kunnen we er ternauwernood nog bij- rekenen. De belangstelling voor de Stadionwedstrijden is en blijft dit jaar ver beneden A.P.; dit jaar is er, wij hebben er al eens op gewezen, een wel zeer plotselinge keer genomen in die belangstelling!Sterk verlaagde entree-prijzen, programma's met medewerking van jonge leden aan di verse wielerclubs (jongere leden, die, als nieuwelingen en amateurs, nog vol strijdlust zouden zijn en „verrassende" sport te zien zouden geven!), bijzon dere achtervolgings- en clubwedstrij den, het werd reeds alles door de Stadion-directie geprobeerd, maar niets vermocht tot nu toe te helpen. Men zoekt thans verklaringen voor dit verschijnsel en het regent adviezen van buitenstaanders. Zoo hoorde men den laatsten tijd van sommige zijden zeg gen: die Stadion-baan deugt niet, zij is te groot! De Stadion-directie heeft het nu onlangs, vooral in verband met deze laatste „critische opmerking", noodig geoordeeld, haar „baan" in be scherming te nemen en te verdedigen. Zeker, zegt zij, er is een genre wed strijden, dat ongetwijfeld als kijk-sport op een kleine baan beter tot zijn recht komt, maar we willen toch even met nadruk vast stellen, dat onze Stadion- baan zoo niet de mooiste en de beste van de geheele wereld, dan toch zeker een van de mooiste en van de beste is die er bestaan. De kleine baan is een hulpmiddel, alleen op de groote baan, zooals de onze, komt de sport volkomen to haar recht. „Hier op deze baan kan de renner zich uitleven, hier is de ren nersprestatie er een van zuiver sportie ve kracht. Op de kleine bana is het een behendigheidswerk; dat draaien in een kringetje is geheel iets anders dan de zuivere snelheidswedstrijd waarbij de renners zich onbeperkt geven kunnen en waar de bijkomende omstandigheden niet behoeven te overheerschen. Het rijden op de kleine baan is nog altijd „Ersatz", imitatie; de ware sport is al leen mogelijk op de groote baan" „Well reared. lion!" zegt men in En geland. Goed gebruld, leeuw! Of dat brullen echter veel zal helpen, blijft de vraag. Het Amsterdamsche publiek heeft, door welke omstandigheden dan ook, plotseling genoeg van die Donderdagavondsche wielerfestijnen in ons Sportpark en trekt er in deze tro pische dagen liever op uit naar Artis, waar het de echte leeuwen kan hooren brullen (nu de kwartjesdagen weer be gonnen zijn, zelfs tegen het luttele be drag van slechts 25 ets.) dan wel naar Nieuwe Meer, Vecht, Loosdrechtsche plas per bootPergondel naar onze eigen grachten zelfs! Sedert kort bezitten we namelijk ook een echte Ve- netiaansche gondel, zoo vanuit fret land van Mussolini, compleet en al, met bijbehoorende gondeliers, geïmpor teerd! Nu het Lido aan het Leidsche plein, met zijn bebloemde terrassen aan het water, zulk een succes bleek, kwam de „concurrentie" ook plotseling tot de opvatting, dat onze water-situatie ter bevordering van de consumptie van thee en alcoholica toch nog wel veel beter kon worden uitgebuit dan tot nu toe geschied is. Zoo ging ook het Am- stelhotel er toe over haar tuin aan den Amstel tot een luxueus thee- en borrel terras om te vormen en zij deed er, teneinde het Lido in dezen te overtroe ven, met het in de vaart brengen van deze gondel, nog een extra „Vene- tiaansch" schepje bovenop.. .Een ding moet gezegd: die gondel misstaat in onze stadswateren allerminst, zij Prigen, 276'33. Am ice Jan, Zooais je ziet met evrlof in Prigen, hetgeen ük je rustgi schrijven kan zon der scheepsbe wegingen te verraden. Je kent het plaatsje wel, niet zoo erg hoog, geen luxe badplaats in dezen, onzen reparatietijd, een goed klimaat, een zwembad en een Hollandsoh boerderij- bedrijf. Hierdoor komt het, dat je in dezen brief weinig van de Marine hoort, al speelt zioh voor het H. M. G. mo menteel de hooger beroepzaak van menig dienstweigeraar af, de post- en mailbezorgingen zijn hier zoo anders dan in een groote stad, dat ik niet op geregelde berichten mag rekenen. Ja, primitief is het hier wel en je leert Soerabaja met z'n gas- en (drinkbare) waterleiding en electriciteit naar waarde apprecieeren. In de eerste plaats ga je hier niet naar toe of je controleert nog eens precies wanneer je voor het laatst je dholera-typhus injectie hebt gehad en heb je dit, omdat het zoo dikwijls ge beurt, niet precies in je hoofd, welaan, een keer meer of minder, daar kijk je hier in de Oost niet naar en stel je je toch al van alle serums poreuse borst of rug nog maar eens beschikbaar om ce r.aald er in te priemen. Wamt het water is hier niet zoo maar om te drin ken. Je moet een waterdrager hebben die het bij je thuis brengt, dan koken op arang vuur (want gas is er ook niet), dan in de filter en dan heb je den vol genden dag drinkwater (vooral niet drinkbaar, want het is net of je een klap in je gezichtje krijgt als je er een slok van neemt). Gelukkig is water, vol gens velen slechts bestemd voor uit wendig gebruik en dan nog maar bij mate, en lesschen we onzen dorst maar met whisky en soda, en Jan Ever, welke dranken, ze kunnen er van zeggen wat ze willen, je in ieder geval geen kans op typhus of dholera-besmetting geven. En pompen dat je hier leert, 's Och tends om 6 uur (vanwege verlof is het een half uurtje later dan gewoonlijk) sta je aan een primus te pompen voor 'n kopje koffie. Om 9 uur voor thee en daarna aan je fietsbanden, want je moet de „stelling'' in, omdat door al dat ge- pomp al je petroleum opgepompt is. Tegen middagtafel pomp je je een nat ten rug voor al het middageten. Rijst met kip (ook al vanwege de pomperij). Het zou vervelend worden om in her haling te treden voor de middagthee, maar ik moet toch wel even memoree- ren, dat je een uur voor zonsondergang „jongen bij de pomp" moet houden om het benzinereservoir op te pompen voor de gaslampen. Tegen 20 atmosfeer in moet je staan persen (wat jou van den O.Z.dienst natuurlijk heel weinig zegt). Ja, dat gas, man, dat is ook een be zoeking. Uit mijn prille jeugd herinner ik me nog wel, dat we dit thuis hadden en dat als je boven op je speelkamer met vrindjes, voetbalde er beneden in de salon.... kousjes braken. Hier had ik den eersten avond drie gebroken kousjes, en wij die op den leeftijd van een „bevertje" beginnen te komen, wij hebben er zoo gauw geen nieuwe op. Hardstikke donker, een gemeubileerd hoort als het ware in ons „Venetië"- van-het-Noorden thuis. Er is thans een schaap over den dam; er gleed thans een gondel in het Amsterdamsche water. Er zullen er, ziet of deze voor* spelling niet spoedig bewaarheid wordt! meer volgen.Hotels als 1'Europe, American, het Carlton, Brack's Doelen hotel zullen, als zij de teekenen der tij den verstaan, binnenkort hun gasten, desgewenscht, van het station per gon del tot vlak voor hun deur vervoeren. En nu het met de z.g. luxe-verhuur van auto's voor trouwpartijen den laatsten tijd niet meer dat is, ligt er voor een ondernemend man een terrein braak voor het verhuren van luxe-trouwgon- dels ALS JE LACHT, DAN BEN JE RIJK. Werkgever: Ik heb geadverteerd voor een sterken knecht. Denk je, dat je daaraan zult kunnen voldoen. Knecht: Dat denk ik wel, meneer, want ik heb zooeven negenentwintig anderen van de trap moeten slaan om de eerste te zijn die hier binnenging! Jan: het spijt mij, dat ik zoo laat ben ouwe jongen, maar ik moest eerst een val voor mijn vrouw opstellen! Piet: Vertrouw je haar dan niet? Jan: Jawel, maar er is een muis in huis!.. huisje waar je geen weg in weet Je kunt je voorstellen, hoe verrukt we waren een waxine-nachtpitje te hebben gevonden en ook dat het dien avond niet laat werd. Toch is het klimaat hier voor ons lang niet gek en we zijn nu eenmaal niet in de Oost gekomen om kou te gaan lijden. Bovendien is Pri gen geen mode badplaats, je ziet er heel weinig bekenden en het is er niet zoo als bijvoorbeeld op het oogenblik in de badplaats Sarangan, waar de Marine, volgens berichten, 's morgens om zoo te zeggen „baksgewijs" houdt. Zooveel marineluMen zijn daar naar toe. Zooais je begrijpen zult, zit ik hier afgesloten van de buitenwereld en de onderwerpen, die ik in dit schrijven kan aanroeren, berusten alleen op cou rantenberichten. Het H. M. G. behan delt op het oogenblik appèlzaken van de inlandsche dienstweigeraars. Over het algemeen zijn de uitspraken weinig ver schillend1 van dien van den Krijgsraad hier op Goebeng. De advocaat-fiscaal mr. Marcella kwam in een slot-requisi- toir tot de uitspraak, dat er in de krin gen van het Inlandsche Marinepersoneel een ontstellend wanbegrip bestaat om trent krijgstucht en ondergeschiktheid. Wat mij verder opviel was, dat er vrij veel inlanders zijn, die op de vraag: „Zoudt u nog willen dienen met aftrek van die 7%?" antwoordden: „Neen, wel als de korting wordt ingetrokken," Toch geloof ik niet, dat nu de gelederen onder die inlandsche matrozen zoo ge zuiverd zijn, dat we hang behoeven te zijn, dat de 1 Juli vervallen standplaats toelage aanleiding zal zün voor verder mokken. Ja, de ontslagen delinquenten zullen in de kampong wel weinig enthousiast over de „kompenie" spre ken, maar ze zullen ook wel behoorlijk aan de politieke recherche overgegeven zün, er bestaat tenminste een nauw con tact tussc'hen den Marinecommandant en het B.B. Op initiatief van den Raad van Indië schijnt thans een voorstel ingediend te worden om een commissie (weer een commissie. Jan) van onderzoek te vor men naar de algemeene marinekwesties, om een oordeel te vormen over de maat regelen „in grooten stijl" om een ver betering van de toestanden te krijgen. Ach Jan, het zal wel noodig zün, maar we hebben nu al zooveel commissies gehad en het brengt de navy maar in opspraak. Naar aanleiding van de werkloosheid nog even gememoreerd, dat ik toen ik naar Prigen moest, een taxi ging hu ren, zooals gebruikelijk aan een der stations en ik voor zeer billijken prijs, door een Europeaan, ex-fabrieks- employé in de thee, naar hoven werd gereden. De man zei dit als typische bijzonderheid dat hij niet in Midden- Java wilde taxi-rijden omdat hii daar zooveel menschen kende. Jan, als je me hier op deze eenzame tampat zag zitten zou je zeggen: „Hoe krijgt hij nog zoo'n langen brief voor elkaar." Gonje, HENK.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 17